Huwelijksvermogensstelsels

Letland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Bestaat er in deze lidstaat een wettelijk huwelijksvermogensstelsel? Wat houdt het in?

In Letland worden de huwelijksvermogensstelsels beheerst door het Letse burgerlijk wetboek (Civillikums), eerste deel (“Familierecht”), hoofdstuk I (“Wettelijke huwelijksvermogensstelsels”), subhoofdstuk 4 (“Huwelijksvermogensstelsel”), om precies te zijn de artikelen 89 tot en met 110 van dat wetboek.

Elk van beide echtgenoten behoudt als eigen goederen de goederen die hem of haar voor het huwelijk toebehoorden, en de goederen die hij of zij tijdens het huwelijk heeft verworven. Alle goederen die tijdens het huwelijk door de echtgenoten gezamenlijk of afzonderlijk, maar dankzij de middelen van beide echtgenoten of door toedoen van de andere echtgeno(o)t(e) zijn verkregen, vormen de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten; in geval van twijfel wordt aangenomen dat het goed in kwestie in gelijke mate aan beide echtgenoten toebehoort.

Tijdens de duur van het huwelijk heeft elk van beide echtgenoten het recht al zijn of haar eigen goederen te beheren en erover te beschikken. Dit geldt zowel voor de goederen die hij of zij voor het huwelijk bezat als voor de goederen die tijdens het huwelijk zijn verkregen. De goederen die beide echtgenoten gemeenschappelijk hebben, worden door de echtgenoten samen beheerd en zij beschikken er samen over. Met instemming van beide echtgenoten kunnen deze goederen echter ook door een van hen afzonderlijk worden beheerd. Een van beide echtgenoten kan er alleen over beschikken als de andere daar toestemming voor geeft.

De eigen goederen van elke echtgeno(o)t(e) zijn met name:

  1. goederen die voor het huwelijk aan de echtgeno(o)t(e) toebehoorden en goederen die de echtgenoten contractueel als eigen goederen hebben aangemerkt;
  2. goederen die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door een van de echtgenoten of die dienen voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit;
  3. goederen die een van de echtgenoten tijdens het huwelijk kosteloos heeft verkregen;
  4. inkomsten uit de eigen goederen van een van de echtgenoten die niet worden aangewend om in de behoeften van het gezin en de gemeenschappelijke huishouding te voorzien;
  5. goederen die de in de voorgaande punten 1 tot en met 4 bedoelde goederen vervangen.

De bewijslast dat bepaalde goederen niet gemeenschappelijk zijn, ligt bij de echtgeno(o)t(e) die er aanspraak op maakt. Als een onroerend goed tot de eigen goederen van een van de echtgenoten behoort, staat dit in het kadaster vermeld.

2 Hoe kunnen echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel regelen? Wat zijn de formele vereisten in dit geval?

Echtgenoten kunnen zowel voor als tijdens het huwelijk hun huwelijksvermogensstelsel vaststellen, wijzigen of beëindigen door middel van een huwelijksovereenkomst.

De partijen bij een huwelijksovereenkomst kunnen in plaats van het wettelijke huwelijksvermogensstelsel (artikel 89 e.v. van het burgerlijk wetboek), het beginsel van scheiding van goederen tijdens het huwelijk toepassen (artikel 117 e.v. van het burgerlijk wetboek) of een stelsel van algehele gemeenschap van goederen vastleggen (artikel 124 e.v. van het burgerlijk wetboek).

