Informatie zoeken per regio
Gespecialiseerde rechtbanken
In principe behandelt elke gewone rechtbank alle civiele en strafzaken op elk organisatieniveau (districtsgerecht (Bezirksgericht), rechtbank van eerste of tweede aanleg).
In de grootste Oostenrijkse steden zijn er echter bepaalde gespecialiseerde rechtbanken:
- in Wenen zijn er vijf van dergelijke rechtbanken, die civiele zaken, strafzaken, handelszaken (twee rechtbanken), zaken op het gebied van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid behandelen;
- in Graz zijn er twee, waarvan de ene strafzaken behandelt en de andere overige zaken.
Arbeidszaken zijn in wezen civiele geschillen over arbeidsrelaties die worden omschreven in § 50 van de wet op de arbeids- en sociale gerechten (Arbeits- und Sozialgerichtsgesetz — ASGG); deze worden geregeld door eigen procedures die lijken op die van civiele zaken, aangevuld met enkele bijzondere regels.
Arbeidsrechtelijke geschillen worden in eerste aanleg behandeld door de regionale rechtbanken (Landesgerichte; in Wenen: het Arbeits- und Sozialgericht), waarvan het vonnis kan worden aangevochten in tweede aanleg voor de hogere regionale rechtbanken (Oberlandesgerichte) en ten slotte in derde aanleg voor het Hooggerechtshof (Oberster Gerichtshof). Beslissingen worden genomen door een kamer (Senat) van de bevoegde rechtbank. Een kamer is samengesteld uit een of meerdere beroepsrechters (Berufsrichter) en twee lekenrechters (Laienrichter), afgevaardigd door respectievelijk werkgevers- en werknemersorganisaties.
De beroepsprocedure bij arbeidszaken lijkt op de beroepsprocedure in civiele zaken, maar heeft minder beperkingen. Zo is, ongeacht de waarde van het geschil, cassatie (Revision) in arbeidszaken steeds mogelijk als het over een rechtsvraag van aanzienlijk belang gaat.
Handelszaken zijn in wezen civiele zaken waarbij een handelaar betrokken is en die worden omschreven in § 51 van de wet op de burgerlijke rechtspleging en de rechterlijke organisatie (Jurisdiktionsnorm). Behoudens een aantal uitzonderingen worden ze behandeld volgens de gewone civiele procedure. Wanneer de zaak voorkomt voor een kamer van een van de rechtbanken van eerste of tweede aanleg maar niet bij het Hooggerechtshof, zetelt er namens de handelssector een lekenrechter bij de beroepsrechters.
In kartelzaken als omschreven in de kartelwet (Kartellgesetz) doet de hogere regionale rechtbank in Wenen in eerste aanleg uitspraak als kartelgerecht (Kartellgericht). Deze rechtbank heeft jurisdictie over het hele land. Hoger beroep tegen de beslissingen van het kartelgerecht wordt in tweede en derde aanleg ingesteld bij het Hooggerechtshof, dat als hoogste kartelgerecht fungeert (Kartellobergericht). Beslissingen worden genomen door een kamer van de bevoegde rechtbank. Een kamer is samengesteld uit een of meerdere beroepsrechters en twee deskundige lekenrechters. De lekenrechters worden gekozen door de Oostenrijkse Kamer van Koophandel (Wirtschaftskammer Österreich) en, op enkele uitzonderingen na, door de Federale Kamer van Werknemers en Werkgevers (Bundeskammer für Arbeiter und Angestellte)
Bij niet-contentieuze procedures (Verfahren außer Streitsachen) behandelen de rechtbanken civiele aangelegenheden die aan hen toegewezen worden wegens hun bijzondere karakter (bepaalde verzoeningsprocedures, voogdij-aangelegenheden en andere zaken waarin de partijen gewoonlijk geen tegengestelde belangen hebben). Deze procedures lijken op die van de vrijwillige rechtspraak.
In het algemeen worden zulke zaken in eerste aanleg door de districtsgerechten beslecht, waarvan de vonnissen kunnen worden aangevochten bij de regionale rechtbanken en ten slotte bij het Hooggerechtshof. In eerste aanleg worden deze zaken behandeld door een alleensprekende rechter of door een magistraat die bekend staat als Rechtspfleger (een gerechtelijk beambte met een speciale bevoegdheid), in tweede en derde aanleg worden ze behandeld door kamers die uit drie of vijf beroepsrechters bestaan.
