Kosten

Litouwen

Op deze pagina vindt u informatie over de kosten van gerechtelijke procedures in Litouwen.

Inhoud aangereikt door
Litouwen

Familierecht - Echtscheiding

Familierecht – Voogdij over de kinderen

Familierecht – Alimentatie

Handelsrecht – Contracten

Handelsrecht – Verantwoordelijkheid

Regelgeving inzake vergoedingen voor beoefenaars van juridische beroepen

1. Juridisch adviseurs

Dit beroep bestaat niet in Litouwen.

2. Advocaten

Er is geen regelgeving voor vergoedingen voor advocaten in Litouwen. Ze variëren naar gelang van de complexiteit van de zaak en de benodigde middelen. Voor honoraria geldt echter een maximumbedrag dat is vastgelegd in aanbevelingen die zijn goedgekeurd door de minister van Justitie en de voorzitter van de Raad van de Litouwse orde van advocaten (Lietuvos advokatų tarybos pirmininkas).

3. Barristers (pleiters)

Dit beroep bestaat niet in Litouwen.

4. Gerechtsdeurwaarders

Gerechtsdeurwaarders spelen alleen een rol als de schuldenaar zich niet aan het vonnis houdt en er juridisch uitvoerbare documenten vereist zijn. De regels voor de hoogte van de vergoeding, haar betaling en de vrijstelling van uitvoeringskosten zijn vastgelegd in de instructies voor de executie van vonnissen. Alle uitvoeringskosten moeten worden betaald door de schuldeiser. Tijdens of na de executie van het vonnis moet het honorarium van een gerechtsdeurwaarder op de schuldenaar worden verhaald.

De hoogte van het honorarium is afhankelijk van het soort executie die vereist is en het aantal malen dat deze executie plaatsvindt. Sommige uitvoeringskosten zijn vastgesteld; sommige kosten 60 LTL per uur en sommige worden bepaald op basis van een percentage van de waarde van de bezittingen waarop de executie van toepassing is.

Vaste kosten

Vaste kosten in civiele procedures

Vaste kosten voor rechtzoekenden in civiele procedures

De proceskosten in civiele procedures bestaan uit het zegelrecht en andere kosten, zoals vertegenwoordiging, afgifte van gerechtelijke documenten, vergoedingen voor deskundigen, executiekosten, etc. Het zegelrecht bestaat uit vaste kosten en is in sommige gevallen vastgelegd in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De proceskosten zijn vastgelegd in afdeling VIII van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Civilinio proceso kodeksas).

Moment in de civiele procedure waarop vaste kosten voor procederende partijen betaald moeten worden

Het zegelrecht wordt doorgaans betaald voordat een vordering bij de rechtbank wordt ingediend.

Vaste kosten in strafrechtelijke procedures

Vaste kosten voor rechtzoekenden in strafrechtelijke procedures

Er zijn geen vaste kosten voor procederende partijen in strafrechtelijke procedures.

Vaste kosten bij constitutionele procedures

Vaste kosten voor rechtzoekenden bij constitutionele procedures

Constitutionele procedures zijn kosteloos, maar staan niet open voor het algemeen publiek.

Informatie die wettelijke vertegenwoordigers vooraf moeten verstrekken

Er bestaat geen directe verplichting bij wet voor informatie die wettelijke vertegenwoordigers vooraf moeten verstrekken.

Procedurekosten van de in het gelijk gestelde partij

De proceskosten in civiele procedures zijn vastgelegd in afdeling VIII van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Kosten – rechtsgrondslag

Waar kan ik informatie vinden over de rechtsgrondslag van kosten in Litouwen?

Meer informatie is beschikbaar in het bijgesloten verslag van Litouwen over het onderzoek naar de transparantie van kosten PDF (950 Kb) en.

In welke talen kan ik informatie vinden over de rechtsgrondslag van kosten in Litouwen?

Er is informatie beschikbaar in het Engels.

