Rechten van slachtoffers – per land

Luxemburg

Inhoud aangereikt door
Luxemburg

Welke informatie kan ik verwachten van de autoriteiten (bijvoorbeeld politie, officier van justitie) na het misdrijf, maar nog vóór ik aangifte van het misdrijf doe?

De politie of het openbaar ministerie verstrekt zo snel mogelijk en overeenkomstig artikel 3, lid 7, van het Wetboek van Strafvordering de volgende informatie aan het slachtoffer in een taal die hij begrijpt:

  • welk soort ondersteuning het slachtoffer kan krijgen en van wie, waaronder, indien van belang, basisinformatie over de toegang tot medische zorg, gespecialiseerde ondersteuning, waaronder psychologische zorg en alternatieve huisvesting;
  • hoe de procedures omtrent de aangifte van een strafbaar feit verlopen en welke rol het slachtoffer in die procedures speelt;
  • hoe en onder welke voorwaarden het slachtoffer bescherming kan krijgen;
  • hoe en onder welke omstandigheden het slachtoffer toegang kan krijgen tot advocaten en rechtsbijstand onder de voorwaarden waarin de wet voorziet, en tot andere soorten advies;
  • hoe en onder welke voorwaarden het slachtoffer schadevergoeding kan krijgen;
  • hoe en onder welke voorwaarden het slachtoffer zijn recht op vertaling en vertolking kan uitoefenen;
  • de beschikbare procedures voor het indienen van klachten wanneer zijn rechten niet worden geëerbiedigd;
  • de contactgegevens voor communicatie over zijn zaak;
  • mogelijkheden voor bemiddeling en herstelrecht;
  • hoe en onder welke voorwaarden het slachtoffer de kosten vergoed kan krijgen die voortvloeien uit zijn deelname aan de strafprocedure;
  • het recht van het slachtoffer op een individuele beoordeling bij de dienst voor slachtofferhulp om na te gaan of een specifieke aanpak nodig is om secundaire victimisatie te voorkomen;
  • afhankelijk van de behoefte wordt ook aanvullende informatie aan het slachtoffer verstrekt naar gelang van het stadium van de procedure;
  • het recht om te worden begeleid door een persoon van zijn keuze wanneer het slachtoffer, gezien de gevolgen van het misdrijf, ondersteuning nodig heeft om anderen te begrijpen of te worden begrepen.

Daarnaast bieden de Juridische Receptie- en Informatiedienst, de Dienst voor Slachtofferhulp van de Centrale Sociale Bijstandsdienst en het ministerie van Justitie ook hulp en advies.

Ik woon niet in het EU-land waar het misdrijf is gepleegd (EU-burgers en niet-EU-burgers). Hoe worden mijn rechten beschermd?

Slachtoffers die buitenlander zijn (Europese onderdanen en onderdanen van een derde land) kunnen zich beroepen op de hierboven vermelde rechten en worden geïnformeerd over hoe zij hun rechten kunnen uitoefenen wanneer zij in een andere EU-lidstaat wonen, dat wil zeggen hun recht om een klacht in te dienen bij de Luxemburgse politieautoriteiten.

Welke informatie krijg ik als ik een misdrijf aangeef?

Slachtoffers hebben in het bijzonder het recht om:

  • automatisch te worden geïnformeerd wanneer hun zaak wordt gesloten en over de redenen daarvan;
  • op verzoek te worden geïnformeerd dat in hun zaak een gerechtelijk onderzoek is gestart;
  • op verzoek te worden geïnformeerd over de stand van de strafprocedure;
  • door het openbaar ministerie automatisch te worden geïnformeerd over de datum van de zitting waarop hun zaak wordt behandeld;
  • op verzoek informatie te ontvangen over een definitieve uitspraak in de vervolging.

Kom ik in aanmerking voor gratis vertolking of vertaling (wanneer ik contact opneem met de politie of andere autoriteiten of tijdens het onderzoek en het proces)?

