Rechten van slachtoffers – per land

Hongarije

Inhoud aangereikt door
Hongarije

Welke informatie kan ik verwachten van de autoriteiten (bijvoorbeeld politie, officier van justitie) na het misdrijf, maar nog vóór ik aangifte van het misdrijf doe?

Op grond van de Wet betreffende de strafvordering moeten de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit de personen ten aanzien van wie handhavend wordt opgetreden, informeren over hun rechten en plichten, en wel voordat een procedurele handeling plaatsvindt.

Van misdrijven kan mondeling of schriftelijk aangifte worden gedaan bij de openbare aanklager of de onderzoeksautoriteit. De aangifte mag ook worden geaccepteerd door een andere instantie of de rechter, die de aangifte naar de onderzoeksautoriteit zullen doorsturen. In de wet worden geen specifieke formaliteiten vereist voor het aangeven van een misdrijf; misdrijven kunnen per brief, post of e-mail of in persoon worden aangegeven.

Strafrechtelijke procedures worden in het Hongaars gevoerd, maar een slachtoffer dat geen Hongaars spreekt, heeft de mogelijkheid gebruik te maken van zijn of haar eigen moedertaal of een andere taal naar keuze. Zelfs als het slachtoffer Hongaars spreekt, mag hij of zij zich in de strafrechtelijke procedure van zijn of haar nationale taal bedienen. Tolk- en vertaalkosten worden niet op het slachtoffer verhaald en het slachtoffer mag niet worden verplicht een voorschot op deze kosten te betalen of deze te dragen.

Het slachtoffer van het misdrijf heeft recht op ondersteuning door een dienst voor slachtofferhulp wanneer op het grondgebied van Hongarije een misdrijf of strafbaar feit tegen het eigendom van een natuurlijke persoon is gepleegd, en wanneer op het grondgebied van Hongarije een natuurlijke persoon letsel heeft opgelopen als rechtstreeks gevolg van een misdrijf of strafbaar feit tegen het eigendom van een natuurlijke persoon; het gaat hierbij dan vooral om fysiek letsel of emotionele schade, mentale shock of economische schade. Dit geldt alleen voor Hongaarse burgers, burgers van de EU-lidstaten, burgers van een niet-EU-lidstaat die rechtmatig op het grondgebied van de Europese Unie verblijven, staatloze personen die op het grondgebied van Hongarije verblijven, slachtoffers van mensenhandel of andere personen die in aanmerking komen op grond van internationale verdragen die tussen de staat waarvan zij de nationaliteit bezitten en Hongarije of op basis van wederkerigheid zijn gesloten.

De staat ondersteunt de slachtoffers nadat hij heeft vastgesteld wat hun behoeften zijn. Deze steun kan bestaan uit het volgende: de behartiging van de belangen van de slachtoffers bevorderen, onmiddellijk financiële hulp bieden, de status van bewezen slachtofferschap verlenen, getuigen bescherming bieden en voor beveiligde huisvesting zorgen. Als aan de wettelijk vastgestelde voorwaarden is voldaan, heeft het slachtoffer tevens recht op schadeloosstelling door de staat.

Daarnaast kan opdracht worden gegeven tot de persoonlijke bescherming van een slachtoffer als er geweld tegen een persoon of strafbare feiten die een collectief gevaar voor een persoon betekenen, tegen de slachtoffers worden gepland of gepleegd, met als doel hun te beletten aan een strafrechtelijke procedure deel te nemen, hun rechten te doen gelden of hun verplichtingen na te komen, of als een dergelijk misdrijf waarschijnlijk is. Een verzoek hiertoe kan worden ingediend of geregistreerd bij de rechter, de procureur-generaal of de onderzoeksautoriteit die het strafproces voert.

Persoonlijke bescherming houdt in dat de particuliere woning of een andere verblijfplaats van het slachtoffer wordt beschermd, dat verkeersroutes worden beveiligd en dat een veilige deelname aan het strafproces en andere officiële handelingen wordt gewaarborgd. Deze maatregel heeft tot doel strafbare feiten tegen de fysieke integriteit of vrijheid van de persoon in kwestie te voorkomen of te stoppen.

Persoonlijke bescherming wordt met name geboden via regelmatige patrouilles, technische middelen, permanente communicatieverbindingen, het verschaffen van beschermende kleding en, als andere methoden van persoonlijke bescherming niet doeltreffend zijn, via bewakingspersoneel. Deze bewakers kunnen worden gepost op de plaats die onder het beheer valt van de rechtshandhavingsinstantie die bevoegd is om opdracht te geven tot persoonlijke bescherming en deze te verzorgen.

Het kan voorkomen dat een slachtoffer dat aan een uitermate belangrijke strafrechtelijke procedure deelneemt, niet via persoonlijke bescherming kan worden beveiligd, en dat hij of zij met de autoriteiten samenwerkt en zich in een dreigende situatie bevindt en dat het daarom nodig is om speciale beveiligingsvoorzieningen te treffen. In dat geval kan het slachtoffer ook aan een getuigenbeschermingsprogramma met speciale beveiligingsvoorzieningen deelnemen mits aan specifieke aanvullende voorwaarden wordt voldaan.

