Informatie zoeken per regio
1. De rechtsbevoegdheid van het kind
Rechtsbevoegdheid (capacitatea de folosinţă) is het vermogen van de persoon om burgerrechten en -plichten te hebben. De rechtsbevoegdheid vangt aan bij de geboorte en eindigt op het moment van overlijden.
Handelingsbekwaamheid (capacitatea de exerciţiu) is het vermogen van de persoon om zelfstandig civielrechtelijke rechtshandelingen te stellen. De volledige handelingsbekwaamheid begint op het moment dat de betrokkene de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Minderjarigen krijgen ook de volledige handelingsbekwaamheid door middel van een huwelijk.
Op redelijke gronden kan de voogdijrechter (instanţa de tutelă) de volledige handelingsbekwaamheid van minderjarigen die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, erkennen. Daartoe zullen ook de ouders of voogden van de minderjarige worden gehoord, in voorkomend geval ook rekening houdend met het advies van de familieraad.
Minderjarigen die de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt, hebben beperkte handelingsbekwaamheid.
De rechtshandelingen van een persoon met beperkte handelingsbekwaamheid worden door die persoon gesloten met de instemming van diens ouders of, in voorkomend geval, diens voogd, en, in de gevallen waarin de wet voorziet, ook met het advies van de familieraad, indien van toepassing, en met toestemming van de voogdijrechter.
Natuurlijke personen die niet handelingsbekwaam zijn (minderjarigen jonger dan 14 jaar, personen voor wie bijzondere voogdijmaatregelen gelden) worden vertegenwoordigd door een wettelijke vertegenwoordiger.
In strafzaken zijn minderjarigen jonger dan 14 jaar niet strafrechtelijk aansprakelijk. Minderjarigen tussen 14 en 16 jaar zijn alleen strafrechtelijk aansprakelijk als bewezen is dat ze de daad weloverwogen hebben gepleegd, terwijl minderjarigen die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, overeenkomstig de wet strafrechtelijk aansprakelijk zijn.
Een niet tot vrijheidsbeneming strekkende opvoedingsmaatregel wordt genomen ten aanzien van een minderjarige die op het tijdstip waarop het strafbare feit werd gepleegd tussen de 14 en 18 jaar oud was. Ten aanzien van een minderjarige tussen 14 en 18 jaar kan in de volgende gevallen een tot vrijheidsbeneming strekkende opvoedingsmaatregel worden genomen:
- indien de minderjarige een ander strafbaar feit heeft gepleegd waarvoor een opvoedingsmaatregel is opgelegd en ten uitvoer is gelegd, of de tenuitvoerlegging ervan is begonnen voordat het strafbare feit waarvoor hij wordt berecht, werd gepleegd;
- wanneer de wettelijk voorgeschreven straf voor het gepleegde strafbare feit een gevangenisstraf van zeven jaar of meer of een levenslange gevangenisstraf is.
2. Toegang tot passende procedures; kindspecifieke ondersteuningsmechanismen en -procedures
De jeugd- en familierechtbank van Brașov (Tribunalul pentru Minori şi Familie Braşov) is de enige gespecialiseerde rechtbank van die soort in Roemenië.
De gespecialiseerde rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van zowel strafzaken (waarbij ten minste een van de beklaagden of een van de benadeelden/civiele partijen minderjarig is) als civiele zaken (plaatsings- en adoptiegeschillen).
Wat de territoriale bevoegdheid betreft, is de jeugd- en familierechtbank van Brașov bevoegd voor het district Brașov. Andere zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, worden door de gewone rechtbanken behandeld.
In het geval van minderjarige slachtoffers zijn de gespecialiseerde afdelingen van de directoraten-generaal Sociale Bijstand en Kinderbescherming (Direcțiile Generale de Asistență Socială și Protecție a Copilului) verantwoordelijk voor interventie in gevallen van misbruik, verwaarlozing, mensenhandel, migratie en repatriëring, overeenkomstig wet nr. 272/2004 inzake de bescherming en bevordering van de rechten van het kind en regeringsbesluit nr. 49/2011 tot goedkeuring van de kadermethode voor preventie en interventie in multidisciplinaire teams en netwerken in gevallen van geweld tegen kinderen en huiselijk geweld en de methodologie inzake multidisciplinaire en interinstitutionele interventie in gevallen van uitgebuite kinderen en kinderen die het risico lopen op arbeidsuitbuiting, minderjarige slachtoffers van mensenhandel en Roemeense migrantenkinderen die slachtoffer zijn van andere vormen van geweld in andere landen.
