- 1. De handelingsbekwaamheid van het kind
- 2. Toegang tot gewijzigde gerechtelijke procedures
- 3. Multidisciplinaire aspecten
- 4. Opleiding van specialisten
- 5. Belangen van het kind
- 6. Toezicht en de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn
- 7. Toegang tot rechtsmiddelen
- 8. Adoptieprocedure, met inbegrip van internationale adoptie
1. De handelingsbekwaamheid van het kind
Volgens het Letse recht hebben personen die meerderjarig zijn, d.w.z. minstens 18 jaar, handelingsbekwaamheid in burgerlijke procedures, en worden zaken met betrekking tot minderjarigen door hun wettelijke vertegenwoordigers voor de rechter gebracht. Wettelijke vertegenwoordigers zijn meestal de ouders of voogd van het kind.
In de gevallen waarin de wet voorziet, hebben minderjarigen het recht om hun burgerlijke procedurele rechten onafhankelijk uit te oefenen. In dergelijke gevallen kunnen wettelijke vertegenwoordigers worden ingeschakeld om de minderjarige bij te staan in gerechtelijke procedures. Er zij op gewezen dat kinderen het recht hebben vrijelijk hun mening te uiten en daartoe alle soorten informatie te ontvangen en toe te zenden, en ook het recht hebben om te worden gehoord in alle zaken of procedures die op hen betrekking hebben. Indien een kind in staat is een mening te formuleren, moet deze in aanmerking worden genomen in overeenstemming met zijn leeftijd en maturiteit.
2. Toegang tot gewijzigde gerechtelijke procedures
Het werk van de gerechten is zo georganiseerd dat gewaarborgd wordt dat zaken met betrekking tot de bescherming van de rechten en belangen van het kind met spoed worden behandeld.
In zaken die gevolgen hebben voor een kind, zoals een echtscheidingsprocedure, de vaststelling van de afstamming van een kind en dergelijke, laat de wet veel speelruimte voor de openbaarmaking van bewijsmateriaal. Om een duidelijker beeld van de mening van een kind te krijgen en deze aan de rechter voor te leggen, wordt doorgaans de bevoegde gemeentelijke instantie ingeschakeld, d.w.z. een familierechter, die bestaat uit speciaal opgeleide beroepsbeoefenaren die de mening van het kind in een vertrouwde omgeving verduidelijken.
3. Multidisciplinaire aspecten
De bescherming van de rechten van het kind wordt uitgevoerd in samenwerking met het gezin, centrale en lokale overheidsinstanties, overheidsorganisaties en andere natuurlijke en rechtspersonen.
Overeenkomstig de wet inzake de bescherming van de rechten van het kind wordt de samenwerking tussen centrale en lokale overheidsinstanties op het gebied van de bescherming van de rechten van het kind en de gezinsrechten die onder hun bevoegdheid vallen, gecoördineerd door het ministerie van Welzijn.
Letland heeft een specifieke procedure (kabinetsverordening nr. 545 van 12 september 2017 betreffende de institutionele samenwerking op het gebied van de bescherming van de rechten van het kind) voor de organisatie van de samenwerking tussen centrale en lokale overheidsinstanties en niet-gouvernementele organisaties op dit gebied. Dit wordt georganiseerd met behulp van raadgevende collegiale groepen die zijn opgericht in de gemeenten en de Raad voor samenwerking op het gebied van kinderzaken. Samenwerkingsgroepen onderzoeken onder meer individuele gevallen in verband met mogelijke schendingen van de rechten van het kind wanneer er behoefte is aan snel optreden en samenwerking tussen verschillende instellingen en waarin de situatie niet door één instelling kan worden opgelost of voor langere tijd onmogelijk op te lossen is gebleken.
4. Opleiding van specialisten
De wetgeving voorziet in een breed scala aan specialisten (rechters, openbaar aanklagers, advocaten, gerechtsdeurwaarders en gerechtspsychologen) die de mentaliteit van een kind beoordelen, evenals gecertificeerde notarissen, politiepersoneel dat met kinderen werkt enz. die gespecialiseerde kennis moeten verwerven op het gebied van de bescherming van de rechten van het kind. De opleiding van rechters op het gebied van de rechten van het kind wordt georganiseerd door het ministerie van Justitie.
5. Belangen van het kind
Volgens de wet inzake de bescherming van de rechten van het kind hebben de rechten en belangen van het kind voorrang in alle rechtshandelingen met betrekking tot een kind. In Letland moeten alle handelingen waarbij kinderen betrokken zijn en die worden uitgevoerd door centrale of lokale overheidsinstellingen, overheidsorganisaties, andere natuurlijke of rechtspersonen, rechtbanken en andere wetshandhavingsinstellingen, bij voorrang de rechten en belangen van het kind eerbiedigen.
