

Informatie zoeken per regio
Ja. In de regel staat het echtgenoten vrij een huwelijkscontract op te stellen om hun huwelijksvermogensstelsel te bepalen. Dit contract wordt huwelijkse voorwaarden (convenção antenupcial – artikel 1698 van het Burgerlijk Wetboek (Código Civil)) genoemd.
Wanneer de echtgenoten echter geen regeling kiezen, of in bepaalde gevallen wanneer de huwelijkse voorwaarden ongeldig zijn, is het wettelijke huwelijksvermogensstelsel dat van de gemeenschap van verkregen goederen (regime da comunhão de adquiridos), conform de artikelen 1717 en 1721 van het Burgerlijk Wetboek.
In dat geval moeten de wettelijke bepalingen van de artikelen 1721 tot en met 1731 van het Burgerlijk Wetboek worden toegepast om te bepalen welk eigendom gezamenlijk is en welk eigendom persoonlijk.
Er zijn uitzonderlijke gevallen (beschreven in artikel 1720 van het Burgerlijk Wetboek) waarin de regeling van scheiding van goederen (regime de separação de bens) verplicht is.
Echtgenoten kunnen hun huwelijksvermogensstelsel regelen door huwelijkse voorwaarden op te stellen, waarin zij een van de drie in het Burgerlijk Wetboek beschreven vermogensstelsels kunnen kiezen, of door iets anders af te spreken binnen de grenzen van de toepasselijke wetgeving (artikel 1698 van het Burgerlijk Wetboek).
De drie in het Burgerlijk Wetboek beschreven huwelijksvermogensstelsels zijn:
Zoals hierboven aangegeven kunnen echtgenoten iets anders afspreken binnen de grenzen van de toepasselijke wetgeving. Dit moet het geval zijn wanneer het huwelijksvermogensstelsel de regeling van gemeenschap van verkregen goederen is, maar de echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden overeenkomen dat een specifiek vóór het huwelijk door een van hen verkregen onroerend goed (bv. een echtelijke woning) binnen het huwelijk gezamenlijk eigendom wordt, omdat zij willen dat beide echtgenoten verantwoordelijk zijn voor de hypotheek.
Wat de formele eisen betreft, moeten de huwelijkse voorwaarden worden opgesteld in de vorm van een authentiek document ten overstaan van een notaris (openbare akte) of in de vorm van een verklaring ten overstaan van een griffier (artikel 1710 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 189 tot en met 191 van het Wetboek betreffende de Burgerlijke Stand (Código do Registo Civil)).
In de regel moeten de huwelijkse voorwaarden vóór het huwelijk worden opgesteld. Overeenkomstig artikel 1714 van het Burgerlijk Wetboek kunnen de huwelijkse voorwaarden en het huwelijksvermogensstelsel na de voltrekking van het huwelijk niet meer worden gewijzigd, tenzij anders bepaald in artikel 1715 van het Burgerlijk Wetboek.
Boek IV, titel II, hoofdstuk IX, deel III, van het Burgerlijk Wetboek bevat de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de huwelijkse voorwaarden (artikelen 1698 tot en met 1716).
De wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op huwelijksgeschenken en geschenken tussen echtgenoten, zijn te vinden in boek IV, titel II, hoofdstuk X, delen I en II, artikelen 1753 tot en met 1766, van het Burgerlijk Wetboek.
In artikel 1720 van het Portugese Burgerlijk Wetboek worden twee gevallen beschreven waarin de regeling van scheiding van goederen het verplichte huwelijksvermogensstelsel is: wanneer het huwelijk wordt voltrokken zonder de procedure van ondertrouw te doorlopen, en wanneer de echtgenoten 60 jaar of ouder zijn.
In alle andere gevallen mogen de echtgenoten zelf een regeling kiezen, binnen de grenzen van de toepasselijke wetgeving.
Overeenkomstig artikel 1688 van het Burgerlijk Wetboek eindigt het huwelijk tussen echtgenoten door echtscheiding of door nietigverklaring van het huwelijk, onverminderd de bepalingen over alimentatie. De scheiding van tafel en bed tussen echtgenoten en vanuit het oogpunt van vermogensrecht leidt niet tot ontbinding van het huwelijk, maar de juridische gevolgen van scheiding zijn zeer vergelijkbaar met die van echtscheiding, zoals hieronder wordt toegelicht.
