- 1 Welke termijnen worden gehanteerd in het burgerlijk procesrecht?
- 2 Lijst van feestdagen die worden aangemerkt als niet-werkdag zoals voorgeschreven in Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van 3 juni 1971.
- 3 Welke algemene regels gelden er voor de termijnen in de verschillende civiele procedures?
- 4 Indien een handeling of formaliteit binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, wat is dan het moment van aanvang?
- 5 Is het moment waarop een termijn begint te lopen afhankelijk van de manier waarop het document wordt bezorgd of betekend (betekening door een deurwaarder of per post)?
- 6 Als de termijn ingaat vanaf een gebeurtenis, wordt de dag van deze gebeurtenis dan meegerekend in de berekening van de termijn?
- 7 Indien de looptijd van een termijn in dagen is vastgesteld, geldt het aantal dagen dan in kalenderdagen of alleen in werkdagen?
- 8 En als die termijn in weken, maanden of jaren is vastgesteld?
- 9 Wanneer verstrijken dergelijke termijnen?
- 10 Indien de termijn afloopt op een zaterdag, een zondag, een feestdag of een niet-werkdag, wordt deze dan verlengd tot de volgende werkdag?
- 11 Zijn er omstandigheden waarin termijnen worden verlengd? Wat zijn de voorwaarden voor dergelijke verlengingen?
- 12 Welke termijnen gelden voor het instellen van een beroep?
- 13 Kunnen rechtbanken termijnen veranderen, met name de termijnen waarbinnen een partij moet verschijnen, of een bijzondere datum vaststellen waarop een partij moet verschijnen?
- 14 Indien een partij die verblijft op een plaats waar hij voor een termijnverlenging in aanmerking komt, van een tot hem gerichte beslissing in kennis wordt gesteld op een plaats waar degenen die daar verblijven niet voor een termijnverlenging in aanmerking komen, verliest die partij dan het recht op termijnverlenging?
- 15 Welke sancties staan op de niet-naleving van een termijn?
- 16 Als de termijn is verstreken, welke rechtsmiddelen hebben dan de partijen die deze hebben laten verstrijken, d.w.z. de niet verschenen partijen?
Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
1 Welke termijnen worden gehanteerd in het burgerlijk procesrecht?
In de Poolse burgerlijke rechtsvordering wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende termijnen:
- voor proceshandelingen die door de partijen moeten worden verricht: wettelijke, gerechtelijke en contractuele termijnen;
- voor proceshandelingen die door de rechtbank moeten worden verricht: indicatieve termijnen.
Wettelijke en gerechtelijke termijnen zijn definitief en mogen niet worden overschreden.
Wettelijke termijnen zijn vervaltermijnen (in die zin dat een proceshandeling nietig is als de termijn niet wordt nageleefd), die in de wet worden vastgelegd. Die termijnen kunnen niet worden verlengd of ingekort. Een wettelijke termijn gaat in op het moment dat in de wet is aangegeven. Er zijn twee soorten wettelijke termijnen: termijnen waarbinnen een handeling moet worden verricht en termijnen na afloop waarvan een handeling mag worden verricht. Wettelijke termijnen zijn onder meer termijnen voor het instellen van rechtsmiddelen, bv. de termijn om beroep aan te tekenen of een klacht in te dienen.
Gerechtelijke termijnen zijn eveneens vervaltermijnen, maar ze worden vastgelegd door een rechtbank of een rechter. Gerechtelijke termijnen kunnen, ook zonder dat de tegenpartij is gehoord, worden verlengd of ingekort, mits daar een belangrijke reden voor is en het verzoek hiertoe vóór het verstrijken van de termijn is ingediend. Deze termijnen gaan in op het moment waarop een beslissing of bevel hierover wordt uitgesproken. Indien het Poolse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Kodeks postępowania cywilnego ) voorziet in de ambtshalve betekening of kennisgeving van de beslissing of het bevel, gaat de termijn in op het moment van de betekening of kennisgeving.
Onder gerechtelijke termijnen vallen eveneens termijnen voor het treffen van voorzieningen in geval van onbekwaamheid om in de rechtbank dan wel als procespartij op te treden, evenals termijnen voor het wegwerken van vormgebreken bij een beroep of een klacht.
Contractuele termijnen, zoals de naam dat al aangeeft, worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de partijen. Een klassiek voorbeeld is de opschorting van de procedure op verzoek van beide partijen. Indien de partijen een dergelijk verzoek indienen, kan de rechtbank de procedure opschorten (maar deze is daar niet toe verplicht). De toepassing van dit soort termijnen hangt uitsluitend af van de wil van de partijen.