In bepaalde gevallen mag het slachtoffer zich tijdens het proces laten vertegenwoordigen en heeft het slachtoffer, als hij of zij als plaatsvervangend particuliere aanklager optreedt, recht op rechtsbijstand. De algemene regel is dat het slachtoffer hiervoor in aanmerking komt wanneer hij of zij deze ondersteuning nodig heeft, dat wil zeggen dat met inachtneming van het inkomen van personen die onder hetzelfde dak wonen, zijn of haar maandelijkse netto-inkomen niet hoger is dan het minimale bedrag aan ouderdomspensioen dat op basis van een arbeidsverhouding is vastgesteld (in 2017 HUF 28 500), en hij of zij onvoldoende vermogen heeft om deze juridische dienstverlening zelf te kunnen bekostigen.

Mogelijk kan het slachtoffer op enig moment tijdens het strafproces een civiele procedure aanspannen om vergoeding te eisen van schade als gevolg van een misdrijf dat de verdachte heeft gepleegd. Om zijn of haar civiele vordering zeker te stellen, kan het slachtoffer een verzoek indienen om de eigendommen van de verdachte in beslag te nemen. De rechter zal opdracht tot deze inbeslagname geven wanneer er goede redenen zijn om aan te nemen dat voldoening van de vordering zal worden gefrustreerd. De rechter doet uitspraak over de civiele vordering en aanvaardt of verwerpt het verzoek. Als de afsluiting van de procedure hierdoor aanzienlijk zou worden vertraagd of als de verdachte wordt vrijgesproken, of als het verzoek vanwege andere rechtelijke omstandigheden niet in de strafrechtelijke procedure kan worden behandeld, beveelt de rechter dat de civiele vordering via andere juridische middelen wordt aangebracht.

Onder speciale voorwaarden heeft het slachtoffer het recht om samen met de verdachte deel te nemen aan een bemiddelingsprocedure. De bemiddelingsprocedure kan niet worden uitgevoerd zonder toestemming van het slachtoffer en zelfs als het slachtoffer daarmee instemt, is het geen vanzelfsprekende gang van zaken en hangt het af van vele andere factoren.

De directe contante uitgaven die het slachtoffer en zijn of haar vertegenwoordiger met betrekking tot de zaak verrichten, behoren tot de kosten van de strafrechtelijke procedure, evenals de kosten van het slachtoffer die verband houden met zijn of haar aanwezigheid als getuige. De eerstgenoemde uitgaven worden niet voorgeschoten door de staat; de laatstgenoemde kosten worden na afloop van de procedure vergoed. Als de verdachte schuldig wordt verklaard, moet hij of zij de kosten van de strafrechtelijke procedure dragen.

Ik woon niet in het EU-land waar het misdrijf is gepleegd (EU-burgers en niet-EU burgers). Hoe worden mijn rechten beschermd?

De Wet betreffende de strafvordering voorziet in de bescherming van rechten in verband met procedures die onder de rechtsmacht van Hongarije vallen, ongeacht nationaliteit en woonplaats. Slachtofferhulp verleent de onderdanen van EU-lidstaten dezelfde diensten als Hongaarse burgers.

Welke informatie krijg ik als ik een misdrijf aangeef?

Het slachtoffer ontvangt uitsluitend afzonderlijk bericht over de beslissing om een onderzoek in te stellen, als hij of zij zelf geen aangifte van het misdrijf heeft gedaan. Daarnaast worden er in de Wet betreffende de strafvordering situaties en besluiten beschreven waarover het slachtoffer moet worden ingelicht.

Het slachtoffer heeft het recht om op zijn of haar verzoek, in verband met het misdrijf dat op hem of haar betrekking heeft, bericht te ontvangen over de vrijlating of ontsnapping van een persoon in voorarrest; de voorwaardelijke of definitieve invrijheidstelling of ontsnapping van een tot gevangenisstraf veroordeelde persoon of wanneer de gevangenisstraf van deze persoon wordt onderbroken; de invrijheidstelling of ontsnapping van een tot hechtenis veroordeelde persoon of wanneer de hechtenis van deze persoon wordt onderbroken; de invrijheidstelling van een persoon die onvrijwillig onder medische behandeling staat; de invrijheidstelling, het verlof zonder toestemming en het aanpassingsverlof van een persoon die onvrijwillig onder medische behandeling staat; en, in geval van een opleiding voor jeugddelinquenten, hun tijdelijke of permanente invrijheidstelling of wanneer zij de instelling zonder toestemming verlaten en hun opleiding onderbroken wordt.