Met betrekking tot de verdeling van eigendom en de betaling van schulden staat in artikel 1689 van het Burgerlijk Wetboek dat de echtgenoten of hun respectieve erfgenamen, wanneer het huwelijksvermogensstelsel is geëindigd, recht hebben op ontvangst van hun persoonlijke eigendom en hun deel van alle gezamenlijke eigendommen. De echtgenoot met een schuld ten aanzien van gezamenlijk eigendom moet deze schuld aflossen.
Wat schulden betreft, wordt er prioriteit gegeven aan de betaling van gezamenlijke schulden met behulp van het gezamenlijke eigendom en worden de overige schulden pas afgelost nadat deze gezamenlijke schulden zijn betaald. Als een van de echtgenoten een schuld heeft bij de andere echtgenoot, moet hij of zij die schuld betalen met behulp van zijn of haar deel van het gezamenlijke eigendom. Wanneer er geen gezamenlijk eigendom is, moet de echtgenoot de schuld betalen met behulp van zijn of haar persoonlijke eigendom.
Juridische gevolgen van echtscheiding
De gevolgen van echtscheiding worden beschreven in de artikelen 1788 tot en met 1793-A van het Portugese Burgerlijk Wetboek.
In de regel leidt echtscheiding tot ontbinding van het huwelijk, met dezelfde gevolgen als ontbinding van het huwelijk wegens overlijden.
Wat erfopvolging betreft, verliest de voormalige echtgenoot op grond van artikel 2133 van het Burgerlijk Wetboek na het echtscheidingsvonnis de status van wettelijke erfgenaam, ook wanneer het echtscheidingsvonnis pas na het overlijden van de andere echtgenoot wordt afgegeven.
Op grond van de Portugese wetgeving wordt het huwelijksvermogen in de regel niet tijdens, maar pas na de echtscheidingsprocedure verdeeld. Bij echtscheiding op basis van wederzijdse instemming ten overstaan van het bureau van de burgerlijke stand kunnen echtgenoten direct afspreken hoe het huwelijksvermogen wordt verdeeld (artikel 272-A van het Wetboek betreffende de Burgerlijke Stand).
Wat de gevolgen van echtscheiding betreft, is de algemene regel dat:
De gevolgen van echtscheiding voor de verdeling van eigendom over de echtgenoten zijn als volgt:
De gevolgen van echtscheiding in verband met eigendom voor de relatie tussen de echtgenoten en derden zijn als volgt:
Wat onderhoudsverplichtingen tussen voormalige echtgenoten betreft, staat er in de artikelen 2016 en 2019 van het Burgerlijk Wetboek dat:
Scheiding van tafel en bed tussen echtgenoten en vanuit het oogpunt van vermogensrecht
Wat scheiding van tafel en bed betreft, wordt in artikel 1794 van het Portugese Burgerlijk Wetboek verwezen naar de bepalingen over echtscheiding, zoals hierboven beschreven, met één uitzondering: scheiding van tafel en bed leidt niet tot de ontbinding van het huwelijk.
Op deze uitzondering na zijn de gevolgen van de scheiding van tafel en bed voor het huwelijksvermogen, de onderhoudsverplichtingen en de erfopvolging, overeenkomstig de artikelen 1795-A, 2016 en 2133 van het Burgerlijk Wetboek, gelijk aan die van echtscheiding.
Juridische gevolgen van nietigverklaring
Er is een verschil tussen nietigverklaring en een niet-bestaand huwelijk.
In het geval van een niet-bestaand huwelijk, zoals beschreven in de artikelen 1628, 1629 en 1630 van het Burgerlijk Wetboek (bv. wanneer er geen enkele verklaring is van een of beide echtgenoten), zijn er geen gevolgen.