Indicatieve termijnen zijn doorgaans bedoeld voor rechterlijke instanties (rechtbanken), en niet voor partijen. Wanneer ze niet in acht worden genomen, heeft dat geen nadelige procedurele gevolgen. Deze termijnen zijn in eerste instantie bedoeld om procedures snel af te handelen. Een voorbeeld van een dergelijke termijn is de termijn waarin een rechtbank een beslissing moet motiveren.
2 Lijst van feestdagen die worden aangemerkt als niet-werkdag zoals voorgeschreven in Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van 3 juni 1971.
De wet van 18 januari 1951 betreffende niet-werkdagen schrijft de volgende wettelijk erkende niet-werkdagen voor:
1. alle zondagen (zaterdagen zijn geen wettelijk erkende niet-werkdagen)
2. de volgende dagen:
- 1 januari – Nieuwjaar
- 6 januari – Driekoningen
- Eerste Paasdag
- Tweede Paasdag
- 1 mei – nationale feestdag
- 3 mei – nationale feestdag van 3 mei
- Eerste Pinksterdag
- Sacramentsdag
- 15 augustus – Maria-Hemelvaart
- 1 november – Allerheiligen
- 11 november – nationale feestdag – onafhankelijkheidsdag
- 25 december – Eerste Kerstdag
- 26 december – Tweede Kerstdag
In 2024 vinden de veranderlijke religieuze feestdagen plaats op de volgende data: Eerste Paasdag op 31 maart, Tweede Paasdag op 1 april, Eerste Pinksterdag op 19 mei, Sacramentsdag op 30 mei.
3 Welke algemene regels gelden er voor de termijnen in de verschillende civiele procedures?
In het burgerlijk recht kan de term “termijn” twee betekenissen hebben:
het kan een specifiek moment zijn (bv. 5 april 2017) of een specifieke periode met een begin en einde (bv. 14 dagen).
Bij definitieve termijnen (de uiterste datum waarop iets moet zijn gedaan) is het exacte moment waarop de termijn verstrijkt van belang. Het einde van een termijn hoeft niet te worden aangeduid met een datum, maar moet worden bepaald door een gebeurtenis die in een bepaalde situatie haar beslag moet krijgen door toedoen van de contractpartijen.
Procestermijnen worden uitgedrukt in tijdseenheden zoals dagen, weken, maanden en jaren. Voor de berekening van termijnen in civiele procedures gelden krachtens artikel 165 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering de bepalingen uit het burgerlijk wetboek (Kodeks cywilny) betreffende termijnen, indien een wet, een rechterlijke uitspraak, een beslissing van een ander overheidsorgaan of een rechtshandeling een termijn vastlegt zonder daarvoor een berekeningswijze aan te geven (artikel 110 van het burgerlijk wetboek). Het afgeven van een processtuk bij een Pools postkantoor van een bedrijf dat universele postdiensten verleent op het grondgebied van de Republiek Polen of bij een buitenlands postkantoor van een bedrijf dat een universele postdiensten verleent op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie staat gelijk aan het afgeven van dit processtuk bij de rechtbank. Hetzelfde geldt indien een militair een processtuk afgeeft bij het militaire hoofdkwartier, indien een persoon die van zijn vrijheid is benomen een processtuk afgeeft in het administratiekantoor van de gevangenis, of indien een bemanningslid van een Pools zeeschip een processtuk afgeeft aan de kapitein van dat schip.
Een dag bestaat uit 24 uur. Hij begint en eindigt om 24.00 uur.
Een termijn die wordt uitgedrukt in dagen, verstrijkt aan het einde van de laatste dag. Een termijn die wordt uitgedrukt in weken, maanden of jaren verstrijkt aan het einde van de dag die dezelfde naam of hetzelfde datumgetal heeft als de eerste dag van de termijn, of indien er in de laatste maand geen dag met hetzelfde datumgetal voorkomt, op de laatste dag van die maand. Indien een termijn wordt uitgedrukt als het begin, het midden of het einde van een maand, moet dit worden begrepen als de eerste, de vijftiende of de laatste dag van de maand. Een halve maand komt overeen met 15 dagen. Indien een termijn is vastgesteld in maanden of jaren, maar het geen aaneensluitende periode hoeft te zijn, wordt ervan uitgegaan dat een maand 30 dagen en een jaar 365 dagen telt. Indien het einde van een termijn voor het verrichten van een handeling op een wettelijk erkende niet-werkdag of een zaterdag valt, verstrijkt de termijn op de eerstvolgende dag die geen niet-werkdag en geen zaterdag is.
