Informatie zoeken per regio
Nationale rechtbanken
Kantonrechtbanken, administratieve rechtbanken, arrondissementsrechtbanken en het Hooggerechtshof
Contactgegevens en verdere informatie van rechtbanken zijn beschikbaar op de website van de rechtbanken.
Kantonrechtbanken zijn als rechtbank van eerste aanleg bevoegd voor alle civiele en strafrechtelijke zaken en zaken met betrekking tot overtredingen. Tegen een uitspraak van een kantonrechtbank kan hoger beroep worden ingesteld bij een arrondissementsrechtbank. Estland heeft vier kantonrechtbanken: de kantonrechtbanken van Harju, Viru, Tartu en Pärnu.
Administratieve rechtbanken zijn als rechtbank van eerste aanleg bevoegd voor administratieve zaken. De rechtsmacht van de administratieve rechtbanken, de procedure voor het beginnen van een gerechtelijke procedure voor een administratieve rechtbank en de regels voor administratieve procedures zijn vastgelegd in het Wetboek van administratieve procedures. Estland heeft twee administratieve rechtbanken: de administratieve rechtbanken van Tallinn en Tartu.
Arrondissementsrechtbanken zijn als gerecht van tweede aanleg bevoegd voor het opnieuw beoordelen van de uitspraken van kantonrechtbanken en administratieve rechtbanken op basis van rechtsmiddelen die hiertegen worden ingesteld. Herbeoordelingen van zaken bij arrondissementsrechtbanken worden collegiaal behandeld, dat wil zeggen dat het hoger beroep wordt behandeld door een afdeling van de rechtbank die bestaat uit drie rechters. Estland heeft twee arrondissementsrechtbanken: de arrondissementsrechtbanken van Tallinn en Tartu.
De hoogste rechtbank van Estland is het Hooggerechtshof. Ingevolge de Estse grondwet is het Hooggerechtshof een Hof van Cassatie en een Grondwettelijk Hof. De rechtsmacht van het Hooggerechtshof is uiteengezet in de Wet inzake de rechtbanken. Het Hooggerechtshof is verantwoordelijk voor:
- het uitvoeren van grondwettelijke toetsingen;
- het evalueren van rechterlijke uitspraken in cassatie;
- het beoordelen van evaluatieverzoeken;
- het vervullen van andere uit de wet voortvloeiende taken.
Een beroep in cassatie kan door elke partij die ontevreden is met de uitspraak van een lagere rechtbank bij het Hooggerechtshof worden ingediend. Het Hooggerechtshof staat beroepen in cassatie toe wanneer de in het beroep uiteengezette gronden erop duiden dat een lagere rechtbank een materiële regel onjuist heeft toegepast of ernstig inbreuk heeft gemaakt op een procedureregel, wat eventueel heeft geleid tot een onjuiste uitspraak.
Indien een persoon van mening is dat een publiekrechtelijke rechtspersoon (bv. een centraal of lokaal overheidsorgaan) zijn rechten heeft geschonden of zijn vrijheden heeft beperkt door een bestuursbesluit of -proces, kan deze persoon de zaak voor een administratieve rechter brengen. Geschillen over eigendoms- of landhervormingen, openbare diensten, belastingen, burgerschap, migratie, overheidsopdrachten, staatseigendom, bouwen en ruimtelijke ordening en verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid van de staat worden behandeld door de arrondissementsrechtbanken.
Zaken betreffende inbreuken op civielrechtelijke rechten, zoals contractuele geschillen, gezins- en familiezaken, geschillen over successierechten en eigendomsrechten, kwesties inzake de activiteiten en het management van bedrijven en non-profitorganisaties, intellectuele-eigendomsgeschillen, faillissementszaken en arbeidsrechtelijke kwesties kunnen worden voorgelegd aan de kantonrechtbank.
Nationale mensenrechteninstellingen
Sinds 1 januari 2019 heeft de kanselier van Justitie de taak de mensenrechten te beschermen en te bevorderen, overeenkomstig Resolutie nr. 48/134 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties getiteld “Nationale instituten voor de bevordering en bescherming van de rechten van de mens”. Nationale mensenrechtenorganen kunnen formele internationale erkenning aanvragen. De kanselier van Justitie heeft een formeel verzoek ingediend om het erkenningsproces te starten, maar het proces was op 30 september 2020 nog niet afgerond.