Het slachtoffer moet met name over de volgende beslissingen bericht ontvangen: aanwijzing van een deskundige, opschorting van het onderzoek, afsluiting van het onderzoek, beëindiging van het onderzoek, tenlastelegging, gedeeltelijk weglaten van de tenlastelegging, laten vallen van de aanklacht, beslissingen die bepalingen bevatten die het slachtoffer rechtstreeks aangaan, en de eindbeslissing.

Het slachtoffer moet worden geïnformeerd over de plaats en datum van alle procedurele handelingen waaraan hij of zij mag deelnemen. Bij deze handelingen gaat het om het horen van een deskundige tijdens het onderzoek, inspecties, reconstructies, presentaties met het oog op identificatie en rechtszaken en openbare zittingen in de loop van gerechtelijke procedures.

Tijdens het onderzoek kan het slachtoffer informatie verkrijgen over of, tegen een vergoeding, kopieën ontvangen van adviezen en dossiers van deskundigen over onderzoeksacties waarbij hij of zij aanwezig mag zijn. Ook kan het slachtoffer een afschrift van andere documenten verkrijgen, als dat het onderzoeksbelang niet schaadt. Na de afsluiting van het onderzoek mag het slachtoffer de stukken inzien die betrekking hebben op het tegen hem of haar gepleegde misdrijf.

Tijdens het onderzoek kan het slachtoffer een beroep instellen of een klacht indienen tegen alle beslissingen die bepalingen bevatten die rechtstreeks op hem of haar betrekking hebben. Het slachtoffer kan onder andere een klacht indienen tegen beslissingen waarin zijn of haar aangifte van het misdrijf wordt afgewezen, of tegen beslissingen waarin het onderzoek wordt opgeschort of beëindigd.

Als de aangifte van het misdrijf wordt afgewezen of het onderzoek wordt beëindigd, kan het slachtoffer binnen de in de wet gestelde termijn als plaatsvervangend particuliere aanklager optreden. Het slachtoffer kan deze rol ook op zich nemen in bepaalde gevallen waarin een formele aanklacht wordt ingediend als onderdeel van een tenlastelegging en waarin de klacht van het slachtoffer niet tot het gewenste resultaat leidt. Het slachtoffer mag ook als plaatsvervangend particuliere aanklager fungeren als de openbare aanklager, als gevolg van het onderzoek, vaststelt dat er geen sprake is van een misdrijf dat door het openbaar ministerie moet worden vervolgd of als de openbare aanklager de vervolgingstaak niet van de particuliere aanklager heeft overgenomen. Een slachtoffer dat als plaatsvervangend particuliere aanklager optreedt, kan via zijn of haar advocaat een verzoek om vervolging indienen en op deze wijze zelf een tenlastelegging tegen de verdachte formuleren.

Tijdens de gerechtelijke procedure kan het slachtoffer alleen beroep instellen tegen de behandeling van de civiele vordering, maar niet tegen de beslissing zelf. Tijdens de gerechtelijke procedure kan het slachtoffer als plaatsvervangend particuliere aanklager optreden als de openbare aanklager de aanklacht laat vallen.

Kom ik in aanmerking voor gratis vertolking of vertaling (wanneer ik contact opneem met de politie of andere autoriteiten of tijdens het onderzoek en het proces)?

Strafrechtelijke procedures worden in het Hongaars gevoerd, maar u mag niet gediscrimineerd worden op grond van het feit dat u de Hongaarse taal niet kent. Tijdens een dergelijke procedure mag u zowel mondeling als schriftelijk gebruikmaken van uw moedertaal, uw streek- of uw minderheidstaal of een andere taal die u spreekt. In zulke gevallen hebt u gratis recht op een tolk en op de vertaling van officiële documenten die aan u zijn gericht.

Hoe zorgen de autoriteiten ervoor dat ik alles kan begrijpen en ook begrepen word (als ik een kind ben; als ik gehandicapt ben)?

De autoriteiten streven ernaar zowel mondeling als schriftelijk op eenvoudige en gemakkelijk te begrijpen wijze met u te communiceren. Informatie over uw rechten en waarschuwingen in verband met uw verplichtingen worden op een gemakkelijk te begrijpen wijze gecommuniceerd; hierbij wordt rekening gehouden met uw omstandigheden en persoonlijke vermogens. Tijdens de mondelinge communicatie moeten de autoriteiten ook nagaan of u de aan u meegedeelde informatie hebt begrepen. Zo niet, dan moeten zij u uitleg over deze informatie of waarschuwing geven. Als u minderjarig of gehandicapt bent, moeten de autoriteiten speciale zorg aan de communicatie met u besteden. Als u slechthorend of doofblind bent of een spraakgebrek hebt, kunt u om een gebarentolk vragen of een schriftelijke verklaring opstellen in plaats van aan een rechtszitting deel te nemen.

Opvang slachtoffers

Wie biedt slachtofferhulp?