4 Indien een handeling of formaliteit binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, wat is dan het moment van aanvang?
Als de termijn wordt berekend in dagen en aanvangt na een bepaalde gebeurtenis, wordt de dag waarop deze gebeurtenis plaatsvindt niet meegeteld. Indien een rechtbank een partij op 11 januari 2017 oproept om een specifieke handeling te verrichten binnen een termijn van zeven dagen, dan verstrijkt die termijn op 18 januari 2017 omstreeks middernacht (24.00 uur).
5 Is het moment waarop een termijn begint te lopen afhankelijk van de manier waarop het document wordt bezorgd of betekend (betekening door een deurwaarder of per post)?
Een rechtbank kan de betekening of kennisgeving op verschillende manieren laten plaatsvinden: per post, via een gerechtsdeurwaarder, gerechtsbodes of de bezorgdienst van de rechtbank. De betekening of kennisgeving aan de geadresseerde kan ook plaatsvinden door de stukken persoonlijk bij de griffie aan hem of haar te overhandigen. Zolang de betekening of kennisgeving naar behoren wordt uitgevoerd, zijn al deze methoden even geldig en de gekozen methode heeft geen invloed op de termijn.
Sinds 8 september 2016 kan de rechtbank een betekening of kennisgeving laten plaatsvinden via een datatransmissiesysteem, indien de geadresseerde via dergelijk systeem documenten heeft ingediend of heeft gekozen om dat te doen. Een geadresseerde die ervoor heeft gekozen om documenten via een datatransmissiesysteem in te dienen, kan zich terugtrekken uit die elektronische dienst.
Een document dat op elektronische wijze wordt betekend of ter kennis gebracht, wordt geacht te zijn betekend of ter kennis gebracht op de datum die wordt vermeld in het elektronische ontvangstbewijs, zelfs wanneer die datum een wettelijk erkende niet-werkdag is. Indien elektronische correspondentie ’s nachts wordt ontvangen, heeft dat geen invloed op de uitwerking van de betekening of kennisgeving. Bij gebrek aan een elektronisch ontvangstbewijs voor de correspondentie, wordt de betekening of kennisgeving geacht van kracht te zijn 14 dagen na de datum waarop het document wordt geüpload in het datatransmissiesysteem. Bovenstaande regels eisen dat partijen hun elektronische account ten minste eenmaal per 14 dagen bekijken.
6 Als de termijn ingaat vanaf een gebeurtenis, wordt de dag van deze gebeurtenis dan meegerekend in de berekening van de termijn?
Als de termijn wordt berekend in dagen en aanvangt na een bepaalde gebeurtenis, wordt de dag waarop deze gebeurtenis plaatsvindt niet meegeteld.
7 Indien de looptijd van een termijn in dagen is vastgesteld, geldt het aantal dagen dan in kalenderdagen of alleen in werkdagen?
Termijnen die worden vastgesteld in dagen worden uitgedrukt in kalenderdagen. Indien het einde van een termijn voor het verrichten van een handeling op een wettelijk erkende niet-werkdag of een zaterdag valt, verstrijkt de termijn op de eerstvolgende dag die geen niet-werkdag en geen zaterdag is.
8 En als die termijn in weken, maanden of jaren is vastgesteld?
Een termijn die wordt uitgedrukt in weken, maanden of jaren verstrijkt aan het einde van de dag die dezelfde naam of hetzelfde datumgetal heeft als de eerste dag van de termijn, of indien er in de laatste maand geen dag met hetzelfde datumgetal voorkomt, op de laatste dag van die maand.
Indien een termijn wordt uitgedrukt als het begin, het midden of het einde van een maand, moet dit worden begrepen als de eerste, de vijftiende of de laatste dag van de maand. Een halve maand komt overeen met 15 dagen.
Indien een termijn is vastgesteld in maanden of jaren, maar het geen aaneensluitende periode hoeft te zijn, wordt ervan uitgegaan dat een maand 30 dagen en een jaar 365 dagen telt.