In 2020 is binnen het Ministerie van Justitie (Ministerul Justiției) een werkgroep voor slachtofferkwesties opgericht. De belangrijkste doelstellingen van de werkgroep zijn: de oprichting van speciale verhoorruimten voor minderjarigen, gespecialiseerde opleiding van beroepsbeoefenaars in de omgang met verschillende soorten misdrijven en slachtoffers, de oprichting van een informeel netwerk van beroepsbeoefenaars die verantwoordelijk zijn voor de omgang met slachtoffers van seksuele misdrijven, en verbetering van de forensische diensten voor slachtoffers van misdrijven.
Save the Children Roemenië (Salvaţi Copiii România) heeft, in samenwerking met het directoraat-generaal Sociale Bijstand en Kinderbescherming Sector 6 (Direcţia Generală de Asistenţă Socială şi Protecţia Copilului Sector 6) in Boekarest, het eerste Barnahus-proefcentrum geopend voor kinderen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik en extreem huiselijk geweld. Het centrum is gebaseerd op het geïntegreerde Barnahus-model van complexe diensten, psychologische en medische beoordeling, het horen en beschermen van kinderen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik en extreem huiselijk geweld.
Het openbaar ministerie verbonden aan het Hoge Hof van Cassatie en Justitie (Înalta Curte de Casație și Justiție), in samenwerking met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), het Ministerie van Justitie en de directoraten-generaal Sociale Bijstand en Kinderbescherming, is begin 2022 begonnen met de uitvoering van een project met als algemene doelstelling te zorgen voor een efficiënt, toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig strafrechtstelsel voor kinderen die het slachtoffer zijn van misdrijven en slachtoffers van haatmisdrijven. De werkzaamheden van het project omvatten het renoveren, organiseren en uitrusten van 35 verhoorruimten voor minderjarigen, de ontwikkeling van twee thematische analyses van de situatie met betrekking tot haatmisdrijven en de situatie met betrekking tot kinderen als slachtoffers van misdrijven, de ontwikkeling van gidsen (identificatie en vervolging van haatmisdrijven/het horen van minderjarige slachtoffers en het vervolgen van misdrijven tegen hen), en het verstrekken van gespecialiseerde opleidingen voor openbare aanklagers en andere beroepsgroepen om de kennis en het bewustzijn van de behoeften van slachtoffers van haatmisdrijven en minderjarige slachtoffers van misdrijven, met inbegrip van degenen die tot de Roma-minderheid behoren, te verbeteren.
In het kader van de uitvoering van het vooraf vastgestelde project voor professionele justitiële opleiding en capaciteitsopbouw voorziet de Hoge Raad voor de magistratuur (Consiliul Superior al Magistraturii) momenteel in 47 verhoorruimten voor minderjarigen in rechtbanken over het hele land, in overeenstemming met de internationale normen voor het horen van minderjarigen.
Tegelijkertijd is in het Wetboek van Strafvordering (Codul de procedură penală) bepaald dat, om de privacy of de waardigheid van de benadeelde partij te beschermen, of wanneer de vrijlating of ontsnapping van de dader de privacy of waardigheid van de benadeelde partij in gevaar kan brengen of haar schade kan berokkenen, ongeacht de aard en de omvang ervan, het strafrechtelijk vervolgingsorgaan de wettelijke beschermingsmaatregelen ten aanzien van de benadeelde partij kan gelasten. Kinderen, slachtoffers die afhankelijk zijn van de dader, slachtoffers van terrorisme, georganiseerde misdaad, mensenhandel, geweld binnen een hechte relatie, seksueel geweld en seksuele uitbuiting, slachtoffers van haatmisdrijven, discriminatie en vooroordelen die met name verband kunnen houden met hun persoonlijke kenmerken, personen met een handicap en slachtoffers die aanzienlijke schade hebben geleden als gevolg van de ernst van het strafbare feit, worden beschouwd als kwetsbaar.
Het Wetboek van Strafvordering bevat ook bepalingen over het horen van minderjarigen.