Indien de huwelijksovereenkomst voorziet in een stelsel van algehele gemeenschap van goederen, worden de goederen die voor het huwelijk aan elk van de echtgenoten toebehoorden en de goederen die door elk van beiden tijdens het huwelijk zijn verkregen, samengevoegd tot één gemeenschappelijk en ondeelbaar geheel, dat tijdens het huwelijk zonder onderscheid aan beide echtgenoten toebehoort. In een huwelijksovereenkomst waarin een stelsel van algehele gemeenschap van goederen wordt vastgelegd, komen de echtgenoten overeen wie van hen de beheerder wordt van het stelsel (de ene of de andere echtgeno(o)t(e) of beiden gezamenlijk). Indien een van de echtgenoten de beheerder is van het stelsel, kan hij of zij, behoudens de beperkingen van artikel 128, de goederen zonder daarover rekenschap af te leggen beheren en er in eigen naam over beschikken. Bovendien is hij of zij verplicht om de uitgaven van het gezin en het gemeenschappelijke huishouden voor zijn of haar rekening te nemen.

Wanneer de huwelijksovereenkomst voorziet in het beginsel van scheiding van goederen tijdens het huwelijk, behoudt elke echtgeno(o)t(e) niet alleen de goederen die hem of haar voor het huwelijk toebehoorden, maar kan hij of zij deze ook tijdens het huwelijk verkrijgen, beheren en erover beschikken, onafhankelijk van de andere echtgeno(o)t(e).

3 Zijn er beperkingen op de vrijheid om een huwelijksvermogensstelsel te regelen?

Een van de echtgenoten kan het beheer van zijn of haar goederen of van zijn of haar aandeel in de gemeenschappelijke goederen overdragen aan de andere, waarna deze verplicht is deze goederen met alle middelen die hem of haar ter beschikking staan, te bewaren en te beschermen. Indien de gemeenschappelijke onroerende goederen van de echtgenoten op naam van een van hen in het kadaster zijn ingeschreven, wordt de andere geacht het beheer van zijn of haar aandeel in die goederen te hebben toevertrouwd aan de echtgeno(o)t(e) op naam van wie ze zijn ingeschreven.

De echtgeno(o)t(e) die het beheer heeft over de onroerende goederen van de andere, moet niet alleen de nodige reparaties verrichten, maar ook verbeteringen aanbrengen voor zover de inkomsten uit de goederen van de andere dat toelaten.

De onroerende goederen die aan één echtgeno(o)t(e) toebehoren, kunnen door de andere worden verhuurd of verpacht voor een periode van ten hoogste drie jaar, zonder dat de overeenkomst in het kadaster wordt ingeschreven. Een van de echtgenoten kan alleen over de goederen van de andere echtgeno(o)t(e) onder zijn of haar beheer beschikken op een wijze die verder gaat dan het gewone beheer, als de andere daarvoor toestemming heeft gegeven.

Beide echtgenoten zijn verplicht de uitgaven in verband met het gezin en het gemeenschappelijke huishouden uit hun gemeenschappelijke middelen te betalen. Indien de gemeenschappelijke middelen onvoldoende zijn om in de behoeften van het gezin te voorzien, kan elk van beide echtgenoten van de andere verlangen dat hij of zij naar evenredigheid van zijn of haar financiële situatie bijdraagt in de kosten van het gezin en de gemeenschappelijke huishouding. Als de echtgenoten gescheiden leven, kan een van beiden indien nodig van de andere naar rato van zijn of haar financiële situatie de middelen vorderen om het welzijnsniveau te handhaven dat hij of zij voordien genoot.

Een bruidsschat die een vrouw bij haar huwelijk heeft meegekregen van haar ouders, familieleden of andere personen, behoort toe aan de vrouw, ook al was hij aan de man geschonken.

Als persoonlijke goederen van elk van beide echtgenoten worden beschouwd:

  1. goederen die hun al voor het huwelijk toebehoorden;
  2. goederen die na de sluiting van het huwelijk door schenking of vererving zijn verkregen;
  3. goederen die uitsluitend bestemd zijn voor strikt persoonlijk gebruik door een van beide echtgenoten;
  4. goederen die dienen voor de uitoefening van de beroepsactiviteit van de echtgenoten;
  5. goederen die zijn ontvangen als schadevergoeding, en uitkeringen in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid;
  6. goederen die zijn verkregen met de opbrengst van de overdracht of ruil van persoonlijke goederen, mits dit uitdrukkelijk in de koopovereenkomst wordt vermeld.

