

Informatie zoeken per regio
“Betekening en kennisgeving van stukken” betekent het overdragen van documenten.
In de specifieke regels betreffende de betekening en kennisgeving van stukken zijn de noodzakelijke voorwaarden vastgesteld om het overleggen van gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken betrouwbaar te maken en daarom bepalen zij duidelijk het tijdstip en de wijze waarop, de plaats waar en de persoon aan wie het stuk werd overgelegd, zowel in het kader van een proces (gerechtelijke stukken) als daarbuiten (buitengerechtelijke stukken).
Opgemerkt zij dat uit hoofde van de jurisprudentie van het Spaans Constitutioneel Hof de betekening en kennisgeving van stukken een noodzakelijke voorafgaande waarborg vormt zonder welke andere constitutionele waarborgen geen werking kunnen hebben (beslissing STC 1/1993 van het Constitutioneel Hof van 13 januari 1993).
De gerechten moeten op hun beurt waarborgen dat stukken op effectieve wijze worden betekend of medegedeeld; indien een gerechtelijke beslissing wordt aangenomen terwijl een der partijen daarbij niet is gehoord, geldt dat als een inbreuk op het beginsel van hoor en wederhoor die ertoe zou leiden dat het recht van die partij om zich te verweren zou zijn geschonden, als wordt vastgesteld dat de beslissing inderdaad was aangenomen terwijl een der partijen daarin niet is gehoord (beslissing STC 54/2010 van het Constitutioneel Hof van 4 oktober 2010).
Conform artikel 149 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Ley de Enjuiciamiento Civil) moeten rechterlijke beslissingen gegeven in het kader van gerechtelijke procedures formeel betekend of medegedeeld worden door de gerechtelijke diensten (oficinas judiciales), d.w.z. rechtbanken en gemeenschappelijke ondersteunende diensten voor gerechtelijke mededelingen (Servicios Comunes Procesales de Actos de Comunicación).
Gerechtelijke stukken zijn:
Alle documenten die gedurende een procedure door de rechtbank worden toegelaten, moeten formeel worden betekend (ongeacht of deze door de partijen of derden op verzoek van de rechtbank zijn overgelegd, of zijn opgesteld door deskundigen die door de rechtbank zijn benoemd).
Ook van buitengerechtelijke stukken (zoals notariële akten) kan betekening of kennisgeving worden gedaan, overeenkomstig de definitie die is gegeven door het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak C-223/14 (Tecom Mican SL en José Arias Domínguez), ook als deze betrekking hebben op een buitengerechtelijke procedure, zoals het Hof in zaak C-14/08 (Roda Golf & Beach Resort SL) heeft bevestigd.
Samenvattend kunnen de stukken die gerechtelijke instanties gebruiken om met de procespartijen en met derden te communiceren als volgt worden ingedeeld:
Overeenkomstig artikel 152 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vindt de betekening of kennisgeving van stukken plaats onder leiding van de griffier (Letrado de la Administración de Justicia) van elke rechtbank (die tot in 2015 “Secretario Judicial” werd genoemd). Hij is verantwoordelijk voor een goede organisatie van de dienst.
Stukken worden betekend door een gerechtsdeurwaarder of door de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon die om de dienst verzoekt, die ook de kosten draagt.
Stukken worden geacht rechtsgeldig te zijn betekend wanneer uit het verslag van de gerechtsdeurwaarder afdoende blijkt dat de betreffende stukken op het huisadres van de geadresseerde persoonlijk zijn overgedragen of aldaar zijn bezorgd. Het is de verantwoordelijkheid van de wettelijke vertegenwoordiger de identiteit en status van de persoon die het betekende stuk in ontvangst neemt, te verifiëren en dit te bevestigen door hem of haar een afschrift van het stuk te laten ondertekenen met vermelding van de datum van betekening.
Nee. De verzoekende autoriteit moet een verzoek indienen tot het vaststellen van de verblijfplaats van de persoon voor wie het stuk is bestemd aan de hand van het formulier waarin door Verordening (EC) 1206/2001 wordt voorzien.
Spanje beschikt niet over een dergelijk openbaar register. In Spanje beschikken de rechtbanken over gegevensbanken die beperkt toegankelijk zijn (“Punto Neutro Judicial”), en waar alleen de Spaanse justitiële autoriteiten met een gegronde reden gebruik van kunnen maken voor het zoeken naar adressen en eigendommen. Indien het adres van de geadresseerde van het te betekenen stuk, een natuurlijk persoon of rechtspersoon, onbekend is, moet de autoriteit een aanvraag indienen om een zoekopdracht te kunnen uitvoeren in de gegevensbanken van de rechtbanken.
