Defendants (criminal proceedings)

Spanje

These factsheets explain what happens when a person is suspected or accused of a crime which is dealt with by a trial in court.

Inhoud aangereikt door
Spanje

The Spanish Constitution recognises the dignity of people, their inviolable rights, free development of personality, respect for the law and for the rights of others.

The Constitution itself includes people’s fundamental rights and freedoms, reflecting the Universal Declaration of Human Rights and the international treaties and agreements on human rights ratified by Spain.

The general fundamental rights contained in the Spanish Constitution are developed in national law.

The rights of the party under investigation/accused in criminal proceedings are specifically set out in the Spanish Code of Criminal Procedure (Ley de Enjuiciamiento Criminal), which:

  1. uses the term ‘party under investigation’ (investigado) to refer to the person under investigation for their connection with a crime.
  2. uses the term ‘accused’ (encausado) to refer, in general, to a person who, once the investigation of the case has been completed, is formally accused by the judicial authority of having participated in the commission of a specific criminal offence.
  3. continues to use the Spanish terms ‘acusado’ [usually the person against whom an accusation has been made in oral proceedings] and ‘procesado’ [usually the person against whom an accusation has been made in a specific type of criminal proceedings], both of which can be translated as ‘accused’ in English, and which may be used interchangeably with the Spanish term ‘encausado’ in the appropriate stages of proceedings.

If you are the victim of a crime, you can find detailed information about your rights here.

Summary of the criminal proceedings

Commencement

The proceedings can be initiated:

  • By filing a complaint with the competent authority (police, public prosecutor’s office or duty court).
  • By means of a complaint filed by any person whether or not they were the victim of the crime.
  • By means of a police statement.
  • By the investigating judge of their own motion.

Investigation stage

Following the commencement of the criminal proceedings, a ‘pre-trial’ judicial investigation stage is opened, in which the steps taken to prepare for the trial are carried out, investigating and proving the perpetration of any offences that may have been committed with all the circumstances that may influence their classification, and the guilt of the offenders, securing the persons and their pecuniary liabilities.

End of the investigation

The completion of the ‘pre-trial’ investigation may lead to the following:

  • The dismissal and closure of the proceedings if there is no evidence of a criminal offence or where there is no known perpetrator.
  • The continuation of the proceedings by entering into what is known as the ‘intermediate stage’, the purpose of which is to determine whether the investigation is complete and whether it is appropriate to file charges.
  • After the submission, where applicable, of the relevant bill of indictment and statement of defence, the parties are summoned for the trial.

Trial

The trial, which is public (with some exceptions), is held before a judge or court other than the one that conducted the investigation and ends with a judgment that may be:

  • A judgment against the defendant
  • A judgment for the defendant

In both cases, an appeal against the judgment may be filed by either party with a higher court.

Factsheets

Details about all of these stages in the process and about your rights can be found in the factsheets. This information is not a substitute for legal advice and is intended to be for guidance only.

Role of the European Commission

Please note that the European Commission has no role in criminal proceedings in Member States and cannot assist you if you have a complaint. Information is provided in these factsheets about how to complain and to whom.

Click on the links below to find the information that you need

1 - My rights during the investigation

2 - My rights during trial

3 - My rights after the trial

Last update: 17/01/2024

The national language version of this page is maintained by the respective Member State. The translations have been done by the European Commission service. Possible changes introduced in the original by the competent national authority may not be yet reflected in the translations. The European Commission accepts no responsibility or liability whatsoever with regard to any information or data contained or referred to in this document. Please refer to the legal notice to see copyright rules for the Member State responsible for this page.

1 - Mijn rechten tijdens het onderzoek

Verloopt het onderzoek anders omdat ik buitenlander ben?

In het algemeen heeft buitenlander zijn van de verdachte geen invloed op het strafrechtelijk onderzoek. Buitenlanders hebben dezelfde rechten als nationale onderdanen tegen wie een onderzoek is ingesteld, zij het dat er enkele voor eerstgenoemden specifieke rechten worden erkend, zoals het recht op kosteloze bijstand door een tolk voor wie het Spaans of de officiële taal van de betrokken procedure niet verstaat en/of spreekt. Buitenlanders die vanwege een strafrechtelijk onderzoek worden vastgehouden, hebben het recht hun vrijheidsontneming en de plaats van hun hechtenis op ieder moment door te geven aan het consulaat van hun land, evenals het recht door de consulaire autoriteiten van hun land te worden bezocht en met hen te communiceren en te corresponderen.

Als een verdachte buitenlander is, kan dat tijdens de strafprocedure in overweging worden genomen bij de beslissing over zijn persoonlijke situatie (voorlopige hechtenis), evenals bij de vaststelling van andere maatregelen die minder beperkend zijn voor zijn rechten, zoals intrekking van het paspoort of een verbod om het nationale grondgebied te verlaten.