Zo bepaalt het Wetboek van Strafvordering dat het horen van benadeelde partijen en getuigen jonger dan 14 jaar plaatsvindt in aanwezigheid van een van hun ouders, een voogd of de persoon of vertegenwoordiger van de instelling die belast is met de opvoeding en educatie van het kind, en in aanwezigheid van een door de rechterlijke instantie gekozen psycholoog. De psycholoog verstrekt de minderjarige gedurende de gehele gerechtelijke procedure deskundig advies.
In het geval van benadeelde partijen voor wie bij wet specifieke beschermingsbehoeften zijn vastgesteld, gelast de rechterlijke instantie een of meer van de volgende maatregelen, onverminderd het goede verloop van de procedure of de rechten en belangen van de partijen:
- ze worden gehoord in daartoe ontworpen of aangepaste ruimten;
- ze worden gehoord via of in aanwezigheid van een psycholoog of andere specialist op het gebied van slachtofferbegeleiding;
- het horen en, indien van toepassing, het opnieuw horen van deze partijen gebeurt door dezelfde persoon, indien mogelijk en indien de rechterlijke instantie van oordeel is dat dit geen afbreuk doet aan het goede verloop van de procedure of aan de rechten en belangen van de partijen;
- ze worden gehoord via videoconferentie of andere technische communicatiemiddelen op de plaats waar zij genieten van de tijdelijke huisvestingsbeschermingsmaatregel.
Het horen en, indien van toepassing, het opnieuw horen door de strafrechtelijke onderzoeksinstanties van benadeelde partijen die het slachtoffer zijn geweest van mishandeling van minderjarigen, huiselijk geweld, mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare personen, strafbare feiten tegen de seksuele vrijheid en integriteit enz., en in andere gevallen waarin dit vanwege de omstandigheden van het strafbare feit noodzakelijk wordt geacht, worden alleen verricht door een persoon van hetzelfde geslacht als de benadeelde partij. Indien dit niet mogelijk is, kan, onverminderd het goede verloop van de procedure of de rechten en belangen van de partijen, het horen van deze benadeelde partijen en, in voorkomend geval, het opnieuw horen van deze personen plaatsvinden door een persoon die niet van hetzelfde geslacht is als de benadeelde partij, met instemming van de advocaat en van een psycholoog of een andere specialist op het gebied van slachtofferhulp.
Overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering worden zaken waarbij minderjarige benadeelden, slachtoffers van mishandeling van minderjarigen, huiselijk geweld, mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare personen, strafbare feiten tegen de seksuele vrijheid en integriteit enz. betrokken zijn, met spoed en prioriteit behandeld. Wanneer de benadeelde partij een minderjarige jonger dan 16 jaar is, die het slachtoffer is van strafbare feiten op het gebied van mishandeling van minderjarigen, huiselijk geweld, mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare personen, strafbare feiten tegen de seksuele vrijheid en integriteit enz., zal de rechtbank, indien zij van oordeel is dat de behandeling van bepaald bewijsmateriaal negatieve gevolgen voor hen kan hebben, gelasten dat de minderjarige uit de hoorzitting wordt verwijderd.
Tegelijkertijd is in het Wetboek van Strafvordering bepaald dat aanhouding en voorlopige hechtenis slechts bij wijze van uitzondering tegen een minderjarige kunnen worden gelast indien de gevolgen van de vrijheidsbeneming voor zijn persoonlijkheid en ontwikkeling niet onevenredig zijn aan het met de maatregel nagestreefde doel.
Bij de vaststelling van de duur van de maatregel van voorlopige hechtenis wordt rekening gehouden met de leeftijd van de beklaagde vanaf de dag waarop de maatregel wordt gelast, verlengd of gehandhaafd.
In het Burgerlijk Wetboek (Codul civil) is bepaald dat tijdens administratieve of gerechtelijke procedures die betrekking hebben op een kind, een kind dat de leeftijd van 10 jaar heeft bereikt, moet worden gehoord. Een kind jonger dan 10 jaar kan echter ook worden gehoord indien de bevoegde autoriteit dit nodig acht voor de beslechting van de zaak. Het recht om te worden gehoord, houdt in dat het kind de mogelijkheid heeft om, afhankelijk van zijn leeftijd, informatie te vragen en te ontvangen, zijn mening te uiten en te worden geïnformeerd over de gevolgen die dit kan hebben, indien dit verzoek wordt geëerbiedigd, en over de gevolgen van elke beslissing die het kind aangaat. Er zal rekening worden gehouden met de mening van het kind dat wordt gehoord, in verhouding tot zijn leeftijd en rijpheid.
