

Informatie zoeken per regio
In het algemeen berust het ouderlijk gezag gezamenlijk bij de ouders, wat betekent dat beide ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk en in onderlinge overeenstemming uitoefenen, met inachtneming van het algemene welzijn van het kind. Een belangrijk beginsel is dat de ouders het ouderlijk gezag op voet van gelijkheid uitoefenen, dat wil zeggen dat zij jegens hun kinderen dezelfde rechten en plichten hebben. Het ouderlijk gezag omvat het recht om te beslissen waar het kind moet verblijven, met inbegrip van de vraag of het kind naar het buitenland mag reizen.
Indien de ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, kunnen zij bijgevolg elk op voet van gelijkheid beslissen of het kind al dan niet naar een ander land mag worden overgebracht. De algemene regel is dus dat een kind niet naar het buitenland mag worden overgebracht zonder de toestemming van de andere ouder.
Indien de ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, geldt als algemene regel dat het altijd nodig is de toestemming van de andere ouder te verkrijgen.
Indien de ouders in het kader van de uitoefening van het gezamenlijk ouderlijk gezag geen overeenstemming kunnen bereiken over een voor het kind belangrijke kwestie (zoals de overbrenging van het kind naar een ander land indien dat nodig is), kan de rechter aan een van de ouders het recht verlenen om over deze kwestie te beslissen.
Indien een van de ouders bijvoorbeeld niet instemt met de overbrenging van het kind naar een ander land, hoewel die overbrenging noodzakelijk is, kan de andere ouder de rechter verzoeken om hem of haar toe te staan in een specifiek geval een autonoom besluit te nemen over de overbrenging van het kind naar een ander land. De rechter kan dan extra verplichtingen opleggen aan de ouder die het recht heeft gekregen om in een specifiek geval een autonoom besluit te nemen.
Indien de ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, gelden dezelfde regels, ongeacht de duur van het verblijf of de reden voor de overbrenging van het kind. Totdat het gezamenlijk ouderlijk gezag is beëindigd of totdat de rechter bijvoorbeeld aan een van beide ouders het recht heeft verleend om te beslissen over de verblijfplaats van het kind, behouden beide ouders op voet van gelijkheid het recht om te beslissen over een tijdelijke of permanente overbrenging van het kind naar een ander land.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.