- Slachtoffers van misdrijven hebben een aantal rechten tijdens het vooronderzoek en de strafprocedure; met name kinderen en slachtoffers van misdrijven tegen de seksuele zelfbeschikking en van mensenhandel genieten bijzondere bescherming.
- Particuliere vervolging
- Schadevorderingen
- Rechten van benadeelde partijen tijdens een onderzoek en in de strafprocedure
- Het recht op een financiële vergoeding
- Kennisgeving van vrijlating van de dader
- Ondersteuning van getuigen en slachtoffers
Slachtoffers van misdrijven hebben een aantal rechten tijdens het vooronderzoek en de strafprocedure; met name kinderen en slachtoffers van misdrijven tegen de seksuele zelfbeschikking en van mensenhandel genieten bijzondere bescherming.
Slachtoffers van misdrijven hebben het recht om:
- toegang te krijgen tot diensten die slachtoffers van misdrijven ondersteunen;
- doeltreffende psychologische en andere deskundige bijstand en hulp te krijgen van organen, organisaties en instellingen die slachtoffers van misdrijven ondersteunen, conform de wet;
- tegen intimidatie en represailles te worden beschermd;
- hun waardigheid beschermd te zien wanneer zij als getuige in een rechtszaak optreden;
- na aangifte zonder onnodige vertraging te worden gehoord en vervolgens slechts te worden verhoord voor zover dat in het kader van de strafprocedure noodzakelijk is;
- bij het verhoor vergezeld te zijn van een vertrouwenspersoon in alle handelingen waaraan het slachtoffer deelneemt;
- zo weinig mogelijke medische onderzoeken te ondergaan, en wel uitsluitend onderzoeken die in het kader van de strafprocedure absoluut noodzakelijk zijn;
- op grond van de bepalingen van het wetboek van strafrecht (Kazenski zakonik) een verzoek tot vervolging in te dienen en een particuliere vervolging in te stellen, deel te nemen aan strafprocedures als benadeelde partij, in kennis te worden gesteld van de afwijzing van de aanklacht (artikel 206, lid 3, van het wetboek van strafrecht) of van de beslissing van de openbare aanklager om niet te vervolgen, en om zelf vervolging in te stellen wanneer de openbare aanklager dat niet doet;
- de openbare aanklager te verzoeken om in kennis te worden gesteld van de maatregelen die naar aanleiding van de aangifte van het slachtoffer zijn genomen (artikel 260, onder a, van het wetboek van strafrecht), en om een klacht in te dienen bij een hogere openbare aanklager (artikel 206, onder b, van dit wetboek);
- op hun verzoek en zonder onnodige vertraging te worden geïnformeerd over de opheffing van de (voorlopige) hechtenis van de dader, zijn ontsnapping of zijn vrijlating na het uitzitten van een gevangenisstraf, en maatregelen om de bescherming van het slachtoffer te waarborgen;
- op hun verzoek te worden geïnformeerd over elke definitieve beslissing waarmee de strafprocedure wordt beëindigd;
- andere in de wet genoemde rechten te doen gelden.
Slachtoffers van misdrijven tegen de seksuele zelfbeschikking of van mensenhandel hebben naast de bovengenoemde rechten het recht om:
- vóór het verhoor met een raadsman te spreken, waarbij de kosten ten laste van de staatsbegroting komen;
- door de staat gefinancierde rechtsbijstand te krijgen;
- te worden gehoord door een persoon van hetzelfde geslacht op het politiebureau of bij het openbaar ministerie, en voor zover mogelijk tijdens een nieuwe zitting door dezelfde persoon te worden gehoord;
- niet te antwoorden op vragen die geen verband met het misdrijf houden en die uitsluitend op het privéleven van het slachtoffer betrekking hebben;
- te verzoeken om te worden gehoord via audiovisuele media (artikel 292, lid 4, van het wetboek van strafrecht);
- de vertrouwelijkheid van hun persoonsgegevens beschermd te zien;
- te verzoeken om te worden gehoord achter gesloten deuren.
Kinderen die het slachtoffer van een misdrijf zijn, hebben naast de bovengenoemde rechten het recht om:
- door de staat gefinancierde rechtsbijstand te krijgen;
- de vertrouwelijkheid van hun persoonsgegevens beschermd te zien;
- te worden gehoord achter gesloten deuren.
Onder ‘kinderen’ wordt verstaan: alle personen jonger dan 18 jaar.
Minderjarige getuigen en slachtoffers worden tijdens de zitting inzake het verkrijgen van bewijs door de onderzoeksrechter gehoord, en minderjarige getuigen worden opgeroepen via hun ouders of voogd.Particuliere vervolging
Wanneer er aangifte van een misdrijf is gedaan, gaat de openbare aanklager in de meeste gevallen ambtshalve tot vervolging over.