9 Wanneer verstrijken dergelijke termijnen?
Een termijn die wordt uitgedrukt in weken, maanden of jaren verstrijkt aan het einde van de dag die dezelfde naam of hetzelfde datumgetal heeft als de eerste dag van de termijn, of indien er in de laatste maand geen dag met hetzelfde datumgetal voorkomt, op de laatste dag van die maand.
Indien een termijn wordt uitgedrukt als het begin, het midden of het einde van een maand, moet dit worden begrepen als de eerste, de vijftiende of de laatste dag van de maand. Een halve maand komt overeen met 15 dagen.
Indien een termijn is vastgesteld in maanden of jaren, maar het geen aaneensluitende periode hoeft te zijn, wordt ervan uitgegaan dat een maand 30 dagen en een jaar 365 dagen telt.
10 Indien de termijn afloopt op een zaterdag, een zondag, een feestdag of een niet-werkdag, wordt deze dan verlengd tot de volgende werkdag?
Indien het einde van een termijn voor het verrichten van een handeling op een wettelijk erkende niet-werkdag of een zaterdag valt, verstrijkt de termijn op de eerstvolgende dag die geen niet-werkdag en geen zaterdag is.
11 Zijn er omstandigheden waarin termijnen worden verlengd? Wat zijn de voorwaarden voor dergelijke verlengingen?
Alleen gerechtelijke termijnen, dus termijnen die worden vastgesteld door de rechtbank of de voorzitter van de rechtbank, kunnen worden verlengd of ingekort. Een beslissing om een termijn te verlengen of in te korten kan worden genomen door de voorzitter van de rechtbank of de rechtbank zelf, maar uitsluitend om belangrijke redenen, die de rechtbank en de voorzitter van de rechtbank naar eigen goeddunken beoordelen.
Een termijn kan uitsluitend worden verlengd of ingekort op verzoek van een partij, een deelnemer in een niet-contentieuze procedure, een tussenkomende partij, een openbaar aanklager, een arbeidsinspecteur, de consumentenombudsman, een niet-gouvernementele organisatie, een door de rechtbank aangewezen deskundige of een getuige, indien de termijn betrekking heeft op hun handelingen. De beslissing mag niet worden genomen op het verzoek van de rechtbank of de rechter zelf.
Een verzoek moet worden ingediend voordat de vastgestelde termijn is verstreken.
12 Welke termijnen gelden voor het instellen van een beroep?
Op grond van het Poolse wetboek van burgerlijke rechtsvordering zijn wettelijke procestermijnen voor het instellen van rechtsmiddelen afhankelijk van de rechterlijke uitspraak in kwestie (vonnis (wyrok), uitspraak over de gegrondheid van een niet-contentieuze procedure (postanowienie co do istoty sprawy w postępowaniu nieprocesowym), verstekvonnis (wyrok zaoczny), betalingsbevel in een tenuitvoerleggingsprocedure (nakaz zapłaty w postępowaniu upominawczym), betalingsbevel in een betalingsbevelprocedure (nakaz zapłaty w postępowaniu nakazowym) en beslissing (postanowienie)). De volgende wettelijke termijnen worden met name vastgelegd:
- een vonnis of uitspraak over de gegrondheid van een niet-contentieuze procedure: de motivering wordt schriftelijk opgesteld wanneer een partij binnen één week na de datum waarop het dictum werd uitgesproken, om betekening of kennisgeving van het gemotiveerde vonnis verzoekt. Een in een gesloten zitting uitgesproken vonnis wordt ambtshalve door de rechtbank aan de partijen betekend of ter kennis gebracht. Het vonnis wordt ook ambtshalve betekend en ter kennis gebracht aan een partij die niet wordt vertegenwoordigd door een advocaat, juridisch adviseur of octrooigemachtigde en die als gevolg van een vrijheidsberoving niet aanwezig was op het moment dat het vonnis werd uitgesproken. De partij die niet wordt vertegenwoordigd door een advocaat, een juridisch adviseur, een octrooigemachtigde of het Openbaar Ministerie van de Republiek Polen (Prokuratoria Generalna Rzeczypospolitej Polskiej) ontvangt, tegelijkertijd met het ambtshalve te betekenen of ter kennis te brengen vonnis, aanwijzingen over de wijze en het moment waarop om betekening of kennisgeving van het gemotiveerde vonnis moet worden verzocht, alsmede over de voorwaarden, de regelingen en de termijn voor het instellen van beroep. Indien vertegenwoordiging van de partijen door advocaten of juridisch adviseurs verplicht is, moet de partij ook in kennis worden gesteld van de bepalingen inzake verplichte vertegenwoordiging en de gevolgen van