Goede praktijken van de lidstaten

Kroatië

Het Huis van de mensenrechten in Zagreb (Kuća ljudskih prava Zagreb) neemt ieder jaar deel aan het onderzoek dat het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten uitvoert voorafgaand aan zijn jaarverslag over de grondrechten. Hierin wordt een hoofdstuk gewijd aan het gebruik van het Handvest van de grondrechten op nationaal niveau. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de rechtspraak van de lidstaten die op het Handvest is gebaseerd of hiernaar verwijst, van de toepassing van het Handvest in parlementaire debatten en bij de goedkeuring van wetten en van de vermelding van het Handvest in universitaire publicaties. Na het verschijnen van het verslag van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten verspreidt het Huis van de mensenrechten in Zagreb dit via zijn sociale netwerken. Overigens vond bij het Huis van de mensenrechten in Zagreb op 31 januari 2019 het seminar over het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie plaats, dat werd georganiseerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en het Bureau van de voorvechtster van rechten (ombudsvrouw, Ured pučke pravobraniteljice) van de Republiek Kroatië. Vertegenwoordigers uit de samenleving en van onafhankelijke instellingen voor de bescherming van de mensenrechten, alsook betrokken beoefenaren van juridische beroepen, hebben tijdens dit seminar gedurende de dag kennisgemaakt met thema’s over het belang en de rol van het Handvest en hebben deelgenomen aan praktische werksessies over de toepassing ervan.

Inhoud aangereikt door
Kroatië

Gebruik en bekendheid van het Handvest in uw land

Overheidsbeleid ter bevordering van het gebruik en de bekendheid van het Handvest bij de wetgever, overheids- en rechtshandhavingsinstanties en de rechterlijke macht

In de inleidende hoofdstukken van het Nationaal Plan voor de bestrijding van discriminatie voor de periode 2017-2022 wordt verwezen naar het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder artikel 21, op grond waarvan elke discriminatie op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid is verboden. In het hoofdstuk betreffende de toegang tot huisvesting wordt uitdrukkelijk verwezen naar artikel 34, lid 3, van het Handvest, waarin is bepaald dat om sociale uitsluiting en armoede te bestrijden, de Unie het recht op sociale bijstand en op bijstand ten behoeve van huisvesting, teneinde al diegenen die niet over voldoende middelen beschikken een waardig bestaan te verzekeren, erkent en eerbiedigt. Het voornoemde Nationaal Plan spitst zich onder meer toe op de rechten die uitdrukkelijk in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd, zoals de toegang tot huisvesting, sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en diensten en goederen.

De daadwerkelijke toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vormt een van de horizontale randvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de Europese structuurfondsen. In zijn Actieplan voor toezicht op de inachtneming van de voorwaarden (vooraf) beschrijft het ministerie van Regionale ontwikkeling en Europese fondsen (Ministarstvo regionalnog razvoja i fondova Europske unije) hoe de toepassing van deze voorwaarde moet worden gewaarborgd. Alle werknemers die bij de controle en het beheer van Europese fondsen zijn betrokken, ontvangen van het ministerie scholing. Sinds 2015 worden opleidingen verzorgd met als onderwerp “Antidiscriminatie, gendergelijkheid en toepassing van het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap binnen Europese structuur- en investeringsfondsen”. Tot op heden hebben 1 500 werknemers die bij de controle en het beheer van Europese structuur- en investeringsfondsen zijn betrokken, deze opleidingen gevolgd en ze worden nog altijd gegeven aan nieuw personeel dat voor deze werkzaamheden wordt aangetrokken. Dit scholingsprogramma wordt aangeboden aan in totaal 22 instellingen, waaronder de toezichthoudende ministeries en de bureaus voor de tenuitvoerlegging van de fondsen, met name het Ministerie van Zeevaart, Vervoer en Infrastructuur (Ministarstvo mora, prometa i infrastrukture), het ministerie van Milieu en Energie (Ministarstvo zaštite okoliša i energetike), het ministerie van Bouwnijverheid en Ruimtelijke Ordening (Ministarstvo graditeljstva i prostornog uređenja), het ministerie van Toerisme (Ministarstvo turizma), het ministerie van Volksgezondheid (Ministarstvo zdravstva), het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Ambachten (Ministarstvo gospodarstva, poduzetništva i obrta), het ministerie van Cultuur (Ministarstvo kulture), het ministerie van Landbouw (Ministarstvo poljoprivrede), het ministerie van Financiën (Ministarstvo financija), het ministerie van Wetenschappen en Onderwijs (Ministarstvo znanosti i obrazovanja), het ministerie van Regionale ontwikkeling en Europese fondsen, het ministerie van Arbeid en Pensioenen (Ministarstvo rada i mirovinskog sustava) en het ministerie van Demografie, Gezin, Sociaal Beleid en Jeugd (Ministarstvo za demografiju, obitelj, mlade i socijalnu politiku). Om deze scholing mogelijk te maken vindt samenwerking plaats met het Bureau voor de mensenrechten en de rechten van nationale minderheden van de Kroatische regering (Ured za ljudska prava i prava nacionalnih manjina), het ministerie van Demografie, Gezin, Sociaal Beleid en Jeugd, het Bureau van de voorvechtster van rechten en het Bureau van de ombudsvrouw voor personen met een handicap (Ured pravobraniteljice za osobe s invaliditetom). Binnen de opleidingen wordt het rechtskader voor de bestrijding van discriminatie in de Republiek Kroatië geschetst, waarvan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie deel uitmaakt. Hierin is vastgesteld dat de beherende organen dit type scholing blijven bieden en daarbij de nadruk leggen op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in het kader van het beheer van de Europese structuur- en investeringsfondsen in de volgende financieringsperiode.

