Informatie zoeken per regio
Juridische beroepen – Inleiding
De rechterlijke bevoegdheden van de staat worden uitgeoefend door het rechtsapparaat, conform artikel 34 van de grondwet en een reeks wetten, waaronder voornamelijk de wet van 1961 op de rechtbanken (oprichting en structuur) (Courts (establishment and Constitution) Act ) en de wet van 1961 op de rechtbanken (aanvullende bepalingen) (Courts (Supplemental Provisions) Act ), zoals gewijzigd. De rechters worden benoemd uit de beoefenaars van juridische beroepen die zich voor deze functie kandidaat stellen. Zij zijn volledig onafhankelijk bij de uitoefening van hun bevoegdheden. Deze onafhankelijkheid is verankerd in de grondwet. Er zijn twee soorten advocaten: solicitors (gespecialiseerd in het verlenen van advies aan de cliënt) en barristers (gespecialiseerd in pleitbezorging en geschillenbeslechting).
1. Rechters
Het adviesorgaan voor rechterlijke benoemingen (Judicial Appointments Advisory Board) selecteert kandidaten voor de benoeming tot rechter en informeert de regering over hun geschiktheid. Dit adviesorgaan is opgericht bij de wet van 1995 op de rechtbanken en de rechterlijke ambtenaren (Court and Courts Officers Act ). Het is samengesteld uit de president (Chief Justice) van het hooggerechtshof (Supreme Court) en de presidenten van het hogere hof van beroep (Court of Appeal), het hof van beroep (High Court), de arrondissementsrechtbank (Circuit Court) en de districtsrechtbank (District Court), de procureur-generaal (Attorney General), benoemde vertegenwoordigers van de raad van de orde van advocaten (Bar Council) en de orde van advocaten (Law Society), en drie personen die worden benoemd door de minister van Justitie en Rechtshervorming. De rechters worden op advies van de regering door de Ierse president benoemd. De rechters zijn onafhankelijk en zijn alleen gebonden door de grondwet en de wet. Overeenkomstig de grondwet wordt het aantal rechters op gezette tijden bij wet vastgesteld.
Het hooggerechtshof bestaat uit de president en zeven gewone rechters, die Judge of the Supreme Court worden genoemd. De president van het hof van beroep is ambtshalve ook lid van het hooggerechtshof. Het hof van beroep bestaat uit de president, die verantwoordelijk is voor de algemene organisatie van de werkzaamheden van het hof van beroep, en gewone rechters, die Judge of the High Court worden genoemd. De presidenten van het hooggerechtshof en de arrondissementsrechtbank zijn ambtshalve ook lid van het hof van beroep. Het hof van beroep bestaat uit de president en 35 rechters. De arrondissementsrechtbank bestaat uit de president en 37 gewone rechters, die Judge of the Circuit Court worden genoemd. De president van de districtsrechtbank is ambtshalve ook lid van de arrondissementsrechtbank. De districtsrechtbank bestaat uit de president en 63 overige rechters, die Judge of the District Court worden genoemd. Het salaris van de rechters wordt op gezette tijden bij wet vastgesteld.
