De handelingsbekwaamheid van het kind
In Kroatië hebben kinderen handelingsbekwaamheid (de bekwaamheid om rechten en plichten te hebben) en bevoegdheid om in rechte op te treden (de bevoegdheid om partij bij de procedure te zijn: klager of verdachte). Kinderen krijgen voor hun 18e verjaardag de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten (de bevoegdheid om overeenkomsten te sluiten en de rechtsgevolgen teweeg te brengen, die doorgaans wordt verworven op de leeftijd van 18 jaar), als ze trouwen, vader of moeder worden (vanaf 16 jaar) of een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan (vanaf 15 jaar).
Toegang tot speciale procedures
Bij een strafproces waarbij kinderen betrokken zijn, kan een rol zijn weggelegd voor:
- de ombudsman voor kinderen (pravobranitelj za djecu);
- gespecialiseerde politieagenten bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, die zijn opgeleid om met minderjarige slachtoffers en daders te werken;
- jeugdrechtbanken en ‑rechters, in strafprocessen waarbij kinderen betrokken zijn;
- openbare aanklagers voor jeugdzaken bij het openbaar ministerie;
- advocaten die zijn gespecialiseerd in rechtszaken met kinderen en die indien nodig worden aangesteld door de president van de rechtbank vanaf de lijst van de Kroatische orde van advocaten (Hrvatska odvjetnička komora) (gewoonlijk als strafrechtadvocaat);
- maatschappelijk werkers die een grote rol spelen in strafprocessen waarbij kinderen betrokken zijn;
- gespecialiseerde kinderklinieken en ‑ziekenhuizen;
- verscheidene gespecialiseerde ngo’s, niet-juridische deskundige adviseurs (bij jeugdrechtbanken en het openbaar ministerie), vrijwilligers enz.
De deelname van kinderen of minderjarigen (tot de leeftijd van 23 jaar) aan gerechtelijke procedures in gevallen waarin zij de daders zijn van het strafbare feit, wordt geregeld door de wet op het jeugdrecht (Zakon o sudovima za mladež).
Civiele procedures worden gevoerd door gemeentelijke rechtbanken (općinski sudovi), ook de procedures waarbij kinderen betrokken zijn, want er zijn geen speciale rechtbanken die uitsluitend geschillen behandelen waarbij kinderen en minderjarigen betrokken zijn. Gemeentelijke rechtbanken zijn in eerste aanleg bevoegd voor de behandeling van zaken in verband met alimentatie, het bestaan of niet-bestaan van een huwelijk, nietigverklaring van een huwelijk en echtscheiding, erkenning of betwisting van vader- of moederschap en de voogdij over en ouderlijke zorg voor een kind.
De centra voor maatschappelijke zorg (Centri za socijalnu skrb) zijn overheidsinstellingen voor de bescherming en ondersteuning van kinderen, die de mogelijkheid hebben om invloed uit te oefenen op gerechtelijke beslissingen. In gerechtelijke procedures kunnen centra voor maatschappelijke zorg de juridische status van partij hebben. Zij kunnen ook als interveniërende partij aan de procedure deelnemen. Omdat de centra een belangrijke rol spelen bij de bescherming van kinderen in gerechtelijke procedures, hebben zij verschillende mogelijkheden om de belangen van kinderen te behartigen.
De ombudsman voor kinderen is een onafhankelijk orgaan dat uitsluitend verantwoordelijk is tegenover het parlement, met als opdracht toe te zien op de rechten en belangen van kinderen en deze te beschermen en te bevorderen.
Er zijn in Kroatië geen speciale rechtbanken of instellingen die zich uitsluitend bezighouden met de rechten van kinderen en minderjarigen in administratieve gerechtelijke procedures. De bestaande administratieve rechtbanken (upravni sudovi) zijn rechtbanken met een algemene bevoegdheid om alle administratieve geschillen te beslechten, met inbegrip van geschillen waarbij kinderen en minderjarigen betrokken zijn.
Alle bevoegde instanties die betrokken zijn bij strafprocessen waarbij een kind of een minderjarige als verdachte of slachtoffer betrokken is, moeten alles in het werk stellen om hun werkzaamheden zo snel mogelijk af te kunnen ronden. Volgens de wet op het jeugdrecht zijn strafprocessen tegen minderjarigen, tegen jongvolwassenen en, in zaken betreffende strafrechtelijke bescherming, tegen kinderen urgent van aard en mag er geen onnodige vertraging optreden bij het openen van het strafproces en het nemen van de betreffende gerechtelijke beslissingen. Gerechtelijke procedures tegen criminele minderjarigen, onderzoeken en procedures van de politie en openbaar aanklagers, zijn urgent van aard.