Welke fasen zijn er in het onderzoek?

Het strafrechtelijk onderzoek is bedoeld om bewijsmiddelen te verzamelen voor een mogelijk strafbaar feit en om vast te stellen wie de vermoedelijke daders van dat feit zijn.

Het onderzoek kent twee fasen:

  • politieonderzoek: de politie onderzoekt de feiten die haar bekend zijn en die mogelijk strafbaar zijn. Daartoe neemt zij contact op met degenen van wie wordt vermoed dat zij hebben deelgenomen aan het feit, en gaat op zoek naar materieel bewijsmateriaal, getuigen enz.
  • gerechtelijk onderzoek (instructie): Als de politie bewijsmiddelen van strafbare feiten vindt en vaststelt wie de vermoedelijke daders zijn, stuurt zij een verslag naar de onderzoeksrechter, die daarop de aangewezen strafprocedure inleidt en - zo nodig - de passende onderzoeksmaatregelen uitvoert (ondervraging van verdachten en getuigen, verkrijging van voor de zaak relevante stukken, binnentreding en huiszoeking, analyse van stoffen enz.)

Als niets erop wijst dat er een strafbaar feit is gepleegd of als er geen dader bekend is, wordt de zaak geseponeerd en gesloten.

Zijn er wel aanwijzingen dat er een strafbaar feit is gepleegd, dan wordt de procedure vervolgd met de zogeheten “tussenfase”, waarin wordt bepaald of het onderzoek afgerond is en of er gronden zijn om over te gaan tot tenlastelegging.

Na indiening van de tenlastelegging en het verweerschrift, indien van toepassing, worden de partijen opgeroepen voor de mondelinge behandeling.

De openbare aanklager moet het gehele strafrechtelijk onderzoek door op de hoogte worden gehouden en kan de onderzoeksrechter verzoeken de onderzoeksmaatregelen te nemen die volgens de openbare aanklager passend zijn. Als er volgens de openbare aanklager onvoldoende aanwijzingen zijn dat er een strafbaar feit is gepleegd, of dat er onvoldoende aanwijzingen van de identiteit van de dader zijn, kan hij verzoeken de zaak te seponeren. Oordeelt hij daarentegen dat er redelijke gronden zijn voor vervolging, dan stelt hij na afloop van het onderzoek dienovereenkomstig de tenlastelegging op.

Bewijsgaring/bevoegdheden van de onderzoekers

De gerechtelijke politie is belast met de opsporingstaken die moeten worden uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is geweest van schending van de wet, om relevante bewijsmiddelen te verzamelen en om de identiteit van de daders vast te stellen. De onderzoeksrechter ziet toe op de uitvoering van deze opsporingstaken en moet hoe dan ook toestemming verlenen voor die taken waarmee een schending van de grondrechten is gemoeid (betreden en doorzoeken van de woning, aftappen van gesprekken enz.). De openbare aanklager moet het gehele strafrechtelijk onderzoek op de hoogte worden gehouden en kan de onderzoeksrechter verzoeken om uitvoering van onderzoekstaken die volgens hem nodig zijn.

Inverzekeringstelling

In beginsel mag de inverzekeringstelling niet langer duren dan strikt noodzakelijk is om te zorgen voor meer duidelijkheid omtrent de feiten, maar nooit langer dan 72 uur. Binnen die tijd moet de in verzekering gestelde persoon worden vrijgelaten of ter beschikking van de rechter worden gesteld.

De inverzekeringstelling kan plaatsvinden op initiatief van de politie, in de bij wet bepaalde gevallen. Tot de inverzekeringstelling kan ook opdracht worden gegeven door de openbare aanklager of rechtstreeks door de onderzoeksrechter. In uitzonderlijke situaties kan de inverzekeringstelling worden verricht door particulieren, die de betrokkene onmiddellijk voor de rechter moeten brengen.

De inverzekeringstelling moet zodanig worden uitgevoerd dat de betrokkene, zijn goede naam en zijn bezittingen zo min mogelijk schade ondervinden; degenen die het bevel tot de maatregel geven en degenen die met de uitvoering ervan zijn belast, zien erop toe dat de grondwettelijke rechten van de betrokkene ten aanzien van waardigheid, persoonlijke levenssfeer en goede naam worden geëerbiedigd.

Nadat de politie het onderzoek naar de feiten heeft uitgevoerd wordt de betrokkene binnen de wettelijke termijn van 72 uur vrijgelaten of ter beschikking van de rechter gesteld.