Bovendien benadrukt het ministerie van Regionale ontwikkeling en Europese fondsen in zijn Actieplan voor toezicht op de voorafgaande inachtneming van de voorwaarden dat de richtsnoeren voor aanvragers van EU-subsidies eveneens een strategisch rechtskader vormen waarvan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie deel uitmaakt. In de volgende financieringsperiode moeten door Europese fondsen gefinancierde transacties op grond van deze richtsnoeren verplicht en controleerbaar in overeenstemming zijn met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De beherende organen stellen daartoe controlelijsten op voor alle organen die oproepen tot het indienen van voorstellen doen. Op deze lijsten moeten de betrokken organen duidelijk vermelden of de oproepen in overeenstemming zijn met het Handvest.

Daarnaast maakt het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie deel uit van het beheersysteem van de Europese structuur- en investeringsfondsen en met name van het operationeel programma “Concurrentie en samenhang 2014-2020”. In die geest heeft het ministerie van Regionale ontwikkeling en Europese fondsen op 31 mei 2016 het Besluit inzake toepassing van horizontale beginselen aangenomen, waarin het volgende is vastgelegd: “Door het ministerie in het kader van het operationeel programma gefinancierde maatregelen moeten niet alleen in overeenstemming zijn met de beginselen van gelijkheid, maar moeten ook de praktische toepassing van het beleid inzake gelijke kansen, non-discriminatie en toegankelijkheid bevorderen waar dat mogelijk is.” Deze bepaling is geheel in overeenstemming met hoofdstuk III “Gelijkheid”, de artikelen 21 tot en met 26, van het Handvest. Na dit besluit heeft het ministerie op 31 juni 2016 het Besluit inzake de inwerkingtreding van de Instructies voor aanvragers en begunstigden van het operationeel programma “Concurrentie en samenhang” betreffende de toepassing van de horizontale beginselen aangenomen. De tekst van dit besluit is tot stand gekomen in samenwerking met onder meer het Bureau voor gendergelijkheid van de Kroatische regering (Ured za ravnopravnost spolova), het Bureau van de ombudsvrouw voor personen met een handicap en het Bureau voor gendergelijkheid van de ombudsvrouw (Ured pravobraniteljice za ravnopravnost spolova). Deze instructies omvatten de begrippen en de bepalingen uit het Handvest en kunnen worden geraadpleegd via deze link. Alle documenten die horen bij oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van het operationeel programma moeten de in deze instructies beschreven formuleringen bevatten en moeten het belang ervan benadrukken, zoals te zien is in het voorbeeld via deze link. Bovendien ondersteunt het operationeel programma [het Handvest] door middel van directe investeringen die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Handvest. Daarmee worden infrastructuurprojecten gefinancierd voor de meest kwetsbare groepen uit de samenleving, zodat zij ten volle hun grondrechten kunnen uitoefenen. De investeringen van het operationeel programma in de huidige financieringsperiode zijn gebaseerd op de volgende artikelen van het Handvest: artikel 35, “Gezondheidsbescherming”; artikel 14, “Recht op onderwijs”; artikel 24, “Rechten van het kind”; artikel 25, “Rechten van ouderen”; artikel 26, “Integratie van personen met een handicap” enz.