Vertragingen in de uitvoering van sancties tegen minderjarigen worden zo veel mogelijk beperkt en de rechtbank moet zonder onnodige vertraging beslissen om een procedure te beginnen, zodra de rechterlijke beslissing definitief is en er geen juridische belemmeringen zijn om deze uit te voeren.
Procedures waarin wordt beslist over de persoonlijke rechten van het kind, zijn urgent. De eerste zitting moet plaatsvinden binnen vijftien dagen vanaf de dag waarop de procedure is ingeleid. Een bevel met betrekking tot het nemen van voorlopige maatregelen, de uitoefening van het ouderlijk gezag en het hebben van een persoonlijke relatie met het kind, evenals een bevel tot huisvesting van het kind, worden gegeven en betekend binnen dertig dagen vanaf de dag waarop de procedure is ingeleid. De rechtbank van tweede aanleg moet haar beslissing geven en bekendmaken binnen dertig dagen vanaf de dag waarop zij het beroepschrift heeft ontvangen.
Overeenkomstig het wetboek van strafvordering heeft een slachtoffer – een kind of een minderjarige – het recht om te worden gehoord, het recht om te getuigen en het recht om aan het strafproces deel te nemen. Het kind of de minderjarige heeft bovendien het recht om te worden geïnformeerd over de relevante feiten, om bewijs aan te dragen in verband met een strafbaar feit en een strafproces, en om beroep in te stellen. In dit opzicht hebben zij het recht om verdachten, getuigen en deskundigen tijdens rechtszittingen vragen te stellen en hun opmerkingen en toelichtingen bij hun getuigenis in te dienen.
In de praktijk behelst de beoordeling van het belang van het kind het advies van deskundigen die optreden in een procedure voor de bescherming van het kind en die de rechtbank eveneens een maatregel ter bescherming van het kind kunnen voorstellen. De beoordeling van het belang van het kind wordt gebaseerd op de beginselen en werkmethoden van maatschappelijk werkers, psychologen, docenten enz.
Om te voldoen aan de bepalingen van de Europese Overeenkomst inzake de uitoefening van de rechten van het kind, kan de rechtbank in een zaak waarin de houder van het ouderlijk gezag vanwege zijn/haar belangenconflict met het kind is uitgesloten van de vertegenwoordiging van het kind, een bijzondere vertegenwoordiger voor het kind aanstellen. Deze vertegenwoordiger is doorgaans een advocaat met ruime ervaring in procedures waarbij kinderen betrokken zijn. In bepaalde gerechtelijke procedures, zoals de inverzekeringstelling van een kind of minderjarige, in echtscheidings- en adoptiezaken en in zaken die verband houden met de bescherming van de persoonlijke rechten en belangen van kinderen, kunnen bijzondere vertegenwoordigers worden aangesteld.
De bescherming van het belang van het kind is een van de beginselen die zijn vastgelegd in de Kroatische grondwet, waarin onder meer staat dat ouders de verantwoordelijkheid dragen voor de huisvesting, het welzijn en de opvoeding van hun kinderen en dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitoefening van het recht van hun kinderen op een volwaardige en harmonieuze persoonlijke ontwikkeling. Op grond van de geldende wetgeving moet de staat speciale aandacht schenken aan wezen en minderjarigen die door hun ouders worden verwaarloosd, en heeft eenieder de plicht het kind te beschermen en de bevoegde instanties in te lichten als het kind mogelijk kwaad wordt gedaan. Jonge mensen, moeders en mensen met een handicap hebben recht op speciale bescherming op het werk. Eenieder zou onder gelijke voorwaarden toegang moeten hebben tot onderwijs. Volgens de wet is verplicht onderwijs gratis.
Toezicht op de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn
Kroatië heeft de wet op de uitvoering van sancties die zijn opgelegd aan jongeren die zijn veroordeeld voor strafbare feiten en overtredingen, aangenomen.
