- 1 Wat betekent het begrip “ouderlijke verantwoordelijkheid” in de praktijk? Wat zijn de rechten en plichten van degene die ouderlijke verantwoordelijkheid draagt?
- 2 Wie heeft normaal gesproken de ouderlijke verantwoordelijkheid voor een kind?
- 3 Kan een andere persoon in plaats van de ouders worden aangewezen, als de ouders de verantwoordelijkheid voor hun kinderen niet kunnen of willen uitoefenen?
- 4 Hoe wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid geregeld als de ouders van echt scheiden of uit elkaar gaan?
- 5 Welke formaliteiten moeten in acht worden genomen om onderlinge overeenstemming van de ouders betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid juridisch bindend te maken?
- 6 Als de ouders het niet eens worden over de ouderlijke verantwoordelijkheid, wat voor mogelijkheden zijn er dan om het conflict buiten het gerecht om op te lossen?
- 7 Over welke zaken betreffende het kind kan de rechter beslissen als de ouders de zaak aan de rechter voorleggen?
- 8 Als het gerecht de voogdij over een kind toewijst aan een van de ouders, betekent dit dan dat deze ouder over alle zaken betreffende het kind kan beslissen zonder eerst de andere ouder te raadplegen?
- 9 Wat betekent het in de praktijk als het gerecht beslist dat de ouders gezamenlijk ouderlijke verantwoordelijkheid dragen?
- 10 Tot welk gerecht of welke instantie moet ik mij wenden om een verzoek betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid te doen? Aan welke formaliteiten moet ik voldoen en welke documenten moet ik bij mijn verzoek voegen?
- 11 Welke procedure geldt in deze zaken? Is er een spoedprocedure?
- 12 Kan ik een vergoeding krijgen van de kosten van rechtshulp en de procedure?
- 13 Is het mogelijk in beroep te gaan tegen een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid?
- 14 Als het nodig is zich te wenden tot een gerecht of een andere instantie om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid ten uitvoer te leggen, welke procedure moet ik dan toepassen?
- 15 Wat moet ik doen om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die door een gerecht in een andere lidstaat is gegeven, in deze lidstaat te laten erkennen en ten uitvoer te laten leggen?
- 16 Tot welk gerecht in deze lidstaat moet ik mij wenden om mij te verzetten tegen de erkenning van een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die is gegeven door een gerecht in een andere lidstaat? Welke procedure is in dit geval van toepassing?
- 17 Welk recht wordt door het gerecht toegepast in een proces over ouderlijke verantwoordelijkheid waarbij het kind of de partijen niet in deze lidstaat wonen of verschillende nationaliteiten hebben?
Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
1 Wat betekent het begrip “ouderlijke verantwoordelijkheid” in de praktijk? Wat zijn de rechten en plichten van degene die ouderlijke verantwoordelijkheid draagt?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg (gezag). Ouders hebben de plicht en het recht voor hun kind te zorgen. Ouderlijke zorg omvat het zorgen voor het kind en zijn/haar eigendom, en het vertegenwoordigen van het kind. Het recht om voor het kind beslissingen te nemen valt daarom in principe onder ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid.
2 Wie heeft normaal gesproken de ouderlijke verantwoordelijkheid voor een kind?
Zoals bij vraag 1 is opgemerkt, verwijst de term “ouderlijke verantwoordelijkheid” naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid.
Gezamenlijk ouderlijk gezag is in principe mogelijk als:
- de ouders getrouwd zijn wanneer het kind geboren wordt,
- de ouders trouwen na de geboorte van het kind,
- de ouders verklaren gezamenlijk voor het kind te willen zorgen (verklaring over het ouderlijk gezag),
- de familierechtbank (Familiengericht) gezamenlijk ouderlijk gezag over het kind aan hen toekent.