De dienst van het ministerie van Regionale ontwikkeling en Europese fondsen voor coördinatie van de voorbereiding en de uitvoering van projecten moet zorgen voor een goede toepassing van de horizontale beginselen van non-discriminatie, gendergelijkheid, rechten van personen met een handicap en duurzame ontwikkeling.

Het Bureau voor de mensenrechten en de rechten van nationale minderheden van de regering van de Republiek Kroatië bereidt een strategisch document over de bevordering en bescherming van mensenrechten voor (nationaal programma voor de bescherming en bevordering van mensenrechten voor de periode 2019-2024). Hierin wil het de noodzaak van acties opnemen die gericht zijn op het verstrekken van informatie over, het onderwijzen in en het geven van bekendheid aan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Instrumenten die een beter inzicht verschaffen in het Handvest en duidelijker maken wanneer het van toepassing is

  • voor beroepsbeoefenaren (wetgever, overheids- en rechtshandhavingsinstanties, rechterlijke macht en beoefenaren van juridische beroepen)
  • voor burgers

De gerechtelijke academie (Pravosudna akademija) vindt het belangrijk om binnen haar programma voor permanente scholing voor magistraten en justitiemedewerkers jaarlijks scholing aan te bieden over het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Zij neemt ook deel aan door de Europese Unie gefinancierde scholingsprojecten over het Handvest.

Een voorbeeld hiervan is het project “Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in gerechtelijke procedures” (Judging the Charter), waaraan onder meer het Bureau van de voorvechtster van rechten van de Republiek Kroatië meewerkt, dat met name verbonden is aan de gerechtelijke academie. In het kader van dit project hebben in 2017 vier rechters deelgenomen aan twee internationale conferenties en zijn in 2018 zes workshops van een dag georganiseerd: drie algemene over het Handvest voor 41 rechters uit Zagreb, Split en Osijek en drie specifiekere over asiel en discriminatie voor 46 rechters in Zagreb.

Ook het project “Verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs binnen het rechtsstelsel — Recht van de Europese Unie en e-learning”, dat werd gefinancierd in het kader van de overgangsfaciliteit en in maart 2018 eindigde, heeft een belangrijke rol gespeeld. Via dit project konden workshops en online cursussen worden georganiseerd en bestond de mogelijkheid een cursus over Europees recht te ontwikkelen die de gerechtelijke academie binnen haar scholingsprogramma kan blijven aanbieden. Een van de thema’s was: “Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: nationale reikwijdte en toepassing”. Op basis van het ontwikkelde materiaal zijn in 2019 voor 60 deelnemers vier workshops georganiseerd in het kader van het reguliere programma voor permanente scholing.

Gebruik en bevordering van instrumenten betreffende het Handvest die zijn ontwikkeld door andere EU-landen of andere belanghebbenden in de EU

Het handboek van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten “Toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in het wetgevingsproces en nationale beleidsvorming” is gepresenteerd tijdens een cursus voor ambtenaren die betrokken zijn bij het wetgevingsproces. Deze cursus vond plaats op 30 januari 2019 en werd georganiseerd door het Bureau van de voorvechtster van rechten in samenwerking met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten.

Na het verschijnen van het jaarverslag over grondrechten van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, waarin een hoofdstuk wordt gewijd aan het gebruik van het Handvest van de grondrechten op nationaal niveau, verspreidt het Huis van de mensenrechten in Zagreb, een maatschappelijke organisatie, dit bovendien via sociale netwerken.

