Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Frans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Kosten

Frankrijk

Op deze pagina vindt u informatie over gerechtelijke kosten in Frankrijk. Voor een grondiger analyse van de proceskosten, zie: Familierecht - Echtscheiding Familierecht - Voogdij over de kinderen Familierecht - Alimentatie Handelsrecht - Contracten Handelsrecht - Verantwoordelijkheid

Inhoud aangereikt door
Frankrijk

Regelgeving inzake vergoedingen voor beoefenaars van juridische beroepen

De tarieven bestaan uit vaste rechten en variabele rechten (vaak uitgedrukt als percentage van de geldswaarde van het geschil).

Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen:

  • justitiële medewerkers (advocaten, door de rechtbank aangestelde functionarissen) van wie de vergoedingen slechts gedeeltelijk vastliggen. De honoraria worden grotendeels in vrijheid met de cliënt overeengekomen.
  • openbare of ministeriële ambtenaren, van wie de vergoedingen zijn vastgesteld in het kader van de verordenende bevoegdheid van de Franse regering.

Procureurs

In decreet nr. 80-608 van 30 juli 1980 wordt het tarief van de procureurs bij de hoven van beroep vastgesteld. Justitiële medewerkers/advocaten.

In verordeningen wordt het honorarium vastgesteld van advocaten die partijen in eerste aanleg vertegenwoordigen (decreet nr. 72-84 van 25 augustus 1972 en nr. 75-785 van 21 augustus 1975).

Gerechtsdeurwaarders

Het tarief van gerechtsdeurwaarders voor dagvaardingen en betekeningen van verzoekschriften en rechterlijke uitspraken is vastgelegd in decreet nr. 96-1080 van 12 december 1996.


Vaste kosten

Vaste kosten in civiele procedures

Vaste kosten voor procederende partijen in civiele procedures

In civiele zaken zijn bepaalde kosten juridisch gezien onontbeerlijk voor de voortgang van het proces. Deze kosten zijn vastgelegd in verordeningen of rechterlijke uitspraken en worden gerechtskosten genoemd.

Deze omvatten:

  1. De rechten, belastingen, heffingen of emolumenten die worden geïnd door bureaus van rechtbanken of door de belastingdienst. Deze rechten en belastingen zijn zeldzaam, aangezien in wet nr. 77-1468 van 30 december 1977 het beginsel is vastgelegd dat processen bij civiele en administratieve rechtbanken kosteloos zijn;
  2. De kosten van het vertalen van documenten wanneer op grond van de wet of een internationale afspraak een vertaling verplicht is;
  3. De vergoedingen voor getuigen;
  4. De vergoedingen voor technici;
  5. De vaste verschotten (tarieven van deurwaarders, procureurs, advocaten);
  6. De emolumenten van openbare of ministeriële ambtenaren;
  7. De vergoedingen voor advocaten voor zover deze zijn gereglementeerd, inclusief het pleidooirecht;
  8. De kosten van betekening van een document in het buitenland;
  9. De kosten van het tolken en vertalen die noodzakelijk zijn geworden door de handelingen tot het verkrijgen van bewijs in het buitenland op verzoek van rechtbanken in het kader van Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken;
  10. De verplichte maatschappelijke onderzoeken op het gebied van gezinszaken en de rechtsbescherming van meerderjarigen en minderjarigen;
  11. De vergoeding voor de persoon die door de rechter is aangewezen om een minderjarige te horen.

Stadium van de civiele procedure waarin de vaste kosten moeten worden voldaan

De kosten van een civiele procedure omvatten alle bedragen die voor of tijdens een rechtsgang door de partijen zijn betaald of verschuldigd.

Vóór de inleiding van de procedure zijn dat bijvoorbeeld de kosten voor het raadplegen van juristen en technici en reiskosten.

Tijdens de rechtsgang gaat het om proceskosten die aan justitiële medewerkers en ministeriële ambtenaren worden betaald, door de staat geïnde rechten of de honoraria van raadslieden.