Ombudsman
De taak van ombudsman wordt vervuld door de kanselier van Justitie.
Bureau van de kanselier van Justitie: Kohtu 8, 15193 Tallinn, Estland
De kanselier van Justitie verricht de taken van ombudsman, hoeder van de grondwettigheid en wettigheid van wetgevingshandelingen, en van kinderombudsman.
In zijn hoedanigheid als ombudsman houdt de kanselier van Justitie toezicht op de activiteiten van instanties die overheidstaken uitoefenen; zo controleert hij onder meer of overheidsinstanties de grondrechten en fundamentele vrijheden van individuen eerbiedigen en of zij zich niet schuldig maken aan wanbeheer. De kanselier van Justitie houdt toezicht op:
- de activiteiten van nationale overheidsorganen en -instanties;
- de activiteiten van lokale overheidsorganen en -instanties;
- de activiteiten van de organen en instanties van publiekrechtelijke rechtspersonen en van privaatrechtelijke entiteiten die publieke functies vervullen.
Eenieder heeft het recht bij de kanselier van Justitie een verzoek in te dienen teneinde de activiteiten van instanties die publieke taken vervullen, te laten controleren.
Indien de kanselier van Justitie tot de conclusie komt dat de activiteiten van een instantie die publieke taken vervult onwettig zijn, doet hij die instantie een advies toekomen waarin hij toelicht hoe deze instantie inbreuk heeft gemaakt op de wet en voor zover nodig aanbevelingen doet voor wettig en behoorlijk overheidsbestuur, of een voorstel om de inbreuk recht te zetten. In beide gevallen gaat hij vóór het uitbrengen van zijn advies na of de instantie heeft gehandeld in overeenstemming met de wet en of de communicatie met de burger is verlopen volgens de regels van behoorlijk overheidsbestuur. In zijn advies kan de kanselier van Justitie kritiek geven, een standpunt kenbaar maken of gerichte aanbevelingen doen om de inbreuk recht te zetten.
Kanselier van Justitie
Bureau van de kanselier van Justitie: Kohtu 8, 15193 Tallinn, Estland
Eenieder heeft het recht bij de kanselier van Justitie een verzoek in te dienen om te controleren of een wet of andere regelgeving in overeenstemming is met de grondwet en andere wetten. De kanselier van Justitie controleert of wet- en regelgeving van de wetgevende en uitvoerende macht en lokale overheden in overeenstemming is met de grondwet en andere wetten.
De kanselier van Justitie houdt toezicht op:
- wetten in overeenstemming zijn met de grondwet;
- algemene maatregelen van bestuur van de regering van de Republiek in overeenstemming zijn met de grondwet en andere wetgeving;
- ministeriële verordeningen en regelingen in overeenstemming zijn met de grondwet en andere wetgeving;
- verordeningen en regelingen van regionale en gemeentelijke overheden in overeenstemming zijn met de grondwet en andere wetgeving;
- wetgevingshandelingen van publiekrechtelijke rechtspersonen wettig zijn.
Indien de kanselier van Justitie tot de conclusie komt dat een wetgevingshandeling ongrondwettig is of niet in overeenstemming is met andere wetten:
- kan hij een voorstel doen aan de voor de handeling verantwoordelijke om deze binnen twintig dagen in overeenstemming te brengen met de grondwet en andere wetten.
Als het voorstel terzijde wordt geschoven, dient de kanselier van Justitie een verzoek in bij het Hooggerechtshof om de wetgevingshandeling ongeldig te verklaren; - kan hij een verslag indienen bij het Hooggerechtshof om de problemen in de wetgeving onder de aandacht van het hof te brengen.