niet-naleving van deze bepalingen. Het beroep moet bij de rechtbank die het bestreden vonnis heeft gewezen, worden ingesteld binnen twee weken na de kennisgeving of betekening van het vonnis en de motivering ervan aan de verzoeker. In geval van verlenging van de termijn voor het opstellen van de schriftelijke motivering van het vonnis bedraagt de termijn voor het instellen van beroep drie weken. De rechtbank stelt de partij van die datum in kennis door middel van de betekening of kennisgeving van het gemotiveerde vonnis. Indien er in de kennisgeving een onjuiste termijn is vermeld en de partij deze termijn in acht heeft genomen, wordt het beroep geacht binnen de gestelde termijn te zijn ingesteld. De bovengenoemde termijnen (twee weken en drie weken) worden eveneens geacht te zijn nageleefd indien de partij vóór het verstrijken ervan beroep heeft ingesteld bij de rechtbank in tweede aanleg. In dat geval stelt deze rechtbank de rechtbank in eerste aanleg in kennis van de instelling van het beroep en verzoekt zij om overlegging van het zaakdossier;
- een beslissing: de termijn voor het indienen van een klacht bedraagt één week, te rekenen vanaf de datum van betekening of kennisgeving van de beslissing en de motivering, ook wanneer de betekening of kennisgeving ambtshalve plaatsvindt. Indien de rechtbank de beslissing niet met redenen heeft omkleed, gaat de termijn in op de datum waarop zij is gegeven of, indien de beslissing moest worden betekend of ter kennis moest worden gegeven, de datum waarop de zij is betekend of ter kennis is gegeven. Beslissingen die in een openbare zitting worden gegeven, worden door de rechtbank alleen gemotiveerd, indien daartegen beroep kan worden ingesteld en uitsluitend op verzoek van de partij binnen een week na de datum waarop de beslissing is uitgesproken. Deze beslissingen worden alleen betekend of ter kennis gegeven aan de partij die om de motivering en de betekening of kennisgeving van de beslissing en de motivering heeft verzocht. Een in een gesloten zitting gegeven beslissing wordt ambtshalve door de rechtbank aan de partijen betekend of ter kennis gegeven, tenzij in een bijzondere bepaling anders is bepaald. Wanneer de beslissing wordt betekend of ter kennis gegeven aan een partij die niet wordt vertegenwoordigd door een advocaat, een juridisch adviseur, een octrooigemachtigde of het Openbaar Ministerie van de Republiek Polen, moet de partij in kennis worden gesteld van de ontvankelijkheid, de voorwaarden, de termijnen en de regels voor het indienen van een verzoek om betekening of kennisgeving van de motivering van deze beslissing en voor het instellen van beroep, of van het feit dat de beslissing niet kan worden gemotiveerd of dat ertegen geen beroep kan worden ingesteld. Een in een gesloten zitting gegeven beslissing waartegen beroep kan worden ingesteld, wordt door de rechtbank uitsluitend gemotiveerd indien een partij binnen een week na de betekening of kennisgeving van deze beslissing daarom verzoekt. De beslissing en de motivering worden slechts betekend of ter kennis gegeven aan de partij die om de motivering en de betekening of kennisgeving van de beslissing en de motivering heeft verzocht. Wanneer een bijzondere bepaling vereist dat de rechtbank ambtshalve een in een gesloten zitting gegeven beslissing motiveert, worden deze beslissing en de motivering ambtshalve betekend of ter kennis gegeven. Een beslissing waartegen in een gesloten zitting beroep kan worden ingesteld, kan ambtshalve door de rechtbank worden gemotiveerd, als hiermee de procedure kan worden vergemakkelijkt of als de beslissing betrekking heeft op de toewijzing van kosten aan een derde in de procedure. In dat geval worden de beslissing en de motivering aan alle betrokken partijen of personen betekend of ter kennis gegeven. De ambtshalve betekening of kennisgeving door de rechtbank van een in een gesloten zitting gegeven beslissing met de motivering ontslaat een partij van de verplichting om een verzoek om de betekening of kennisgeving van de beslissing met de motivering in te dienen. Door een beslissing te geven waartegen beroep kan worden ingesteld, kan de rechtbank, afhankelijk van haar beoordeling op basis van een onderzoek van alle omstandigheden van de zaak, besluiten de beslissing niet te motiveren, indien zij