De belangen van het kind moeten door alle natuurlijke en rechtspersonen worden beschermd bij alle handelingen en beslissingen die direct of indirect gevolgen hebben of kunnen hebben voor het kind. Bij het bepalen van het belang van het kind moet worden gestreefd naar een duurzame oplossing voor de situatie van het kind, rekening houdend met de specifieke situatie, met inachtneming van de wettelijke criteria.
6. Toezicht en de tenuitvoerlegging van beslissingen in procedures waarbij kinderen betrokken zijn
Zodra een beslissing die gevolgen heeft voor de rechten en belangen van het kind van kracht wordt of onmiddellijk ten uitvoer zou moeten worden gelegd, maar dat niet gebeurt, kan de wettelijke vertegenwoordiger van het kind een tenuitvoerleggingsdocument voorleggen aan de gerechtsdeurwaarder. Het gerecht stuurt het kind geen persoonlijke gegevens over de beslissing. Aangenomen wordt dat de ouders of voogd van het kind, in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger, handelend in het belang van het kind, het vonnis van het gerecht toelichten overeenkomstig het vermogen van het kind om deze uitspraak te begrijpen en de nodige informatie te verstrekken over de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de beslissing. Indien nodig werkt de gerechtsdeurwaarder voor de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake aangelegenheden die voortvloeien uit voogdij en omgangsrecht samen met de familierechter en geeft hij instructies om de voor de tenuitvoerlegging benodigde informatie te verstrekken en tenuitvoerleggingsprocedures bij te wonen.
7. Toegang tot rechtsmiddelen
In burgerlijke procedures worden zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, geleid door hun wettelijke vertegenwoordigers, die doorgaans de ouders of voogd van het kind zijn. Wanneer de wet minderjarigen toestaat hun procedurele rechten in burgerlijke zaken onafhankelijk uit te oefenen, worden ook hun wettelijke vertegenwoordigers ingeschakeld.
Er wordt voorzien in een aanvullend beschermingsinstrument voor kinderen met een achtergrond van huiselijk geweld. Wanneer een kind het doelwit is van geweld of dwang, kan een verzoek om bescherming in het belang van het kind niet alleen worden ingediend door een van de ouders of voogd van het kind, maar ook door een familierechter of openbaar aanklager. Dit betekent dat indien de wettelijke vertegenwoordiger van het kind om welke reden dan ook nalaat de rechten van het kind te beschermen, een verzoek aan het gerecht kan worden gericht door een van de bovengenoemde bevoegde autoriteiten. Er zij op gewezen dat in elke fase van een burgerlijke procedure om bescherming tegen geweld kan worden verzocht, ook voordat een beroep wordt ingesteld.
8. Adoptieprocedure, met inbegrip van internationale adoptie
In Letland kunnen minderjarige kinderen worden geadopteerd wanneer dit in hun belang is. De juridische grondslagen voor adoptie zijn vastgelegd in het burgerlijk recht. De adoptieprocedure is vastgelegd in een kabinetsverordening. Een adoptie wordt goedgekeurd door de rechtbank. Een kind kan worden geadopteerd indien het vóór de goedkeuring van de adoptie onder de zorg en het toezicht van de adoptiepartij is geplaatst en indien een door een lokale autoriteit — een familierechtbank — opgerichte instelling voor voogdij en omgangsrecht heeft vastgesteld dat het kind en de adoptiepartij onderling verenigbaar zijn en er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de adoptie zal leiden tot een echte kind-ouderrelatie. Een kind dat de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, moet zijn persoonlijke toestemming geven voor de adoptie.
Een persoon die een kind wil adopteren, moet het desbetreffende verzoek indienen bij de familierechter. Om de geschiktheid voor adoptie vast te stellen, voert een familierechter een onderzoek uit naar het adoptiegezin in overeenstemming met de adoptieprocedure. Een kind kan bij een adoptiegezin worden geplaatst bij beslissing van een familierechter.
In de gevallen en volgens de procedures waarin de wet voorziet, is interlandelijke adoptie mogelijk ten aanzien van een buitenlandse staat die gebonden is door het Verdrag van ‘s-Gravenhage van 29 mei 1993 inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie en het Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, waarmee Letland een bilateraal verdrag heeft gesloten waarin de specifieke kenmerken van de wederzijdse justitiële samenwerking op het gebied van buitenlandse adoptie zijn vastgelegd. Interlandelijke adoptie ten aanzien van een buitenlandse staat kan plaatsvinden zodra een advies is ontvangen van de commissie voor buitenlandse adoptie waarin wordt geconcludeerd dat het proces van interlandelijke adoptie in overeenstemming is met de in deze wet neergelegde beginselen van de bescherming van de rechten van het kind en in het belang van het kind is.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.