Op staatsniveau worden de bescherming van slachtoffers en de rechtshulp geregeld door de overheidsinstanties van de hoofdstad en de 19 provincies. Als u slachtoffer van een misdrijf bent, krijgt u gratis persoonlijke bijstand. In het kader daarvan ontvangt u

  • informatie over uw rechten en mogelijkheden;
  • emotionele steun;
  • praktische bijstand en juridisch advies in eenvoudige zaken;
  • bevestiging van uw slachtofferstatus;
  • mogelijk onmiddellijke geldelijke steun, op grond van een verzoek dat binnen vijf dagen na het plegen van het misdrijf in kwestie is ingediend.

Als onderdeel van de rechtsbijstand geven de overheidsinstanties u gratis juridisch advies wanneer de feiten van de zaak relatief eenvoudig zijn. Als u financiële problemen heeft, kunt u gebruikmaken van juridische diensten (bijvoorbeeld voor het opstellen van documenten) via rechtshulp buiten het kader van strafrechtelijke procedures en van procesvertegenwoordiging binnen het kader van zulke procedures.

De contactgegevens van de overheidsinstanties in Boedapest en in de provincies kunt u vinden op http://www.kormanyhivatal.hu/; verdere informatie over slachtofferhulp en rechtsbijstand is te verkrijgen op https://igazsagugyiinformaciok.kormany.hu/aldozatsegito-szolgalat en http://igazsagugyihivatal.gov.hu/jogi-segitsegnyujtas.

Behalve tot slachtofferhulporganisaties van de overheid kunt u zich als slachtoffer van een misdrijf ook wenden tot een aantal maatschappelijke organisaties, zoals:

  • WITTE RING, een charitatieve organisatie, lid van Victim Support Europe, die onder meer financiële, juridische en psychologische steun en hulp biedt aan de slachtoffers van misdrijven en hun familieleden, en met name aan degenen die daar vanwege hun sociale situatie behoefte aan hebben (http://fehergyuru.eu/),
  • de nationale crisistelefoon- en informatiedienst (Országos KríziskezelÅ‘ és Információs Telefonszolgálat), die hulp verschaft aan de slachtoffers van huiselijk geweld, kindermishandeling, prostitutie en mensenhandel en, indien nodig, onderdak voor hen regelt (http://bantalmazas.hu/),
  • NGO ESZTER Ambulance (ESZTER Alapítvány és Ambulancia), die gratis psychologische behandeling en revalidatie voor mishandelde en getraumatiseerde kinderen en volwassenen biedt en juridische informatie en advies verschaft (http://eszteralapitvany.hu/),
  • NGO NANE, een vrouwenrechtenorganisatie, die een gratis hulplijn exploiteert en persoonlijke juridische bijstand en psychologische en sociale begeleiding biedt aan volwassen en minderjarige slachtoffers van huiselijk geweld (http://nane.hu/).

Verwijst de politie mij automatisch door naar slachtofferhulp?

Indien u als slachtoffer van een misdrijf naar de politie gaat, krijgt u van de politie schriftelijke informatie met de gegevens van de relevante dienst voor slachtofferhulp; u krijgt ook informatie over de mogelijkheden die u hebt om slachtofferhulp te ontvangen, en op uw verzoek zal de politie de benodigde verklaring afgeven, die aan u zal worden overhandigd of naar de desbetreffende dienst slachtofferhulp zal worden gezonden.

Hoe wordt mijn persoonlijke levenssfeer beschermd?

Tijdens de strafrechtelijke procedure moeten uw persoonlijkheidsrechten en het recht op respect voor de betrokkenen in acht worden genomen, en het is verboden om onnodig gegevens over uw persoonlijke levenssfeer openbaar te maken. Indien u als getuige moet optreden, kunt u verzoeken om vertrouwelijke behandeling van uw gegevens, die vanaf dat moment uitsluitend openbaar zullen worden gemaakt aan de bij de procedure betrokken autoriteit.

Moet ik eerst aangifte van een misdrijf doen voordat ik toegang krijg tot slachtofferhulp?

Om in aanmerking voor door de staat verleende slachtofferhulp te komen, hoeft u geen aangifte over te leggen van het misdrijf waardoor u bent benadeeld. Niettemin hebt u alleen maar recht op geldelijke steun (vergoeding, onmiddellijke geldelijke steun) als u schriftelijk bewijs heeft dat er een strafproces is ingesteld.

Persoonlijke bescherming als ik in gevaar verkeer

U kunt persoonlijke bescherming krijgen nadat een strafrechtelijke procedure is gestart. Als u zich in een dreigende situatie bevindt vanwege uw deelname aan het strafproces, kunt u de bij de procedure betrokken autoriteit vragen om u als slachtoffer of getuige en uw familie- en gezinsleden persoonlijke bescherming te bieden. Deze persoonlijke bescherming kan worden geregeld door de bij de procedure betrokken onderzoeksautoriteit, de openbare aanklager of de rechter, en het besluit zal worden genomen door de politie die voor deze bescherming zorg draagt.

