

Informatie zoeken per regio
De belangrijkste termijnen zijn de volgende:
Termijn voor reactie op een vordering – na ontvangst van een gedinginleidend stuk of van de bijzonderheden van de vordering heeft de verweerder 14 dagen om op de vordering te reageren of om een ontvangstbevestiging terug te zenden. Na toezending van een ontvangstbevestiging heeft de verweerder nog eens 14 dagen om zijn verweer op te stellen. Dit betekent dat de verweerder 28 dagen kan hebben om te reageren op de vordering; wanneer hij de ontvangstbevestiging echter de dag na ontvangst van de bijzonderheden van de vordering terugzendt, heeft hij slechts 15 dagen om zijn verweer in te dienen.
Termijn voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen – volgens artikel 24 van de Limitation Act 1980 moet uiterlijk zes jaar nadat een rechterlijke beslissing uitvoerbaar is geworden om tenuitvoerlegging ervan worden verzocht.
Verjaringstermijnen – in het algemeen geldt een verjaringstermijn van zes jaar, bijvoorbeeld voor:
De verjaringstermijnen voor andere soorten gevallen variëren. Bijvoorbeeld:
De punten 2.8 tot en met 2.10 van de Civil Procedure Rules (regeling voor de burgerlijke rechtsvordering) betreffen de toepassing en uitlegging van de voorschriften inzake de berekening van termijnen.
Naast de zaterdagen en zondagen zijn de volgende officiële feestdagen in Engeland en Wales erkend als niet-werkdagen:
Indien eerste kerstdag, tweede kerstdag of nieuwjaarsdag in een weekend vallen, is de volgende weekdag een vrije dag. Als 25 en 26 december bijvoorbeeld op zaterdag en zondag vallen, dan zijn de volgende maandag en dinsdag respectievelijk vrije dagen.
Bovendien zijn alle rechtbanken met Kerstmis nog een extra dag gesloten.
De Limitation Act 1980 – deze Act bevat diverse termijnen voor het aanhangig maken van zaken en andere termijnen waarbinnen bijvoorbeeld een vonnis ten uitvoer moet worden gelegd of de partijen andere handelingen dienen te verrichten. Meer informatie is te vinden in het antwoord op vraag 1.
De Foreign Limitation Periods Act 1984 – deze Act zorgt ervoor dat elke wet die verband houdt met verjaringstermijnen in gevallen waarin een buitenlandse wet dan wel een uitspraak van een buitenlandse rechtbank ten uitvoer wordt gelegd, inhoudelijk wordt behandeld in plaats van procedureel. Wanneer rekening moet worden gehouden met het recht van een ander land, is deze Act in de rechtbanken van Engeland en Wales van toepassing op zowel arbitrage- als gerechtelijke procedures.
De Civil Procedure Rules – de procedureregels voor de burgerlijke rechtbanken in Engeland en Wales met verjaringstermijnen voor diverse vorderingen.
Het aanvangstijdstip van een termijn is gewoonlijk de dag waarop de relevante gebeurtenis plaatsvindt. De termijn van 14 dagen om te antwoorden op een vordering vangt bijvoorbeeld aan op de dag van ontvangst van het gedinginleidende stuk of van de bijzonderheden van de vordering (onverminderd de regels inzake de datum waarop betekening wordt geacht te hebben plaatsgevonden, zie hieronder). De termijn van zes jaar waarin een vonnis ten uitvoer moet worden gelegd, vangt aan op de dag dat het vonnis uitvoerbaar wordt.
De gebruikelijke betekeningswijze is toezending per first class post. Indien een stuk per first class post wordt toegezonden, wordt het geacht te zijn betekend op de tweede dag nadat het werd gepost.
Meer informatie over de datum van betekening bij andere wijzen van betekening die niet in persoon werd verricht (bv. uitwisseling van stukken, betekening in het geval van woonplaatskeuze, betekening per fax of via andere elektronische hulpmiddelen) is te vinden in punt 6 van de Civil Procedure Rules.
Indien een termijn in dagen is uitgedrukt, wordt daaronder verstaan volle dagen. Bij de berekening van het aantal “volle” dagen wordt geen rekening gehouden met de dag waarop de termijn aanvangt; wanneer er voor het verstrijken van de termijn wordt verwezen naar een gebeurtenis, wordt de dag waarop die gebeurtenis plaatsvindt evenmin meegeteld. Voorbeelden van de berekening van deze dagen zijn te vinden in punt 2 van de Civil Procedure Rules.
Wanneer in een vonnis, rechterlijk bevel of instructie een termijn wordt bepaald waarbinnen een handeling dient te worden verricht, wordt indien mogelijk verwezen naar een kalenderdag en wordt bepaald op welk tijdstip van die dag de handeling moet zijn verricht. Wanneer in een stuk een termijn wordt bepaald waarbinnen een handeling dient te worden verricht, moet indien mogelijk naar een kalenderdag worden verwezen.
Voorbeeld: wanneer er op 4 april een stuk wordt betekend aan een persoon en wanneer deze persoon 14 dagen heeft vanaf de betekening, moet hij uiterlijk op 18 april antwoorden.
Indien de gestelde termijn echter minder dan 5 dagen bedraagt, worden zaterdagen, zondagen en feestdagen niet meegeteld.