Om deze zoekopdracht te kunnen uitvoeren, heeft de autoriteit de gegevens van het nationale identiteitsbewijs, het Spaanse fiscale identificatienummer of het identificatienummer voor in Spanje verblijvende buitenlanders nodig. Indien de gezochte persoon niet over een dergelijk Spaans identiteitsbewijs beschikt, moet de autoriteit naast de naam en voornaam, aanvullende informatie verstrekken, zoals het paspoortnummer, de geboortedatum of de nationaliteit van de geadresseerde. Zonder deze gegevens levert de zoekopdracht mogelijk geen resultaten op. Er is geen vergoeding verschuldigd.
Bovendien kunnen de partijen ook gebruikmaken van andere openbare registers om het adres te achterhalen. Voor toegang tot deze registers moet wel een vergoeding worden betaald, waarvan de hoogte afhangt van de gegevens die worden gezocht.
Nadat de bevoegde Spaanse autoriteit formulier A van Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 heeft ontvangen, waarmee een aanvraag wordt ingediend voor het achterhalen van het huidige adres van een persoon, raadpleegt de gerechtelijke dienst de gegevensbanken waarin het huis- of werkadres van een persoon kan worden gevonden.
Indien het formulier vergezeld gaat van een aanvraag voor betekening of kennisgeving van een stuk, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1393/2007, en uit de resultaten van de zoekopdracht naar het huisadres blijkt dat de ontvangende instantie territoriaal niet bevoegd is, stuurt zij het stuk door naar een ontvangende instantie die wel territoriaal bevoegd is en stelt zij de verzendende instantie daarvan in kennis door middel van het modelformulier zoals bepaald in artikel 6, lid 4, van de verordening.
Overeenkomstig artikel 152 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de betekening of kennisgeving van stukken, onder leiding van de griffier (Letrado de la Administración de Justicia), op de volgende manieren plaatsvinden:
De stukken worden geacht rechtsgeldig te zijn betekend indien in het dossier voldoende bewijs is opgenomen dat het stuk de geadresseerde heeft bereikt op zijn huisadres, via het daartoe opgegeven e-mailadres, via het systeem voor elektronische betekening of via een ander door de geadresseerde gekozen elektronisch middel of middel op afstand.
In Spanje werden elektronische gerechtelijke dossiers geïntroduceerd op grond van wet nr. 18/2011 van 5 juli 2011 houdende de regeling van de informatie- en communicatietechnologie in de rechtbanken. Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering werd gewijzigd bij wet nr. 42/2015 van 5 oktober 2015, als gevolg waarvan alle beroepsbeoefenaars in de justitiële sector sinds 1 januari 2016 verplicht zijn om systemen te gebruiken waarmee processtukken op afstand betekend kunnen worden. Die systemen hebben zich ontwikkeld tot het LexNET-platform, waarvan het gebruik wordt geregeld bij Koninklijk Besluit nr. 1065/2015 van 27 November 2015 binnen de territoriale bevoegdheid van het ministerie van Justitie.
Ter uitvoering daarvan kunnen alle geïnteresseerde partijen zich inschrijven voor kennisgevingsprocedures in elektronische rechtbanken (Sedes Judiciales Electrónicas).
Krachtens artikel 273, lid 3, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moeten alle beroepsbeoefenaren in de justitiële sector de in de rechtbanken geldende systemen op afstand of elektronische systemen gebruiken om stukken in te dienen (gedinginleidende of andere stukken) op een manier die de authenticiteit van de indiening waarborgt en ervoor zorgt dat de indiening en ontvangst van die stukken betrouwbaar en volledig wordt geregistreerd, samen met de datum van de indiening en ontvangst. In elk geval moeten minstens de volgende entiteiten elektronische middelen gebruiken wanneer zij met de rechtbanken communiceren:
Indien een kopie van de beslissing of het exploot per aangetekende post of telegram met ontvangstbevestiging moet worden verstuurd, of op elke andere vergelijkbare wijze waarbij onweerlegbaar bewijs kan worden vastgelegd van de ontvangst van de betekening, de ontvangstdatum en de inhoud van het document, maakt de griffier in het zaaksdossier aantekening van de verzending en van de inhoud van de zending en voegt hij, zo nodig, de ontvangstbevestiging of het middel waarmee de ontvangst is geregistreerd of de documenten overlegd door de wettelijke vertegenwoordiger waaruit blijkt dat de betekening is verricht, bij.