De rechters worden benoemd uit de kringen van gekwalificeerde advocaten (solicitors of barristers) met een bepaald aantal jaren praktijkervaring (geen onderzoek). Wat de districtsrechtbank betreft, is in artikel 29, lid 2, van de wet van 1961 op de rechtbanken (aanvullende bepalingen) (Courts Act (Supplemental Provisions)) bepaald dat een praktiserend advocaat met ten minste tien jaar ervaring als barrister of solicitor in aanmerking komt voor benoeming tot rechter van de districtsrechtbank. In artikel 30 van de wet van 1995 op de rechtbanken en de rechterlijke ambtenaren is bepaald dat een advocaat met ten minste tien jaar ervaring als barrister of solicitor in aanmerking komt voor benoeming tot rechter van de arrondissementsrechtbank. In de wet van 2002 op de rechtbanken en de rechterlijke ambtenaren is bepaald dat een advocaat met ten minste twaalf jaar ervaring als barrister of solicitor in aanmerking komt voor benoeming in het hof van beroep, het hogere hof van beroep en het hooggerechtshof. Zoals reeds vermeld, zijn de rechters in zoverre onafhankelijk dat zij alleen door de grondwet en de wet gebonden zijn. Bij hun benoeming leggen zij krachtens artikel 34.5.1 van de grondwet de volgende verklaring af:
“In the presence of almighty God I do solemnly and sincerely promise and declare that I will duly and faithfully and to the best of my knowledge and power execute the office of Chief Justice (or as the case may be) without fear or favour, affection or ill-will towards any man, and that I will uphold the Constitution and the laws. May God direct and sustain me.” (Ten overstaan van de almachtige God beloof en verklaar ik plechtig en oprecht dat ik het ambt van president van het hooggerechtshof (of ander ambt naargelang van het geval) zonder vrees of gunsten, of voorkeur voor of aversie tegen enige persoon, gewetensvol en met inzet van al mijn kennis en bevoegdheden zal uitoefenen, en dat ik de grondwet en de wetten zal respecteren. Moge God mij leiden en ondersteunen.)
Volgens de grondwet kunnen rechters van het hof van beroep en het hooggerechtshof alleen uit hun ambt worden ontheven bij vastgesteld wangedrag of incompetentie nadat besluiten hiertoe door beide kamers van het parlement (Oireachtas) zijn goedgekeurd. In de wet van 1924 op de rechtbanken (Courts of Justice Act) en de wet van 1946 op de rechtbanken (arrondissementsrechtbank) (Courts of Justice (District Court)) zijn soortgelijke bepalingen opgenomen voor rechters van de arrondissements- en districtsrechtbanken.
2. De procureur-generaal (Attorney General) en de directeur van het Openbaar Ministerie (Director of Public Prosecutions)
De procureur-generaal adviseert de regering conform artikel 30 van de grondwet op het gebied van wetgeving en andere juridische kwesties. De procureur-generaal wordt op voordracht van de eerste minister (Taoiseach) door de Ierse president benoemd en is verplicht zijn ambt neer te leggen wanneer de eerste minister dit doet. De procureur-generaal is gewoonlijk een praktiserende barrister en senior counsel. Hij is niet verplicht zijn private praktijk op te geven, maar heeft dat in de afgelopen jaren wel gedaan.
Als juridisch adviseur van de regering onderzoekt de procureur-generaal alle ontwerp-wetgeving die de regering ter goedkeuring aan beide kamers van het parlement wil voorleggen. De procureur-generaal adviseert de regering bovendien over internationale aangelegenheden zoals de ratificatie van internationale verdragen. Een andere taak van de procureur-generaal is het vertegenwoordigen van het algemeen belang bij het geldend maken van publieke rechten. Dit gebeurt door het inleiden van of bezwaar aantekenen tegen gerechtelijke procedures. Hoewel de procureur-generaal door de eerste minister is benoemd, is hij onafhankelijk van de regering. Krachtens de grondwet is de procureur-generaal altijd de hoofdverweerder wanneer de grondwettigheid van de wetgeving wordt aangevochten.
Tot 1976 werden alle ernstige misdrijven vervolgd in naam van de procureur-generaal. In de grondwet is bepaald dat deze functie kan worden vervuld door een andere persoon die hiertoe bij wet gemachtigd is. Aldus werd het bureau van de directeur van het Openbaar Ministerie (Director of Public Prosecutions) opgericht bij artikel 2 van de wet van 1974 op de vervolging van strafbare feiten (Prosecution of Offences Act), die in 1976 in werking is getreden. De gedachte was een ambtenaar te benoemen die deze functies onafhankelijk van politieke connecties vervult. De directeur wordt door de regering benoemd, maar hij is ambtenaar en hij neemt dus, in tegenstelling tot de procureur-generaal, geen ontslag wanneer een regering valt. Hierdoor wordt de continuïteit in de vervolging van strafbare feiten gegarandeerd. De genoemde wet van 1974 schrijft ook voor dat de directeur van het Openbaar Ministerie onafhankelijk moet zijn bij de uitoefening van deze functies. De directeur kan door de regering van zijn functie worden ontheven, maar alleen nadat een rapport over zijn gezondheidstoestand of gedrag is opgesteld door een commissie bestaande uit de president van het hooggerechtshof, een rechter van het hof van beroep en de procureur-generaal.
