Artikel 10 —informatie over bevoegde rechterlijke en andere instanties
Overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van Wet nr. 192/2006 inzake bemiddeling en de organisatie van het beroep van bemiddelaar, zoals gewijzigd en later aangevuld, kan van een door de partijen bij het geschil bereikt akkoord een als onderhandse akte geldende, schriftelijke overeenkomst worden opgemaakt, waarin alle afspraken worden opgenomen. Deze overeenkomst wordt in de regel opgemaakt door de bemiddelaar, behoudens andersluidende afspraken tussen de partijen en de bemiddelaar.
De overeenkomst tussen de partijen mag niet indruisen tegen de wet en de openbare orde. Wanneer wettelijk aan bepaalde inhoudelijke en formele vereisten moet worden voldaan, kan de wettigheid van de bemiddelingsovereenkomst worden getoetst en bekrachtigd door de advocaten van de partijen of door een notaris, indien de partijen in het kader van de bemiddelingsprocedure rechtsbijstand hebben gekregen, of door een andere advocaat of notaris die met instemming van de partijen is gekozen door de bemiddelaar.
De op een van bovengenoemde wijzen getoetste en bekrachtigde bemiddelingsovereenkomst vormt een executoriale titel.
Indien het conflict waarover de bemiddeling gaat, betrekking heeft op de overdracht van een eigendomsrecht op onroerende goederen of andere zakelijke rechten, de verdeling van een gezamenlijk vermogen en de zaken uit een nalatenschap, moet de door de bemiddelaar opgemaakte bemiddelingsovereenkomst, op straffe van absolute nietigheid daarvan, worden voorgelegd aan de notaris of de bevoegde rechter, opdat deze op basis van de bemiddelingsovereenkomst de naleving van de inhoudelijke en formele vereisten aan de hand van wettelijke procedures kan toetsen en een authentieke akte resp. een rechterlijke beslissing kan afgeven met inachtneming van de wettelijke procedures. De bemiddelingsovereenkomsten worden getoetst op naleving van de inhoudelijke en formele vereisten en de notaris dan wel de bevoegde rechter kan een dergelijke overeenkomst met instemming van de partijen wijzigen of aanvullen. De bemiddelaar is, ook in de gevallen waarin de bemiddelingsovereenkomst zakelijke rechten op onroerende goederen vormt, wijzigt of uitbreidt, gehouden aan deze verplichtingen. Deze verplichtingen gelden in alle situaties waarin, op straffe van nietigheid, wettelijk aan bepaalde inhoudelijke en formele vereisten moet worden voldaan. In geval van een bekendmakingsplicht verzoekt de notaris of de bevoegde rechter om inschrijving van de gelegaliseerde overeenkomst of rechterlijke beslissing in het kadaster.
De tussen de partijen tot stand gekomen bemiddelingsovereenkomst bindt hen.
Zij kunnen de notaris verzoeken om legalisering van die overeenkomst; de daarvoor door de notaris opgestelde akte vormt een executoriale titel. Indien de bemiddelingsovereenkomst betrekking heeft op een zaak uit een nalatenschap en al bestond vóór de afgifte van de erfrechtverklaring, is de notaris overeenkomstig de wet bevoegd.
De partijen kunnen zich tot de rechter wenden met het verzoek een beslissing te nemen om hun overeenkomst goed te keuren. De bevoegdheid berust ofwel bij het gerecht binnen het rechtsgebied waarvan de woon- of verblijfplaats of, naar gelang van het geval, de maatschappelijke zetel van een der partijen zich bevindt, ofwel bij het gerecht binnen het rechtsgebied waarvan zich de plaats bevindt waar de bemiddelingsovereenkomst is gesloten. De beslissing tot goedkeuring van de overeenkomst tussen de partijen wordt genomen in de raadkamer en vormt een executoriale titel, waarbij het bepaalde in de artikelen 438 tot en met 441 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering dienovereenkomstig van toepassing is.
In overeenstemming met artikel 63 van Wet nr. 192/2006 inzake bemiddeling en de organisatie van het beroep van bemiddelaar, zoals gewijzigd en later aangevuld, geeft de rechter, indien het geschil via bemiddeling is beslecht, op verzoek van de partijen en met inachtneming van de wettelijke vereisten een beslissing tot goedkeuring van de overeenkomst tussen de partijen (schikking), waarbij de artikelen 438 tot en met 441 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering dienovereenkomstig van toepassing zijn. De schikking wordt schriftelijk getroffen en vormt het dispositief van de beslissing. Het overeenkomstig de bepalingen van onderhavige wet uitgesproken bemiddelend vonnis geldt als executoriale titel.
De bevoegde rechterlijke en andere instanties die conform artikel 6, lid 3, van de richtlijn zijn aangewezen om verzoeken in de zin van de leden 1 en 2 in ontvangst te nemen, zijn: districtsrechtbanken (judecătorii); rechtbanken (tribunale); hoven van beroep (curţi de apel); het Hof van Cassatie en Justitie (Inalta Curte de Casație și Justiție).
De lijst van bemiddelaars en notarissen wordt gepubliceerd op het e-justitieportaal:
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.