Slachtoffers of civiele partijen die de taal van de procedure niet spreken of verstaan, komen in aanmerking voor gratis bijstand van een tolk in een taal die zij wel begrijpen. Daarnaast hebben zij recht op gratis vertaling van alle stukken die worden betekend of meegedeeld of waartoe zij een recht van toegang hebben.

Hoe zorgen de autoriteiten ervoor dat ik alles begrijp en ook begrepen word (als ik een kind ben; als ik gehandicapt ben)?

Slachtoffers die de taal van de procedure niet spreken of verstaan, hebben recht op gratis bijstand van een tolk. Slachtoffers met een gehoor- of spraakstoornis worden bijgestaan door een doventolk of door een gekwalificeerde persoon die een taal spreekt of over een methode of apparaat beschikt waarmee hij met het slachtoffer kan communiceren.

Minderjarige slachtoffers hebben het recht zich te laten begeleiden door hun wettelijke vertegenwoordiger of door een persoon van hun keuze.

Opvang slachtoffers

Wie biedt slachtofferhulp?

Het slachtoffer heeft het recht zich te laten bijstaan door verschillende diensten voor slachtofferhulp. Bijstand wordt door de staat verleend via de centrale bijstandsdienst van het openbaar ministerie, die het slachtoffer opvangt en gratis sociale, psychologische en juridische hulp biedt. Er zijn ook ngo’s die specifiek hulp bieden aan vrouwelijke of minderjarige slachtoffers van geweld, kwetsbare personen enz.

Verwijst de politie mij automatisch door naar slachtofferhulp?

Het is de taak van de politie slachtoffers te informeren over hun rechten en ernaar te streven op te treden als tussenpersoon voor de organisaties voor slachtofferhulp. De politie is te allen tijde verplicht om de informatiefolder "Informatie en bijstand voor slachtoffers"(http://www.police.public.lu/fr/aide-victimes/flyer-aide-victime-fr.pdf), die beschikbaar is in het Luxemburgs, Frans, Duits, Engels en Portugees, en het informatieblad "Infodroit" (http://www.police.public.lu/fr/aide-victimes/infodroit-victime.pdf) te verstrekken.

Hoe wordt mijn persoonlijke levenssfeer beschermd?

De persoonlijke levenssfeer van slachtoffers wordt beschermd door de Luxemburgse grondwet. Artikel 11, lid 3, bepaalt dat "de staat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer waarborgt, behoudens de wettelijke uitzonderingen".

Politie en justitie zijn verplicht slachtoffers bescherming te bieden, onder meer bij bedreiging of wraakneming door de dader. Deze bescherming moet vanaf het begin van het onderzoek en tijdens de gehele duur ervan beschikbaar zijn. Slachtoffers hebben ook het recht te worden beschermd tegen alle inbreuken op hun privacy, in elk geval onmiddellijk na het misdrijf.

Moet ik eerst aangifte van een misdrijf doen voordat ik toegang krijg tot slachtofferhulp?

De dienst voor slachtofferhulp is bedoeld voor alle slachtoffers (kinderen, jongeren, volwassenen) die als gevolg van een strafbaar feit lichamelijk en/of geestelijk letsel hebben opgelopen. Het team biedt psychologische en psychotherapeutische hulp, informeert slachtoffers over hun rechten en kan hen begeleiden tijdens de gerechtelijke procedure. De dienst biedt bovendien een therapiegroep voor slachtoffers van huiselijk geweld en verleent diensten aan al degenen die door hun relatie met het slachtoffer hebben gedeeld in diens leed, en aan getuigen van strafbare feiten. De betrokkenen hoeven geen klacht te hebben ingediend om toegang te hebben tot de dienst voor slachtofferhulp.

Persoonlijke bescherming als ik in gevaar verkeer

Welke vormen van bescherming worden geboden?

De verdachte kan in voorlopige hechtenis worden genomen

  • als het strafbare feit strafbaar is gesteld met een maximale vrijheidsstraf van ten minste twee jaar;
  • als het risico bestaat dat de verdachte opnieuw in de fout gaat;
  • als het risico van onderduiken bestaat.

Wie kan mij bescherming bieden?