De directeur van het Openbaar Ministerie beslist of iemand voor een ernstig strafbaar feit moet worden vervolgd en hoe de aanklacht moet luiden. Alle misdrijven worden in naam van de DPP vervolgd, maar de meeste lichte misdrijven kunnen door de politie (Gardaí) worden afgehandeld zonder dat een dossier aan de DPP hoeft te worden gestuurd. In deze gevallen is de DPP bevoegd om de politie over de afhandeling van de zaak te adviseren. Hoewel de DPP de taak van de procureur-generaal bij de vervolging van strafbare feiten heeft overgenomen, behoudt de procureur-generaal deze in zaken met een internationale dimensie zoals uitlevering.
3. Ambtenaren van het rechtsapparaat (Employees of the Courts Service)
De organisatie voor dienstverlening op het gebied van de rechtspleging (Courts Service) heeft griffiers (Court Registrars) en secretarissen (Court Clerks) in dienst.
De secretarissen zijn verantwoordelijk voor het algemene beheer van de rechtbanken. Een griffier heeft voornamelijk tot taak de rechter bij te staan tijdens de zittingen en ervoor te zorgen dat de rechtbank doeltreffend wordt beheerd met het oog op de vlotte werking ervan.
De organisatie voor dienstverlening op het gebied van de rechtspleging is een onafhankelijke rechtspersoon die in november 1999 is opgericht bij de wet van 1998 op de organisatie voor dienstverlening op het gebied van rechtspleging (Courts Service Act). De organisatie is verantwoording verschuldigd aan de minister van Justitie en Gelijkheid (Minister for Justice and Equality) en, via de minister, aan de regering.
De organisatie voor dienstverlening op het gebied van de rechtspleging heeft vijf taken:
- beheer van de rechtbanken;
- het verlenen van ondersteunende diensten aan de rechters;
- informatieverschaffing over het gerechtelijke stelsel aan het publiek;
- verschaffing, beheer en onderhoud van rechtbankgebouwen;
- verschaffing van faciliteiten aan de gebruikers van de rechtbanken.
4 Deurwaarders (Sheriffs)
Elk graafschap (County) in Ierland heeft een deurwaarder. Dit is een ambtenaar die onder andere verantwoordelijk is voor de inbeslagneming en de verkoop van goederen om na een rechterlijk vonnis een schuld af te wikkelen. Deurwaarders worden benoemd krachtens de wet van 1945 inzake rechterlijke ambtenaren (Court Officers Act). In artikel 12, lid 5, van die wet is bepaald dat benoeming is voorbehouden aan advocaten met vijf jaar ervaring als solicitor of barrister of personen met ten minste vijf jaar ervaring als eerste griffier of hoofdassistent van een adjunct-deurwaarder of een deurwaarder. Op grond van artikel 12, lid 6, punt g), van deze wet moeten de arbeidsvoorwaarden van iedere deurwaarder op wie de voorafgaande paragrafen van de wet van toepassing zijn, op gezette tijden worden vastgesteld door de minister van Financiën na overleg met de minister van Justitie en Gelijkheid.