het in het processtuk geformuleerde verzoek van de partij volledig inwilligt en het eens is met de argumenten die de partij ter staving van het verzoek heeft aangevoerd. De beslissing moet naar dit stuk verwijzen. Indien dat processtuk na de beslissing wordt betekend of ter kennis wordt gegeven, gaat de termijn voor het indienen van een klacht in op de datum van de betekening of kennisgeving van dat stuk. Tegen de uitspraak van de hulprechter (referendarz sądowy) kan beroep worden ingesteld, indien tegen de beslissing van de rechtbank een klacht is ingediend. Het beroep wordt binnen een week na de betekening of kennisgeving van de beslissing ingesteld bij de rechtbank waar de hulprechter de bestreden beslissing heeft gegeven. Indien de beslissing zonder motivering is betekend of ter kennis is gegeven en de partij om motivering ervan heeft verzocht, gaat de termijn voor het instellen van beroep in op de datum van de betekening of kennisgeving van de beslissing met de motivering;
- vonnis bij verstek van de verweerder: verweerders tegen wie een verstekvonnis is uitgesproken, kunnen bezwaar aantekenen binnen twee weken, gerekend vanaf de datum waarop het vonnis aan hen werd betekend of ter kennis gebracht;
- vonnis bij verstek van de eiser: een verstekvonnis moet door de rechtbank worden gemotiveerd, indien de zaak geheel of gedeeltelijk is afgewezen en de eiser binnen één week na de datum waarop het vonnis aan hem of haar werd betekend of ter kennis werd gebracht een verzoek tot een dergelijke motivering heeft ingediend;
- betalingsbevel in het kader van de tenuitvoerleggingsprocedure en van de betalingsbevelprocedure: in het betalingsbevel beveelt de rechtbank de verweerder de vordering volledig, inclusief kosten, te betalen binnen de in dat bevel gestelde termijn, of beroep in te stellen (verzet tegen een betalingsbevel in het kader van de tenuitvoerleggingsprocedure, verzet tegen een betalingsbevel in het kader van de betalingsbevelprocedure). De bovengenoemde termijn is: twee weken vanaf de datum van betekening of kennisgeving van het betalingsbevel in het geval van een betalingsbevel dat is uitgevaardigd in het kader van de tenuitvoerleggingsprocedure, wanneer de betekening of kennisgeving van het bevel aan de verweerder in het land moet plaatsvinden; een maand vanaf de datum van betekening of kennisgeving van het betalingsbevel in het geval van een betalingsbevel dat is uitgevaardigd in het kader van de tenuitvoerleggingsprocedure, wanneer de betekening of kennisgeving van het bevel aan de verweerder in het buitenland op het grondgebied van de Europese Unie moet plaatsvinden; een maand vanaf de datum van betekening of kennisgeving van het betalingsbevel in het geval van een betalingsbevel dat is uitgevaardigd in het kader van de betalingsbevelprocedure, wanneer de betekening of kennisgeving van het bevel aan de verweerder op het grondgebied van de Europese Unie moet plaatsvinden; drie maanden na de datum van betekening of kennisgeving van het betalingsbevel wanneer de betekening of kennisgeving van het bevel buiten het grondgebied van de Europese Unie moet plaatsvinden. Indien na de uitvaardiging van het betalingsbevel blijkt dat de betekening of kennisgeving van het betalingsbevel moet plaatsvinden op een plaats die overeenkomstig paragraaf 2 rechtvaardigt dat een andere termijn wordt vastgesteld dan die welke in de gedane uitspraak is vermeld, vaardigt de rechtbank ambtshalve een besluit tot wijziging van het betalingsbevel uit, voor zover nodig.
13 Kunnen rechtbanken termijnen veranderen, met name de termijnen waarbinnen een partij moet verschijnen, of een bijzondere datum vaststellen waarop een partij moet verschijnen?
Een getuige of een procespartij heeft de absolute plicht om voor de rechtbank te verschijnen. Een getuige moet eveneens voor de rechtbank verschijnen, ook wanneer hij niet op de hoogte is van de omstandigheden van de zaak of wanneer hij al heeft besloten om zijn recht om niet te getuigen te laten gelden. Een getuige moet zich vóór de datum van de hoorzitting schriftelijk verontschuldigen voor zijn afwezigheid (het niet-verschijnen). Verontschuldigingen voor het niet-verschijnen die later worden ingediend weerhouden de rechtbank er niet van om de getuige tijdens de hoorzitting een geldboete op te leggen.