Verhoor

De verdachte wordt gewezen op zijn rechten en hem wordt gevraagd een verklaring af te leggen over de onderzochte feiten. Hij kan zich beroepen op zijn zwijgrecht en geen verklaring afleggen als hij dat niet wil, of hij kan ervoor kiezen niet te antwoorden op een deel van de hem gestelde vragen, of laten weten dat hij alleen voor de rechter een verklaring wil afleggen.

De verdachte is vrij in zijn keuze van een advocaat maar als hij daar geen gebruik van maakt, wordt hem ambtshalve een advocaat toegewezen. Hij heeft ook het recht voorafgaand aan het verhoor onder vier ogen te overleggen met zijn advocaat.

Als de verdachte buitenlander is en het Spaans of de officiële proceduretaal niet verstaat of spreekt, of als hij doof of slechthorend is of zich moeilijk kan uitdrukken, heeft hij recht op gratis ondersteuning door een tolk.

De verdachte heeft het recht niet tegen zichzelf te getuigen.

Hij kan ook direct schuld erkennen aan alle of een deel van de hem ten laste gelegde strafbare feiten. Dat neemt niet weg dat het onderzoek kan worden voortgezet en eventueel tot een proces kan leiden. Afhankelijk van de aard van de straf en het strafbare feit kan dat evenwel een snelle procedure zijn. In dergelijke gevallen zou de advocaat van de verdachte met de openbare aanklager kunnen overeenkomen dat de verdachte in ruil voor schulderkenning een lagere straf krijgt opgelegd.

Voorlopige hechtenis

Voorlopige hechtenis kan alleen worden gelast als dat volgens de onderzoeksrechter nodig is, op verzoek van de openbare aanklager en/of een van de particuliere aanklagers.

In alle gevallen moet zijn voldaan aan de desbetreffende wettelijke voorschriften en moet de maatregel een legitiem doel dienen (bescherming van het slachtoffer en/of wegneming van het risico op vluchten, op recidive, op vernietiging of achterhouding van bewijsmiddelen).

Wat zijn mijn rechten tijdens het proces?

Iedere verdachte van een strafbaar feit kan de rechten van verweer uitoefenen door aan de procedure deel te nemen zodra hij in kennis is gesteld van het bestaan ervan; daartoe moet hij in een voor hem begrijpelijke en toegankelijke taal worden geïnformeerd over de volgende rechten:

  1. het recht te worden geïnformeerd over de hem ten laste gelegde feiten, evenals over alle relevante wijzigingen in het doel van het onderzoek en de ten laste gelegde feiten;
  2. het recht op tijdige inzage in de stukken om de rechten van verweer te waarborgen, en in ieder geval voordat hij wordt gehoord;
  3. het recht in de strafprocedure op te treden om zijn recht van verweer uit te oefenen overeenkomstig de wettelijke bepalingen;
  4. het recht op vrije keuze van een advocaat (behalve in de in het wetboek van strafvordering zelf genoemde uitzonderingsgevallen);
  5. het recht te verzoeken om gratis rechtsbijstand en te worden geïnformeerd over de daarvoor te volgen procedure en de voorwaarden om die te krijgen;
  6. het recht op gratis tolk- en vertaalondersteuning, overeenkomstig het bepaalde in het wetboek van strafvordering;
  7. het recht te zwijgen en geen verklaring af te leggen als hij dat niet wil, en het recht niet te antwoorden op alle of een deel van de vragen die hem worden gesteld;
  8. het recht niet tegen zichzelf te getuigen en geen voor hemzelf belastende verklaring af te leggen.

Heb ik recht op een tolk en op vertaling van de stukken?

Iedereen tegen wie een onderzoek is ingesteld, wordt schriftelijk in een voor hem begrijpelijke taal en in eenvoudige en toegankelijke bewoordingen onmiddellijk in kennis gesteld van de hem ten laste gelegde feiten, evenals van zijn rechten, en in het bijzonder, in het geval van buitenlanders die het Spaans of de officiële taal van de betrokken procedure niet verstaan of spreken, of doven of slechthorenden en andere personen die moeite hebben zich uit te drukken, het recht op gratis ondersteuning door een tolk.

In de fase van het vooronderzoek vertaalt dit zich in het recht op ondersteuning door een tolk in een voor de verdachte begrijpelijke taal tijdens alle procedures waarbij hij aanwezig moet zijn, zoals de verhoren van de politie of de openbare aanklager en alle rechtszittingen, en het recht op ondersteuning door een tolk tijdens de gesprekken met zijn advocaat die rechtstreeks verband houden met zijn latere verklaring of verhoor, of die nodig zijn voor het instellen van een rechtsmiddel of voor andere procedurele verzoeken.

Heb ik recht op informatie en op inzage in mijn dossier?