Particuliere vervolging kan worden ingesteld voor misdrijven waarbij de strafprocedure wordt ingeleid op basis van een dergelijke vervolging. De particuliere vervolging moet worden ingesteld binnen drie maanden nadat de gemachtigde natuurlijke of rechtspersoon kennis heeft gekregen van het misdrijf en de dader.
Schadevorderingen
Een benadeelde partij kan in het kader van de strafprocedure als civiele partij optreden.
Een slachtoffer van een misdrijf is ook een benadeelde partij en is in die hoedanigheid gerechtigd om een schadevordering in te stellen.
Een dergelijke schadevordering kan het volgende omvatten:
- vergoeding van schade, die zowel materiële als immateriële schade kan zijn (bv. pijn of angst);
- teruggaaf van persoonlijke eigendommen of bezittingen - indien de benadeelde partij kan aantonen dat hij de eigenaar of de rechtmatige houder was;
- nietigverklaring van een specifieke transactie - indien het misdrijf heeft geleid tot een vermogenstransactie (indien de verdachte het slachtoffer heeft gedwongen een overeenkomst te sluiten).
U kunt een schadevordering instellen in de strafprocedure of in een afzonderlijke civiele procedure tegen de verdachte. Wanneer u de schadevordering in de strafprocedure instelt, kan die schadevordering alleen worden toegewezen wanneer de verdachte door de rechter schuldig wordt verklaard.
Die voorwaarde geldt niet wanneer u de schadevordering in een civiele procedure instelt.
Rechten van benadeelde partijen tijdens een onderzoek en in de strafprocedure
Een slachtoffer dat als benadeelde partij deelneemt aan de strafprocedure, heeft het recht om:
- de eigen taal te gebruiken, met inbegrip van gebarentaal voor doven en doofblinden, en te worden bijgestaan door een tolk indien hij het Kroatisch niet verstaat of spreekt dan wel te worden bijgestaan door een vertaler of een gebarentolk indien hij doof of doofblind is;
- een schadevordering in te stellen en een verzoek om conservatoire maatregelen in te dienen;
- zich te laten vertegenwoordigen;
- feiten te presenteren en bewijselementen aan te voeren;
- de zitting inzake het verkrijgen van bewijs bij te wonen;
- deel te nemen aan de gewone procedure en de bewijsprocedure en een slotverklaring af te leggen;
- toegang te krijgen tot het zaakdossier;
- de openbare aanklager te verzoeken om in kennis te worden gesteld van de maatregelen die naar aanleiding van de aangifte van het slachtoffer zijn genomen, en om een klacht in te dienen bij een hogere openbare aanklager;
- beroep in te stellen;
- te verzoeken om herstel van de vorige toestand;
- in kennis te worden gesteld van het resultaat van de strafprocedure.
Het openbaar ministerie en het gerecht zijn verplicht om zowel vóór de aanvang als in elke fase van de strafprocedure te onderzoeken of de verdachte de benadeelde partij kan vergoeden voor de door het misdrijf veroorzaakte schade. Zij zijn tevens verplicht de benadeelde partij in kennis te stellen van haar recht de eigen taal te gebruiken, met inbegrip van gebarentaal voor doven en doofblinden, en te worden bijgestaan door een tolk indien zij het Kroatisch niet spreekt of verstaat dan wel te worden bijgestaan door een vertaler of een gebarentolk indien zij doof of doofblind is; een schadevordering in te stellen en een verzoek om conservatoire maatregelen in te dienen; feiten te presenteren en bewijselementen aan te voeren; deel te nemen aan de gewone procedure en de bewijsprocedure en een slotverklaring af te leggen; toegang te krijgen tot het zaakdossier; de openbare aanklager te verzoeken om in kennis te worden gesteld van de maatregelen die naar aanleiding van de aangifte van het slachtoffer zijn genomen, en een klacht in te dienen bij een hogere openbare aanklager.
Het recht op een financiële vergoeding
De wet inzake de financiële vergoeding voor slachtoffers van misdrijven (Zakon o novčanoj naknadi žrtvama kaznenih djela; Staatscourant van de Republiek Kroatië nrs. 80/08 en 27/11) voorziet in een recht op een financiële vergoeding voor slachtoffers van opzettelijke geweldsmisdrijven die in Kroatië zijn gepleegd of voor hun familieleden, onder de in die wet vastgestelde voorwaarden.