Na het proces kan er sprake zijn van uitvoeringskosten van het vonnis.

Kosten in constitutionele procedures

Vaste kosten voor procederende partijen in constitutionele procedures

Volgens de regels voor de procesvoering in Frankrijk is het voor individuen niet mogelijk zaken voor de Conseil constitutionnel (grondwettelijke raad) te brengen. Daarom hoeft deze vraag niet te worden beantwoord.


Informatie die wettelijke vertegenwoordigers (advocaat) vooraf moeten verstrekken

Rechten en verplichtingen van de partijen

Het behoort tot de beroepsethiek van justitiële medewerkers hun cliënten relevante informatie over hun rechten en verplichtingen te verschaffen.

Bronnen van informatie over gerechtskosten

Waar kan ik informatie vinden over procedurekosten in Frankrijk?

Op de websites van het Ministerie van Justitie en diverse beroepsgroepen.

In welke talen kan ik informatie vinden over procedurekosten in Frankrijk?

De informatie is beschikbaar in het Frans.

Waar kan ik aanvullende informatie vinden over procedurekosten?

De procedurekosten worden niet op een website gepubliceerd.

Belasting over de toegevoegde waarde

Hoe wordt deze informatie beschikbaar gesteld? Welke percentages zijn van toepassing?

De vermelde tarieven zijn exclusief btw. Er geldt een vast btw-tarief van 19,6% behalve voor diensten verleend aan de ontvangers van rechtsbijstand (5,5%).

Rechtsbijstand

De toepasselijke inkomensgrens op het gebied van civiel recht

Wat betreft de rechtsbijstand wordt er geen onderscheid gemaakt tussen burgerlijke of strafzaken of naar de aard van het geschil. Het enige criterium voor toekenning of weigering van de bijstand is de financiële draagkracht van de aanvrager.

Alle natuurlijke personen met de Franse nationaliteit en onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie alsmede rechtspersonen zonder winstoogmerk die hun rechten langs gerechtelijke weg willen doen gelden en die over onvoldoende financiële middelen beschikken, kunnen aanspraak maken op rechtsbijstand.

Personen met een buitenlandse nationaliteit die in Frankrijk hun gewone en legale verblijfplaats hebben, komen eveneens in aanmerking voor rechtsbijstand in burgerlijke zaken. Bij strafzaken is een legale verblijfplaats echter geen vereiste. Deze voorwaarde geldt evenmin voor minderjarigen, ongeacht de procedure waarbij zij betrokken zijn (civiel, administratief of strafrechtelijk).

 

Gekeken wordt naar de gemiddelde maandelijkse inkomsten van de aanvrager van de rechtsbijstand in het voorgaande kalenderjaar en, in voorkomend geval, naar de inkomsten van de personen die op reguliere basis bij hem of haar in huis wonen. In dit laatste geval wordt de grens voor de toekenning van de rechtsbijstand opgetrokken via een correctie in verband met de gezinslasten.

Personen die bepaalde inkomenssteun krijgen (aanvullende uitkering uit het nationaal solidariteitsfonds, bijstandsuitkering), hoeven niet aan te tonen dat hun financiële draagkracht ontoereikend is.

Bovendien worden verschillende sociale voorzieningen niet als inkomsten meegerekend (kinderbijslag, sociale uitkeringen, huisvestingstoeslag).

Afhankelijk van de financiële draagkracht dekt de rechtsbijstand de gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk. De inkomensdrempels worden elk jaar geactualiseerd in de wet op de financiën. Voor 2009 geldt dat voor een alleenstaande de maandelijkse gemiddelde inkomsten:

  • ten hoogste 911 EUR mogen bedragen om voor volledige rechtsbijstand in aanmerking te komen,
  • tussen 912 en 1367 EUR moeten liggen om voor gedeeltelijke rechtsbijstand in aanmerking te komen.