In beginsel hebt u het recht te worden geïnformeerd over de u ten laste gelegde feiten, evenals over alle relevante wijzigingen in het doel van het onderzoek en de u ten laste gelegde feiten. U hebt ook het recht tijdig kennis te nemen van het dossier om uw rechten van verweer uit te oefenen en in ieder geval voorafgaand aan uw verhoor, behalve in de in de wet genoemde uitzonderingssituaties.

Als u bent aangehouden, moet u ook worden verteld waarom u bent aangehouden en wat uw rechten zijn, met name het recht op toegang tot de dossiergegevens die nodig zijn om de rechtmatigheid van uw aanhouding of vrijheidsontneming te kunnen aanvechten.

Heb ik recht op een advocaat en om iemand anders te informeren over mijn situatie?

U hebt het recht op vrije keuze van een advocaat (behalve in de in het wetboek van strafvordering zelf genoemde uitzonderingsgevallen) en u hebt het recht zich zo snel mogelijk door hem te laten bijstaan. Het recht op verweer omvat bijstand door een advocaat die u zelf kiest of, als u dat niet doet, een advocaat die u ambtshalve wordt toegewezen, met wie u onder vier ogen kunt communiceren en overleggen, nog voordat u wordt verhoord door de politie, de openbare aanklager of de rechter - behalve in de in de wet bepaalde uitzonderingsgevallen. De advocaat is aanwezig bij al uw verklaringen en bij de verschillende procedurehandelingen (erkenning van de feiten, confrontaties, reconstructie van de gebeurtenissen).

Als u bent aangehouden, hebt u het recht een van uw gezins- of familieleden of iemand anders van uw keuze op ieder moment en zonder onnodige vertraging in kennis te laten stellen van uw vrijheidsontneming en de plaats van uw detentie. Buitenlanders hebben het recht die gegevens aan het consulaat van hun land te laten verstrekken.

Zij hebben ook het recht zonder onnodige vertraging telefonisch contact op te nemen met een derde van hun keuze, en zij hebben het recht door de consulaire autoriteiten van hun land te worden bezocht en met hen te communiceren en te corresponderen.

Heb ik recht op gratis rechtsbijstand?

Onder de wettelijk bepaalde voorwaarden hebt u recht op gratis rechtsbijstand als u staatsburger of legaal in Spanje verblijvende buitenlander bent en kunt aantonen dat uw middelen ontoereikend zijn voor het geschil.

Het recht op gratis rechtsbijstand houdt in dat u de honoraria van de advocaten en procureurs niet hoeft te betalen wanneer hun deelname wettelijk verplicht is of wanneer de rechter, ook als dat niet het geval is, dat uitdrukkelijk eist om de gelijkheid van de partijen bij de procedure te waarborgen. Onder de gratis rechtsbijstand valt de assistentie door een advocaat voor de persoon die is aangehouden of in verzekering is gesteld en die zelf geen advocaat heeft aangewezen, voor iedere politiemaatregel die niet voortvloeit uit een lopende gerechtelijke procedure of die is genomen bij zijn eerste verschijning voor een gerechtelijke instantie, ook wanneer om bijstand wordt verzocht in het kader van wederzijdse rechtshulp. In het geval van slachtoffers van geweld tegen vrouwen, terrorisme en mensenhandel, evenals minderjarigen en personen met een verstandelijke handicap of geestesziekte, omvat de gratis rechtsbijstand advisering en begeleiding direct voorafgaand aan de indiening van een klacht of aangifte van een strafbaar feit.

v. Wat moet ik weten over:

het vermoeden van onschuld?

Het vermoeden van onschuld is het recht van iedereen tegen wie een onderzoek loopt of die verdacht is in het kader van een strafprocedure, als onschuldig te worden beschouwd zolang hij niet definitief is veroordeeld.

Het vermoeden van onschuld heeft implicaties voor zowel de behandeling van de verdachte als de beoordeling van de zaak. Wat de behandeling van de verdachte betreft, houdt het vermoeden van onschuld in dat de verdachte als onschuldig moet worden beschouwd zolang hij niet definitief is veroordeeld. Ten aanzien van de beoordeling van de zaak heeft het vermoeden van onschuld gevolgen voor hoe de bewijsmiddelen worden beoordeeld. Immers, omdat de rechter in een strafprocedure uitgaat van de onschuld van de verdachte, moet de aanklager wel onweerlegbaar bewijs leveren voor de aan de verdachte ten laste gelegde feiten, want anders wordt de voorlopig vastgestelde onschuld uiteindelijk definitief.

Recht te zwijgen en geen voor zichzelf belastende verklaring af te leggen

Het recht van de verdachte te zwijgen en geen voor zichzelf belastende verklaring af te leggen, is een grondrecht dat kan worden uitgeoefend zonder dat daaraan negatieve gevolgen kunnen worden verbonden.

