Europees betalingsbevel

Italië

Inhoud aangereikt door
Italië

In verband met de informatie die de lidstaten ingevolge artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1896/2006 uiterlijk op 12 juni 2008 aan de Europese Commissie moeten meedelen, is hierbij een tabel gevoegd ter weergave van het verband tussen de Uniebepalingen en de relevante nationale bepalingen.

Gelet op artikel 2, lid 2, onder d), van de verordening is er ook rekening gehouden met vorderingen uit niet-contractuele verbintenissen.

Wat artikel 29, lid 1, onder b), betreft, leek het aangewezen een onderscheid te maken tussen de gevallen die zijn bedoeld in lid 1 van artikel 20 en die welke zijn bedoeld in lid 2 van artikel 20. Lid 1 heeft immers betrekking op de opheffing van de gevolgen van termijnoverschrijding wanneer de termijn buiten de schuld van de verweerder is verstreken, terwijl lid 2 van toepassing is in gevallen waarin het betalingsbevel kennelijk ten onrechte is toegekend of in andere uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld bedrog door de tegenpartij.

Voor de eerste reeks gevallen gelden de voorschriften inzake laattijdig ingestelde rechtsmiddelen (artikel 650 van het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering); de betrokkene moet zich richten tot het gerecht dat de desbetreffende aanmaningsbrief heeft verstuurd. Dit is een standaardgeval met een ruim toepassingsgebied, hoewel het gerecht in het kader van de toepassing van artikel 20, lid 1, onder b), van de verordening moet beslissen of de in de laatste alinea van artikel 650 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering vastgestelde termijn van toepassing is.

Wat de tweede reeks gevallen betreft, wordt momenteel echter gekozen voor de volgende oplossing: een gewone inkennisstelling of, afhankelijk van de omstandigheden, een verzoek bij het in eerste aanleg bevoegde gerecht, met dien verstande dat dit gerecht moet beslissen of de nationale bevoegdheidsregels van toepassing zijn dan wel de regels van de verordening.

Met betrekking tot de communicatiemiddelen die zijn bedoeld in artikel 29, lid 1, onder b), juncto artikel 7, lid 5, is er beslist dat mededelingen alleen op papier mogen worden ingediend, aangezien voor het gebruik van andere en met name elektronische communicatiemiddelen de Italiaanse wet- en regelgeving moet worden nageleefd en aangezien deze communicatiemiddelen volgens de verordening bovendien "beschikbaar" moeten zijn bij de betrokken gerechten.


BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

Italië

Europese grensoverschrijdende procedures - Europees betalingsbevel


*verplichte invoer

Artikel 29, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Italiaans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

De hieronder genoemde gerechten zijn bevoegd om een Europees betalingsbevel uit te vaardigen.

De vrederechter [Giudice di Pace] in het geval van geschillen met een waarde van:

1) 5 000 EUR of minder, wanneer het gaat om algemene geschillen;

2) 20 000 EUR of minder, wanneer het gaat om geschillen betreffende de vergoeding van schade veroorzaakt door voertuigen en vaartuigen in de gevallen die zijn bedoeld in artikel 2, lid 2, onder d), i), van Verordening (EG) nr. 1896/2006.

De vrederechter is, ongeacht de waarde van het geschil, bevoegd voor geschillen betreffende eigenaars/bezitters van een onroerend goed inzake de verspreiding van een hoeveelheid rook, warmte, lawaai, trillingen enz. die de grens overschrijdt die als aanvaardbaar wordt beschouwd (artikel 7, lid 3, punt 3, van het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering) in de gevallen die zijn bedoeld in artikel 2, lid 2, onder d), i), van Verordening (EG) nr. 1896/2006.

De vrederechter is bovendien ook bevoegd voor de geschillen betreffende rente en accessoria die verschuldigd zijn wegens te late betaling van pensioenen of sociale uitkeringen.

De gewone burgerlijke rechtbank (tribunale ordinario civile) of het hof van beroep (corte di appello) als gerecht van eerste en laatste aanleg, is bevoegd voor alle overige geschillen alsook voor alle aangelegenheden die krachtens de Italiaanse wetgeving onder hun exclusieve bevoegdheid vallen.

Wat de aangelegenheden betreft die niet zijn uitgesloten door artikel 2 van de verordening, zijn de gewone burgerlijke rechtbanken met name bevoegd voor:

1) geschillen betreffende landbouwcontracten (in dat geval zijn de in artikel 9 van wet nr. 29 van 14 februari 1990 bedoelde gespecialiseerde landbouwkamers van de gewone rechtbank bevoegd);

2) geschillen betreffende octrooien en merken (in dat geval zijn de in artikel 1 e.v. van wetsdecreet nr. 168 van 27 juni 2003 bedoelde speciale ondernemingskamers van de gewone rechtbank bevoegd);

3) geschillen in verband met scheepvaartrecht, in het bijzonder schade als gevolg van aanvaringen tussen vaartuigen; schade veroorzaakt door vaartuigen bij het ankeren of aanmeren of bij het uitvoeren van andere manoeuvres in havens en andere aanlegplaatsen; schade veroorzaakt door het gebruik van laad- en losmechanismen en de behandeling van goederen in havens; schade door vaartuigen aan netten en andere visuitrusting; kosten en vergoeding voor bijstand, redding en herstel; terugbetaling van uitgaven en toelagen voor het bergen van wrakken op grond van artikel 589 van het scheepvaartwetboek;

4) zaken en procedures betreffende op EU‑niveau uitgeschreven overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, wanneer een van de ondernemingen bedoeld in artikel 3 van wetsdecreet nr. 168 van 27 juni 2003, zoals als gewijzigd, deelneemt aan deze opdrachten dan wel lid is van een consortium of een tijdelijke combinatie waaraan deze opdrachten zijn gegund en de gewone rechtbank dus bevoegd is (ook in dat geval zijn de speciale ondernemingskamers van de gewone rechtbank bevoegd, conform artikel 3 van wetsdecreet nr. 168 van 27 juni 2003).

Het hof van beroep is voor aangelegenheden die niet zijn uitgesloten door artikel 2 van de verordening, als gerecht van eerste en laatste aanleg bevoegd voor schadevorderingen in verband met mededingingsbeperkende praktijken en misbruik van een machtspositie (artikel 32, lid 2, van wet nr. 287 van 10 oktober 1990).

Artikel 29, lid 1, onder b) - Heroverwegingsprocedure

Conform artikel 650 van het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering, vallen de in artikel 20, lid 1, van de verordening bedoelde heroverweging en de daarmee samenhangende procedure onder de bevoegdheid van het gerecht dat het betalingsbevel heeft uitgevaardigd.

De in artikel 20, lid 2, van de verordening bedoelde heroverweging en de daarmee samenhangende procedure vallen onder de bevoegdheid van het gewone gerecht dat bevoegd is om het betalingsbevel uit te vaardigen, conform de algemene procedurevoorschriften.

Artikel 29, lid 1, onder c) - Communicatiemiddelen

Het voor de Europese betalingsbevelprocedure aanvaarde communicatiemiddel in de zin van Verordening (EG) nr. 1896/2006 is toezending per post.

Artikel 29, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen

De aanvaarde taal is het Italiaans.

Laatste update: 21/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.