Die wet voorziet dus in een recht op een financiële vergoeding voor de slachtoffers van opzettelijke geweldsmisdrijven. In die wet worden voorts de voorwaarden en procedure vastgesteld voor de uitoefening van dat recht en wordt er bepaald welke organen beslissingen nemen over en deelnemen aan het besluitvormingsproces betreffende dat recht, en welke organen er bevoegd zijn voor en welke procedure er wordt toegepast in grensoverschrijdende zaken.
Slachtoffers van een opzettelijk geweldsmisdrijf hebben recht op een financiële vergoeding uit de staatskas.
De politie, het openbaar ministerie en de gerechten zijn verplicht om informatie te verstrekken over het recht op deze vergoeding, om de vereiste aanvraagformulieren te verstrekken en om, op verzoek van het slachtoffer, algemeen advies en informatie te geven over het invullen van de aanvraagformulieren en over de bewijsstukken die moeten worden bijgevoegd.
Aanvragen om een financiële vergoeding moeten worden ingediend bij het ministerie van Justitie via het daarvoor bestemde formulier, dat kan worden gedownload van de website van het ministerie.
Aanvragen moeten worden ingediend binnen zes maanden nadat het misdrijf is gepleegd. Indien er gegronde redenen zijn waarom een slachtoffer een dergelijke aanvraag niet binnen de vastgestelde termijn heeft kunnen indienen, moet het slachtoffer dat doen binnen drie maanden na de datum waarop deze redenen zijn weggevallen, en in ieder geval binnen drie jaar na de datum waarop het misdrijf is gepleegd.
Indien het slachtoffer een minderjarige is of een persoon die handelingsonbekwaam is en zijn wettelijke vertegenwoordiger geen aanvraag heeft ingediend binnen zes maanden na de datum waarop het misdrijf is gepleegd, begint de termijn van zes maanden te lopen vanaf de dag waarop de betrokkene achttien jaar is geworden of vanaf de dag waarop de strafprocedure is ingeleid nadat het slachtoffer meerderjarig is geworden of vanaf de dag waarop het slachtoffer opnieuw handelingsbekwaam is.
Personen die recht hebben op een financiële vergoeding:
- slachtoffers van geweldsmisdrijven die burgers van de Republiek Kroatië zijn, burgers van een lidstaat van de Europese Unie zijn of permanent in de Europese Unie verblijven, en voor zover het misdrijf in Kroatië is gepleegd;
- een slachtoffer dat als gevolg van het misdrijf een ernstig lichamelijk letsel heeft opgelopen of van wie de gezondheid ernstig is verslechterd (die persoon heeft recht op een financiële tegemoetkoming in de kosten van behandeling, mits die kosten niet door een verplichte ziektekostenverzekering worden gedekt, tot het bedrag dat maximaal door de verplichte ziektekostenverzekering in Kroatië zou worden vergoed, en op een vergoeding voor gederfd inkomen van maximaal 35 000 HRK);
- een persoon die een naaste verwant is van het overleden slachtoffer (echtgenoot of partner, kind, ouder, adoptieouder, geadopteerd kind, stiefouder, stiefkind, partner van hetzelfde geslacht, grootouder en kleinkind indien zij tot hetzelfde huishouden behoorden als het slachtoffer) (een dergelijke persoon heeft recht op een vergoeding voor gederfde wettelijke alimentatie van maximaal 70 000 HRK);
- in het geval van overlijden van het slachtoffer heeft de persoon die de begrafeniskosten heeft betaald, recht op een vergoeding van maximaal 5 000 HRK;
- wanneer binnen zes maanden nadat een misdrijf is gepleegd, daarvan bij de politie of het openbaar ministerie aangifte is gedaan, ongeacht of de identiteit van de dader bekend is.
Bij de vaststelling van het bedrag van de vergoeding wordt er rekening gehouden met het gedrag van het slachtoffer tijdens en na het misdrijf of met zijn aandeel in de oorzaak van de schade en in de omvang van de schade, en met het feit of de persoon een direct slachtoffer is en of hij het misdrijf bij de bevoegde autoriteiten heeft gemeld en wanneer. Bovendien wordt beoordeeld in hoeverre het slachtoffer met de politie en de bevoegde autoriteiten heeft samengewerkt om de dader voor de rechter te brengen, waarbij er rekening mee wordt gehouden of het directe slachtoffer de schade heeft helpen veroorzaken of de schade heeft verergerd; in elk van deze gevallen wordt de vergoeding waarop het slachtoffer recht heeft, dienovereenkomstig verminderd. Een verzoek om vergoeding wordt afgewezen of het vergoedingsbedrag wordt verminderd indien blijkt dat het slachtoffer is betrokken bij georganiseerde criminaliteit of een criminele organisatie. De vergoeding kan ook worden geweigerd of verminderd indien de toekenning van een volledige vergoeding in strijd zou zijn met het beginsel van billijkheid, de goede zeden en de openbare orde.