Samenwerking met belanghebbenden ter bevordering van het gebruik en de bekendheid van het Handvest van de grondrechten van de EU

Voorbeelden van samenwerking tussen mensenrechtenverdedigers en nationale autoriteiten die bijdraagt tot een betere bekendheid en een beter gebruik van het Handvest

Het Bureau van de voorvechtster van rechten en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten hebben in onderlinge samenwerking twee workshops georganiseerd om bekendheid te geven aan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

  • Op 30 januari 2019 werd in de nationale school voor openbaar bestuur (Državna škola za javnu upravu) een cursus gegeven die bestemd was voor ambtenaren. Het doel van deze cursus was ambtenaren die betrokken zijn bij het wetgevingsproces, bekend te maken met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Hierbij lag de nadruk op artikel 51 over de werkingssfeer van het Handvest. Tijdens deze cursus werd ook het handboek van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten “Toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in het wetgevingsproces en nationale beleidsvorming” gepresenteerd.
  • Op 31 januari 2019 werd in het Huis van de mensenrechten in Zagreb een cursus gegeven aan vertegenwoordigers uit de samenleving. Deze cursus spitste zich toe op de mogelijkheid om het Handvest toe te laten passen via campagnes en pleidooien ten gunste van de mensenrechten, alsook in het kader van steun aan personen waarvan de rechten zijn geschonden, met een specifieke nadruk op het strategische aspect.
  • Verder wordt in het verslag over 2018 van de voorvechtster van rechten, dat eind maart 2019 is voorgelegd aan het Kroatische parlement (Hrvatski Sabor), verwezen naar het Handvest van de grondrechten.

Voorbeelden van samenwerking tussen nationale autoriteiten en de academische wereld die bijdraagt tot een betere bekendheid en een beter gebruik van het Handvest

Aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Zagreb (Pravni fakultet Sveučilišta u Zagrebu) wordt over het Handvest onderwezen door middel van cursussen voor tweede- en vijfdejaarsstudenten en voor de studenten uit het derde leerjaar.

Twee cursussen over de bescherming van de grondrechten in de Europese Unie, waarin ook het Handvest aan de orde komt, maken deel uit van het programma over Europees publiekrecht, wat een van de belangrijkste vakken is in het tweede leerjaar. In het vijfde leerjaar kunnen rechtenstudenten een Engelstalige cursus volgen met als thema EU Fundamental Rights. Onlangs is een universitair handboek over de grondrechten in de Europese Unie verschenen, waarin het verbod op discriminatie centraal staat. De bescherming van de grondrechten wordt ook behandeld in de universitaire cursus over de instellingen en het rechtsstelsel van de Europese Unie, die wordt aangeboden voor studies die zich toespitsen op het recht van de Europese Unie.

Voorbeelden van niet-gouvernementele initiatieven die het gebruik en de bekendheid van het Handvest in uw land bevorderen

Het Huis van de mensenrechten in Zagreb neemt ieder jaar deel aan het onderzoek dat het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten uitvoert voorafgaand aan zijn jaarverslag over de grondrechten. Hierin wordt een hoofdstuk gewijd aan het gebruik van het Handvest van de grondrechten op nationaal niveau. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de rechtspraak van de lidstaten die op het Handvest is gebaseerd of hiernaar verwijst, van de toepassing van het Handvest in parlementaire debatten en bij de goedkeuring van wetten en van de vermelding van het Handvest in universitaire publicaties. Zoals hierboven al is aangegeven, verspreidt het Huis van de mensenrechten in Zagreb het verslag van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten na het verschijnen ervan via zijn sociale netwerken.

Overigens vond bij het Huis van de mensenrechten in Zagreb op 31 januari 2019 het voornoemde seminar over het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie plaats, dat werd georganiseerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en het Bureau van de voorvechtster van rechten van de Republiek Kroatië. Vertegenwoordigers uit de samenleving en van onafhankelijke instellingen voor de bescherming van de mensenrechten, alsook betrokken beoefenaren van juridische beroepen, hebben tijdens dit seminar gedurende de dag kennisgemaakt met thema’s over het belang en de rol van het Handvest en hebben deelgenomen aan praktische werksessies over de toepassing ervan.

Laatste update: 23/02/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.