In het geval van nietigverklaring van een burgerlijk huwelijk, zoals beschreven in artikel 1631 van het Burgerlijk Wetboek (bv. wanneer er sprake is van juridische beperkingen of een onjuiste verklaring), zijn de gevolgen op grond van artikel 1647 van het Burgerlijk Wetboek als volgt:
Deze regels gelden ook voor de nietigverklaring van katholieke huwelijken die zijn voltrokken door kerkelijke autoriteiten, totdat het vonnis is geregistreerd in het register van de burgerlijke stand, mits het katholieke huwelijk ook is geregistreerd.
In de artikelen 1649 en 1650 van het Burgerlijk Wetboek worden speciale eigendomsstraffen beschreven voor huwelijken tussen minderjarigen of huwelijken die inbreuk maken op juridische beperkingen, zoals de volgende:
Het huwelijksvermogensstelsel eindigt wanneer een echtgenoot overlijdt, zoals beschreven in artikel 1788 van het Burgerlijk Wetboek.
Gezamenlijk eigendom moet worden verdeeld. Het eigendom van de overledene bestaat uit zijn of haar persoonlijke eigendom en, in voorkomend geval, zijn of haar deel van het gezamenlijke eigendom van de echtgenoten, overeenkomstig artikel 2024 van het Burgerlijk Wetboek.
In de regel is de overlevende echtgenoot de wettelijke erfgenaam en profiteert hij of zij van een gereserveerd deel van de erfopvolging, ongeacht of er een testament is (artikelen 2131 en 2133 of, in voorkomend geval, artikelen 2158 en 2159 van het Burgerlijk Wetboek).
Verder heeft de overlevende echtgenoot, op grond van artikel 2103-A van het Burgerlijk Wetboek, bij de verdeling van het eigendom recht op het gebruik van de echtelijke woning en de inhoud en het meubilair daarvan. Wanneer dit zijn of haar aandeel van de erfopvolging en het gezamenlijke eigendom overstijgt, moet de overlevende echtgenoot de andere erfgenamen schadeloos stellen.
Overeenkomstig artikel 1698 en artikel 1700, lid 3, van het Burgerlijk Wetboek kunnen de echtgenoten in de huwelijkse voorwaarden echter afstand doen van hun status als erfgenaam, als de regeling van scheiding van goederen het huwelijksvermogensstelsel is.
De rechtbanken, de diensten van de burgerlijke stand en de notarissen zijn, naar gelang van het geval, bevoegd om te beslissen over huwelijksvermogenskwesties, wanneer een van de hieronder beschreven situaties zich voordoet.
Volgens het Portugese recht is het in artikel 1714 van het Burgerlijk Wetboek neergelegde beginsel van onveranderlijkheid van toepassing op de huwelijkse voorwaarden en het vermogensstelsel. Als de toekomstige echtgenoten dus afspraken willen maken over het vermogensstelsel en willen afwijken van het wettelijke huwelijksvermogensstelsel, moet het vermogensstelsel worden vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden (artikel 1710 van het Burgerlijk Wetboek), die moeten worden ondertekend voordat de echtgenoten trouwen. Tijdens het huwelijk mogen de echtgenoten de huwelijkse voorwaarden niet wijzigen of tenietdoen. De in artikel 1715 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde situaties (bv. in het geval van scheiding van tafel en bed vanuit het oogpunt van vermogensrecht dan wel scheiding van tafel en bed tussen echtgenoten en vanuit het oogpunt van vermogensrecht) zijn uitzonderingen op het beginsel van onveranderlijkheid.
De bepalingen betreffende het vermogensstelsel moeten worden vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden (artikel 1698 van het Burgerlijk Wetboek). Het sluiten van huwelijkse voorwaarden is onderworpen aan vorm- en bekendmakingsvereisten. Wat de vormvereisten betreft, zijn de huwelijkse voorwaarden alleen geldig wanneer ze worden gesloten door middel van een bij de diensten van de burgerlijke stand afgelegde verklaring of in de vorm van een bij een notaris ondertekende openbare akte (artikel 1710 van het Burgerlijk Wetboek). Wat de bekendmakingsvereisten betreft, zijn de huwelijkse voorwaarden ten aanzien van derden slechts rechtsgeldig wanneer ze worden geregistreerd (artikel 1711, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek). Voor de toepassing daarvan worden de erfgenamen van de echtgenoten en de andere partijen bij de huwelijkse voorwaarden niet als derden beschouwd. De registratie van de huwelijkse voorwaarden treedt niet in de plaats van de vereiste vermogensrechtelijke registratie van de daarin opgenomen feiten. Er moet ook een termijn in acht worden genomen: de huwelijkse voorwaarden moeten vóór het huwelijk worden ondertekend, maar tussen de datum van ondertekening van de voorwaarden en het huwelijk mag niet meer dan een jaar zijn verstreken, anders vervallen de voorwaarden (artikel 1716 van het Burgerlijk Wetboek).
