Geringe vorderingen

Portugal

Inhoud aangereikt door
Portugal

Artikel 25, lid 1, onder a), Bevoegde gerechten

Lokale burgerlijke rechtbanken en rechtbanken met algemene rechtsbevoegdheid.

Artikel 25, lid 1, onder b), Communicatiemiddelen

Aangetekende post, fax en elektronische gegevensoverdracht.

Artikel 25, lid 1, onder c), Autoriteiten of organisaties die praktische bijstand verlenen

DGAJ - Directoraat-Generaal voor gerechtelijke administratie (http://www.dgaj.mj.pt/DGAJ/sections/home).

Artikel 25, lid 1, onder d), Middelen voor elektronische betekening en kennisgeving en elektronische communicatie, en middelen om aanvaarding van het gebruik ervan kenbaar te maken

De volgende communicatiemiddelen zijn beschikbaar:

  • elektronische communicatie via het IT-systeem dat het werk van de rechtbanken ondersteunt, URL https://citius.tribunaisnet.mj.pt/habilus/myhabilus/Login.aspx, wanneer de partijen een wettelijke vertegenwoordiger hebben aangewezen. Hiervoor moet de wettelijke vertegenwoordiger zich vooraf registreren bij de instantie die de toegang tot het IT-systeem beheert (artikel 132, leden 1 en 3, artikel 247 en artikel 248 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en artikelen 3, 5, 25 en 26 van ministerieel decreet (Portaria) nr. 280/2013 van 26 augustus 2013).
  • communicatie per aangetekende brief gericht aan de woonplaats of het kantoor van de partij, of aan het adres dat voor kennisgevingen werd aangegeven, indien de partij geen wettelijke vertegenwoordiger heeft aangewezen (artikel 249 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Artikel 25, lid 1, onder e), Personen of beroepscategorieën die verplicht zijn betekening en kennisgeving van documenten en andere schriftelijke communicatie met elektronische middelen te aanvaarden

Wettelijke vertegenwoordigers, rechters, openbaar aanklagers en gerechtelijke ambtenaren, via het IT-systeem dat het werk van de rechtbanken ondersteunt (https://citius.tribunaisnet.mj.pt/habilus/myhabilus/Login.aspx) (artikelen 3 en 5 van ministerieel decreet nr. 280/2013 van 26 augustus 2013).

Wettelijke vertegenwoordigers moeten zich vooraf registreren bij de instantie die de toegang tot het IT-systeem beheert. Er wordt op gewezen dat het systeem de datum registreert waarop de kennisgeving werd afgegeven, en deze wordt geacht te hebben plaatsgevonden op de derde dag na het opmaken ervan of op de eerste werkdag erna (artikelen 247 en 248 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Indien de partij geen wettelijke vertegenwoordiger heeft aangewezen, geschiedt de kennisgeving per aangetekende brief gericht aan de woonplaats of het kantoor van de partij of aan het adres dat werd aangegeven om kennisgevingen te ontvangen. De kennisgeving wordt geacht te zijn afgegeven op de derde dag na de datum van registratie of op de eerstvolgende werkdag daarna (artikel 249, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Artikel 25, lid 1, onder f), Gerechtskosten en betaalwijzen

• in zaken met een waarde tot 2 000 EUR: 102 EUR (1 rekeneenheid);

• in zaken met een waarde van meer dan 2 000 EUR maar minder dan 5 000 EUR: 204 EUR (2 rekeneenheden).

Indien de zaak bijzonder complex blijkt te zijn, kan de rechter beslissen om de volgende kosten toe te passen:

• in zaken met een waarde tot 2 000 EUR: 153 EUR (1,5 rekeneenheden);

• in zaken met een waarde van meer dan 2 000 EUR maar minder dan 5 000 EUR: 306 EUR (3 rekeneenheden).

(Artikel 6, leden 1 en 5, van de verordening inzake procedurekosten, goedgekeurd bij wetsbesluit nr. 34/2008 van 26 februari 2008, zoals laatstelijk gewijzigd).