Gespecialiseerde organen op het gebied van de mensenrechten
Kinderombudsman (taak die wordt vervuld door de kanselier van Justitie)
De kanselier van Justitie verricht de taken van het beschermen en bevorderen van de rechten van kinderen op grond van artikel 4 van het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Bureau van de kanselier van Justitie: Kohtu 8, 15193 Tallinn, Estland
Het takenpakket van de adviseurs van de afdeling Rechten van het kind en jongeren bestaat voornamelijk uit de volgende taken:
- verzoeken behandelen betreffende kinderrechten in zaken waarbij de ombudsman betrokken is, en waarbij toetsing aan de grondwet plaatsvindt;
- inspecties voorbereiden en verrichten bij zorgfaciliteiten voor kinderen;
- verzoeken en adviezen opstellen in zaken waarbij toetsing van de grondwet plaatsvindt;
- voorlichting geven over de mensenrechten van kinderen en het publiek bewuster maken van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind, door deze rechten nadrukkelijker onder de aandacht te brengen en opleidingen op dit vlak te organiseren;
- enquêtes en studies verrichten naar vraagstukken betreffende de bevordering en bescherming van de rechten van het kind;
- samenwerking tot stand brengen tussen kinder- en jongerenorganisaties, burgerverenigingen, ngo’s, beroepsorganisaties en wetenschappelijke en overheidsinstellingen.
Naast het bovenstaande:
- lost de kanselier van Justitie discriminatiegeschillen op tussen particuliere partijen op basis van de grondwet en andere wetten;
- is de kanselier van Justitie het nationaal preventiemechanisme in de zin van artikel 3 van het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffıng;
- monitort de kanselier van Justitie op verdekte wijze de eerbiediging van de grondrechten en fundamentele vrijheden door de autoriteiten van de uitvoerende staat bij het organiseren van de verzameling, de verwerking en het gebruik van en het toezicht op persoonsgegevens en hieraan gerelateerde informatie;
- voert de kanselier van Justitie de taken uit van het bevorderen en monitoren van de uitvoering van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, overeenkomstig artikel 33, lid 2 ervan.
Gelijkheidsorgaan
Commissaris voor gendergelijkheid en gelijke behandeling, Roosikrantsi 8b, 10119 Tallinn, Estland
De Commissaris voor gendergelijkheid en gelijke behandeling is een onafhankelijke en onpartijdige deskundige die bevoegdheid ontleent aan de Wet gendergelijkheid en de Wet gelijke behandeling. De commissaris moet erop toezien dat aan de voorschriften van deze beide wetten is voldaan. Hij verleent advies en bijstand aan personen in geschillen die over discriminatie gaan, en geeft deskundigenadvies over gevallen van discriminatie.
De Commissaris voor gendergelijkheid en gelijke behandeling:
- neemt verzoeken van burgers in ontvangst en brengt advies uit over gevallen van discriminatie;
- brengt de effecten van wetgeving op de situatie van vrouwen en mannen en mensen uit minderheidsgroepen in kaart;
- doet voorstellen voor wijzigingen in de wet- en regelgeving aan de regering van de Republiek, centrale overheidsorganen, lokale overheden en lokale overheidsorganen;
- verstrekt advies en informatie aan de regering van de Republiek en centrale en lokale overheidsorganen over kwesties met betrekking tot de uitvoering van de Wet gendergelijkheid en de Wet gelijke behandeling;
- neemt maatregelen ter bevordering van de gendergelijkheid en gelijke behandeling van vrouwen en mannen.
De commissaris geeft advies aan slachtoffers van discriminatie en aan personen die een gerechtvaardigd belang hebben bij het bewaken van de overeenstemming met de voorschriften inzake gelijke behandeling. De bedoeling van deze adviezen is dat op basis hiervan, en in samenhang met de Wet gendergelijkheid, de Wet gelijke behandeling, internationale overeenkomsten waaraan de Republiek Estland gebonden is en overige wetgeving, kan worden nagegaan of het beginsel van gelijke behandeling is geschonden in de desbetreffende rechtsbetrekking.
Een verzoek om een advies moet worden ingediend bij de commissaris en moet een beschrijving bevatten van de omstandigheden die erop duiden dat er discriminatie heeft plaatsgevonden. Om een advies te kunnen uitbrengen, heeft de commissaris het recht inlichtingen in te winnen bij alle personen die mogelijk beschikken over de informatie die nodig is om de feiten vast te stellen betreffende een geval van discriminatie, alsook om te verzoeken om schriftelijke toelichting over de feiten inzake vermeende discriminatie en overlegging van de desbetreffende stukken of afschriften binnen de door de commissaris gestelde termijn.