Verklaringen over het ouderlijk gezag moeten bij authentieke akte worden verleden. Dit kan worden gedaan door het Bureau voor jeugd- en jongerenzaken (Jugendamt), een notaris of, in bepaalde situaties, door diplomatieke missies in het buitenland. Als de ouders geen verklaring over het ouderlijk gezag verschaffen en niet met elkaar getrouwd zijn, heeft de moeder het exclusieve ouderlijk gezag over het kind. De familierechtbank kan echter, op verzoek van een van de ouders, gezamenlijk ouderlijk gezag toekennen aan beide ouders, mits dit in het belang van het kind is. Geeft de andere ouder geen redenen waarom er geen gezamenlijk ouderlijk gezag zou moeten worden toegekend en blijkt verder ook niet dat er dergelijke redenen zijn, dan wordt ervan uitgegaan dat gezamenlijk ouderlijk gezag in het belang van het kind is.
De Duitse wetgeving gaat ervan uit dat het doorgaans in het belang van het kind is om met beide ouders contact te hebben, en waarborgt daarom het recht van het kind op contact met zijn/haar ouders. Daarnaast hebben beide ouders het recht en de plicht om met hun kind contact te onderhouden.
Het omgangsrecht geeft in de allereerste plaats ouders het recht om hun kind regelmatig te zien en te spreken. “Omgang” omvat niet alleen persoonlijk, maar ook schriftelijk of telefonisch contact.
Het is gewoonlijk de plicht van beide ouders om in het levensonderhoud te voorzien. Ouders kunnen zelf kiezen op welke wijze ze in het levensonderhoud van hun kinderen voorzien. Ze kunnen bijvoorbeeld besluiten dit in natura te doen, meestal in het ouderlijk huis (onderdak, voedsel, kleren enz.).
3 Kan een andere persoon in plaats van de ouders worden aangewezen, als de ouders de verantwoordelijkheid voor hun kinderen niet kunnen of willen uitoefenen?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag).
Als de ouders niet voor het kind zorgen, bijvoorbeeld omdat zij overleden zijn of het kind niet mogen vertegenwoordigen in zaken die met de bezittingen van het kind te maken hebben, bijvoorbeeld omdat de ouders uit de ouderlijke macht zijn gezet, stelt de familierechtbank een wettelijke voogd voor het kind aan.
Als de ouders niet in staat zijn bepaalde aspecten van de ouderlijke zorg uit te voeren, benoemt de familierechtbank voor die aspecten een bewindvoerder (artikel 1909 van het Burgerlijk Wetboek [Bürgerliches Gesetzbuch, BGB]).
4 Hoe wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid geregeld als de ouders van echt scheiden of uit elkaar gaan?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag).
Als de ouders gezamenlijk ouderlijk gezag hebben en vervolgens scheiden van tafel en bed, blijven ze het gezamenlijk ouderlijk gezag over het kind houden, ongeacht of ze getrouwd zijn of niet. De familierechtbank kan echter op verzoek van een van de ouders het gezag aan één ouder toewijzen. Dit verzoek wordt ingewilligd wanneer de andere ouder ermee instemt, tenzij het kind minimaal 14 jaar is en bezwaar maakt, of wanneer het herroepen van het gezamenlijk ouderlijk gezag en het toekennen van het gezag aan één ouder wordt geacht in het belang van het kind te zijn. Zelfs als de ouders scheiden wordt deze beslissing alleen genomen op verzoek van een van de ouders, tenzij het welzijn van het kind gevaar loopt.
5 Welke formaliteiten moeten in acht worden genomen om onderlinge overeenstemming van de ouders betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid juridisch bindend te maken?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
Het is doorgaans aan de ouders om te besluiten hoe zij het gezamenlijk ouderlijk gezag over hun kind vormgeven. Hiervoor gelden geen wettelijke vereisten. De ouders kunnen echter niet gewoon in onderling overleg een juridisch bindende wijziging van de afspraken over het ouderlijk gezag doorvoeren: hierover moet de familierechtbank beslissen. Als de ouders gescheiden leven, kan het Bureau voor jeugd- en jongerenzaken hen helpen een wederzijds aanvaardbaar plan voor ouderlijke zorg op te stellen. Dit plan kan worden gebruikt als de basis voor rechterlijke beslissingen over het ouderlijk gezag. Als de ouders het erover eens zijn dat het ouderlijk gezag exclusief aan één ouder moet worden toegekend, kunnen ze de familierechtbank verzoeken het ouderlijk gezag over te dragen.