Deze drempels worden met 164 EUR verhoogd voor elk van de eerste twee afhankelijke personen die bij de aanvrager wonen (kinderen, echtgenoot, (geregistreerd) partner, bloedverwanten in opgaande lijn, enz.), en met 104 EUR vanaf de derde afhankelijke persoon.

Andere voorwaarden in verband met het toekennen van rechtsbijstand voor slachtoffers

In principe wordt er niet gekeken naar de status (bijv. slachtoffer of verdachte) van de procespartij. Slachtoffers, verdachten, eisers of gedaagden worden niet verschillend behandeld als het gaat om het al dan niet verkrijgen van rechtsbijstand.

In de Loi d’orientation et de programmation pour la justice (wet inzake de oriëntatie en planning voor justitie) van 9 september 2002 zijn de voorwaarden voor toegang tot justitie voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven, namelijk opzettelijke aanslag op het leven of de integriteit van de persoon (misdrijven als bedoeld en bestraft in de artikelen 221-1 t/m 221-5, 222-1 t/m 222-6, 222-8, 222-10, 222-14 (lid 1 en 2), 222,23 t/m 222-26, 421-1 (lid 1) en 421-3 (lid 1-4), van het Code pénal (wetboek van strafrecht)), en hun rechthebbenden verbeterd als het gaat om de instelling van een civiele eis tot vergoeding van de schade die zij hebben geleden als gevolg van de aanslag op de persoon. Zij hoeven namelijk geen bewijsstukken met betrekking tot hun inkomsten te overleggen om rechtsbijstand te verkrijgen. Deze bepaling geldt vooral voor slachtoffers van verkrachting of mishandeling van kinderen jonger dan vijftien jaar of van bijzonder kwetsbare personen, als deze verkrachting of mishandeling de dood of permanente invaliditeit tot gevolg heeft.

Verder kan bij wijze van uitzondering van de inkomstenregels worden afgeweken, ongeacht de status van de aanvrager van de procesbijstand (eiser/gedaagde, slachtoffer/verdachte), als hun situatie van bijzonder belang wordt geacht vanwege het voorwerp van het geschil of de te verwachten proceskosten.

Deze bepaling geldt met name voor slachtoffers van een strafbaar feit met het oog op de omstandigheden waaronder dit feit is begaan.

Andere voorwaarden in verband met het toekennen van rechtsbijstand voor verdachten

In principe is er geen enkele bijzondere voorwaarde voor het verlenen van rechtsbijstand aan gedaagden. Bij inzet van een rechtsmiddel (hoger beroep, verzet, beroep in cassatie) wordt de situatie van gedaagden er echter beter op wanneer zij reeds rechtsbijstand hebben ontvangen. Het recht op deze bijstand blijft dus onverminderd bestaan.

Hier moet echter worden gewezen op de algemene regel. Deze regel is zowel op de eiser als op de gedaagde van toepassing en houdt in dat er geen rechtsbijstand wordt toegekend wanneer de kosten die door deze bijstand worden gedekt, worden vergoed op grond van een rechtsbijstandsverzekering of een soortgelijke bescherming.


Kosteloze procedures

Bij een buurtrechter (juridiction de proximité) en een kantonrechter (tribunal d’instance) hoeven de partijen geen advocaat in de arm te nemen. Wanneer het bedrag van de vordering lager is dan 4000 EUR, behoort bij deze rechtbanken een vereenvoudigde procedure tot de mogelijkheden die de partijen ontslaat van de verplichting om een deurwaarder in te schakelen.

Verzoeken tot herziening van maatregelen in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag, vorderingen op het gebied van adoptie, als het kind is geadopteerd voordat het de leeftijd van vijftien jaar heeft bereikt, maatregelen na een echtscheiding en eisen inzake alimentatieverplichtingen kunnen zonder advocaat, door middel van een verzoekschrift, worden ingediend.