De gemeenschap van goederen omvat ook:

  1. inkomsten die uit de eigen goederen van elk van de echtgenoten zijn verworven en die op het moment van de ontbinding van de gemeenschap nog niet zijn besteed;
  2. inkomsten uit afzonderlijke activiteiten van de echtgenoten die op het moment van de ontbinding van de gemeenschap nog niet zijn besteed;
  3. door de beide echtgenoten beheerde ondernemingen die na de sluiting van het huwelijk zijn opgericht.

De echtgenoten hebben elk afzonderlijk de verantwoordelijkheid voor het beheer van de gemeenschappelijke goederen en het recht om in rechte op te treden in procedures die er betrekking op hebben, maar gezamenlijk in speciale administratieve procedures.

4 Wat zijn de rechtsgevolgen van een echtscheiding, een scheiding van tafel en bed of een nietigverklaring van het huwelijk voor het huwelijksvermogen?

De vermogensrechtelijke rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten worden beëindigd:

  1. op basis van een overeenkomst tussen de echtgenoten;
  2. bij overlijden van een van de echtgenoten;
  3. bij echtscheiding of tijdens het huwelijk op verzoek van een van de echtgenoten, als de schulden van de andere echtgeno(o)t(e) de waarde van zijn of haar eigen goederen overschrijden of als het risico bestaat dat dit vermogen als gevolg van zijn of haar handelingen aanzienlijk zal worden verminderd of zal verdwijnen.

Bij de verdeling van de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten moet rekening worden gehouden met alle goederen van de echtgenoten die niet als eigen goederen van een van de echtgenoten worden erkend – roerende en onroerende goederen met alle daartoe behorende rechten, evenals de vorderingen en schulden van de echtgenoten.

De gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten worden verdeeld volgens de algemene regels van de procedure voor de verdeling van de boedel (artikel 731 e.v.).

5 Wat zijn de gevolgen van het overlijden van een van de echtgenoten voor het huwelijksvermogensstelsel?

Als de vermogensrechtelijke rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten worden beëindigd als gevolg van het overlijden van een van hen, wordt het aandeel van de overlevende echtgeno(o)t(e) gescheiden en gaat het aandeel van de overledene over op zijn of haar erfgenamen.

De overlevende echtgeno(o)t(e) erft van de overledene, ongeacht de aard van het huwelijksvermogensstelsel tussen de echtgenoten tijdens het huwelijk.

De echtgeno(o)t(e) ontvangt het kindsdeel als het aantal kinderen dat te kennen heeft gegeven te willen erven minder dan vier bedraagt, en een vierde deel als er vier of meer kinderen zijn die te kennen hebben gegeven te willen erven.

6 Welke instantie is bevoegd om te beslissen in een zaak betreffende een huwelijksvermogensstelsel?

De justitiële autoriteiten zijn bevoegd volgens de algemene regels.

7 Wat zijn de gevolgen van het huwelijksvermogensstelsel voor de rechtsbetrekkingen tussen een echtgenoot en een derde?

Voor de gezamenlijke verplichtingen van de echtgenoten om in de behoeften van het gezin en de gemeenschappelijke huishouding te voorzien zijn zij aansprakelijk met de waarde van hun gemeenschappelijke goederen en, als de gemeenschappelijke goederen ontoereikend zijn, is elk van hen aansprakelijk met zijn of haar eigen goederen.

Voor de individuele verplichtingen van een de echtgenoten om in de behoeften van het gezin en de gemeenschappelijke huishouding te voorzien, is hij of zij aansprakelijk met de waarde van zijn of haar eigen goederen, als de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten ontoereikend zijn. De andere echtgeno(o)t(e) is alleen aansprakelijk voor deze verplichtingen met zijn of haar eigen goederen als de vergoeding die is ontvangen uit hoofde van de verplichting die op hem of haar rust, is gebruikt om in de behoeften van het gezin en de gemeenschappelijke huishouding te voorzien.