Waar kan ik informatie vinden over bemiddeling-mediation/verzoening?

Meer informatie is te vinden op de volgende website: procedure gerechtelijke bemiddeling.

Rechtsbijstand

Voorwaarden voor de toekenning van rechtsbijstand

Volgens de Litouwse wetgeving zijn er twee soorten door de staat gegarandeerde rechtsbijstand:

  1. “Primaire rechtsbijstand” (pirminė teisinė pagalba) omvat het verlenen van rechtsbijstand overeenkomstig de procedure die is vastgelegd in de wet inzake door de staat gegarandeerde rechtsbijstand, alsmede juridisch advies en de opstelling van documenten die moeten worden ingediend bij staats- en gemeentelijke instellingen, met uitzondering van procedurele documenten. Rechtsbijstand omvat ook advies voor buitengerechtelijke beslechting van een geschil, handelingen voor het bereiken van een minnelijke schikking en het opstellen van een schikkingsovereenkomst.
  2. “Secundaire rechtsbijstand” (antrinė teisinė pagalba) omvat de opstelling van documenten, het verweer en de vertegenwoordiging in de rechtbank. Deze rechtsbijstand omvat tevens het proces van executie en vertegenwoordiging tijdens de preliminaire buitengerechtelijke fase van een geschil, indien een dergelijke procedure volgens de wet of op grond van een gerechtelijke beslissing vereist is. Secundaire rechtsbijstand omvat ook de proceskosten in civiele procedures, de kosten in administratieve procedures en kosten met betrekking tot de behandeling van een vordering van een civiele partij in een strafzaak.

Alle burgers van de Republiek Litouwen, burgers van andere lidstaten van de Europese Unie, andere natuurlijke personen die legaal in Litouwen of een andere lidstaat verblijven en andere personen die zijn gespecificeerd in internationale verdragen die Litouwen heeft ondertekend, komen in aanmerking voor primaire rechtsbijstand, ongeacht hun inkomen.

Alle burgers van de Republiek Litouwen, burgers van andere lidstaten van de Europese Unie en andere natuurlijke personen die legaal in Litouwen of een andere lidstaat verblijven, mogen secundaire rechtsbijstand aanvragen. Om secundaire rechtsbijstand te ontvangen mag het vermogen en het jaarinkomen van de betreffende persoon niet de vermogens- en inkomensdrempels te boven gaan die door de regering zijn vastgesteld in de wet inzake door de staat gegarandeerde rechtsbijstand.

Er wordt derhalve een gemeenschappelijke drempel gehanteerd voor het beoordelen van de behoeftigheid van een persoon (als de berekende waarde lager is dan het maximumbedrag, wordt de aanvrager als behoeftig beschouwd).

Recht op rechtsbijstand

De regering heeft twee vermogens- en inkomensdrempels vastgesteld. Het vermogen en inkomen van de aanvrager mag de eerste of tweede wettelijk vastgestelde drempel niet overschrijden. Bovendien mag het netto jaarinkomen (over de laatste twaalf maanden) van de aanvrager de eerste of tweede inkomensdrempel die in de Litouwse wetgeving is vastgesteld, niet overschrijden.

Behoeftigheid is niet het enige criterium waarmee wordt bepaald of iemand in aanmerking komt voor secundaire rechtsbijstand.

Een aanvrager komt in aanmerking voor rechtsbijstand van het eerste niveau als het jaarinkomen maximaal 8 000 litas (2318,80 euro) plus maximaal 3 000 litas (869,60 euro) voor elke ten laste komende persoon bedraagt. Een aanvrager komt in aanmerking voor rechtsbijstand van het tweede niveau indien het jaarinkomen maximaal 12 000 litas (3478,20 euro) plus maximaal 4 400 litas (1275,30 euro) voor elke ten laste komende persoon bedraagt. De verplichtingen van de aanvrager jegens zijn of haar ten laste komende personen worden bij de beoordeling van de behoeftigheid niet in aanmerking genomen.