De ouders kunnen ook samen afspreken hoe zij het omgangsrecht gestalte zullen geven, aangezien daarvoor geen eisen gelden. Als een regeling wordt vastgelegd in het kader van een gerechtelijke schikking en door de rechtbank wordt goedgekeurd, is deze schikking gelijkwaardig aan een bindende rechterlijke beslissing, die zo nodig kan worden afgedwongen.
6 Als de ouders het niet eens worden over de ouderlijke verantwoordelijkheid, wat voor mogelijkheden zijn er dan om het conflict buiten het gerecht om op te lossen?
Als de ouders hun geschillen niet zelf weten op te lossen, kunnen ze contact opnemen met het Bureau voor jeugd- en jongerenzaken of een organisatie voor vrijwillig jeugdwelzijnswerk (Freie Jugendhilfe). Deze instanties geven ouders advies en helpen hen hun problemen op te lossen. Op http://www.dajeb.de staat een databank met al dit soort hulporganisaties. Ook bemiddeling kan ouders helpen om tot een minnelijke schikking te komen. Meer informatie over gezinsbemiddeling is te vinden op http://www.bafm-mediation.de/.
7 Over welke zaken betreffende het kind kan de rechter beslissen als de ouders de zaak aan de rechter voorleggen?
Afhankelijk van het verzoek of voorstel kan de rechter tijdens de procedure beslissen over alle zaken die verband houden met het ouderlijk gezag (met inbegrip van overdracht van het kind), omgang en het levensonderhoud van het kind. De rechter moet er in alle fasen van de procedure naar streven om conflicten op te lossen op een wijze die voor beide partijen aanvaardbaar is. Als de ouders het oneens zijn over een voor het kind belangrijke zaak die verband houdt met het ouderlijk gezag, kan de rechtbank ook een ouder de bevoegdheid toekennen om besluiten hierover alleen te nemen (Alleinentscheidungsbefugnis).
Als het welzijn van het kind in gevaar is, kan de rechtbank op elk moment ambtshalve maatregelen gelasten die nodig zijn om een dergelijk risico weg te nemen.
8 Als het gerecht de voogdij over een kind toewijst aan een van de ouders, betekent dit dan dat deze ouder over alle zaken betreffende het kind kan beslissen zonder eerst de andere ouder te raadplegen?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
Wat ouderlijke zorg betreft, is het antwoord “ja”. De ouder die geen ouderlijk gezag heeft, heeft niet het recht bij besluiten te worden betrokken. Hij/zij heeft echter wel omgangsrecht en kan de andere ouder verzoeken om informatie over de persoonlijke situatie van het kind, mits het verzoek gerechtvaardigd is. Wanneer het kind verblijft bij de ouder die geen ouderlijk gezag heeft, mag deze echter wel zelf beslissingen nemen over zaken in verband met de zorg voor het kind (bv. over maaltijden), op basis van hetzij de toestemming van de ouder die het ouderlijk gezag heeft, hetzij een rechterlijke beslissing (bijvoorbeeld in de context van omgangsrechten die worden uitgeoefend).
9 Wat betekent het in de praktijk als het gerecht beslist dat de ouders gezamenlijk ouderlijke verantwoordelijkheid dragen?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag).
Als de ouders gezamenlijk ouderlijk gezag over hun kind hebben en samenwonen, moeten ze voor alle geschilpunten die met de ouderlijke zorg te maken hebben, een wederzijds aanvaardbare oplossing vinden. Als de ouders daarentegen gescheiden leven, hoeven ze dat alleen te doen als het gaat om zaken van aanmerkelijk belang voor het kind. Met betrekking tot dagelijkse aangelegenheden heeft de ouder bij wie het kind woont, het recht zelf beslissingen te nemen.