Het stilzwijgen van de verdachte mag niet worden aangegrepen om een gebrek aan belastend bewijsmateriaal te compenseren. Met andere woorden, de aanklager moet met bewijsmiddelen aantonen dat het strafbare feit is gepleegd, ongeacht de verklaring die de verdachte heeft afgelegd. Als de verdachte, geconfronteerd met de belastende bewijsmiddelen, geen antwoord geeft of geen verklaring geeft die voldoende is om hem vrij te pleiten, kan dat stilzwijgen worden opgevat als een bevestiging van zijn schuld. Daarom is het belangrijk dat de verdachte bekend is met de door de aanklager aangevoerde bewijsmiddelen voordat hij zijn verklaring aflegt.

Is het belastend bewijsmateriaal ontoereikend, dan mag het stilzwijgen van de verdachte niet worden gebruikt om dat te compenseren.

Bewijslast

De materiële bewijslast ligt uitsluitend bij de aanklager, niet bij de verdediging. Als gevolg van het vermoeden van onschuld ligt de bewijslast bij de aanklager, zodat het altijd de verantwoordelijkheid is van de aanklager (en nooit die van de verdediging) de ten laste gelegde feiten te bewijzen. Overigens moeten er voldoende bewijsmiddelen worden vergaard om voor de rechter niet alleen aan te tonen dat de strafbare feiten inderdaad zijn gepleegd, maar ook dat de verdachte er strafrechtelijk aansprakelijk voor is.

Welke speciale beschermende maatregelen zijn er voor minderjarigen?

Als de verdachte minderjarig is, wordt het onderzoek in het kader van de strafprocedure uitgevoerd door de afdeling voor minderjarigen van het openbaar ministerie, en wordt over de ten laste gelegde feiten beslist door de kinderrechter, een speciale rechter die valt onder de organieke wet 5/2000 van 12 januari 2000 betreffende de strafrechtelijke aansprakelijkheid van minderjarigen. Bij deze wet is bepaald dat minderjarigen tussen 14 en 18 jaar strafrechtelijk aansprakelijk zijn, maar wel onderworpen zijn aan een speciale wettelijke regeling. Zo wordt een minderjarige die is aangehouden, zodra is vastgesteld dat hij minderjarig is, ter beschikking gesteld van de afdeling voor minderjarigen van het openbaar ministerie en wordt van zijn aanhouding en de plaats van zijn detentie kennis gegeven aan degenen die het ouderlijk gezag, de voogdij of de feitelijke voogdij over hem uitoefenen.

Is de minderjarige buitenlander, dan wordt het consulaat van zijn land in kennis gesteld van zijn detentie.

Welke speciale beschermende maatregelen zijn er voor kwetsbare verdachten?

Op dit moment zijn beschermende maatregelen voor kwetsbare verdachten niet stelselmatig opgenomen in onze wetgeving. Het ontwerp-wetboek van strafvordering bevat daartoe weliswaar bepalingen maar is nog niet van kracht.

Dat betekent dat speciale beschermende maatregelen voor kwetsbare verdachten nu nog verspreid zijn over onze wetgeving. Een voorbeeld is dat tijdens een strafprocedure gebruik moet worden gemaakt van een taal die begrijpelijk en toegankelijk is en dat doven of slechthorenden en andere personen die moeite hebben zich uit te drukken, recht hebben op gratis ondersteuning door een tolk.

Wat zijn de wettelijke termijnen tijdens het proces?

Het gerechtelijk onderzoek moet plaatsvinden binnen twaalf maanden nadat de procedure is ingeleid.

Als binnen die termijn wordt vastgesteld dat het niet mogelijk zal zijn het onderzoek af te ronden, kan de rechter ambtshalve of op verzoek van een der partijen, en na de partijen te hebben gehoord, besluiten tot opeenvolgende verlengingen met perioden van dezelfde duur of van minder dan zes maanden.

Verlengingen worden goedgekeurd via een beschikking waarin wordt toegelicht waarom het onderzoek niet binnen de gestelde termijn kon worden voltooid, evenals welke speciale maatregelen er moeten worden genomen en wat de relevantie van die maatregelen is voor het onderzoek. De verlenging kan ook worden geweigerd, in welk geval de beslissing eveneens moet worden gemotiveerd.

Wat gebeurt er vóór het proces? Zijn er bijvoorbeeld alternatieven voor voorlopige hechtenis of kan ik naar mijn eigen land worden overgebracht (Europees surveillancebevel)?