Voor de gegevensbescherming bevoegde autoriteit
Inspectie voor gegevensbescherming, Tatari 39, 10134 Tallinn, Estland
De Inspectie voor gegevensbescherming verdedigt de volgende grondwettelijke rechten:
- het recht om informatie te verkrijgen over activiteiten van de overheid;
- het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer bij het gebruik van persoonsgegevens;
- het recht op toegang tot de eigen gegevens.
Wanneer de rechten van een persoon worden geschonden bij de verwerking van persoonsgegevens of door het verlenen van toegang tot publieke informatie, kan een beroep worden gedaan op de Inspectie voor gegevensbescherming.
De Inspectie voor gegevensbescherming moet worden geïnformeerd wanneer binnen een bedrijf of orgaan inbreuk wordt gemaakt op de voorschriften voor de verwerking van persoonsgegevens. Dit is echter niet noodzakelijk wanneer het niet waarschijnlijk is dat de inbreuk een bedreiging vormt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen. De Inspectie voor gegevensbescherming moet ook de contactgegevens ontvangen van de functionaris voor gegevensbescherming van het bedrijf of orgaan in kwestie.
De eenvoudigste manier om contact op te nemen met de Inspectie voor gegevensbescherming is via de website https://www.aki.ee/en/contacts.
Overige gespecialiseerde organen
Er bestaan geen andere gespecialiseerde organen op dit gebied.
Overige
Estse orde van advocaten, Rävala pst 3, 10143 Tallinn, Estland
De Estse orde van advocaten is een vereniging van Estse advocaten, die zich voornamelijk bezighoudt met het geven van juridisch advies aan burgers. De Estse orde van advocaten is een beroepsorganisatie van advocaten die op 14 juni 1919 werd opgericht en die opereert als een soort lokale overheidsdienst en juridische diensten verleent in het private én publieke belang De activiteiten van de Estse orde van advocaten bestaan onder meer uit het organiseren van de professionele ontwikkeling van advocaten en de betrekkingen met andere juristen, overheidsinstanties en tal van lokale en buitenlandse organisaties, terwijl de orde tevens een actieve bijdrage levert aan het opstellen van wetgeving. Daarnaast draagt de orde zorg voor het vervullen van de publiek- en privaatrechtelijke functie: het voeren van verweer en het optreden als vertegenwoordiger in civiele en bestuursrechtelijke aangelegenheden, tegen een door de staat betaald honorarium.
In de regel moet een aanvraag voor door de overheid bekostigde rechtsbijstand worden ingediend. Aanvragen voor rechtsbijstand worden doorgaans ingediend bij de rechter. Dergelijke aanvragen worden doorgestuurd naar de onderzoeksinstantie of het Openbaar Ministerie als de betrokkene verdachte is in een strafzaak waarin vertegenwoordiging door een raadsman niet verplicht is.
Aanvragen voor door de overheid bekostigde rechtsbijstand moeten in het Ests worden ingediend. De aanvraag mag ook in het Engels worden opgesteld als de aanvrager een natuurlijke persoon is die zijn vaste verblijfplaats heeft in een andere lidstaat van de Europese Unie of die burger is van een andere EU-lidstaat, of een rechtspersoon die in een andere EU lidstaat is gevestigd.
Op verzoek van de onderzoeksinstantie, het Openbaar Ministerie of de rechter wijst de Estse orde van advocaten een advocaat aan die de door de overheid bekostigde rechtsbijstand verleent. In de regel heeft een persoon geen recht zelf deze advocaat te kiezen. De betrokkene mag echter wel verzoeken om verlening van deze rechtsbijstand door een bepaalde advocaat als die advocaat ermee heeft ingestemd om die bijstand te verlenen. In dat geval moet de naam van de advocaat die hiermee heeft ingestemd, meteen in het begin worden vermeld in de aanvraag voor de door de overheid bekostigde rechtsbijstand.
In procedures waarin vertegenwoordiging door een raadsman wettelijk verplicht is, hoeft de betrokkene zelf niets te doen om deze door de overheid bekostigde rechtsbijstand te ontvangen (tenzij hij zelf al een advocaat heeft ingeschakeld) — degene die de procedure leidt, moet zorg dragen voor de aanwijzing van een advocaat voor deze persoon, die zelf geen aanvraag hoeft in te dienen.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.