10 Tot welk gerecht of welke instantie moet ik mij wenden om een verzoek betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid te doen? Aan welke formaliteiten moet ik voldoen en welke documenten moet ik bij mijn verzoek voegen?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
In de meeste gevallen zijn familierechtbanken (die deel uitmaken van de kantongerechten [Amtsgerichte]) bevoegd voor procedures in verband met het ouderlijk gezag en omgang. Als een verzoek om een procedure in te leiden moet worden ingediend, bijvoorbeeld in procedures voor de toekenning van exclusief ouderlijk gezag als de ouders apart wonen, moeten gronden voor dit verzoek worden verstrekt. De betrokken feiten en bewijzen moeten worden toegelicht en documenten waarnaar wordt verwezen moeten worden bijgevoegd. In het verzoek moet ook worden vermeld of de partijen al via bemiddeling of een andere buitengerechtelijke procedure voor geschillenbeslechting hebben geprobeerd om tot een oplossing te komen. Wettelijke vertegenwoordiging door een advocaat is alleen in uitzonderlijke gevallen nodig, bijvoorbeeld bij verzoeken die in de context van een echtscheiding worden ingediend. Als er geen advocaat hoeft te worden ingeschakeld, kan een verzoek rechtstreeks bij de bevoegde rechtbank worden ingediend. Hiervoor beschikken de kantongerechten over griffies (Rechtsantragstellen), waar verzoeken en andere verklaringen kunnen worden geregistreerd.
Als de ouders niet met elkaar getrouwd zijn op het moment dat het kind wordt geboren, kan de verklaring over het ouderlijk gezag (in het geval van gezamenlijk ouderlijk gezag) worden gewaarmerkt door de daarvoor verantwoordelijke functionaris bij het Jugendamt, een notaris of, in bepaalde situaties, diplomatieke missies in het buitenland.
11 Welke procedure geldt in deze zaken? Is er een spoedprocedure?
In procedures die het ouderlijk gezag en omgangsrecht betreffen, is het beginsel van “ambtshalve onderzoek” (Amtsermittlungsgrundsatz) van toepassing. Op grond van dit beginsel moet de rechter alle relevante feiten ambtshalve onderzoeken en is hij/zij niet gebonden door de argumenten van de partijen.
In noodgevallen kan de rechtbank een voorlopige maatregel opleggen, zolang dit gerechtvaardigd en dringend noodzakelijk is. Als het welzijn van het kind in gevaar is, moet de rechtbank nagaan of een voorlopige maatregel moet worden opgelegd, zelfs als geen van de partijen daarom heeft verzocht. Wanneer er binnen de termijn voor omgangsprocedures geen wederzijds aanvaardbare oplossing wordt gevonden, moet de rechtbank met de ouders en het Jugendamt praten over de oplegging van een voorlopige maatregel.
12 Kan ik een vergoeding krijgen van de kosten van rechtshulp en de procedure?
Burgers die vanwege hun persoonlijke en financiële situatie de kosten van de procedure niet kunnen betalen, slechts een gedeelte van de kosten kunnen betalen of alleen in termijnen kunnen betalen, kunnen rechtsbijstand krijgen voor procedures, waaronder die voor de familierechtbank. Een voorwaarde voor deze rechtsbijstand is dat de beoogde rechtsvordering of het beoogde verweer voldoende kans van slagen heeft en niet triviaal lijkt. Op die manier krijgen ook mensen die over minder financiële middelen beschikken, toegang tot de rechter. Afhankelijk van het beschikbare inkomen van de partij die recht heeft op rechtsbijstand, dekt de staat in het kader van de rechtsbijstandsprocedure, hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk, het aandeel van deze partij in de gerechtskosten en, indien er een advocaat aan hem/haar is toegewezen, het honorarium van de advocaat.
13 Is het mogelijk in beroep te gaan tegen een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
Tegen beslissingen over ouderlijk gezag/omgang kan beroep worden aangetekend. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om een beslissing in een afzonderlijke procedure of in een bijkomende procedure in een echtscheidingszaak. In beide gevallen mag er beroep worden ingesteld.
Het beroep moet worden ingesteld binnen één maand na de schriftelijke bekendmaking van de beslissing. Tegen voorlopige maatregelen in verband met ouderlijk gezag kan alleen beroep worden aangetekend als ze zijn genomen op basis van een mondelinge uitwisseling van standpunten. Een dergelijk beroep moet binnen twee weken worden ingesteld. Opgelegde maatregelen zonder mondelinge uitwisseling zijn definitief. Ongeacht of er een mondelinge uitwisseling heeft plaatsgevonden of niet, kan tegen voorlopige maatregelen betreffende het omgangsrecht ook geen beroep worden aangetekend. In deze gevallen kan echter een bodemprocedure worden ingeleid. Er zij op gewezen dat voorlopige maatregelen hun geldigheid verliezen, wanneer andere gerechtelijke uitspraken over dezelfde kwestie van kracht worden.