De hierboven verstrekte informatie kan worden geraadpleegd in de handleiding: “Impact op de activiteiten van de diensten van de burgerlijke stand en de notarissen”, beschikbaar in het Portugees en het Engels op https://www.redecivil.csm.org.pt/os-regulamentos-europeus-impacto-na-atividade-registal-e-notarial/
Welke autoriteiten in het geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk bevoegd zijn voor de verdeling van het vermogen en de toepassing daarvan op het respectieve vermogensstelsel, is afhankelijk van de vraag of de echtgenoten het al dan niet eens zijn over de verdeling van het huwelijksvermogen.
Als de echtgenoten het eens zijn over de verdeling van het huwelijksvermogen bij een echtscheiding of scheiding van tafel en bed, zijn de diensten van de burgerlijke stand bevoegd om deze aangelegenheden te behandelen. In dit geval kunnen er zich twee situaties voordoen: bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed op basis van wederzijdse instemming zijn de diensten van de burgerlijke stand bevoegd ten aanzien van de echtscheiding of scheiding van tafel en bed en kunnen zij, binnen deze procedures, de verdelingsovereenkomst goedkeuren, de betaling van belastingverplichtingen afhandelen en wijzigingen aanbrengen in het eigendomsregister als gevolg van de verdeling. Bij een bestreden echtscheiding of scheiding van tafel en bed, waarvoor de familie- en jeugdrechtbanken (Tribunais de Família e Menores) bevoegd zijn, zijn de diensten van de burgerlijke stand bevoegd voor de afhandeling van de verdeling, belastingverplichtingen en wijzigingen in het eigendomsregister als gevolg van de verdeling, als de partijen na de echtscheiding of scheiding instemmen met de verdeling. Dit rechtskader wordt beschreven in de artikelen 272-A en 272-B van het Wetboek betreffende de Burgerlijke Stand (Código de Registo Civil). Praktische informatie over deze dienst en de kosten ervan is te vinden op https://justica.gov.pt/Servicos/Balcao-Divorcio-com-Partilha
Als de partijen na de echtscheiding of scheiding van tafel en bed overeenstemming bereiken over de verdeling van het eigendom, kunnen zij bij een notaris een openbare akte ondertekenen. In dat geval is het de verantwoordelijkheid van de notaris om het onroerende goed binnen twee maanden te registreren en moeten de partijen binnen diezelfde termijn aan hun belastingverplichtingen voldoen (artikelen 8-B en 8-C van het Wetboek inzake het Eigendomsregister (Código do Registo Predial)).
Wanneer de echtgenoten het in het geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed, nietigheid of nietigverklaring van het huwelijk, niet eens kunnen worden over de verdeling, moet op verzoek van een van de partijen een inventarisprocedure worden ingeleid. In de in artikel 1083, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde gevallen (Código de Processo Civil; bv. wanneer de inventaris afhangt van andere gerechtelijke procedures) zijn de rechtbanken exclusief bevoegd voor de inventarisprocedure. In andere situaties kan de inventarisprocedure overeenkomstig artikel 1083, lid 2, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden aangevraagd op initiatief van de belanghebbende die de procedure inleidt of in onderlinge overeenstemming tussen alle belanghebbenden, voor de rechtbank of bij een notaris die is opgenomen in de lijst als bedoeld in artikel 1 van de Regeling inzake Notariële Inventarisatie (Regime do Inventário Notarial), welke is gepubliceerd in de bijlage bij Wet nr. 117/19 van 13 september 2019. De notaris handelt de zaak af met behulp van het beheersysteem https://www.inventarios.pt/
Op grond van de artikelen 1682 en 1683 van het Burgerlijk Wetboek heeft een echtgenoot in sommige gevallen toestemming van de andere echtgenoot nodig om bepaalde overeenkomsten aan te gaan met een derde. Dit hangt af van het huwelijksvermogensstelsel (bv. scheiding van goederen of gemeenschap van goederen), de daaruit voortkomende beheersbevoegdheid (bv. gezamenlijk beheer van bepaalde eigendommen), de aard van het eigendom (bv. echtelijke woning, gezamenlijk eigendom) of de aard van de overeenkomst (bv. koop- of verkoopovereenkomst, aanvaarding van geschenken).