Dankzij het Europees surveillancebevel (ESB) kan een verdachte in afwachting van zijn berechting voorkomen dat hij in voorlopige hechtenis wordt genomen en kan hij onder toezicht worden gesteld in de lidstaat waar hij verblijft. Het ESB waarborgt het in artikel 18 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie neergelegde verbod op discriminatie op grond van nationaliteit, in de zin dat het EU-burgers die ervan worden verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd in een andere lidstaat dan die waar zij verblijven, in afwachting van hun berechting de mogelijkheid biedt op een gelijke behandeling voor wat betreft hun persoonlijke situatie.

Laatste update: 17/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

2 - Mijn rechten tijdens het proces

Waar wordt het proces gehouden?

Het proces vindt plaats voor de bevoegde gerechtelijke instantie, overeenkomstig de ernst van het strafbare feit en de plaats waar het is gepleegd. Ingevolge het recht op berechting door een onpartijdige rechter vindt het proces plaats voor een andere rechter dan die welke het onderzoek heeft geleid

Kan de aanklacht nog worden aangepast? Zo ja, wat is in dit verband mijn recht op informatie?

Ja, na de onderzoeksfase kan de aanklager de kwalificatie van de ten laste gelegde feiten aanpassen, op voorwaarde dat de nieuwe aanklacht homogeen is en geen nieuwe feiten bevat, m.a.w. dat alle elementen van de nieuwe aanklacht al in de eerste aanklacht besloten lagen. In dergelijke gevallen kan de verdediging verzoeken om uitstel van de zitting om nieuw bewijsmateriaal te kunnen leveren met het oog op een adequaat verweer.

Wat zijn mijn rechten in de rechtszaal?

U hebt het recht op informatie over de u ten laste gelegde feiten, het recht op verweer en rechtsbijstand, het recht niet tegen uzelf te getuigen, het recht niet schuldig te pleiten, het recht niet te antwoorden op alle of een deel van de vragen die u worden gesteld en het recht op toepassing van het beginsel van vermoeden van onschuld. U hebt ook het recht aan het eind van het proces als laatste het woord te voeren.

Ben ik verplicht om mijn proces bij te wonen? Onder welke voorwaarden mag ik wegblijven?

In ons rechtsstelsel is bepaald dat de verdachte aanwezig moet zijn bij de mondelinge behandeling. Die verplichting is een gevolg van het recht op effectieve rechtsbescherming, waarmee het recht op verweer en het recht op een eerlijk proces (waaronder het recht te worden gehoord) is gewaarborgd.

U moet het proces bijwonen om uw onschuld aan te tonen, maar het proces kan in uw afwezigheid worden gehouden wanneer u, na te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt en de strafeis niet hoger is dan twee jaar gevangenisstraf of zes jaar voor een straf van andere aard. Als u niet verschijnt vanwege plotselinge ziekte, wordt dat als een geldige reden beschouwd; de zitting wordt dan verdaagd.

Heb ik recht op een tolk en op vertaling van de stukken?

U hebt recht op gratis tolk- en vertaalondersteuning. U hebt recht op bijstand door een tolk als u het Spaans of de officiële taal van de plaats waar het proces plaatsvindt, niet spreekt. U hebt ook recht op een schriftelijke vertaling van de stukken die u nodig hebt om uw rechten van verweer te kunnen uitoefenen.

Heb ik recht op een advocaat?

Ja, u hebt recht op bijstand door een advocaat die u zelf kiest of, als u dat niet doet, een advocaat die u ambtshalve wordt toegewezen, met wie u onder vier ogen kunt communiceren en overleggen. Alleen bij lichte strafbare feiten is rechtsbijstand niet vereist.

Welke andere procedurele rechten moet ik kennen? (bv. de presentatie van de verdachten voor het gerecht)

U hebt het recht alle bewijsmiddelen te gebruiken die volgens u nodig zijn voor uw verweer (getuigen, deskundigen, stukken, opnames enz.), voor zover de rechter die toelaat. U hebt recht op een openbare zitting, tenzij de rechter overeenkomstig de wet anders beslist om de veiligheid of openbare orde te kunnen waarborgen en om de grondrechten van de deelnemers en in het bijzonder het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en hun familie naar behoren te kunnen beschermen. Aan het begin van het proces hebt u ook het recht alle of een deel van de u ten laste gelegde feiten te erkennen, waarmee u een overeenkomst over de aanklacht kunt bereiken met het oog op strafvermindering.

Mogelijke beslissingen

Aan het eind van het proces spreekt de rechter een vonnis uit waarin alle tijdens het proces opgeworpen vragen worden beantwoord en de verdachte wordt veroordeeld voor of vrijgesproken van alle betrokken strafbare feiten. Het vonnis kan ook mondeling tijdens het proces bekend worden gemaakt, waarna het op schrift moet worden gesteld. Als de partijen na de uitspraak van het vonnis te kennen geven dat zij geen beroep willen instellen, verklaart de rechter het vonnis onmiddellijk definitief.