De Luxemburgse politie kan slachtoffers beschermen.

Is er iemand die het risico beoordeelt dat de dader mij verdere schade toebrengt?

Bij het nemen van een beslissing over mogelijke voorlopige hechtenis van de dader wordt met de verschillende aspecten rekening gehouden.

Welke bescherming wordt geboden voor zeer kwetsbare slachtoffers?

Op grond van artikel 48, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering krijgen minderjarige slachtoffers de hieronder beschreven bescherming.

  • Van het verhoor van een getuige of een kind kan met goedkeuring van de openbare aanklager een geluids- of video-opname worden gemaakt.
  • Er worden pas opnamen gemaakt nadat daarvoor toestemming is verkregen van de getuige of het kind, als zij over het vereiste oordeelsvermogen beschikken, of van de wettelijke vertegenwoordiger van het kind. Wanneer een naar behoren aangetoond belangenconflict tussen het kind en diens wettelijke vertegenwoordiger dreigt, kan alleen een opname worden gemaakt met instemming van de bijzondere curator (administrateur ad hoc), als deze is aangewezen voor het kind. Is geen bijzondere curator aangewezen, dan zijn opnamen alleen mogelijk met de uitdrukkelijke en gemotiveerde toestemming van de openbare aanklager.
  • Wanneer een kind slachtoffer is van misdrijven als bedoeld in de artikelen 354 tot en met 360, 364, 365, 372 tot en met 379, 382, leden 1 en 2, 385, 393, 394, 397, 398 tot en met 405, 410, leden 1 en 2, of 442, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht of wanneer een kind getuige is van misdrijven als bedoeld in de artikelen 393 tot en met 397 of 400 tot en met 401a van het Wetboek van Strafrecht, moet in afwijking van het voorgaande een opname worden gemaakt op de wijze zoals omschreven in punt 1, tenzij de openbare aanklager — wanneer het kind of zijn wettelijke vertegenwoordiger of, waar van toepassing, de bijzondere curator bezwaar maakt tegen een dergelijke opname — beslist dat dit niet nodig is.
  • De opname dient als bewijs. Het origineel wordt verzegeld. De kopieën worden geïnventariseerd en aan het dossier toegevoegd. De opnamen kunnen door de partijen en door een deskundige met de goedkeuring van de openbare aanklager op een door deze laatste aangewezen plaats worden beluisterd of bekeken zonder te worden verplaatst.
  • Een kind als bedoeld in punt 3 heeft het recht om tijdens de zitting te worden begeleid door een volwassene van zijn keuze, tenzij de openbare aanklager bij een gemotiveerde beslissing over de betrokkene anders beslist in het belang van het kind of van de waarheidsvinding.

Slachtoffers van mensenhandel of huiselijk geweld krijgen onder bepaalde voorwaarden speciale bescherming.

Ik ben minderjarig – heb ik bijzondere rechten?

Slachtoffers die minderjarig zijn, hebben een aantal aanvullende rechten:

  • op een verjaringstermijn, dat wil zeggen de periode waarna voor de strafbare feiten geen vervolging meer kan worden ingesteld. Deze termijn gaat pas in op de dag waarop het slachtoffer de leeftijd van 18 jaar bereikt en geldt voor strafbare feiten zoals aanranding, verkrachting en mensenhandel, seksuele uitbuiting, doodslag, mishandeling en geweldpleging, misbruik en toediening van drugs die tegen het slachtoffer zijn begaan;
  • op aanstelling van een bijzondere vertegenwoordiger, de administrateur ad hoc (bijzondere curator), door de openbare aanklager of de onderzoeksrechter wanneer hun belangen niet volledig worden beschermd door ten minste een van hun wettelijke vertegenwoordigers. Deze bijzondere vertegenwoordiger beschermt de belangen van het slachtoffer en oefent diens rechten als civiele partij uit;
  • om te worden geïnformeerd over de inleiding van de strafprocedure en over het recht om een civiele zaak aan te spannen via hun wettelijke vertegenwoordiger of bijzondere curator;
  • om video- of geluidsopnamen van hun zittingen te laten maken, teneinde te voorkomen dat zij hun verklaringen tijdens de procedure meerdere malen moeten herhalen en daardoor getraumatiseerd raken. Dit is alleen mogelijk met goedkeuring van de openbare aanklager en nadat daarvoor toestemming is verkregen van het slachtoffer of van diens wettelijke vertegenwoordiger of bijzondere curator. Opnemen is verplicht bij misdrijven met betrekking tot aanranding en verkrachting, prostitutie, uitbuiting en mensenhandel, moord, doodslag, mishandeling en geweldpleging tenzij de openbare aanklager op basis van een door het slachtoffer of diens vertegenwoordiger ingediend bezwaar beslist om een dergelijke opname niet te maken;
  • om tijdens zittingen te worden begeleid door hun wettelijke vertegenwoordiger of door een persoon van hun keuze.