In Spanje mag betekening via bekendmaking (op het officiële publicatiebord) alleen plaatsvinden op bevel van de rechtbank die uitspraak doet in de hoofdzaak, nadat tevergeefs is geprobeerd de betekening te verrichten aan de adressen die bij de zoekopdracht naar het adres van de geadresseerde van het te betekenen stuk naar voren zijn gekomen (artikel 164 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Hieruit volgt dat de Spaanse griffier, als ontvangende instantie van de aanvraag om betekening op grond van Verordening (EG) nr. 1393/2007, derhalve niet zelf kan besluiten om over te gaan tot betekening via bekendmaking (op het officiële publicatiebord), aangezien hij zelf geen kennis neemt van de hoofdzaak maar slechts rechtshulp biedt.
Betekening of kennisgeving van mededelingen wordt geacht te zijn verricht, indien voor elke bestaande wijze van betekening is voldaan aan de wettelijk vastgestelde voorwaarden.
In alle gevallen moet gebruik worden gemaakt van middelen waarmee in de processtukken onweerlegbaar bewijs kan worden vastgelegd van de ontvangst, datum, tijd en inhoud van de mededeling.
Indien een kopie van de beslissing of het exploot per aangetekende post of telegram met ontvangstbevestiging moet worden verstuurd, of op elke andere vergelijkbare wijze waarbij onweerlegbaar bewijs kan worden vastgelegd van de ontvangst van de betekening, de ontvangstdatum en de inhoud van het document, maakt de griffier in het zaaksdossier aantekening van de verzending en van de inhoud van de zending en voegt hij, zo nodig, de ontvangstbevestiging of het middel waarmee de ontvangst is geregistreerd of de documenten overlegd door de wettelijke vertegenwoordiger waaruit blijkt dat de betekening is verricht, bij.
Indien de postdienst de betekening niet kan verrichten of het document niet kan overhandigen, wordt een bericht achtergelaten waarin staat dat er een brief of document voor de geadresseerde is, met vermelding van de termijn waarbinnen hij het stuk bij het genoemde postkantoor kan afhalen.
Indien ambtenaren van de gerechtelijke dienst tevergeefs hebben getracht het document te betekenen, wordt een bericht in de brievenbus van de geadresseerde achtergelaten, waarin staat vermeld binnen welke termijn hij het document bij de rechtbank kan afhalen.
Indien de geadresseerde binnen het ressort van de rechtbank woont en het geen stuk betreft dat van belang is voor de verschijning, de vertegenwoordiging door een raadsman of de persoonlijke interventie, kan een oproepingsbrief naar hem worden gestuurd met behulp van elk van de middelen genoemd in de eerste alinea, om ervoor te zorgen dat de geadresseerde zich bij de rechtbank meldt om de betekening, het bevel of een ander document in ontvangst te nemen (artikel 160, lid 3, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
In het exploot wordt vermeld waarom de geadresseerde moet verschijnen. Daartoe wordt informatie gegeven over de procedure en de zaak in kwestie en wordt tevens vermeld dat indien hij verzuimt zich, zonder geldige reden, binnen de vastgestelde termijn te melden, de betekening of kennisgeving wordt geacht te zijn verricht (artikel 160, lid 3, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
Indien de geadresseerde zonder geldige reden weigert de betekening in ontvangst te nemen, dan worden de stukken geacht aan hem te zijn betekend, als gevolg waarvan de mededeling dezelfde rechtsgevolgen heeft als wanneer de betekening met succes zou zijn verricht. De verschillende proceduretermijnen (artikel 161, lid 2, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) beginnen de dag na de weigering te lopen.
Poststukken moeten volgens de wet, afhankelijk van het soort stuk, aan de geadresseerde of aan de door hem gemachtigde persoon worden overhandigd of in de postbussen of brievenbussen bij de woning worden gedeponeerd. Iedere persoon die zich in de woning van de geadresseerde bevindt, zijn identiteit aantoont en de zending in ontvangst neemt, wordt geacht door de geadresseerde te zijn gemachtigd voor de inontvangstneming van postzending aan zijn huisadres, tenzij hij daartegen uitdrukkelijk bezwaar heeft gemaakt (artikel 24 van wet nr. 43/2010 van 30 december 2010 inzake de universele postdienst, rechten van gebruikers en de postmarkt.
Krachtens de wet zijn regels vastgesteld voor de situaties waarin het niet mogelijk is de postzending aan de geadresseerde te overhandigen of naar de afzender te retourneren, ongeacht de reden. Deze regels hebben betrekking op de procedure voor het achterhalen van het adres, de herkomst en bestemming van de stukken, het verhoor of de dagvaarding van de afzenders, evenals de termijnen die gelden voor het tijdelijk bewaren, opvragen en vernietigen van zendingen.