14 Als het nodig is zich te wenden tot een gerecht of een andere instantie om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid ten uitvoer te leggen, welke procedure moet ik dan toepassen?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
Als een dwangbevel betreffende de overdracht van personen en het regelen van omgang niet wordt nageleefd, kan de rechtbank de verzuimende partij een boete en, als deze niet kan worden geïnd, een gevangenisstraf opleggen. Onder bepaalde omstandigheden kan ook direct een gevangenisstraf worden opgelegd. In het bevel waarin de overdracht van de persoon of het omgangsrecht wordt geregeld, worden de consequenties van het niet naleven ervan uiteengezet. De maximumboete voor één persoon is 25 000 EUR en de maximale gevangenisstraf is zes maanden. Een ander mogelijk middel om uitvoering af te dwingen is het dwangbevel dat aan de verzuimende partij wordt opgelegd. Het is niet toegestaan om dwang uit te oefenen op een kind als hij/zij moet worden overgedragen om het omgangsrecht te kunnen toepassen. Het is alleen toegestaan om dwang uit te oefenen op een kind, als dit in het belang van het kind is en het niet mogelijk is de naleving van de verplichting met minder ingrijpende middelen af te dwingen.
15 Wat moet ik doen om een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die door een gerecht in een andere lidstaat is gegeven, in deze lidstaat te laten erkennen en ten uitvoer te laten leggen?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
Beslissingen over het ouderlijk gezag en omgang die in andere EU-lidstaten (behalve Denemarken) zijn gegeven, worden in Duitsland erkend op basis van Verordening (EG) nr. 2201/2003 (de verordening Brussel II bis). Er is dan ook geen speciale procedure voor nodig. Het is in Duitsland echter ook mogelijk om bij de bevoegde familierechtbank een verzoek om erkenning van dergelijke beslissingen in te dienen. Deze erkenning geldt voor alle partijen.
Voordat een beslissing over ouderlijk gezag uit een andere lidstaat in Duitsland kan worden uitgevoerd, moet een verzoek om uitvoerbaarverklaring worden ingediend, zoals beschreven in de verordening Brussel II bis, d.w.z. dat toestemming moet worden gegeven om de beslissing in Duitsland uit te voeren. Het verzoek moet worden ingediend bij de lokale familierechtbank waar de hogere arrondissementsrechtbank (Oberlandesgericht) haar zetel heeft. Bij het verzoek om uitvoerbaarverklaring moet een kopie van de beslissing worden gevoegd, evenals een certificaat van de rechtbank in de lidstaat van oorsprong, waarvoor het standaardformulier uit bijlage II bij de verordening wordt gebruikt. De verzoeker hoeft niet door een advocaat te worden vertegenwoordigd. Verzoekers die in een andere lidstaat wonen, moeten met het oog op betekening/kennisgeving echter een gevolmachtigde vertegenwoordiger in Duitsland aanwijzen. De familierechtbank beslist zonder een voorafgaande hoorzitting. De griffier van de rechtbank geeft op basis van deze beslissing de executoriale titel af. Tegen de beslissing van de familierechtbank kan beroep worden ingesteld bij de hogere arrondissementsrechtbank. Tegen de beslissing van de hogere arrondissementsrechtbank kan beroep worden aangetekend bij het Federaal Hooggerechtshof (Bundesgerichtshof), als de hogere arrondissementsrechtbank dit toestaat. In Duitsland zijn slechts 22 van de meer dan 650 familierechtbanken verantwoordelijk voor erkenningsaanvragen en uitvoerbaarverklaringen. De adressen zijn te vinden op http://www.bundesjustizamt.de/sorgerecht – “Zuständige Gerichte” (Duits) en http://www.bundesjustizamt.de/custody-conflicts – “Competent German courts (Bevoegde Duitse rechtbanken)” (Engels).