Deze wet is bedoeld om het volgende te regelen:
- de voorwaarden voor de uitvoering van sancties voor strafbare feiten die zijn gepleegd door een kind/minderjarige als dader in het kader van strafprocessen, in het bijzonder de toepassing van educatieve maatregelen, jeugddetentie en conservatoire maatregelen; en
- de voorwaarden voor de uitvoering van sancties in het geval van een strafbaar feit dat door een kind/minderjarige is gepleegd.
Voor vertegenwoordigers van het bevoegde centrum voor maatschappelijke hulp is een belangrijke rol weggelegd om erop toe te zien dat kinderen/minderjarigen die strafbare feiten hebben gepleegd, op passende wijze worden behandeld.
Het is ook de verantwoordelijkheid van het centrum voor maatschappelijke hulp om het kind op te roepen en door te verwijzen in verband met eventuele educatieve maatregelen en daarbij alle benodigde input en ondersteuning te geven. Educatieve maatregelen zijn bedoeld om jeugddelinquenten bescherming, zorg, hulp en toezicht, alsmede een algemene en beroepsgerichte opleiding, te verschaffen en zo invloed uit te oefenen op hun opvoeding, hun algemene persoonlijke ontwikkeling en de versterking van hun persoonlijke verantwoordelijkheid, zodat ze niet opnieuw in de fout gaan.
De verschillende typen educatieve maatregelen zijn: een berisping door de rechtbank; speciale verplichtingen (verontschuldigingen aanbieden aan de benadeelde partij, de door het strafbare feit ontstane schade vergoeden, voor zover dit voor het kind mogelijk is, regelmatig onderwijs volgen, de werkplek niet verlaten, een vak leren dat aansluit op hun mogelijkheden en voorkeuren, werk aanvaarden en dit volhouden, met geld omgaan onder toezicht en met advies van de verantwoordelijke voor de educatieve maatregel, een specifieke opleiding volgen, een training volgen, deelnemen aan het werk van humanitaire organisaties of activiteiten die van betekenis zijn voor de gemeente of het milieu, afzien van het bezoeken van bepaalde plaatsen, dat wil zeggen het gezelschap vermijden van bepaalde personen die een schadelijke invloed op hen hebben, met instemming van de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige medische behandelingen ondergaan of afkicken van drugs of andere verslavingen, een psychosociale interventie volgen, individueel of in groepsverband, bij een consultatiebureau voor jongeren, beroepsopleidingscursussen volgen, de vaste of tijdelijke verblijfplaats niet verlaten zonder de uitdrukkelijke toestemming van het centrum voor maatschappelijke hulp, een rijopleidingscentrum bezoeken om de kennis van de verkeersregels na te gaan, het slachtoffer niet benaderen of lastigvallen, of andere verplichtingen), intensivering van de zorg en het toezicht tijdens het verblijf in de onderwijsinstelling, verwijzing naar een tuchtcentrum, verwijzing naar een onderwijsinstelling, verwijzing naar een opleidingsinstituut, verwijzing naar een instelling voor speciaal onderwijs.
Detentie in een jeugdgevangenis is een vrijheidsbenemende straf met bijzondere kenmerken wat betreft de voorwaarden voor de oplegging, de duur, het doel en de inhoud van de straf. Een gevangenisstraf in een jeugdgevangenis kan worden opgelegd aan een oudere minderjarige (een minderjarige die op het moment van het strafbaar feit ten minste zestien en ten hoogste achttien jaar oud is) voor een strafbaar feit waarop wettelijk een gevangenisstraf van drie jaar of een zwaardere straf staat, wanneer het, gezien de aard en de ernst van het strafbaar feit en de grote mate van schuld, niet gerechtvaardigd zou zijn een educatieve maatregel op te leggen, en een sanctie passender is.
Kinderen of minderjarigen die niet handelingsbekwaam zijn, worden vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordigers, van wie zij ook informatie ontvangen over rechterlijke beslissingen en de uitvoering van sancties.
Na een niet-contentieuze procedure kan de rechtbank tijdens de tenuitvoerleggingsprocedure beschermende maatregelen gelasten om ervoor te zorgen dat kinderen of minderjarigen worden beschermd tegen onnodige schade. Deze beschermende maatregelen zijn: beperking van ongepast contact of beperkt contact met de ouder, echtgenoot, grootvader, grootmoeder, broer of zus van het kind (of halfbroer of halfzus).