Voor verplichtingen van een van de echtgenoten die het gevolg zijn van eigen nalatige handelingen, is hij of zij in de eerste plaats aansprakelijk met zijn of haar eigen goederen en, als dat ontoereikend is, met zijn of haar aandeel in de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten.

Voor verplichtingen die een van de echtgenoten individueel of zonder toestemming van de andere is aangegaan, is hij of zij in de eerste plaats aansprakelijk met zijn of haar eigen goederen en, als dat ontoereikend is, met zijn of haar aandeel in de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten.

De goederen van de ene echtgeno(o)t(e) worden niet gebruikt om aan de verplichtingen van de andere te voldoen. Als voor de schulden van een van de echtgenoten een procedure van terugvordering wordt ingeleid met betrekking tot de eigen goederen van de andere, kan laatstgenoemde verzoeken dat deze goederen van de procedure van terugvordering worden vrijgesteld. Als voor de schulden van een van de echtgenoten een procedure van terugvordering wordt ingeleid met betrekking tot de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten, kan de andere verzoeken om verdeling van de goederen en om vrijstelling van zijn of haar aandeel van de procedure van terugvordering.

De verdeling van het huwelijksvermogen ontneemt de schuldeisers van de echtgenoten niet hun rechten. Door derden verworven rechten blijven geldig.

8 Korte beschrijving van de procedure voor de verdeling, met inbegrip van de vereffening, van het huwelijksvermogen in deze lidstaat.

Als tijdens een bestaand huwelijk de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten zijn verdeeld, zijn de bepalingen die voorzien in het beginsel van scheiding van goederen tijdens het huwelijk, van toepassing op hun vermogensstelsel (artikel 117 e.v. van het burgerlijk wetboek).

Wanneer de huwelijksovereenkomst voorziet in het beginsel van scheiding van goederen tijdens het huwelijk, behoudt elke echtgeno(o)t(e) niet alleen de goederen die hem of haar voor het huwelijk toebehoorden, maar kan hij of zij deze ook tijdens het huwelijk verkrijgen, beheren en erover beschikken, onafhankelijk van de andere echtgeno(o)t(e).

9 Welke procedure en documenten of informatie zijn gewoonlijk vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Om te zorgen dat huwelijksovereenkomsten bindende kracht hebben voor derden, moeten zij worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister en, wat onroerende goederen betreft, in het kadaster.

De bewijslast dat bepaalde goederen niet gemeenschappelijk zijn, ligt bij de echtgeno(o)t(e) die er aanspraak op maakt. Als een onroerend goed tot de eigen goederen van een van de echtgenoten behoort, staat dit in het kadaster vermeld.

Het feit dat onroerende goederen deel uitmaken van een stelsel van gemeenschap van goederen, wordt in het kadaster vermeld. Elk van beide echtgenoten kan verzoeken dat de onroerende goederen die deel uitmaken van de gemeenschap van goederen, op naam van beide echtgenoten in het kadaster worden ingeschreven.

Als tijdens een bestaand huwelijk de gemeenschappelijke goederen van de echtgenoten zijn verdeeld, zijn de bepalingen die voorzien in het beginsel van scheiding van goederen tijdens het huwelijk van toepassing op hun vermogensstelsel. Overeenkomsten en rechterlijke beslissingen hebben bindende kracht voor derden nadat zij zijn ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, en voor onroerende goederen nadat zij zijn ingeschreven in het kadaster.

Uittreksels uit het huwelijksgoederenregister worden onmiddellijk bekendgemaakt in het staatsblad en kennisgevingen over onroerende goederen worden toegezonden aan het kadaster met het oog op inschrijving.

Laatste update: 25/06/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.