Indien u als getuige zult worden gehoord en uw getuigenis heeft betrekking op de belangrijkste omstandigheden van een bijzonder ernstige zaak, kunt u de status van speciaal beschermde getuige krijgen wanneer het bewijs dat naar verwachting uit uw getuigenis zal voortvloeien, niet op andere wijze kan worden verkregen, en wanneer uw leven, lijf of leden of persoonlijke vrijheid of die van uw familieleden ernstig in gevaar zouden komen als uw identiteit in verband met uw deelname aan het strafproces bekend zou worden.

De onderzoeksrechter beslist of de getuige de status van speciaal beschermde getuige krijgt, eventueel op verzoek van de openbare aanklager, en dus moet u het initiatief voor deze vorm van bescherming nemen en daarover contact opnemen met het openbaar ministerie. Als u de status van speciaal beschermde getuige hebt gekregen, mag u alleen door de onderzoeksrechter worden ondervraagd en niet voor het proces worden opgeroepen; verder zullen uw naam, persoonlijke gegevens en woonplaats vertrouwelijk worden behandeld en zullen deze niet aan de verdachte en zijn raadsman bekend worden gemaakt.

U kunt ook worden beschermd binnen het kader van een speciaal beschermingsprogramma. Als u aan dit programma deelneemt, kunt u uitsluitend door de instantie die voor uw bescherming verantwoordelijk is, in verband met de procedurele handelingen worden opgeroepen of daarvan in kennis worden gesteld. Deze instantie mag ook als enige u documenten toesturen en het adres van de instantie wordt als uw verblijfplaats vermeld. Aan niemand, ook aan de autoriteiten niet, mogen kopieën worden verstrekt van documenten met informatie over u, tenzij de instantie die voor uw bescherming verantwoordelijk is hiervoor toestemming heeft verleend. In dit geval mag u weigeren een getuigenverklaring af te geven waarin u direct of indirect informatie zou geven over uw nieuwe identiteit of verblijfplaats.

Als tegen u een misdrijf is gepleegd dat met gevangenisstraf wordt bestraft, kunt u de rechter verzoeken de verdachte te verbieden gedurende een periode van tien tot zestig dagen bij u in de buurt te komen of u te benaderen.

Welke vormen van bescherming worden geboden? Wie kan mij bescherming bieden?

Tijdens de strafrechtelijke procedure zullen de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit voortdurend nagaan of u als slachtoffer speciale bescherming nodig hebt op basis van de feiten en omstandigheden die kenmerkend zijn voor uw persoonlijkheid en levensomstandigheden en de aard of de omstandigheden van het misdrijf. In dat geval kan de rechter, de openbare aanklager of de onderzoeksautoriteit die het strafproces voert, opdracht geven tot de maatregelen die u persoonlijke bescherming bieden, met dien verstande dat de persoonlijke bescherming en het in hoofdstuk 7 vermelde beschermingsprogramma door de politie worden geregeld, terwijl het contactverbod door de rechter wordt opgelegd.

Is er iemand die het risico beoordeelt dat de dader mij verdere schade toebrengt?

Ja. Het is een fundamentele taak van de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit om te voorkomen dat de dader nog meer misdrijven pleegt. Dit doel wordt bereikt via dwangmaatregelen die gericht zijn op de verdachte en zijn of haar persoonskenmerken en die ervoor zorgen dat de verdachte zijn of haar vrijheid verliest of ingeperkt ziet (bijv. via een contactverbod of huisarrest); tevens worden hiertoe maatregelen getroffen die waarborgen dat u de nodige zorg en bescherming krijgt en die gebaseerd zijn op de speciale behartiging van uw belangen als slachtoffer.

Is er iemand die het risico beoordeelt dat het strafrechtstelsel mij verdere schade toebrengt (tijdens het onderzoek en het proces)?

Ja. In een strafrechtelijke procedure moeten de rechter, de openbare aanklager en de onderzoeksautoriteit de procedurele handelingen met betrekking tot uw deelname als getuige zodanig voorbereiden en uitvoeren dat deze handelingen niet nodeloos worden herhaald en u de verdachte niet onnodig tegenkomt. Hiertoe kan bijvoorbeeld op uw verzoek of ambtshalve een confrontatie met de dader worden vermeden, kan de verdachte uit de rechtszaal worden verwijderd wanneer u wordt ondervraagd en kunt u via telecommunicatie worden verhoord (waarbij uw gelaatstrekken of stem eventueel onherkenbaar worden gemaakt).

Welke bescherming wordt geboden voor zeer kwetsbare slachtoffers?

Indien u als slachtoffer speciale bescherming nodig hebt op basis van de feiten en omstandigheden die kenmerkend zijn voor uw persoonlijkheid en levensomstandigheden of op basis van de aard of omstandigheden van het misdrijf, zal het strafproces met de grootse zorg voor u worden gevoerd en zullen procedurele handelingen die u raken (rekening houdend met de belangen van het proces), zoveel mogelijk met inachtneming van uw behoeften worden voorbereid en uitgevoerd.