Getuigen moeten aan de schriftelijke verontschuldiging een document hechten waarin ze de gegronde reden voor het niet-verschijnen aanvoeren. Het niet-verschijnen van een getuige kan worden verontschuldigd als deze gerechtvaardigd is om gezondheidsredenen, een belangrijke zakenreis of een ernstige onvoorziene gebeurtenis. Indien een getuige wegens ziekte niet ter zitting verschijnt wanneer hij wordt gedagvaard, moet een attest worden afgegeven door de wetsgeneesheer waarin wordt bevestigd dat de partij niet kan verschijnen. In dat geval legt de rechtbank een nieuwe datum vast voor de verschijning.
14 Indien een partij die verblijft op een plaats waar hij voor een termijnverlenging in aanmerking komt, van een tot hem gerichte beslissing in kennis wordt gesteld op een plaats waar degenen die daar verblijven niet voor een termijnverlenging in aanmerking komen, verliest die partij dan het recht op termijnverlenging?
Partijen of getuigen zijn gebonden aan de bepalingen van burgerlijke rechtsvordering die worden toegepast door de rechterlijke instantie (rechtbank).
15 Welke sancties staan op de niet-naleving van een termijn?
Proceshandelingen die na het verstrijken van de termijn worden verricht zijn nietig.
Dit geldt zowel voor wettelijke als voor gerechtelijke termijnen. De nietigheid van een proceshandeling houdt in dat een handeling die volgens de wet te laat wordt verricht geen rechtsgevolgen heeft. Proceshandelingen die na het verstrijken van de termijn worden verricht zijn nietig, zelfs als de rechtbank nog geen uitspraak heeft gedaan na het verstrijken van de termijn.
16 Als de termijn is verstreken, welke rechtsmiddelen hebben dan de partijen die deze hebben laten verstrijken, d.w.z. de niet verschenen partijen?
Wanneer een termijn is verstreken, kan een partij verzoeken om de termijn opnieuw in te stellen of om de procedure te heropenen.
Wanneer een partij een proceshandeling niet binnen de termijn uitvoert en dit niet door eigen schuld is veroorzaakt, zal de rechtbank de termijn op verzoek van de partij opnieuw instellen. Een termijn mag echter niet opnieuw worden ingesteld indien het niet-naleven van de termijn geen negatieve procedurele gevolgen heeft voor de partij. Een processtuk met het verzoek om de termijn opnieuw in te stellen moet worden ingediend bij de rechtbank waar de proceshandeling had moeten plaatsvinden, binnen één week nadat de reden voor het niet-naleven van de termijn is opgehouden te bestaan. In dit processtuk moet worden vermeld welke omstandigheden aanleiding hebben gegeven tot het verzoek. De partij moet gelijktijdig met het indienen van het verzoek de proceshandeling uitvoeren. Een jaar na het aflopen van de termijn, kan de termijn uitsluitend in uitzonderlijke gevallen opnieuw worden ingesteld. Het is niet toegestaan om de termijn voor het instellen van beroep tegen een vonnis inzake de nietigverklaring van een huwelijk, een echtscheiding of de vaststelling van het niet-bestaan van een huwelijk, opnieuw in te stellen indien ten minste een van de partijen na het van kracht worden van het vonnis is hertrouwd. Een verzoek om een termijn opnieuw in te stellen wordt door de rechtbank geweigerd indien het verzoek te laat wordt ingediend of niet-ontvankelijk is uit hoofde van de wet. Het indienen van een verzoek om een termijn opnieuw in te stellen leidt niet tot de stopzetting van de procedure of de tenuitvoerlegging van de uitspraak. Afhankelijk van de omstandigheden kan de rechtbank de procedure of de tenuitvoerlegging van de uitspraak echter stopzetten. Als het verzoek wordt ingewilligd, kan de rechtbank de zaak meteen behandelen.