Als u schuldig bent bevonden aan een strafbaar feit, kan de rechter u de straf opleggen die op dat feit staat, tot maximaal de zwaarste door de aanklager geëiste straf.

Laatste update: 17/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

3 - Mijn rechten na afloop van het proces

Kan ik tegen de beslissing van de rechtbank in beroep gaan?

Ja, tegen beslissingen in strafprocedures is beroep altijd mogelijk. Tegen alle beslissingen kan bij een hogere rechtbank beroep worden ingesteld via een rechtsmiddel. Bovendien kan tegen de beslissingen van de hogere rechtbank die uitspraak doet op het beroep, bij het hooggerechtshof cassatie worden ingesteld op verschillende gronden, afhankelijk van de eerste procedure in het kader waarvan de beslissing is gegeven. Een uitzondering hierop wordt gevormd door beslissingen in procedures over lichte strafbare feiten, waartegen alleen beroep openstaat.

De termijn voor het instellen van beroep hangt af van de gevolgde procedure en gaat in op de datum van kennisgeving van de beslissing. Zo is in gewone procedures, summiere procedures en procedures voor een jury de termijn tien dagen. Voor versnelde procedures en procedures over lichte strafbare feiten is deze termijn vijf dagen. Een cassatieberoep moet binnen vijf dagen worden aangekondigd en vervolgens binnen vijftien, twintig of dertig dagen worden ingesteld, afhankelijk van het gebied waar de rechtbank zetelt die de aangevochten beslissing heeft gegeven.

Welke andere mogelijkheden heb ik?

Wanneer u bij verstek bent veroordeeld (op plaatsen waar dat wettelijk mogelijk is), hebt u, ook al is de termijn daarvoor verstreken, het recht op dezelfde gronden beroep in te stellen tegen de beslissing. In dit geval moet u het beroep instellen binnen tien dagen nadat de beslissing u ter kennis is gekomen.

Zelfs als de beslissing definitief is, kan in bepaalde gevallen om nietigverklaring ervan en om een nieuwe uitspraak worden verzocht via een zogeheten “verzoek om herziening van een definitieve beslissing” (bijvoorbeeld als de veroordeling was gebaseerd op een document dat of een getuigenis die later vals is verklaard, of als er twee personen zijn veroordeeld voor hetzelfde strafbare feit, terwijl dat maar door een van hen gepleegd kon zijn, of als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor de veroordeelde een gunstig arrest heeft gewezen).

In ieder geval kunt u, wanneer de rechtsmiddelen bij de rechter zijn uitgeput, een verzoek tot handhaving van een grondrecht (recurso de amparo) indienen bij het grondwettelijk hof, als er volgens u een grondrecht is geschonden. Zijn alle nationale rechtsmiddelen eenmaal uitgeput, dan kunt u zich ook wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Wat gebeurt er als ik word veroordeeld?

Afhankelijk van het gepleegde strafbare feit kunnen uiteenlopende straffen worden opgelegd: vrijheidsstraffen (bv. gevangenisstraf of verbod de woonplaats te verlaten), ontneming van rechten (bv. rijverbod of taakstraf, altijd met uw instemming) en boetes (betaling van een geldbedrag). Naast de straf voor het plegen van het strafbare feit kunt u, als er schade is veroorzaakt, ook worden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding (civielrechtelijke aansprakelijkheid voor het gepleegde feit, die u kan worden opgelegd in het kader van dezelfde strafprocedure). Als u de boete niet betaalt, kan deze worden vervangen door een vrijheidsstraf of een taakstraf.

Strafregister

Wanneer u wordt veroordeeld, brengt dat met zich mee dat uw antecedenten worden opgenomen in het strafregister. Als u eenmaal voorkomt in het strafregister, kan dat leiden tot een hogere straf wanneer u opnieuw een strafbaar feit begaat, of komt u mogelijk niet in aanmerking voor bepaalde voordelen bij de uitvoering van aan u opgelegde straffen (u komt dan bijvoorbeeld niet in aanmerking voor een voorwaardelijke gevangenisstraf). Nadat u uw straf hebt uitgezeten en er een bepaalde termijn is verstreken, worden uw antecedenten uit het strafregister verwijderd en kunnen zij geen negatieve gevolgen meer voor u hebben. De duur van die termijn wordt bepaald door de aard en de ernst van het strafbare feit en varieert van zes maanden voor lichte strafbare feiten tot tien jaar voor ernstigere strafbare feiten.