Wanneer in een vonnis, rechterlijk bevel, instructie of ander stuk het begrip “maand” wordt gebruikt, wordt kalendermaand bedoeld.
Hoewel er daarvoor geen expliciete regel bestaat, wordt in het geval van een in jaren uitgedrukte termijn naar analogie punt 2.10 van de Civil Procedure Rules toegepast. Dus indien het begrip “jaar” wordt gebruikt in een vonnis, rechterlijk bevel, instructie of ander stuk, wordt kalenderjaar bedoeld.
Indien er voor het verstrijken van de termijn wordt verwezen naar een gebeurtenis, is de dag waarop die gebeurtenis plaatsvindt niet in de termijn begrepen. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Wanneer de in de Civil Procedure Rules of in een instructie, vonnis of rechterlijk bevel vastgestelde termijn waarbinnen een handeling dient te worden verricht bij een griffie, afloopt op een dag waarop die griffie gesloten is, en de handeling daarom die dag niet kan worden verricht, wordt de handeling geacht tijdig te zijn verricht indien deze plaatsvindt op de eerstvolgende dag waarop de griffie wel open is. Deze regel geldt telkens bij het verstrijken van een termijn.
Er zijn speciale regels van toepassing wanneer het gedinginleidende stuk wordt betekend buiten het rechtsgebied van Gibraltar. Bijvoorbeeld in het geval van betekening in een EU-lidstaat of een staat die partij is bij het Haags Verdrag van 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken, is de termijn voor het indienen van een ontvangstbevestiging 21 dagen na de datum van betekening van het gedinginleidende stuk of van de bijzonderheden van de vordering. De termijn voor het indienen van verweer is 21 dagen na de datum van betekening van de bijzonderheden van de vordering of indien de verweerder een ontvangstbevestiging toezendt, 35 dagen na de betekening van de bijzonderheden van de vordering. Wanneer de betekening plaatsvindt in een ander deel van een staat die partij is bij het Haags Verdrag van 1965, bedraagt de termijn voor het toezenden van een ontvangstbevestiging 31 dagen na de betekening van het gedinginleidende stuk of van de bijzonderheden van de vordering. De termijn voor het indienen van verweer is 31 dagen na de datum van betekening van de bijzonderheden van de vordering of indien de verweerder een ontvangstbevestiging toezendt, 45 dagen na de betekening van de bijzonderheden van de vordering. Nadere details zijn te vinden in punt 6 van de Civil Procedure Rules.
In het geval van betekening in een ander land is de termijn voor toezending van een ontvangstbevestiging of voor indiening van verweer het aantal in de toepasselijke tabel opgegeven dagen (zie weblink hieronder) na de betekening van de bijzonderheden van de vordering of wanneer de verweerder een ontvangstbevestiging heeft toegezonden het aantal in de toepasselijke tabel opgegeven dagen plus 14 dagen extra na de betekening van de bijzonderheden van de vordering. De tabel staat in instructie 6B van de Civil Procedure Rules.
De termijn voor hoger beroep tegen vonnissen bedraagt 14 dagen. Termijnen voor een verzoek om herziening van een beslissing van een instantie door een rechter zijn, als de wet hiertoe de mogelijkheid biedt, 28 dagen tenzij in de betreffende wet anders is bepaald.
Als de eiser van mening is dat er sprake is van een uitzonderlijke situatie, kan hij of zij de rechter vragen een verzoekschrift onmiddellijk in behandeling te nemen, zonder dat er aan de verweerder enig document wordt betekend, oftewel “rauwelijks” of “bij eenzijdig verzoekschrift”. Als de rechter beslist tot een eenzijdige procedure, wordt voor de eiser een terechtzitting gepland. De verweerder mag hierbij aanwezig zijn, zodat de rechter beide partijen kan horen voordat hij al dan niet een ander rechterlijk bevel uitvaardigt.
Deel II van de Limitation Act 1980 biedt nog meer mogelijkheden voor de verlenging van termijnen. Een verjaringstermijn kan bijvoorbeeld worden verlengd als de eiser gehandicapt is (artikel 28 van de Limitation Act 1980).
Tenzij in de Civil Procedure Rules anders is bepaald of de rechter anders beveelt, kan de in een rule of door de rechter vastgestelde termijn voor het verrichten van een handeling met schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd. Bovendien hebben rechters ruime case-managementbevoegdheden om termijnen te wijzigen.
Nee. Een partij zou dit recht niet verliezen.
Wanneer een verweerder niet binnen de gestelde termijn reageert op een vordering, kan de eiser verzoeken om een verstekvonnis. De verweerder kan dan echter nog steeds tegen de uitspraak in beroep gaan of een rechter kan het vonnis vernietigen.
De rechter beschikt over nog meer sanctiemogelijkheden om zaken ordentelijk te laten verlopen. Zo kan de rechter bijvoorbeeld een deskundigenrapport niet-ontvankelijk verklaren als de partij die dit moest indienen dat te laat heeft gedaan.
De rechter kan bovendien tot een sanctie besluiten vanwege minachting van het gerecht.
De niet-verschenen partijen kunnen naar de rechtbank gaan en verzoeken om een verlenging van de termijnen. Als de verlopen termijn al heeft geleid tot een verstekvonnis, kunnen zij in beroep gaan of vragen om vernietiging van het besluit.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.