De bezorger van de postdienst laat een bericht achter aan de geadresseerde waarin staat dat er een poststuk voor hem is binnengekomen dat hij binnen de opgegeven termijn bij het genoemde postkantoor kan afhalen. Indien de geadresseerde de zending niet binnen de vastgestelde termijn afhaalt, wordt daarvan aantekening gemaakt en wordt het stuk teruggestuurd naar de afzender.
Aangenomen wordt dat de medewerker van de aangestelde postdienst betrouwbaar is en eerlijk handelt bij de bezorging, overhandiging en ontvangst van stukken afkomstig van administratieve of rechterlijke organen, evenals bij de gevallen waarin de ontvangst wordt geweigerd of de betekening niet kan worden verricht, ongeacht of dat met fysieke middelen dan wel middelen op afstand geschiedt.
In geval van betekening in persoon door rechtbankpersoneel maakt de ambtenaar daarvan proces-verbaal op, waarin hij het resultaat van de betekening vermeldt. Indien betekening aan de geadresseerde kan worden verricht, wordt zijn handtekening in het proces-verbaal van betekening opgenomen of wordt melding gemaakt van zijn weigering om de bevestiging te ondertekenen en van de mededeling die aan geadresseerde is gedaan dat de betekening geacht wordt te zijn verricht (zie vraag 7.4; artikel 161, lid 3, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
Indien overeenkomstig artikel 161, lid 3, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de plaats waar de mededeling moet worden betekend, volgens het gemeenteregister, het belastingregister of een ander officieel register of publicaties van beroepsorganisaties, de woning van de geadresseerde is, of zijn verblijfplaats of de ruimte die hij huurt, en de geadresseerde niet aanwezig is, dan mag het stuk ook in een gesloten envelop worden overhandigd aan een werknemer, gezinslid of huisgenoot van de geadresseerde die ouder is dan veertien jaar en ter plaatse aanwezig is. Het stuk kan in voorkomend geval ook worden overhandigd aan de conciërge van het gebouw. De persoon die het stuk in ontvangst neemt, wordt ervan in kennis gesteld dat hij verplicht is de kopie van de beslissing of het exploot aan de geadresseerde te overhandigen of hem te informeren over het bestaan van het stuk, als hij weet waar die geadresseerde zich bevindt, en wordt in elk geval op de hoogte gebracht van de verantwoordelijkheid die hij heeft ten aanzien van de bescherming van de gegevens van de geadresseerde.
Indien de mededeling moet worden betekend op de plaats waar de geadresseerde doorgaans werkt, wordt het stuk bij zijn afwezigheid betekend aan een persoon die verklaart de geadresseerde te kennen, of, indien er een afdeling is die documenten of voorwerpen in ontvangst neemt, aan het hoofd van die afdeling, in welk geval de aandacht van de ontvanger moet worden gevestigd op de in de vorige alinea vermelde punten.
De naam van de geadresseerde van het stuk en de datum en het tijdstip waarop de geadresseerde thuis werd opgezocht maar daar niet werd aangetroffen, worden in het proces-verbaal van betekening vermeld, evenals de naam van de persoon die de kopie van de beslissing of het exploot in ontvangst neemt en diens relatie tot de geadresseerde, met dien verstande dat elk document dat op deze wijze is betekend, volledige werking heeft.
Stukken die niet zijn betekend overeenkomstig het recht, zijn nietig, aangezien dit kan leiden tot een schending van het recht van verdediging van de betrokkene. Volgens de jurisprudentie van het HvJEU (C-354/15 Henderson) moeten, wanneer kennisgevingen niet vergezeld gaan van een vertaling hetzij in een taal die de verweerder begrijpt, hetzij in de officiële taal van de aangezochte lidstaat, of, indien er verscheidene officiële talen in de aangezochte lidstaat zijn, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht, of wanneer het standaardformulier van bijlage II bij de verordening niet aan de verweerder is gezonden, deze kennisgevingen worden geregulariseerd door de belanghebbende partij het standaardformulier van bijlage II bij de verordening af te geven.
Indien de betekening of kennisgeving van een stuk wordt verricht door een rechtbank, gerechtelijke dienst of een gemeenschappelijke ondersteunende dienst voor procedurezaken, komen de kosten van de betekening voor rekening van het gerechtelijk orgaan en is de verzoekende partij geen vergoeding verschuldigd.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.