5. Solicitors
De Ierse orde van advocaten houdt toezicht op de opleiding van studenten die solicitor willen worden en is bevoegd om disciplinaire maatregelen tegen gekwalificeerde solicitors te nemen. Om solicitor te worden, moet het eindexamen (FE-1) worden afgelegd. Dat examen wordt twee keer per jaar georganiseerd, meestal in het voor- en najaar. Het examen FE-1 omvat acht hoofdthema’s: bedrijfsrecht, constitutioneel recht, verbintenissenrecht, strafrecht, billijkheidsregels (Equity), EU-recht, onroerende-zaakrecht en recht inzake onrechtmatige daad (Tort Law). Nadat zij het examen met goed gevolg hebben afgelegd, moeten de studenten een (praktiserende) gekwalificeerde solicitor vinden die kan fungeren als begeleider tijdens hun stage, de zogenaamde Professional Practice Course I I (PPC I). PPC I, die loopt van september tot maart, bestrijkt de volgende onderwerpen: landrechtpraktijk, erf- en belastingrecht, bedrijfsrecht, inleidende cursussen, geschillen (burgerlijk en strafprocesrecht), cursussen Iers voor de rechtspraktijk en ontwikkeling van vaardigheden (met name burgerlijk recht en pleidooien, verhoren en adviseren, juridisch onderzoek verrichten, presentaties geven op juridisch gebied, juridische teksten schrijven, onderhandelen en professionele ontwikkeling). De stageovereenkomst van de kandidaat vangt twee weken na het eindexamen PPC I aan. Voorwaarde voor toelating tot de Professional Practice Course II (PPC II) is dat het stagecomité heeft verklaard dat de kandidaat is geslaagd voor PPC I. Na elf maanden van de totale opleidingsperiode van 24 maanden keert de stagiair terug naar de rechtenfactulteit om de PPC II te volgen. De onderwerpen die tijdens PPC II aan bod komen, zijn beroepspraktijk, organisatie en beheer (verplicht) en een reeks facultatieve cursussen in de volgende drie categorieën: ondernemingen, praktijk en procedure, en particulieren. Deze opleiding begint doorgaans in april van elk jaar en duurt elf weken, met inbegrip van de examens. Na voltooiing van PPC II gaan de studenten terug naar het kantoor van de solicitor die fungeert als hun stagebegeleider, voor de resterende opleidingsperiode – tien maanden voor wie geen punten heeft gekregen voor werk dat vóór PPC I is verricht, of zes maanden voor wie daarvoor wel punten heeft gekregen.
Stagiairs kunnen verzoeken om opname van hun naam in het register van solicitors (roll of solicitors) wanneer:
- zij voor al hun examens zijn geslaagd;
- zij de opleidingsperiode met goed gevolg hebben afgerond; en
- de solicitor die als begeleider optreedt, onder ede heeft verklaard dat zij bekwaam en geschikt zijn om solicitor te worden.
Tot slot kan worden verzocht om een verklaring van geschiktheid zodra de naam van de betrokkene is ingeschreven in het register van solicitors.
Iedere gekwalificeerde solicitor is onderworpen aan de disciplinaire bevoegdheden van de orde van advocaten. Krachtens de wet van 1954 en 1994 inzake solicitors (Solicitors Acts) is het tuchtgerecht (Disciplinary Tribunal) van de orde van advocaten bevoegd tot het onderzoeken van beschuldigingen van misdragingen zoals de verduistering van geld. Bij constatering van een misdraging kan het tuchtgerecht zelf een sanctie opleggen aan de solicitor (met name de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van minder dan 15 000 EUR) of zijn bevindingen en aanbevelingen voorleggen aan de president van de hof van beroep, die in laatste instantie beslist over de aard van de aan de solicitor op te leggen sanctie. De president is bevoegd om een solicitor te schorsen en de schorsing op te heffen. Het tuchtgerecht is bevoegd om terugbetaling van geld aan cliënten te gelasten, indien het van oordeel is dat een solicitor een te hoog honorarium in rekening heeft gebracht.
In de verordening tot uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschappen inzake de vestiging van advocaten van 2003 (Statutory Instrument 732) is bepaald dat de advocaten uit de lidstaten die de professionele activiteit van een barrister of solicitor willen uitoefenen, bij de raad van de orde van advocaten of bij de orde van advocaten om inschrijving moeten verzoeken. Het verzoek wordt beoordeeld en indien het wordt ingewilligd, wordt een inschrijvingsbewijs afgegeven. Tegen een weigering van de raad van de orde van advocaten of de orde van advocaten staat beroep bij het hof van beroep open.