De mate waarin de staat secundaire rechtsbijstand verleent en vergoedt, waarbij rekening wordt gehouden met het vermogen en inkomen van de betreffende persoon, is als volgt:

  1. 100 procent, indien op basis van het vermogen en inkomen van de persoon het eerste niveau kan worden vastgesteld;
  2. 50 procent, indien op basis van het vermogen en inkomen van de persoon het tweede niveau kan worden vastgesteld.

De staat moet 100 procent van de kosten van de secundaire rechtsbijstand die wordt verleend aan de personen genoemd in artikel 12 van deze wet (zie hieronder) voor zijn rekening nemen. Deze kosten worden ongeacht het vermogen en inkomen van de betreffende persoon vergoed. Uitgezonderd zijn personen (genoemd in artikel 12, onder 6 van de wet) die vrij kunnen beschikken over vermogen en inkomen. Voor hen is het tweede niveau van toepassing, waarbij de staat 50 procent van de kosten voor secundaire rechtsbijstand voor zijn rekening neemt.

Bepaalde groepen personen komen ongeacht de vermogens- en inkomensdrempels die zijn vastgesteld door de regering (in artikel 12 van de wet inzake door de staat gegarandeerde rechtsbijstand) in aanmerking voor secundaire rechtsbijstand:

  1. personen in strafrechtelijke procedures (krachtens artikel 51 van het wetboek van strafvordering) en in andere in de wet gespecificeerde rechtszaken, indien de fysieke aanwezigheid van een advocaat verplicht is;
  2. de benadeelde partijen in zaken waarin vergoeding wordt geëist voor schade als gevolg van strafbare feiten, waaronder ook zaken waarin vergoeding wordt geëist voor schade als onderdeel van een strafzaak;
  3. personen die volgens de Litouwse wet in aanmerking komen voor sociale bijstand voor gezinnen met een laag inkomen (alleenwonenden);
  4. personen die in zorginstellingen wonen;
  5. personen waarvan is bevestigd dat ze zwaar gehandicapt zijn; personen die arbeidsongeschikt zijn verklaard; personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en personen waarvan is vastgesteld dat ze in aanzienlijke mate bijzondere medische zorg behoeven. Hieronder vallen ook voogden, indien door de staat gegarandeerde rechtsbijstand vereist is voor de vertegenwoordiging en de bescherming van de rechten en belangen in verband met een voogdijschap (pleegkind);
  6. personen die hebben aangetoond om objectieve redenen niet te kunnen beschikken over hun vermogen en middelen en dat om deze redenen het vermogen en het jaarinkomen waarover ze vrij kunnen beschikken, de vermogens- en inkomensdrempels die zijn vastgesteld in de wet inzake rechtsbijstand niet overschrijdt;
  7. personen die aan ernstige geestelijke gezondheidsstoornissen lijden, indien bepaalde kwesties met betrekking tot hun gedwongen opname en behandeling in overeenstemming worden geacht met de wet inzake geestelijke gezondheidszorg. Hieronder vallen ook hun voogden, indien door de staat gegarandeerde rechtsbijstand vereist is voor de behartiging van de rechten en belangen van een pleegkind (voogdijschap);
  8. schuldenaars in executieprocedures, indien beslag wordt gelegd op de laatste verblijfplaats;
  9. ouders of andere juridische vertegenwoordigers van minderjarigen, indien een uitzettingsprocedure wordt overwogen;
  10. minderjarigen, indien zij zich zelfstandig tot een rechtbank wenden voor de bescherming van hun rechten en belangen die wettelijk zijn vastgelegd en beschermd. Uitgezonderd zijn personen die volgens de wettelijke procedure een huwelijk zijn aangegaan of waarvan door de rechtbank is vastgesteld dat ze handelingsbekwaam zijn;
  11. personen die handelingsonbekwaam worden geacht in zaken waarin een beslissing wordt genomen over de handelingsbekwaamheid van een natuurlijke persoon;
  12. personen die betrokken zijn in zaken met betrekking tot geboorteregistratie;
  13. andere personen in situaties genoemd in verdragen die door de Republiek Litouwen zijn ondertekend.