NB: bepaalde beslissingen van lidstaten over het omgangsrecht en de terugkeer van kinderen die onrechtmatig zijn weggehaald of worden vastgehouden, kunnen in Duitsland worden erkend en uitgevoerd zonder dat daarvoor een uitvoerbaarverklaring nodig is en zonder dat deze erkenning kan worden aangevochten. In dergelijke gevallen staat het de houders van ouderlijke verantwoordelijkheid niettemin ook vrij om via de Duitse rechtbanken formeel te verzoeken deze beslissingen uitvoerbaar te verklaren.
16 Tot welk gerecht in deze lidstaat moet ik mij wenden om mij te verzetten tegen de erkenning van een beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid die is gegeven door een gerecht in een andere lidstaat? Welke procedure is in dit geval van toepassing?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
De 22 rechtbanken die in het antwoord op vraag 15 zijn bedoeld, hebben ook in dit geval bijzondere bevoegdheid. Verzoeken om niet-erkenning van een beslissing over het ouderlijk gezag moeten worden ingediend bij de familierechtbank binnen de hogere arrondissementsrechtbank van het rechtsgebied waar de verweerder of het door de beslissing getroffen kind zijn of haar gewone verblijfplaats heeft. Subsidiair is de familierechtbank van het rechtsgebied waarin het belang bij niet-erkenning of de behoefte aan zorg bestaat, bevoegd; in alle andere gevallen is de familierechtbank van Pankow/Weißensee bevoegd. Wanneer deze procedure wordt ingeleid, leidt dat er doorgaans toe dat de bevoegdheid voor alle zaken in verband met het betrokken kind op één plaats wordt geconcentreerd. Dat wil zeggen dat één rechtbank zal kunnen beslissen over alle zaken in verband met het kind. Beslissingen over (erkenning of niet-erkenning) zijn echter alleen van toepassing in de lidstaat waarin ze zijn gegeven. Dit neemt niet weg dat er in Duitsland nog steeds een procedure tot het vaststellen van niet-erkenning kan worden doorlopen, zelfs als voorzorgsmaatregel.
Wat deze procedure betreft, zijn de bepalingen voor het goedkeuren van de uitvoering dienovereenkomstig van toepassing in eerste aanleg en in beroepsprocedures.
17 Welk recht wordt door het gerecht toegepast in een proces over ouderlijke verantwoordelijkheid waarbij het kind of de partijen niet in deze lidstaat wonen of verschillende nationaliteiten hebben?
De term “ouderlijke verantwoordelijkheid” verwijst naar alle rechten en plichten van ouders met betrekking tot een kind. Een belangrijk onderdeel van de ouderlijke verantwoordelijkheid is ouderlijke zorg. Ook contact met het kind en de plicht in het levensonderhoud van het kind te voorzien vallen onder de ouderlijke verantwoordelijkheid (zie de opmerkingen onder vraag 1). De volgende opmerkingen hebben betrekking op ouderlijke zorg (gezag) en omgang.
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen kwesties van het toepasselijk recht en kwesties van bevoegdheid. Meestal zijn de gerechtelijke en administratieve instanties van de gewone verblijfplaats van het kind bevoegd in zaken in verband met ouderlijk gezag en omgang (artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2201/2003 en artikel 5 van het Haags Verdrag inzake de bescherming van kinderen). De nationaliteit is echter niet van belang. Het toepasselijk recht is ook gebaseerd op het Haags Verdrag inzake de bescherming van kinderen. In overeenstemming met dit verdrag is eveneens wettelijk vastgelegd dat op het toewijzen, ontnemen en uitoefenen van ouderlijk gezag en het omgangsrecht in beginsel het recht van toepassing is van de staat waar het kind zijn/haar gewone verblijfplaats heeft. Ouderlijk gezag dat op grond van het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind ontstaat, blijft in beginsel bestaan, ook als de verblijfplaats van het kind verandert. Als de Duitse gerechtelijke en administratieve instanties die bevoegd zijn op grond van de verblijfplaats van het kind regelingen inzake ouderlijk gezag en omgang treffen, dan is daarop het Duitse recht van toepassing.
Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.
Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.