

De term omvat alle taken en verplichtingen die een ouder ten aanzien van een minderjarige heeft volgens het Maltese Burgerlijk Wetboek, hoofdstuk 16 van de Wetten van Malta. De term "ouderlijke verantwoordelijkheid", waarnaar in de Maltese wetgeving wordt verwezen als "ouderlijke macht", omvat het gezag en de omgang, beslissingen over zaken zoals verblijfplaats, reizen, onderhoudsverplichtingen, opvoeding, belangrijke besluiten in verband met de gezondheid en het beheer van eigendom dat toebehoort aan kinderen.
De biologische ouders of, in het geval van adoptie, de adoptieouders, nadat de adoptieprocedure is afgerond. Voorts draagt een alleenstaande moeder de ouderlijke verantwoordelijkheid, tenzij de vader de geboorte van het kind samen met de moeder aangeeft.
Wanneer een kind wordt onderworpen aan een kinderbeschermingsmaatregel of een rechterlijke beslissing, worden de zorg en het gezag toegekend aan de minister in overeenstemming met de wet inzake kinderen en jongeren (kinderbeschermingsmaatregelen), hoofdstuk 285 van de Wetten van Malta.
In geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt deze geregeld door een rechterlijke beslissing of geschikt door middel van mediation. De ouderlijke verantwoordelijkheid kan ook worden geregeld via een juridisch bindend, afdwingbaar document dat in aanwezigheid van een notaris door de partijen wordt ondertekend.
Een overeenkomst die is gesloten buiten het kader van een scheidingsprocedure, is pas juridisch bindend als zij in de rechtbank is geratificeerd en in het Openbaar Register is opgenomen. Als er echter overeenstemming over de ouderlijke verantwoordelijkheid wordt bereikt tijdens een scheidingsprocedure, wordt de overeenkomst voorgelegd aan de rechtbank die de procedure behandelt, en geeft deze een beslissing waarin de overeenkomst al dan niet wordt goedgekeurd.
Een alternatief middel in dergelijke gevallen is mediation. Als ook dit geen overeenstemming tussen de ouders tot resultaat heeft, wordt een procedure ingeleid voor de civiele rechtbank (afdeling familiezaken).
De rechter kan beslissen over alle grote kwesties die van belang worden geacht voor het welzijn van het kind, bijvoorbeeld: de verblijfplaats van het kind, welke ouder het gezag krijgt, bezoek- en omgangsrecht, en de verplichting alimentatie voor het kind te betalen.
De rechtbank kent zelden de volledige zorg en voogdij toe aan één ouder, maar dit verschilt per zaak. In het geval dat de rechtbank echter wel de volledige zorg en voogdij aan één ouder toekent, moeten beslissingen over bepaalde zaken nog steeds in overleg en met instemming van de andere ouder worden genomen, met name zaken in verband met omgang of de overbrenging van een minderjarige naar een derde land, waarbij de omgangsrechten van de ouder die niet de voogdij heeft rechtstreeks in het geding zouden zijn.
Dit betekent dat beide ouders in overleg en gezamenlijk beslissingen met betrekking tot het kind nemen. Het gaat daarbij niet om dagelijkse activiteiten, maar alleen om de belangrijke beslissingen met betrekking tot verblijfplaats, opvoeding en gezondheidskwesties. In artikel 136, lid 3, van het Burgerlijk Wetboek wordt verwezen naar handelingen van buitengewoon beheer, waarbij voor deze handelingen de instemming van beide ouders nodig is.
Wanneer mediation niet het gewenste resultaat heeft, wordt een verzoekschrift ingediend bij de civiele rechtbank (afdeling familiezaken). Er is geen formele lijst van vereiste documentatie, dus alle relevante documenten en certificaten kunnen bij het verzoekschrift worden bijgevoegd, in het bijzonder bewijsstukken waaruit blijkt wie de ouderlijke macht heeft, met inbegrip van eventuele overeenkomsten over de zorg en het gezag of gegeven beslissingen.
Er wordt een datum vastgesteld waarop het verzoek zal worden gehoord. Tijdens de hoorzitting hoort de rechter de partijen en andere getuigen die door de partijen worden opgeroepen. De rechtbank kan ook, als zij dat nodig acht, een rapport over het kind laten opstellen door maatschappelijk werkers en psychologen. De door de rechtbank aangewezen deskundigen zullen een rapport opstellen na overleg met de ouders, het kind en anderen die beroepsmatig op de een of andere wijze met de zaak te maken hebben. Er wordt een spoedprocedure in gang gezet als de partij die het verzoek indient voldoende geldige redenen voor urgentie geeft. Als dit in het belang van de minderjarige is, wordt een tussentijdse uitspraak in de spoedeisende zaak gegeven, bijvoorbeeld een verbod op vertrek, een uitspraak over de zorg en het gezag enzovoort.
Ja, er kan rechtsbijstand worden aangevraagd. De aanvrager moet echter een inkomenstoets ondergaan overeenkomstig boek III, titel X, van het Wetboek van Organisatie en Burgerlijke Rechtsvordering (hoofdstuk 12 van de Wetten van Malta). Zie voor meer informatie over dit onderwerp de pagina over rechtsbijstand.
Het is alleen mogelijk beroep in te stellen over een rechtsvraag, dat wil zeggen als een van de partijen bijvoorbeeld niet het recht krijgt om een getuige op te roepen, zonder dat de rechtbank daarvoor een geldige reden geeft. In zulke gevallen kan beroep worden ingesteld bij het hof van beroep.
Een beslissing van de civiele rechtbank (afdeling familiezaken) is automatisch uitvoerbaar. Wanneer een van de ouders de rechterlijke uitspraak echter niet opvolgt, kan de ouder van wie de ouderlijke macht is beperkt, aangifte doen bij de politie, die vervolgens een strafrechtelijke procedure inleidt bij het kantongerecht om de uitvoering van de beslissing, evenals een boete (multa) en/of gevangenisstraf, te bewerkstelligen. Voorts kan een verzoekschrift worden ingediend bij de civiele rechtbank (afdeling familiezaken) waarin wordt verzocht om wijziging van de rechterlijke uitspraak.
De procedure die moet worden gevolgd, is te vinden in Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (Brussel II bis): de bevoegde rechter moet een certificaat afgeven, dat moet worden ingediend bij de civiele rechtbank (afdeling familiezaken), samen met het vonnis van de rechtbank en het verzoekschrift waarin wordt gevraagd om erkenning en tenuitvoerlegging van de beslissing in kwestie. Er moet ook een adres worden opgegeven waarnaar kennisgevingen kunnen worden gestuurd. Alle documenten moeten naar het Maltees of het Engels worden vertaald.
U kunt uw verzet kenbaar maken voor dezelfde rechtbank waar het verzoek om erkenning en tenuitvoerlegging is ingediend. Dit verzet heeft de vorm van een antwoord op het verzoek en bevat redenen waarom de erkenning en tenuitvoerlegging moet worden geweigerd.
De toepasselijke wet is Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000.
Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.
Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.