De beroepsprocedure in niet-contentieuze procedures lijkt ook op die in civiele zaken. Vanwege het bijzondere karakter van deze procedures gelden er echter minder beperkingen. Het is daarnaast in zekere mate mogelijk om in tweede aanleg nog nieuwe argumenten aan te voeren buiten de eisen en argumentatie die in eerste aanleg naar voren zijn gebracht.
Door de grote verscheidenheid aan zaken die volgens deze procedures behandeld worden, bestaan er voor de diverse gebieden talrijke bijzondere voorschriften.
Administratieve rechtbanken
Oostenrijk kent de volgende administratieve rechtbanken:
- negen regionale bestuursrechtbanken in de deelstaten (Landesverwaltungsgerichte) (één bestuursrechtbank per deelstaat);
- twee bestuursrechtbanken op federaal niveau (de Federale Bestuursrechtbank (Bundesverwaltungsgericht) en de Federale Fiscale Rechtbank (Bundesfinanzgericht);
- het Administratief Hof (Verwaltungsgerichtshof).
De bestuursrechtbanken doen vooral uitspraak in zaken waar beroep is ingesteld tegen besluiten en niet-procedurele administratieve handelingen van bestuursorganen, en in zaken waar beroep is ingesteld vanwege nalatigheid van een bestuursorgaan.
De Federale Fiscale Rechtbank doet uitspraak in beroep over zaken die betrekking hebben op belastingheffing (op enkele uitzonderingen na) en op het financiële strafrecht, voor zover deze zaken rechtstreeks worden behandeld door de federale belastingautoriteiten of door de federale instanties die fiscale delicten bestraffen. De Federale Bestuursrechtbank doet vooral uitspraak over zaken in beroep tegen beslissingen die in het kader van het rechtstreekse federale bestuur anders door de federale autoriteiten zouden zijn genomen. In andere gevallen wordt administratief beroep in principe door de bestuursrechtbanken van de deelstaten behandeld.
Tegen beslissingen van de bestuursrechtbanken kan onder bepaalde voorwaarden cassatie worden ingesteld bij het Administratief Hof. Praktijken die in strijd met de grondwet zijn, kunnen aan het Grondwettelijk Hof worden voorgelegd, met name in geval van schending van grondrechten.
Andere gespecialiseerde rechtbanken
Grondwettelijk Hof
Het Grondwettelijk Hof (Verfassungsgerichtshof) is naast het Hooggerechtshof en het Administratief Hof het derde hoge gerechtshof in Oostenrijk. Net als de beide andere hoge gerechtshoven is het gevestigd in Wenen en heeft het jurisdictie over het hele land.
De hoofdtaak van het Grondwettelijk Hof is het controleren van de inachtneming van de grondwet en de grondrechten. Er wordt specifiek een beroep op gedaan om de grondwettigheid te onderzoeken van:
- wetten op federaal en deelstaatniveau;
- verordeningen (Verordnungen) van bestuursorganen;
- beslissingen van de bestuursrechtbanken.
Het Hof kan dergelijke handelingen zo nodig vernietigen.
Anders dan bij andere gerechten zijn de rechters van het Grondwettelijk Hof geen beroepsrechters maar veeleer ererechters (Honoratiorenrichter). Het zijn eminente persoonlijkheden die al een succesvolle juridische carrière in een andere functie achter zich hebben. De meeste van hen oefenen hun ambt uit op deeltijdbasis en mogen actief blijven in hun vorige beroep (bv. als rechter of hoogleraar aan de universiteit, maar niet als ambtenaar: ambtenaren moeten van hun officiële taken ontheven worden). Het Grondwettelijk Hof komt uitsluitend voor zittingen bijeen, die gewoonlijk viermaal per jaar plaatsvinden.
Juridische gegevensbanken
Op de website van het Oostenrijkse ministerie van Justitie staat algemene informatie over de rechterlijke organisatie in Oostenrijk.
Is de toegang tot de gegevensbank kosteloos?
Ja.
Nuttige links
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.