3. Opleiding van professionals
De Hoge Raad voor de magistratuur voert als projectpromotor, in samenwerking met het Nationaal Instituut voor de magistratuur (Institutul Național al Magistraturi), de Nationale School voor Griffiers en de Noorse gerechtelijke administratie, het vooraf gedefinieerde project “Justitiële opleiding en capaciteitsopbouw” uit, dat wordt gefinancierd door het programma “Justitie”, het Noorse financieel mechanisme (NFM) 2014-2021.
In het kader van dit project kondigden de Hoge Raad voor de magistratuur en het Nationaal Instituut voor de magistratuur de start aan van de procedure voor de selectie van een deskundige met het oog op de ontwikkeling van een langdurig opleidingsprogramma op het gebied van technieken voor het horen van minderjarigen (kindvriendelijke justitie) — civiele aspecten. De deskundige zal worden geselecteerd uit de deskundigen die worden geselecteerd als opleidingspersoneel voor opleidingsactiviteiten op het gebied van technieken voor het horen van minderjarigen, die in het kader van het project worden georganiseerd, met bijzondere aandacht voor de specifieke kenmerken van de Roma-bevolking.
Het resultaat zal een nuttig instrument zijn voor het Nationaal Instituut voor de magistratuur voor de permanente opleiding van rechters en aanklagers in technieken voor het horen van minderjarigen, zowel in civiele als strafrechtelijke procedures, en zal de basis leggen voor een consistente aanpak vanuit het oogpunt van de nationale en Europese praktijk.
Het langetermijnopleidingsprogramma (curriculum) voor technieken voor het horen van minderjarigen (kindvriendelijke justitie) zal worden ontwikkeld om praktische ondersteuning te bieden aan het opleidingspersoneel van het Nationaal Instituut voor de magistratuur, met name om te zorgen voor een consistente aanpak van het horen van minderjarigen, teneinde kindvriendelijke justitie te bevorderen als een van de belangrijkste aandachtspunten van het Roemeense rechtsstelsel, door technieken voor het horen van kinderen op te nemen.
4. Toegang tot rechtsmiddelen
Er gelden geen bijzondere bepalingen voor minderjarigen.
In burgerlijke zaken kunnen procespartijen die een belang rechtvaardigen, alsmede in gevallen waarin de wet voorziet, andere instanties of personen die niet tevreden zijn met de rechterlijke uitspraak, daartegen beroep instellen. De openbare aanklager kan, telkens wanneer dat nodig is, beroep aantekenen tegen rechterlijke uitspraken ter verdediging van de rechten, vrijheden en legitieme belangen van minderjarigen, personen die juridisch advies krijgen of aan bijzondere voogdijmaatregelen onderworpen zijn, en van vermiste personen, alsook in andere gevallen waarin de wet uitdrukkelijk voorziet.
In strafprocedures is rechtsbijstand verplicht wanneer de verdachte of beklaagde minderjarig is. Rechtsbijstand voor de benadeelde partij is verplicht wanneer deze niet handelingsbekwaam of beperkt handelingsbekwaam is, en wanneer de benadeelde partij het slachtoffer is van strafbare feiten op het gebied van mishandeling van minderjarigen, huiselijk geweld, mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare personen, strafbare feiten tegen de seksuele vrijheid en integriteit enz.
5. Adoptie
Adoptie is de juridische handeling die een ouder-kindrelatie tot stand brengt tussen de adoptant en de geadopteerde, alsook familiebanden tussen de geadopteerde en de verwanten van de adoptant.
Voor adoptie gelden de volgende beginselen: de belangen van het kind, de noodzaak om de opvoeding en educatie van het kind in een familiale omgeving te waarborgen, de continuïteit van de opvoeding en educatie van het kind, rekening houdend met zijn etnische, taalkundige, religieuze en culturele afkomst, en de voortvarendheid bij de uitvoering van handelingen in verband met de adoptieprocedure.
De adoptieprocedure wordt geregeld in het Burgerlijk Wetboek (artikelen 451 tot en met 482).
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.