Ik ben minderjarig – heb ik bijzondere rechten?

In overeenstemming met het Verdrag inzake de rechten van het kind, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989, wordt in het Hongaarse rechtsstelsel een persoon als een kind beschouwd als hij of zij jonger is dan 18 jaar.

In strafrechtelijke procedures met minderjarige slachtoffers is het een algemene vereiste dat autoriteiten en gerechtelijke instanties ervoor zorgen dat de rechten van kinderen als vermeld in internationale verdragen volledig worden nageleefd. Het gaat er hierbij vooral om dat de "belangen van het kind" worden vooropgesteld in beslissingen die minderjarigen betreffen.

Tijdens een strafrechtelijke procedure hebben minderjarige slachtoffers extra rechten vergeleken met volwassenen, en krijgen zij aanvullende bescherming. Als het slachtoffer bij de aanvang van het strafproces jonger was dan 18 jaar, wordt hij of zij als een "slachtoffer met speciale behoeften" aangemerkt, zonder dat hij of zij daartoe een afzonderlijk verzoek hoeft in te dienen.

Voor slachtoffers met speciale behoeften geldt als algemene regel dat procedurele handelingen met de grootste zorg voor het slachtoffer moeten worden voorbereid en uitgevoerd; daarbij wordt tevens zoveel mogelijk rekening gehouden met de behoeften van het slachtoffer.

Slachtoffers jonger dan 18 jaar hebben aanvullende speciale rechten vergeleken met volwassenen:

  1. Er moet een snelle strafrechtelijke procedure worden gevoerd bij misdrijven gericht tegen het leven, lijf of leden of de gezondheid of seksuele vrijheid, en bij seksuele misdrijven en misdrijven tegen het belang van kinderen en het gezin of gewelddadige misdrijven tegen andere personen, als het in het belang van het kind gerechtvaardigd is dat de strafrechtelijke procedure zo snel mogelijk wordt afgesloten. Een snelle strafrechtelijke procedure is met name gerechtvaardigd wanneer de fysieke, geestelijke of morele ontwikkeling van het slachtoffer ernstig in gevaar is gebracht of wanneer de verdachte ten tijde van de procedure verantwoordelijk is voor de opvoeding van, het toezicht op of de zorg voor het slachtoffer of anderszins in de omgeving van het slachtoffer woont.
  2. Aan de mondelinge en schriftelijke communicatie met het slachtoffer moet extra zorg worden besteed. Minderjarigen moeten over hun rechten en plichten worden geïnformeerd op een manier die past bij hun leeftijd en begripsvermogen en zo nodig moeten zij speciale toelichting en uitleg krijgen.
  3. De voogd van een minderjarige moet van de oproep in kennis worden gesteld en deze kennisgeving moet worden betekend samen met een verzoek om ervoor te zorgen dat de minderjarige aanwezig zal zijn.
  4. De wettelijke vertegenwoordiger, ondersteuner of voogd van de minderjarige mag bij het verhoor van de minderjarige als getuige aanwezig zijn. De persoon die de getuige vergezelt, heeft recht op dezelfde onkostenvergoeding als de getuige.
  5. De geloofwaardigheid van de getuigenis van een minderjarige mag niet via instrumenten (leugendetector) worden getoetst.
  6. Als de verplichting van persoonlijke samenwerking niet door de wet wordt voorgeschreven, kunnen de rechten van de minderjarige ook door zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger worden uitgeoefend.
  7. Er kan opdracht worden gegeven om het verhoor via een gesloten communicatiesysteem (videoverbinding) af te nemen. In dat geval wordt het slachtoffer naar een aparte ruimte gebracht en kan hij of zij via een apparaat dat gelijktijdig beeld en geluid uitzendt (videoverbinding) communiceren met degenen die zich bevinden op de locatie waar het proces wordt gehouden.
  8. De rechter kan ambtshalve of op verzoek besluiten geen publiek tot het proces toe te laten om de minderjarige deelnemer aan de procedure te beschermen.
  9. Als de openbare aanklager een slachtoffer met speciale behoeften als getuige wil ondervragen in een strafproces dat wordt gevoerd vanwege een misdrijf tegen seksuele vrijheid, een zedenmisdrijf of een strafbaar feit gericht tegen een familielid, mag het slachtoffer uitsluitend worden verhoord door iemand van hetzelfde geslacht; voorwaarde hierbij is dat het slachtoffer hiertoe een verzoek indient en dat het de belangen van het proces niet schaadt.