6. Barristers
De Honorable Society of King’s Inns verschaft een postdoctorale juridische opleiding die leidt tot de titel barrister-at-law voor degenen die aan de Bar (balie) willen werken. De King’s Inns is een vrijwillige vereniging onder toezicht van de Benchers of the Honorable Society of King’s Inns, die tot de rechterlijke macht behoren en senior barristers zijn. Toelating tot deze opleiding vindt plaats door aflegging van een toelatingsexamen voor de houders van het King’s Inns Diploma in Legal Studies en voor afgestudeerde juristen. De duur van de opleiding tot het Diploma in Legal Studies is twee jaar (deeltijd), en de opleiding tot barrister-at-law is een voltijdse opleiding van een jaar of een modulaire opleiding van twee jaar. Na de succesvolle afsluiting van de opleiding worden de studenten door de president van het hooggerechtshof tot de balie van het hooggerechtshof toegelaten, en de toegelaten barristers ondertekenen na de plechtigheid de lijst van leden van de balie. Zij moeten echter aan nog meer eisen voldoen, voordat zij tegen betaling juridische werkzaamheden mogen verrichten.
Om te mogen praktiseren, moet een barrister lid zijn van de juridische bibliotheek (Law Library). De juridische bibliotheek biedt in ruil voor een jaarlijkse contributie een plaats van waaruit kan worden gewerkt en toegang tot juridische teksten en materiaal. Alvorens lid van de juridische bibliotheek te kunnen worden, moet de barrister een mentor (master) kiezen – een gevestigde barrister met ten minste vijf jaar ervaring. Zolang hij door de mentor wordt begeleid, hetgeen meestal een jaar duurt, wordt de barrister zonder beroepservaring als devil aangeduid. De mentor wijdt de devil in de praktijkwerkzaamheden van de barrister in en vraagt hem gewoonlijk te helpen bij het opstellen van pleidooien, juridisch onderzoek te doen en zijn master voor het gerecht te vertegenwoordigen.
De algemene raad van de Ierse balie (General Council of the Bar of Ireland), een niet-publiek orgaan, houdt toezicht op het gedrag van de barristers. De raad wordt jaarlijks door de leden van de balie gekozen en geeft een gedragscode (Professional Code of Conduct) uit, die op gezette tijden door de leden van de balie wordt aangepast.
Beschuldigingen van schending van de gedragscode worden onderzocht door de commissie voor beroepspraktijken (Professional Practices Committee) van de raad van de balie, waarvan ook niet-leden van de balie deel uitmaken. De commissie is bevoegd om boetes op te leggen, een lid te berispen of de toegang tot de juridische bibliotheek tijdelijk of definitief te ontzeggen. Tegen deze beslissingen staat beroep bij de kamer van beroep (Appeals Board) open, waarin een rechter van een arrondissementsrechtbank en ook een leek zitting hebben.
Van oudsher moest een Appeals Board instructies ontvangen van een solicitor en was rechtstreeks contact met barristers verboden. Deze praktijk is onderzocht door de commissie voor eerlijke handelspraktijken (Fair Trade Commission), die in haar rapport van 1990 heeft geoordeeld dat het algemene verbod op rechtstreeks contact een restrictieve praktijk was en uit de gedragscode moest worden geschrapt. De commissie gaf toe dat de voortgezette betrokkenheid van een solicitor in bepaalde gevallen wenselijk was. Zij oordeelde dat een solicitor niet wettelijk of anderszins verplicht mocht worden om persoonlijk ter terechtzitting aanwezig te zijn om een barrister te instrueren. Deze aanbevelingen zijn niet volledig uitgevoerd, maar er is een aantal wijzigingen in de gedragscode doorgevoerd zodat rechtstreekse contacten met sommige erkende beroepsorganisaties nu zijn toegestaan.
Barristers zijn hetzij junior counsels, hetzij senior counsels. Volgens de traditie praktiseren de leden van de balie een aantal jaren als junior counsel voordat zij overwegen senior counsel te worden. De bevordering gebeurt niet automatisch en sommige junior counsels dienen de aanvraag nooit in. De meeste barristers overwegen na vijftien jaar ervaring om senior counsel te worden. Degenen die senior counsel willen worden, verzoeken de procureur-generaal om toestemming, maar de daadwerkelijke beslissing wordt genomen door de regering op advies van de procureur-generaal, die ook met de president van het hooggerechtshof, de president van het hof van beroep en de voorzitter van de raad van de orde van advocaten overlegt.
