Samenvatting van de strafprocedure
Normaliter bevat de strafprocedure de volgende fasen:
- Wie verdacht wordt van betrokkenheid bij een strafbaar feit, kan verhoord worden door de politie. De politie is verantwoordelijk voor het onderzoek naar het strafbaar feit.
- De verdachte kan op basis van een gerechtelijk bevel worden aangehouden, tenzij de verdachte op heterdaad betrapt wordt.
- Alvorens door de politie ondervraagd te worden, moet de verdachte op de hoogte worden gesteld van zijn of haar recht met een advocaat te communiceren en worden gewezen op het belang dat aan zijn of haar verklaringen wordt gehecht.
- Indien er belastend bewijs tegen de verdachte wordt verkregen, wordt deze aan het einde van het onderzoek formeel door de politie in staat van beschuldiging gesteld. Bij ernstige strafbare feiten is het aan de procureur-generaal om te beslissen tot vervolging over te gaan. De bevoegdheid van de politie is altijd onderworpen aan de algemene instructies van de procureur-generaal, die de grondwettelijke bevoegdheid heeft een strafproces in te stellen, te voeren, over te nemen, voort te zetten of niet voort te zetten.
- Het tenlasteleggingsblad met daarop het feit of de feiten wordt door de politie ter goedkeuring aan een districtsrechter overgelegd. Bij goedkeuring hiervan wordt de beschuldigde gedaagd om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen.
- Strafzaken kunnen op een aantal manieren behandeld worden, afhankelijk van de zwaarte ervan: a) als politierechterzaak door de enkelvoudige kamer bij de districtsrechtbank in het district waar het feit gepleegd is, b) op informatie door de procureur-generaal, door de assisenrechtbank bestaande uit drie districtsrechters en voorgezeten door een voorzitter van een districtsrechtbank.
- Bij politierechterzaken verklaart de beschuldigde op de dag dat hij voor de rechter moet verschijnen of hij of zij schuldig of onschuldig is aan het ten laste gelegde. In zaken die worden behandeld door de assisenrechtbank wordt op de aangegeven datum een gerechtelijk vooronderzoek gehouden voor een districtsrechter. Van het gerechtelijk vooronderzoek kan worden afgezien, indien de procureur-generaal het niet nodig acht. De gangbare praktijk vandaag de dag is dat men afziet van het houden van een gerechtelijk vooronderzoek.
- Het slachtoffer van het strafbaar feit heeft het recht vervolging in te stellen.
- De procureur-generaal heeft de algehele verantwoordelijkheid voor strafvervolging, waaronder het recht de vervolging niet voort te zetten.
- Cyprus kent geen juryproces.
- Indien uit het onderzoek bij de rechter blijkt dat de beschuldigde vanwege een mentale stoornis of gebrekkige geestvermogens niet in staat is te pleiten, kan de rechter hem/haar verplichten zich te laten behandelen in een psychiatrische instelling.
- De beschuldigde mag preliminaire bezwaren opwerpen tegen het ten laste gelegde vanwege: a) materiële of territoriale onbevoegdheid, b) eerdere vrijspraak of veroordeling voor hetzelfde feit of dezelfde feiten, c) kwijtschelding van straf voor het feit of de feiten, d) onvolledigheid van de tenlastelegging of het feit dat twee of meer strafbare feiten gezamenlijk als één feit ten laste worden gelegd.
- In een en dezelfde tenlastelegging kunnen aan meer dan één persoon aanverwante strafbare gedragingen ten laste worden gelegd. Als dit als oneerlijk wordt beschouwd, kan de rechtbank bevelen dat de tenlastelegging in het kader van het proces opgesplitst moet worden.
- Het proces vangt aan met het bewijs van het openbaar ministerie. Als het openbaar ministerie zijn zaak heeft voorgedragen, bepaalt de rechter of er sprake is van een aanklacht waartegen de beschuldigde zich moet verdedigen. Zo ja, dan vraagt de rechter de beschuldigde verweer te voeren en wordt de beschuldigde op de hoogte gesteld van zijn of haar recht te zwijgen, een verklaring af te leggen vanuit de beklaagdenbank of onder ede te getuigen. De beschuldigde mag te allen tijde bewijs aandragen ter verdediging. Als de beschuldigde gebruikmaakt van zijn of haar zwijgrecht mogen hier geen negatieve consequenties aan worden verbonden. Als de verdediging is afgesloten, leggen de partijen hun slotverklaringen af en geeft de rechter een beslissing.
- Alle getuigen die onder ede voor de rechtbank getuigen kunnen aan een kruisverhoor worden onderworpen.
- Het proces moet voldoen aan de normen voor een eerlijk proces. Het vermoeden van onschuld geldt tijdens het totale proces. De bewijslast berust te allen tijde bij het openbaar ministerie. Indien de rechtbank de schuld van de beschuldigde aan het eind van het proces niet overtuigend bewezen acht, moet hij of zij worden vrijgesproken.
- Indien de beschuldigde veroordeeld wordt, vindt vervolgens het proces van straftoemeting plaats.
De informatiebladen bevatten informatie over de fasen van de procedure en over uw rechten. De informatie in deze bladen dient louter ter informatie en komt niet in de plaats van juridisch advies.
Rol van de Europese Commissie
NB: denk eraan dat de Europese Commissie geen rol speelt bij strafrechtelijke vervolging in de lidstaten en u niet kan helpen als u een klacht hebt. In deze informatiebladen staat hoe en bij welke bevoegde instantie u een klacht kunt indienen.
Klik op de links hieronder voor de informatie die u nodig hebt
Mijn rechten tijdens het strafrechtelijk onderzoek
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.