Kennisgeving van vrijlating van de dader
Wanneer een verdachte tot een gevangenisstraf is veroordeeld, stelt de dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen bij het ministerie van Justitie het slachtoffer in kennis van de datum van vrijlating van de betrokken gevangene (onvoorwaardelijke of voorwaardelijke vrijlating).
Wettelijke verplichting tot het informeren van slachtoffers over de vrijlating van de dader
Overeenkomstig de wet tot wijziging van de wet op de tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen (Zakon o izmjenama i dopunama Zakona o izvršenju kazne zatvora) moet de dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen bij het ministerie van Justitie het slachtoffer, de benadeelde of hun families in kennis stellen van de vrijlating van de dader.
Dit gebeurt bij slachtoffers van misdrijven tegen de seksuele zelfbeschikking en zedenmisdrijven, misdrijven tegen leven en lijf of andere geweldsmisdrijven.
Bovenbedoelde informatie wordt verstrekt aan een slachtoffer, een benadeelde partij of hun families, ongeacht of de gevangene onvoorwaardelijk of voorwaardelijk wordt vrijgelaten.
Wanneer er wordt beslist of het wenselijk is om een gevangene toe te staan de gevangenis te verlaten en zijn vaste of tijdelijke woning te betrekken, kan de strafinrichting/gevangenis de dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen bovendien vragen om na te gaan hoe het slachtoffer of zijn familie op deze mogelijkheid reageert. De dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen stelt op basis van gesprekken met het slachtoffer rapporten op ten behoeve van de strafinrichting/gevangenis.
Ondersteuning van getuigen en slachtoffers
De ondersteuning van slachtoffers en getuigen in de Republiek Kroatië wordt gecoördineerd door de dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen (Samostalna služba za podršku žrtvama i svjedocima) bij het ministerie van Justitie.
Slachtoffers en getuigen kunnen ook ondersteuning en informatie over hun rechten en procedures verkrijgen bij de afdeling ‘hulp aan slachtoffers en aan getuigen’ van een gerecht.
Dergelijke afdelingen zijn ondergebracht bij zeven districtsrechtbanken (županijski sudovi), namelijk in Zagreb, Zadar, Osijek, Vukovar, Split, Sisak en Rijeka. De afdelingen verlenen slachtoffers (en getuigen) en hun begeleiders emotionele ondersteuning, praktische informatie en informatie over rechten. Ondersteuning wordt ook verleend door afdelingen van de bevoegde gemeentelijke en strafrechtbanken (općinski and prekršajni sudovi).
Slachtoffers kunnen ook bij het nationale callcenter voor slachtoffers van misdrijven (gratis telefoonnummer 116 006) informatie inwinnen over hun rechten en het soort hulp dat aan hen wordt geboden (zie de website van het nationale callcenter).
Ook het ministerie van Justitie verleent slachtoffers en getuigen bijstand en informatie over hun rechten; voor inlichtingen kunt u mailen naar het volgende e-mailadres: zrtve.i.svjedoci@pravosudje.hr of kunt u terecht op de website van het Kroatische ministerie van Justitie: https://pravosudje.gov.hr/
Ondersteuning van slachtoffers en getuigen in grensoverschrijdende zaken
In het kader van internationale rechtshulp verleent de onder het ministerie van Justitie ressorterende dienst voor slachtofferhulp en ondersteuning van getuigen bijstand en informatie aan zowel slachtoffers als getuigen die voor de rechter worden opgeroepen (inclusief getuigen van oorlogsmisdaden).
Er worden informatiebrieven verstuurd naar getuigen die worden opgeroepen om te getuigen voor een gerecht in de Republiek Kroatië, of aan Kroatische getuigen die worden opgeroepen om te verschijnen voor een buitenlands gerecht.
Getuigen van oorlogsmisdaden krijgen, indien nodig, fysieke bescherming en bijstand bij de voorbereiding van hun reis en hun verschijning voor de bevoegde rechterlijke instantie (getuigen en andere partijen die worden opgeroepen in strafprocedures in verband met oorlogsmisdaden voor de bevoegde rechterlijke instanties in de Republiek Kroatië, of buiten Kroatië wanneer deze bijstand verband houdt met een verzoek om internationale rechtshulp).
Klik op de links hieronder voor de informatie die u nodig hebt:
1 - Mijn rechten als slachtoffer van een misdrijf
2 - De aangifte van een misdrijf en mijn rechten tijdens het onderzoek of het proces
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.