Toegang tot rechtsmiddelen
a) Strafproces
Op grond van de toepasselijke bepalingen van het wetboek van strafvordering heeft eenieder het recht beroep in te stellen tegen de beslissing van de bevoegde rechtbank. Als kinderen of minderjarigen het slachtoffer zijn van een strafbaar feit, hebben zij het recht om hoger beroep in te stellen tegen een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg, net als de openbare aanklager, de verdachte en de strafrechtadvocaat. De benadeelde kan beroep instellen tegen het vonnis dat volgt op de beslissing van de rechtbank over de kosten van het strafproces en de beslissing over de vordering met civiele partijstelling, maar als het openbaar ministerie rechtsvordering heeft ingesteld namens de benadeelde in de hoedanigheid van verzoeker, kan deze laatste beroep instellen op alle gronden waarop de beslissing kan worden aangevochten.
Alle personen die het recht hebben om beroep in te stellen tegen een vonnis, kunnen binnen acht dagen na ontvangst van het vonnis of de beslissing beroep aantekenen tegen een vonnis waarbij een minderjarige een sanctie wordt opgelegd, een beslissing waarbij een minderjarige een educatieve maatregel wordt opgelegd of een beslissing tot schorsing van de procedure. De strafrechtadvocaat, de officier van justitie, de echtgeno(o)t(e), evenals een verwant in opgaande of neergaande lijn, adoptieouder, voogd, broer, zus en pleegouder kunnen een beroep instellen ten behoeve van de minderjarige, ook als deze dat niet wil. Als de rechtbank van tweede aanleg de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg wijzigt, mag zij een minderjarige alleen een zwaardere straf opleggen indien dat in het beroep wordt voorgesteld.
b) Civiele procedure
Kinderen of minderjarigen die betrokken zijn bij een gerechtelijke procedure, hebben het recht om een klacht in te dienen, of een beroep of vordering in te stellen op grond van de algemene regels van de wet op de civiele rechtsvordering en de wet op de burgerplicht.
Omdat kinderen of minderjarigen in het algemeen niet handelingsbekwaam zijn, verrichten doorgaans hun ouders of voogden als wettelijke vertegenwoordigers bepaalde handelingen namens en voor hen. De wettelijke vertegenwoordiger van het kind heeft het recht om namens het kind elke proceshandeling te verrichten, inclusief beroep instellen. Er kan beroep worden aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg, waarbij de uitvoering van de rechterlijke beslissing wordt opgeschort. Beroep wordt aangetekend vanwege een wezenlijke schending van de voorschriften voor de civiele procesvoering, een onjuiste of onvolledige vaststelling van de feiten of een onjuiste toepassing van het materieel recht. De termijn om beroep in te stellen tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg in het kader van een civiele procedure is doorgaans binnen 15 dagen vanaf de datum van ontvangst van het vonnis.
Adoptie
In de wet op het gezin wordt adoptie beschouwd als speciale vorm van familierechtelijke zorg en bescherming voor kinderen zonder adequate ouderlijke zorg, waarbij een duurzame relatie tot stand wordt gebracht tussen de ouder en het kind en de opvoeding aan de adoptieouders wordt toegewezen. Een adoptieouder moet en Kroatisch staatsburger zijn (of bij uitzondering een buitenlandse onderdaan, als dit van bijzonder belang is voor het kind) en moet ouder zijn dan 21 jaar en ten minste 18 jaar ouder dan het geadopteerde kind. Een kind kan worden geadopteerd door een echtpaar of geregistreerde partners gezamenlijk, door één echtgeno(o)t(e)/partner als de andere echtgeno(o)t(e)/partner de ouder of adoptieouder van het kind is, met toestemming van de andere echtgeno(o)t(e)/partner, of door een persoon die niet gehuwd is en geen partnerschap buiten het huwelijk heeft gesloten.
De adoptie kan worden erkend tot het achttiende levensjaar van het kind en een kind kan worden geadopteerd als het voldoet aan de wettelijke eisen voor adoptie en als de adoptie in overeenstemming is met het welzijn van het kind. Als het kind 12 jaar of ouder is, is diens schriftelijke instemming met de adoptie vereist.
De adoptieprocedure wordt uitgevoerd door het centrum voor maatschappelijke hulp van de permanente of tijdelijke verblijfplaats van de personen die van plan zijn te adopteren.
Als de adoptieouder of een kind een buitenlandse staatsburger is, kan de adoptie alleen worden erkend met voorafgaande toestemming van het ministerie dat verantwoordelijk is voor maatschappelijk welzijn.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.