Gewoonlijk houdt een junior counsel zich bezig met het opstellen en voorbereiden van pleidooien en het bepleiten van bepaalde zaken voor het gerecht, voornamelijk bij lagere gerechten. Een senior counsel beoordeelt de door de junior counsel voorbereide ontwerp-pleidooien en pleit in de meer gecompliceerde zaken bij het hof van beroep en het hooggerechtshof.
7. Griffiers (County Registrars)
Griffiers zijn door de regering aangestelde gekwalificeerde solicitors. Zij voeren semi-rechterlijke functies uit in de arrondissementsrechtbanken en zijn verantwoordelijk voor het beheer van de diensten van de circuit court.
Zij treden tevens op als districtsdeurwaarder (County Sheriff) (behalve in Dublin en Cork).
8. Notarissen (Notaries Public)
Notarissen worden benoemd door de president van het hooggerechtshof tijdens een openbare terechtzitting. Tot de belangrijkste taken van openbare notarissen behoren:
- het waarmerken van documenten;
- het waarmerken en bekrachtigen van handtekeningen op documenten;
- het opmaken van protesten inzake handelsdocumenten zoals wissels en promessen, en maritieme zaken;
- het afnemen van beloften, verklaringen en (behalve met betrekking tot procedures voor Ierse rechtbanken) beëdigde verklaringen.
Sollicitaties geschieden door middel van een verzoekschrift onder vermelding van woonplaats en beroep van de kandidaat, het aantal notarissen in het district, het aantal inwoners van het district en de omstandigheden waaruit blijkt dat er behoefte is aan een notaris en/of hoe een vacature is ontstaan. Het verzoekschrift moet vergezeld gaan van een onder ede afgelegde getuigenverklaring van de indiener, ondersteund door een geschiktheidsverklaring die gewoonlijk moet worden ondertekend door zes plaatselijke solicitors en zes toonaangevende persoonlijkheden uit het plaatselijke bedrijfsleven. Het verzoekschrift wordt ingediend bij de president van het hooggerechtshof in de vorm van een verzoekschrift (Notice of Motion) die via het bureau van het hooggerechtshof (Supreme Court Office) wordt voorgelegd aan de registerhouder van de Ierse organisatie van notarissen (Registrar of the Faculty of Notaries Public in Ireland), de secretaris van de orde van advocaten en alle notarissen die in de county’s van verzoeker en in de omliggende graafschappen hun praktijk uitoefenen.
Gewoonlijk worden alleen solicitors als notaris aangesteld. Wanneer een niet-solicitor notaris wil worden, eist de orde van advocaten een toezegging van de kandidaat aan de president van het hooggerechtshof dat hij zich niet zal bezighouden met eigendomsoverdrachten en juridische werkzaamheden die gewoonlijk door een solicitor worden verricht. Alle kandidaten moeten voor de benoeming tot notaris eerst een door de Ierse organisatie van notarissen afgenomen examen afleggen.
Opmerking:
Informatie over het huidige salaris van de procureur-generaal, directeur van het Openbaar Ministerie, griffiers en deurwaarders kan worden opgevraagd
- per e-mail of
- per post, op het volgende adres:
Human Resources
Department of Finance
Merrion Street
Dublin 2, Ierland
Barristers zijn zelfstandig en hun inkomens lopen sterk uiteen.
Solicitors zijn hetzij zelfstandig met een eigen praktijk, hetzij in loondienst, en ook hun inkomens lopen sterk uiteen.
Notarissen brengen een vergoeding per geauthenticeerd document in rekening. De berekende vergoeding is niet wettelijk geregeld, maar notarissen berekenen deze gewoonlijk op basis van tijd, reiskosten en het bedrag dat een deskundige normaal gesproken voor een dergelijke dienst in rekening brengt.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.