Het heropenen van een procedure maakt het mogelijk om een zaak waarin een definitieve uitspraak werd gedaan over te doen. Een klacht waarin wordt verzocht tot het heropenen de procedure, wordt vaak behandeld als een buitengewoon rechtsmiddel (of een buitengewoon beroep) dat wordt ingesteld om een definitieve uitspraak te betwisten, in tegenstelling tot gewone rechtsmiddelen (die worden ingesteld voor een niet-definitieve uitspraak). Er kan een verzoek om het wegens nietigheid heropenen van een procedure worden ingediend: indien een onbevoegde persoon zitting heeft gehad in de rechtsprekende formatie of indien een rechter die van rechtswege is uitgesloten uitspraak heeft gedaan en de partij de uitsluiting niet heeft kunnen inroepen voordat het vonnis kracht van gewijsde verkreeg; indien de partij niet procesbevoegd was, niet naar behoren was vertegenwoordigd, of wederrechtelijk de mogelijkheid is ontnomen om op te treden; er kan echter niet om heropening van de procedure worden verzocht, indien de ontneming van de mogelijkheid om op te treden is opgeheven voordat het vonnis kracht van gewijsde verkreeg, of indien het ontbreken van vertegenwoordiging is aangevoerd in het verzoek of indien de partij heeft bevestigd dat de stappen van de procedure zijn voltooid. Een verzoek om heropening van de procedure kan ook worden ingediend, wanneer het Grondwettelijk Hof (Trybunał Konstytucyjny) heeft vastgesteld dat een normatieve handeling onverenigbaar is met de Grondwet, een geratificeerd internationaal verdrag of een wet op grond waarvan een vonnis is uitgevaardigd.
Een verzoek om heropening van een procedure kan worden ingediend om de volgende redenen:
- het vonnis berust op een vervalst of gewijzigd document of op een strafrechtelijke veroordeling die later werd nietig verklaard;
- of het vonnis werd gewezen door middel van een misdrijf.
Een verzoek om heropening van een procedure kan eveneens worden ingediend:
- indien een definitief vonnis betreffende dezelfde rechtsbetrekking later wordt bekendgemaakt of feiten of bewijs aan het licht worden gebracht die een invloed kunnen hebben op de uitkomst van de zaak en die de partij niet kon aanwenden in een vorige procedure;
- indien de inhoud van een vonnis werd beïnvloed door een beslissing die niet heeft geleid tot het einde van de procedure en die werd gedaan op grond van een normatieve handeling die door het Grondwettelijk Hof wordt beschouwd als zijnde in strijd met de Grondwet, een geratificeerd internationaal verdrag of gewone wet (nietig verklaard of gewijzigd krachtens het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).
Er kan alleen om heropening van de procedure wegens een misdrijf worden verzocht, indien het misdrijf is vastgesteld door middel van een definitieve veroordeling, tenzij de strafprocedure niet kan worden ingeleid of is beëindigd om andere redenen dan het ontbreken van bewijs.
Een verzoek om heropening van de procedure ten aanzien van een vonnis inzake de nietigverklaring van een huwelijk, een echtscheiding of de vaststelling van het niet-bestaan van een huwelijk is niet-ontvankelijk, indien ten minste een van de partijen na het van kracht worden van het vonnis is hertrouwd. Een verzoek om heropening van de procedure moet worden ingediend binnen drie maanden; de termijn gaat in op de datum waarop de partij kennis heeft genomen van de grond voor de heropening van de procedure en, wanneer die grond bestaat in het ontnemen van de mogelijkheid om op te treden, of bij het ontbreken van een passende vertegenwoordiger, op de dag waarop de partij, een samenstellend orgaan ervan of haar wettelijke vertegenwoordiger kennis heeft genomen van het vonnis. Wanneer het Grondwettelijk Hof heeft vastgesteld dat een normatieve handeling onverenigbaar is met de Grondwet, een geratificeerd internationaal verdrag of een wet op grond waarvan een uitspraak is gedaan, wordt binnen drie maanden na de datum waarop de uitspraak van het Grondwettelijk Hof kracht van gewijsde heeft verkregen, een verzoek om heropening van de procedure ingediend. Indien de uitspraak (gewezen op basis van een normatieve handeling die door het Grondwettelijk Hof als in strijd met de Grondwet, een geratificeerde internationale overeenkomst of een wet is verklaard), op het moment van de uitspraak van het arrest van het Grondwettelijk Hof nog niet definitief is geworden vanwege een beroep dat is ingesteld en vervolgens is afgewezen, gaat de termijn in op de datum van de betekening of kennisgeving van de beslissing tot afwijzing en, indien deze beslissing in een openbare zitting wordt gegeven, op de datum waarop deze beslissing is uitgesproken.
Na tien jaar, te rekenen vanaf de dag waarop het vonnis kracht van gewijsde heeft verkregen, kan niet meer om heropening van de procedure worden verzocht, tenzij een partij de mogelijkheid om op te treden is ontnomen of een partij niet naar behoren was vertegenwoordigd.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.