Slachtoffers jonger dan 14 jaar hebben daarnaast nog extra speciale rechten:

  1. Het slachtoffer mag uitsluitend als getuige worden verhoord als het bewijs dat naar verwachting uit de getuigenis zal voortvloeien, niet op andere wijze kan worden verkregen. Het slachtoffer hoeft alleen aan een confrontatie mee te werken als hij of zij dat aandurft.
  2. Oproepen en kennisgevingen met betrekking tot het verhoor van de getuige moeten via zijn of haar voogd worden betekend. Het feit dat er sprake is van een oproep en kennisgeving moet aan de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige worden meegedeeld.
  3. Voordat de tenlastelegging wordt ingediend, verhoort de onderzoeksrechter de minderjarige om erachter te komen of er goede redenen zijn om aan te nemen dat de persoonlijke ontwikkeling van de minderjarige door ondervraging tijdens een openbare zitting negatief zou worden beïnvloed. De wettelijke vertegenwoordiger, de voogd en de advocaat die namens de getuige optreedt, kunnen de openbare aanklager verzoeken ervoor te zorgen dat de getuige door de onderzoeksrechter wordt verhoord. Mits aan de in de wet gestelde voorwaarden is voldaan, dient de openbare aanklager een verzoek in om de minderjarige op deze wijze te laten verhoren. De verdachte en diens advocaat mogen niet bij de zitting van de onderzoeksrechter aanwezig zijn.
  4. De getuige wordt verhoord in een ruimte die speciaal is ingericht voor de ondervraging van minderjarigen. Uitzonderingen hierop zijn slechts in buitengewone gevallen toegestaan. Het verhoor kan ook plaatsvinden via een gesloten communicatiesysteem (videoverbinding).
  5. Het verhoor van een minderjarige onder de 14 jaar moet worden opgenomen met een video- of audiorecorder. Als een minderjarige ouder is dan 14 jaar, is dit alleen geoorloofd wanneer een voorschot op de kosten wordt toegekend.
  6. De minderjarige mag niet voor een openbare zitting worden opgeroepen als hij of zij vóór de tenlastelegging door de onderzoeksrechter is verhoord.
  7. Als de minderjarige niet vóór de tenlastelegging door de onderzoeksrechter is verhoord maar het in een later stadium nodig is hem of haar als getuige te ondervragen, mag hij of zij uitsluitend buiten het proces om worden verhoord. Wanneer de minderjarige tijdens het proces de leeftijd van 14 jaar bereikt, mag hij of zij in bijzonder gerechtvaardigde gevallen ook gedurende het proces door de rechter worden verhoord. In beide gevallen hoeven de verdachte en diens raadsman hierover niet te worden ingelicht.

Een familielid is overleden ten gevolge van het misdrijf – wat zijn mijn rechten?

Slachtoffers die zijn overleden voor of na de instelling van de strafrechtelijke procedure, kunnen worden vervangen door een familielid in rechte lijn, echtgenoot, levenspartner, broer of zus, wettelijke vertegenwoordiger of een ondersteunde afhankelijke persoon op basis van overeenstemming of wetgeving, die vervolgens de rechten van het slachtoffer kan uitoefenen.

Als meerdere personen dit mogen doen, kunnen de betrokkenen een persoon aanwijzen die de rechten van het slachtoffer gaat uitoefenen. Bij gebrek aan overeenstemming hierover mag de persoon die als eerste in het proces is opgetreden, de rechten van het slachtoffer uitoefenen.

Een familielid is slachtoffer van een misdrijf – wat zijn mijn rechten?

Als de verplichting van persoonlijke samenwerking niet door de wet wordt voorgeschreven, kunnen de rechten van de minderjarige ook door zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger worden uitgeoefend. Een advocaat of meerderjarig familielid kan op basis van een machtiging als vertegenwoordiger optreden.

Als de klager een schriftelijke klacht indient, mag een door de klager aangewezen meerderjarige persoon bij de rechtszitting aanwezig zijn om steun te verlenen (inclusief taalondersteuning), mits de belangen van het proces door de aanwezigheid van die persoon niet worden geschaad.

In geval van onderzoekshandelingen waarbij uw aanwezigheid verplicht of toegestaan is, mag u ook uw vertegenwoordiger, degene die u ondersteunt en, als dat de belangen van het proces niet schaadt, een door u aangewezen meerderjarige persoon meenemen. Bovenstaande regel is van toepassing op het verhoor van het slachtoffer en de ondervraging van het slachtoffer als getuige.

In geval van overlijden van de plaatsvervangend particuliere aanklager kan hij of zij binnen dertig dagen worden vervangen door een familielid in rechte lijn, echtgenoot, levenspartner, broer of zus, wettelijke vertegenwoordiger of ondersteunde afhankelijke persoon op basis van overeenstemming of wetgeving.

Heb ik toegang tot bemiddeling/mediation? Onder welke voorwaarden? Ben ik in veiligheid tijdens bemiddeling/mediation?