Uitvoering van de straf, overbrenging van gevangenen, proeftijd en alternatieve straffen

Is de veroordeling eenmaal definitief, omdat de rechtsmiddelen ertegen zijn uitgeput of omdat de beroepstermijn is verstreken zonder dat er beroep is ingesteld, dan moet de rechterlijke beslissing worden uitgevoerd, d.w.z. dan moet de opgelegde straf worden uitgezeten. Als de straf niet vrijwillig wordt uitgevoerd, zal de rechter de maatregelen treffen die nodig zijn om uitvoering af te dwingen (hij besluit bijvoorbeeld de veroordeelde door de politie te laten opsporen en aanhouden om hem gevangen te zetten, of hij besluit beslag te leggen op zijn goederen om de boete te betalen).

Opschorting van de straf: Als u bent veroordeeld tot een vrijheidsstraf (gevangenisstraf of verbod uw verblijfplaats op een bepaalde locatie, bijvoorbeeld uw woning, te verlaten) terwijl u niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten bent veroordeeld en de gevangenisstraf niet hoger is dan een bepaalde drempel (meestal twee jaar), kan de rechter beslissen tot opschorting van uw straf. In dat geval hoeft u niet naar de gevangenis, mits u gedurende een bepaalde periode niet opnieuw een strafbaar feit begaat. Begaat u wel opnieuw een strafbaar feit voordat die periode is verstreken, dan moet u naast de straf voor het nieuwe strafbare feit mogelijk ook de eerder opgeschorte straf uitzitten. Als u daarentegen geen enkel strafbaar feit pleegt in de opschortingsperiode, wordt u geacht uw oorspronkelijke straf te hebben uitgezeten en kunt u uw antecedenten uit het strafregister laten verwijderen nadat de daarvoor wettelijk bepaalde termijn is verstreken.

In sommige gevallen legt de rechter met het oog op de opschorting van uw vrijheidsstraf andere voorwaarden op waaraan u zult moeten voldoen, zoals het ondergaan van een verplichte afkickbehandeling of het nakomen van een straatverbod of een contactverbod.

Alternatieve straf: Als de straf lager is dan drie maanden gevangenisstraf, zal de rechter die in elk geval vervangen door een lagere straf (boete, taakstraf of verbod de woonplaats te verlaten).

Als u buitenlander bent en er is u een gevangenisstraf tussen één en vijf jaar opgelegd, kan de rechter als alternatieve straf beslissen u uit te wijzen uit het nationale grondgebied en u te verbieden binnen een bepaald aantal jaren terug te keren. Is de gevangenisstraf langer dan vijf jaar, dan zult u het door de rechter vastgestelde deel van de straf moeten uitzitten en kunt u vervolgens worden uitgezet.

Overbrenging van gevangenen: Als u tot een gevangenisstraf bent veroordeeld, hebt u het recht de straf uit te zitten in een gevangenis in de buurt van uw woonadres, tenzij er uitzonderlijke redenen zijn om u dat recht te ontzeggen. Als u burger van de Europese Unie bent, kunt u ook worden overgebracht naar uw eigen land om daar uw straf uit te zitten. Als u onderdaan van een derde land bent, kunt u alleen naar uw eigen land worden overgebracht als die mogelijkheid is opgenomen in internationale verdragen.

Proeftijd: Bij bepaalde zeer ernstige strafbare feiten kan de veroordeelde, naast de straffen die daarvoor kunnen worden opgelegd, onder gerechtelijk toezicht worden geplaatst en moet hij zich houden aan bepaalde maatregelen die de rechter hem kan opleggen (gewoonlijk wanneer hij na het uitzitten van een gevangenisstraf in vrijheid wordt gesteld). Die maatregelen lopen sterk uiteen en welke er wordt gekozen, hangt af van de ernst of aard van het gepleegde strafbare feit (bv. verplicht ondergaan van een medische behandeling of deelnemen aan een programma voor seksuele voorlichting, of een verbod om te gaan en te communiceren met bepaalde personen). Als die maatregelen niet worden nageleefd, kunnen er andere maatregelen worden opgelegd en in geval van ernstige of herhaalde schending van de door de rechter opgelegde maatregelen kan de veroordeelde daarvoor een nieuw strafbaar feit ten laste worden gelegd.

Een proeftijd is iets anders dan voorwaardelijke vrijlating. U komt in aanmerking voor voorwaardelijke vrijlating als u bent veroordeeld tot een gevangenisstraf, die straf al gedeeltelijk hebt uitgezeten en zich tot dat moment goed hebt gedragen. In dat geval kan de resterende gevangenisstraf worden opgeschort en kunt u worden vrijgelaten, waarbij u zich wel moet houden aan de door de rechter opgelegde maatregelen.

Laatste update: 17/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.