Indien overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder a, van Verordening (EG) nr. 1896/2006 in het kader van de Europese betalingsbevelprocedure de verweerder een verweerschrift heeft ingediend en de procedure wordt voortgezet, wordt het bedrag dat uit hoofde van die procedure is betaald, in het geval van de eiser verminderd met het bedrag van de procedurekosten verschuldigd in een Europese procedure voor geringe vorderingen.

De vermindering kan 102 EUR (1 rekeneenheid) of 153 EUR (1,5 rekeneenheden) bedragen. (Artikel 7, lid 6, van de verordening inzake procedurekosten, goedgekeurd bij wetsbesluit nr. 34/2008 van 26 februari 2008, zoals laatstelijk gewijzigd).

Wanneer er sprake is van een tegenvordering (in dat geval worden de bedragen van de twee vorderingen opgeteld om de kosten te berekenen, hetgeen kan leiden tot zaken met een waarde tot 10 000 EUR), bedragen de kosten van zaken met een waarde van 8 000,01 tot 10 000 EUR 3 rekeneenheden (306 EUR), of 4,5 rekeneenheden (459 EUR) in geval van bijzonder complexe zaken. Er zij opgemerkt dat voor zaken met een waarde van 5 000,01 tot 8 000 EUR, de kosten worden beperkt tot twee rekeneenheden (204 EUR), of tot 3 rekeneenheden (306 EUR) in geval van bijzonder complexe zaken (artikel 11 van de verordening inzake procedurekosten, goedgekeurd bij wetsbesluit nr. 34/2008 van 26 februari 2008, zoals laatstelijk gewijzigd, in samenhang met artikel 145, lid 5, artikel 530, lid 2, artikel 299, leden 1 en 2, en artikel 297, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

De aanvaarde betaalwijze is bankoverschrijving.

Artikel 25, lid 1, onder g), Beroepsprocedure en voor beroep bevoegde gerechten

Hoger beroep is slechts ontvankelijk in situaties zoals beschreven in artikel 629, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering of in artikel 696 van dat wetboek.

Ongeacht de waarde van de zaak en het verlies van de partij die in het ongelijk is gesteld, is hoger beroep overeenkomstig artikel 629, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering altijd ontvankelijk:

a) op grond van een schending van de regels van internationale jurisdictie, de regels van de jurisdictie in de desbetreffende materie of de hiërarchische jurisdictie, of indien er sprake is van tegenstrijdigheid met een definitieve gerechtelijke uitspraak;

b) tegen beslissingen met betrekking tot de waarde van de zaak of betrokken bedragen, op grond van het feit dat de waarde de grens van het gerecht dat de zaak heeft behandeld, te boven gaat;

c) tegen beslissingen in dezelfde wetgevingssfeer en over dezelfde fundamentele rechtsvraag die in strijd zijn met de uniforme jurisprudentie van het Hooggerechtshof;

d) tegen een uitspraak van een hof van beroep die in strijd is met een andere uitspraak van hetzelfde of een ander hof van beroep in dezelfde wetgevingssfeer en over dezelfde fundamentele rechtsvraag, en waartegen geen normaal beroep kan worden ingesteld om andere redenen dan de waardegrens van het gerecht, tenzij er een uitspraak is gedaan waarin uniforme jurisprudentie wordt aangehaald die hiermee in overeenstemming is.

Overeenkomstig artikel 696 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan een definitieve beslissing alleen worden heroverwogen indien:

a) uit andere definitieve beslissingen is gebleken dat de beslissing voortkwam uit een strafbaar feit gepleegd door de rechter bij de uitoefening van zijn taken;

b) wordt aangetoond dat bewijsstukken of officiële verklaringen voor de rechter of een verklaring van een deskundige of arbiter vals zijn en, in een of enige van deze zaken, bepalend kunnen zijn geweest voor de beslissing die moet worden heroverwogen, en deze kwestie niet aan de orde is gekomen tijdens de procedure waarin deze beslissing is gegeven;

c) een document wordt voorgelegd waarvan de partij niet op de hoogte was of geen gebruik heeft kunnen maken in de procedure waarin de te heroverwegen beslissing is gegeven, en dat op zich volstaat om de beslissing te wijzigen in het voordeel van de partij die in het ongelijk is gesteld;