Het belangrijkste doel van een bemiddelingsprocedure is ervoor te zorgen dat de verdachte een vergoeding voor de gevolgen van het misdrijf verschaft die ook voor het slachtoffer acceptabel is. In bemiddelingsprocedures gaat het er dus om dat de verdachte en het slachtoffer overeenstemming bereiken over de vergoeding van de schade.

Op voorwaarde dat aan de in de wet gestelde voorwaarden wordt voldaan, kan de openbare aanklager of, als de zaak voor de rechtbank is gebracht, de rechter de procedure maximaal zes maanden opschorten en opdracht geven tot bemiddeling.

Bij een strafrechtelijke procedure kan opdracht worden gegeven tot bemiddeling als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De bemiddeling vindt plaats op verzoek van de verdachte of het slachtoffer of zij zijn dit vrijwillig overeengekomen.
  • De strafrechtelijke procedure is ingesteld wegens een misdrijf tegen het leven, lijf of leden of de gezondheid, menselijke waardigheid en andere fundamentele mensenrechten, een verkeersovertreding of een misdrijf tegen eigendom of intellectuele rechten en voor het misdrijf geldt een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar.
  • Volgens het Wetboek van Strafrecht kan de strafrechtelijke procedure na een succesvolle bemiddelingsprocedure worden beëindigd of de straf kan onbeperkt worden verlaagd.
  • De verdachte heeft voordat er sprake is van een tenlastelegging, schuld bekend en heeft ermee ingestemd en is in staat restitutie te verschaffen op de wijze en in de mate die het slachtoffer heeft geaccepteerd.
  • Er kan van een strafproces worden afgezien gelet op de aard van het misdrijf, de wijze waarop het is gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, of er zijn goede redenen voor de rechter om de restitutie die de verdachte heeft verschaft, in het kader van de opgelegde straf te beoordelen.

Het slachtoffer kan in elke fase van het proces een bemiddelingsverzoek indienen. Er kan per zaak echter maar eenmaal opdracht worden gegeven tot een bemiddelingsprocedure; als de procedure om wat voor reden dan ook zonder succes wordt afgesloten, kan deze niet nogmaals plaatsvinden.

Een bemiddelaar die hiervoor is opgeleid en bij de staat in dienst is, draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de bemiddelingsprocedure. Tijdens de bemiddelingsprocedure kan het slachtoffer ervoor kiezen de verdachte uitsluitend in het bijzijn van de bemiddelaar te ontmoeten, en op die manier biedt de persoon van de bemiddelaar een adequate garantie voor de persoonlijke veiligheid van het slachtoffer.

Waar vind ik de wetgeving waarin mijn rechten zijn vastgesteld?

  • Wet XIX van 1998 betreffende de strafvordering;
  • Wet C van 2012 betreffende het Wetboek van Strafrecht;
  • Wet LXIV van 1991 betreffende de afkondiging van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, ondertekend in New York op 20 november 1989;
  • Wet CXXXV van 2005 betreffende bijstand aan slachtoffers van misdrijven en schadeloosstelling door de staat;
  • Wet LXXX van 2003 betreffende rechtsbijstand;
  • Wet LXXXV van 2001 betreffende het beschermingsprogramma voor mensen die deelnemen aan strafrechtelijke procedures en de rechtspraak ondersteunen;
  • Wet CXXIII van 2006 betreffende de bemiddelingsmaatregelen die van toepassing zijn in strafzaken;
  • Beschikking nr. 64-2015 van de minister van Binnenlandse Zaken van 12 december 2015 betreffende de taken van de politie met betrekking tot slachtofferhulp;
  • Regeringsbesluit nr. 34/1999 van 26 februari 1999 betreffende de voorwaarden voor het bevelen van en regels over het uitvoeren van de persoonlijke bescherming van mensen die deelnemen aan strafrechtelijke procedures en de leden van de uitvoerende autoriteiten;
  • Gezamenlijke beschikking nr. 23/2003 van de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie betreffende de gedetailleerde regels voor onderzoek dat wordt uitgevoerd door onderzoeksautoriteiten onder de minister van Binnenlandse Zaken en de regels betreffende het anders dan via een proces-verbaal vastleggen van onderzoekshandelingen;
  • Beschikking nr. 25/2016 van de minister van Justitie van 23 december 2016 betreffende vergoeding door de staat van directe contante uitgaven van de verdachte en de raadsman voor de verdachte, en betreffende de kosten en vergoedingen van personen die deelnemen aan de strafrechtelijke procedure;
  • Beschikking nr. 14/2008 van de minister van Justitie en Wetshandhaving van 27 juni 2008 betreffende de vergoeding van getuigen;
  • Gezamenlijke beschikking nr. 21/2003 van de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Financiën van 24 juni 2003 betreffende voorschotten voor de kosten van strafrechtelijke procedures;
  • Bevel nr. 2/2013 van het landelijke hoofdbureau van politie van 31 januari 2013 betreffende de taken van de politie met betrekking tot slachtofferhulp.
Laatste update: 08/11/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.