Vergoeding van deskundigen

De rechtbank moet deskundigen een vergoeding betalen voor derving van hun inkomsten – uit werk of uit hun gebruikelijke activiteiten – voor elke dag dat ze benodigd zijn in de rechtbank. Ze worden betaald voor het uitvoeren van een relevant onderzoek en ontvangen een vergoeding voor eventuele onkosten in verband met het ter zitting verschijnen, reis- en verblijfskosten, alsmede een dagelijkse onderhoudstoelage. Een partij die een verzoekschrift indient voor het inroepen van deskundigen dient een borgsom te betalen waarvan de hoogte vooraf door de rechtbank wordt vastgesteld. Indien beide partijen een dergelijk verzoekschrift indienen, betalen zij de borgsom in gelijke delen. De borgsom wordt op de speciale rekening van de rechtbank gestort.

Indien, in de gevallen die in het Litouwse burgerlijk wetboek (Lietuvos Respublikos civilinis kodeksas) of andere wetten zijn genoemd, de rechtbank getuigen (liudytojai) en deskundigen (ekspertai) op eigen initiatief oproept, dienen de onkosten uit de staatsbegroting te worden betaald. In dit kader kan een onderzoek worden ingesteld of een inspectie van de plaats van de gebeurtenis worden uitgevoerd.

Bij de vaststelling van de hoogte van de borgsom moet rekening worden gehouden met de hoogte van de toekomstige onkosten. De rechtbank betaalt de vergoedingen aan de deskundigen wanneer deze hun taken hebben volbracht. Expertisebureaus die een onderzoek hebben uitgevoerd moeten bovendien door de rechtbank worden betaald op basis van een factuur die na afronding van het onderzoek wordt ingediend. Deze bedragen worden overgeboekt van de speciale rekening van de rechtbank, die geopend is bij een bank die gekozen is op basis van de locatie van de rechtbank. De bedragen die aan deskundigen en expertisebureaus worden betaald, moeten, indien geen borgsom is geïnd, ten laste van de speciale rekening van de rechtbank worden gebracht en worden betaald door de partij tegen wie het vonnis is uitgesproken dan wel door de partijen naar verhouding van de omvang van de ingewilligde en afgewezen vorderingen. De maximumbedragen van deze onkosten worden vastgesteld door het ministerie van Justitie.

Vergoeding van vertalers en tolken

De rechtbank betaalt vertalers een vergoeding voor inkomstenderving als gevolg van verzuim van hun arbeid of hun normale dagelijkse activiteiten voor elke dag dat ze benodigd zijn in de rechtbank. Vertalers moeten worden betaald voor hun vertaalwerkzaamheden en ontvangen een vergoeding voor eventuele onkosten in verband met het ter zitting verschijnen, reis- en verblijfskosten, alsmede een dagelijkse onderhoudstoelage. Een partij die bij de rechtbank documenten indient die vertaald moeten worden naar een vreemde taal, moet vooraf een borgsom betalen waarvan de hoogte door de rechtbank wordt vastgesteld.

De rechtbank moet vertalers betalen met de middelen die in de staatsbegroting hiervoor zijn toegewezen, met uitzondering van vergoedingen aan vertalers voor vertaling naar een vreemde taal van gerechtelijke documenten die door de partijen zijn ingediend. De kosten voor tolk- en vertaaldiensten tijdens een rechtszitting dienen te worden gefinancierd uit de staatsbegroting. Het ministerie van Justitie heeft een maximumbedrag vastgesteld voor deze onkosten.

Bestanden

Verslag van Litouwen over het onderzoek naar de transparantie van kosten PDF (950 Kb) en

Laatste update: 07/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.