d) een bekentenis, intrekking of overeenkomst waarop de beslissing was gebaseerd, ongeldig is of ongeldig kan worden verklaard;

e) de zaak en de tenuitvoerlegging bij verstek hebben plaatsgevonden, zonder enige betrokkenheid van de verweerder, en wordt aangetoond dat geen dagvaarding werd afgegeven of dat de afgegeven dagvaarding nietig is;

f) die beslissing onverenigbaar is met de definitieve beslissing van een internationale beroepsinstantie die bindend is voor de Portugese staat;

g) het geschil was gebaseerd op een door de partijen geveinsde handeling en het gerecht, dat niet heeft ingezien dat er bedrog is gepleegd, geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheden die het heeft op grond van artikel 612.

Overeenkomstig artikel 638, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, kan binnen een termijn van 30 dagen na kennisgeving van de beslissing beroep worden ingesteld.

Overeenkomstig artikel 697, leden 2 en 3, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, kan geen buitengewoon rechtsmiddel van heroverweging worden aangewend indien sinds de definitieve beslissing meer dan vijf jaar verstreken is. De termijn voor het indienen van dergelijk verzoek is 60 dagen te rekenen vanaf:

In het geval van artikel 696, onder a), de dag van de definitieve beslissing waarop de heroverweging berust;

ii. In het geval van artikel 696, onder f), de dag waarop de beslissing waarop de heroverweging berust, definitief werd;

iii. In andere gevallen, het moment waarop de appellant het document verkreeg of in kennis werd gesteld van het feit waarop de heroverweging berust.

iv. In het geval van artikel 696, onder g), bedraagt de termijn voor het instellen van beroep twee jaar te rekenen vanaf het moment waarop de appellant in kennis werd gesteld van de uitspraak, zonder afbreuk te doen aan de eerder vermelde termijn van vijf jaar.

De gerechten die bevoegd zijn om een uitspraak te doen in een beroepsprocedure zijn de Tribunais de Relação (hoven van beroep) in de situaties bedoeld in artikel 629, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, en de gerechten die de aangevochten beslissing hebben gegeven zoals aangegeven in alinea a) in de omstandigheden als bedoeld in artikel 696 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Artikel 25, lid 1, onder h), Procedure voor heroverweging van de beslissing en voor heroverweging bevoegde gerechten

Het beroep wordt ingesteld bij het gerecht dat de aangevochten beslissing heeft gegeven en de appellant moet de feiten aanvoeren waarop het beroep gegrond is. De appellant die het beroep instelt, moet een certificaat van de beslissing of een document waarop het verzoek is gebaseerd, voorleggen (artikel 697, lid 1, en artikel 698 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

De gerechten die bevoegd zijn om uitspraak te doen in een beroepsprocedure, zijn de gerechten die de betwiste beslissing hebben gegeven, zoals aangegeven in alinea a).

Artikel 25, lid 1, onder i), Aanvaarde talen

Engels, Frans en Spaans.

Artikel 25, lid 1, onder j), Voor tenuitvoerlegging bevoegde instanties

Voor tenuitvoerlegging zijn de juízos de execução (executoire gerechten) bevoegd. Indien er geen executoire gerechten zijn, berust de bevoegdheid bij de lokale burgerlijke rechtbanken en de rechtbanken met algemene rechtsbevoegdheid.

Voor de tenuitvoerlegging van beslissingen van Portugese gerechten moet het verzoek tot tenuitvoerlegging worden ingediend in de procedure waarin de beslissing is gegeven (artikel 85, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Het verzoekschrift om tenuitvoerlegging, de bijbehorende stukken en de kopie van de beslissing moeten dan dringend worden verzonden naar het bevoegde executoire gerecht, indien dit bestaat (artikel 85, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Indien de beslissing in een andere lidstaat werd gegeven, is het gerecht van de woonplaats van de verweerder het bevoegde gerecht (artikel 90 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Laatste update: 07/04/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.