Zoals voor alle procedures bij civiele rechtbanken berekenen deze rechters geen kosten voor het aanspannen van een rechtszaak of het afgeven van een beslissing.

Wanneer wordt de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de kosten van de in het gelijk gestelde partij?

In civiele zaken moet in elk vonnis of elk arrest waarmee een rechtsgang wordt beëindigd, worden bepaald wie de in het kader van de procedure gemaakte kosten dient te voldoen.

In principe komen de vaste kosten ( zie boven) voor rekening van de in het ongelijk gestelde partij. De rechter kan evenwel via een met redenen omkleed besluit een andere partij verplichten deze kosten geheel of gedeeltelijk op zich te nemen.

Een partij kan eveneens eisen dat de wederpartij de door haar gemaakte kosten, anders dan de vaste kosten, geheel of gedeeltelijk voor haar rekening neemt. Het gaat bijvoorbeeld om de honoraria en het pleidooirecht van haar advocaat, de kosten van de deurwaarder en zijn proces-verbaal van constatering, en haar reiskosten. In dit geval veroordeelt de rechter de partij die de vaste kosten dient te voldoen, of anders de in het ongelijk gestelde partij tot het aan de andere partij betalen van het bedrag dat hij vaststelt op basis van de gemaakte kosten die niet in de vaste kosten zijn begrepen. Hij houdt hierbij rekening met het beginsel van billijkheid en de financiële situatie van de veroordeelde partij. Hij kan, ook ambtshalve, om redenen die op dezelfde overwegingen gebaseerd zijn, verklaren dat er geen aanleiding is tot een dergelijke veroordeling.

Vergoeding van deskundigen

In civiele zaken wordt de vergoeding van door de rechter aangewezen deskundigen bij rechterlijk vonnis vastgesteld.

Wanneer de rechter een deskundige in de arm neemt, stelt hij een voorschot vast dat op de vergoeding van die deskundige in mindering wordt gebracht. Het voorschot benadert de vermoedelijke uiteindelijke vergoeding zo veel mogelijk. Hij wijst de partij of partijen aan die het voorschot bij de griffie van de rechtbank in bewaring moet(en) geven.

Zodra de deskundige zijn verslag heeft ingediend stelt de rechter diens vergoeding vast, met name afhankelijk van de toewijding waarmee hij heeft gewerkt, de naleving van de gestelde termijnen en de kwaliteit van het geleverde werk. Hij verleent de deskundige toestemming om het hem toekomende deel van de bij de griffie in bewaring gegeven bedragen op te vragen, en bepaalt in voorkomend geval dat er aanvullende bedragen aan de deskundige moeten worden uitbetaald. Daarbij wijst hij de partij of partijen aan voor wier rekening dit extra bedrag komt.

In het vonnis of arrest waarmee een rechtsgang wordt beëindigd, wordt bepaald wie de vergoeding van de deskundige dient te betalen. In principe is dat de in het ongelijk gestelde partij, tenzij de rechter via een met redenen omkleed besluit een andere partij verplicht deze kosten geheel of gedeeltelijk te voldoen.

Daarentegen worden de honoraria van niet door de rechter aangewezen deskundigen in vrijheid tussen de deskundige en zijn cliënt overeengekomen. Deze behoren niet tot de vaste kosten. Een partij kan de rechter verzoeken de in het ongelijk gestelde partij of anders de in de vaste kosten veroordeelde partij op te dragen haar het bedrag van deze honoraria te betalen. De rechter houdt hierbij rekening met het beginsel van billijkheid en de financiële situatie van de veroordeelde partij.


Vergoeding van vertalers en tolken

Deze kosten komen ten laste van de in het ongelijk gestelde partij, tenzij de rechter via een met redenen omkleed besluit een andere partij verplicht deze kosten geheel of gedeeltelijk te betalen.

Bestanden

Franse verslag over de studie inzake kostentransparantie PDF (1312 Kb) en

Laatste update: 08/11/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.