Op grond van artikel 1687 van het Burgerlijk Wetboek heeft het ontbreken van toestemming van de andere echtgenoot de volgende gevolgen voor derden:
Wanneer er een akkoord wordt bereikt over de verdeling, kan dit worden goedgekeurd door de diensten van de burgerlijke stand of worden vastgelegd in een openbare akte die bij een notaris wordt ondertekend, naar gelang van de situaties als bedoeld in het antwoord op vraag 6.
Indien er geen overeenstemming over de verdeling wordt bereikt, wordt bij de rechtbank of bij een notaris een inventarisatieprocedure ingeleid, zoals reeds beschreven in het antwoord op vraag 6.
De gerechtelijke inventarisprocedure wordt geregeld in boek V, titel XVI (artikelen 1082 tot en met 1130) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; een regeling die mutatis mutandis van toepassing is op de notariële inventaris (artikel 2 van de Regeling inzake Notariële Inventarisatie, welke is gepubliceerd in de bijlage bij Wet nr. 117/19 van 13 september 2019).
De inventarisprocedure verloopt als volgt: aanvangsfase; oppositie en verificatie van verplichtingen; voorafgaande hoorzitting met de belanghebbenden; uitspraak ten gronde en verhoor van de belanghebbenden; verdelingslijst en bekrachtigingsvonnis; vorderingen ingesteld na het bekrachtigingsvonnis.
De aanvrager van de registratie van onroerende goederen moet deze aanvraag indienen bij het bureau van het eigendomsregister en moet documenten bijvoegen die de in het eigendomsregister opgenomen feiten aantonen. Gewoonlijk zijn de volgende documenten vereist: openbare akte; eigendomscertificaat; bewijs van betaling van zegelrecht en gemeentelijke onroerendgoedbelasting; indien van toepassing: annuleringsdocument hypotheek. Als deze documenten al bij het bureau van het eigendomsregister zijn geregistreerd, hoeft er alleen naar te worden verwezen.
Daarnaast moet de volmacht in de aanvraag worden opgenomen, als deze wordt ingediend door een vertegenwoordiger van de aanvrager. Op grond van artikel 39 van het Wetboek inzake het Eigendomsregister hoeven advocaten, notarissen en procureurs echter geen volmacht bij te voegen om registratie aan te vragen.
Aanvragers met een digitaal certificaat (burgers met een Portugese burgerkaart, advocaten, notarissen en procureurs die naar behoren zijn geregistreerd bij de betreffende beroepsvereniging) kunnen via internet een aanvraag voor de registratie van onroerende goederen indienen en de nodige documenten toevoegen. Aanvragers zonder digitaal certificaat kunnen de aanvraag persoonlijk bij het bureau van het eigendomsregister indienen of per post versturen.
Informatie over de registratieprocedure en de kosten daarvan is te vinden op:
https://justica.gov.pt/Servicos/Pedir-registo-predial
De geactualiseerde versie van het Portugese Burgerlijk Wetboek en van de andere hierboven genoemde wetgeving kan in het Portugees worden geraadpleegd op:
Wetboek betreffende de Burgerlijke Stand
Wetboek inzake het Eigendomsregister
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Regeling inzake Notariële Inventarisatie
Slotopmerking:
Dit informatieblad bevat algemene informatie; het is niet volledig en is niet bindend voor het contactpunt, het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, de rechtbanken of elke andere gebruiker. De meeste recente versie van de toepasselijke wetgeving moet altijd worden geraadpleegd. Deze informatie komt niet in de plaats van juridisch advies van een rechtsbeoefenaar.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.