Een familielid is overleden ten gevolge van het misdrijf – wat zijn mijn rechten?

Eenieder die een familielid heeft verloren als gevolg van een strafbaar feit en die stelt te zijn benadeeld, heeft het recht een klacht in te dienen door een civiele procedure aan te spannen bij de bevoegde onderzoeksrechter.

In dit geval hebben benadeelden met name het recht om:

  • schadevergoeding te vorderen van de verdachte;
  • bij het door de onderzoeksrechter uitgevoerde onderzoek te worden betrokken;
  • de onderzoeksrechter te vragen aanvullend onderzoek te laten uitvoeren;
  • bij een kamer van de rechtbank beroep in te stellen tegen bepaalde onderzoeken die gevolgen hebben voor hun civiele belangen;
  • alleen te worden ondervraagd als zij dat wensen;
  • zo nodig oog in oog met de verdachte te worden gebracht;
  • het dossier in te zien ten kantore van de onderzoeksrechter na het eerste verhoor van de verdachte en de dag vóór elk onderzoek waarvoor rechtsbijstand noodzakelijk is;
  • de onderzoeksrechter te verzoeken om een kopie van het dossier wanneer het onderzoek is afgesloten;
  • te verzoeken om een deskundigenrapport, verhoor van getuigen en teruggave van in beslag genomen voorwerpen;
  • aanwezig te zijn bij het onderzoek van de plaats delict.

Een familielid is slachtoffer van een misdrijf – wat zijn mijn rechten?

Een derde die door een strafbaar feit tegen een familielid is getroffen, heeft het recht om:

  • het openbaar ministerie te verzoeken om een kopie van het rapport met een beschrijving van het misdrijf waardoor deze persoon als derde is getroffen;
  • automatisch te worden geïnformeerd door het openbaar ministerie over de datum van de zitting waarop de zaak wordt behandeld;
  • de uitspraak in de zaak op te vragen bij de griffie van de kamer van de districtsrechtbank dan wel van de politierechtbank.

Heb ik toegang tot bemiddeling/mediation? Onder welke voorwaarden? Ben ik in veiligheid tijdens bemiddeling/mediation?

Strafrechtelijke bemiddeling is een alternatief voor strafrechtelijke vervolging. In principe kan een geschil door strafrechtelijke bemiddeling worden beslist zonder rechterlijke tussenkomst. Bemiddeling tussen de dader en het slachtoffer is alleen mogelijk voordat de strafprocedure is ingeleid. De openbare aanklager kan beslissen om een bemiddelingsprocedure te beginnen als hij van mening is dat daarbij een vergoeding kan worden verkregen voor de schade die is veroorzaakt, of om een einde te maken aan de verstoring ten gevolge van het strafbare feit of om bij te dragen aan de re-integratie van de dader. Bemiddeling is uitgesloten als de dader met het slachtoffer samenwoont. Voor deze optie is de instemming van zowel de dader als het slachtoffer vereist.

Waar vind ik de wetgeving waarin mijn rechten zijn vastgelegd?

In het Wetboek van Strafvordering op Legilux.

http://legilux.public.lu/eli/etat/leg/code/procedure_penale
Laatste update: 08/11/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.