Gezinsbemiddeling

Roemenië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

Wet nr. 192/2006 regelt mediation en de organisatie van het beroep mediator en bevat algemene bepalingen, bepalingen met betrekking tot het beroep mediator (het verkrijgen, het opschorten en het verliezen van de hoedanigheid van mediator, de raad van mediation, de organisatie en uitoefening van de activiteit van mediator, de rechten en plichten van de mediator, de verantwoordelijkheid van de mediator) en de mediationprocedure (procedure voorafgaand aan het sluiten van de mediationovereenkomst, de mediationovereenkomst, het verloop van de mediation, de beëindiging van de mediationprocedure), alsook bijzondere bepalingen met betrekking tot gezinsconflicten en strafzaken.

De partijen kunnen deelnemen aan de voorlichtingsbijeenkomst over de voordelen van mediation. Dit is in voorkomend geval ook mogelijk na aanvang van een proces voor de bevoegde gerechten voor de beslechting van geschillen op deze wijze. De mediator die de voorlichtingsbijeenkomst over de voordelen van mediation heeft georganiseerd, verstrekt een bewijs van deelname en een voorlichtingscertificaat. De voorlichting over de voordelen van mediation kan worden gegeven door een rechter, een officier van justitie, een juridisch adviseur, een advocaat of een notaris en dient schriftelijk te worden bevestigd.

Strikt persoonlijke rechten, zoals rechten met betrekking tot de status van de persoon, en alle andere rechten waar de partijen niet met een overeenkomst of anderszins over kunnen beschikken, kunnen geen voorwerp van de mediation zijn.

Mediation is op gelijke wijze toegankelijk voor iedereen, zonder onderscheid wat betreft ras, huidskleur, nationaliteit, etnische afkomst, taal, religie, geslacht, opvattingen, politieke overtuiging, vermogen of sociale afkomst.

Mediation is in het algemeen belang. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden heeft de mediator niet het recht om te beslissen over de inhoud van de afspraak die de partijen overeenkomen, maar hij kan ze aanraden om de rechtmatigheid van deze inhoud te controleren. Mediation vindt plaats tussen twee of meer partijen. De partijen hebben het recht om hun eigen mediator te kiezen. De mediation kan onder leiding van een of meer mediators staan. De gerechtelijke en arbitrale instanties en andere autoriteiten die rechtsbevoegdheden hebben, stellen de partijen in kennis van de mogelijkheid en de voordelen van de mediationprocedure en stimuleren ze om gebruik te maken van deze manier om hun geschillen te beslechten.

De partijen kunnen een notaris vragen om hun afspraak voor echt te verklaren. De akte die de notaris opstelt om de mediationovereenkomst voor echt te verklaren, is uitvoerbaar.

De partijen bij de mediationovereenkomst kunnen zich wenden tot een rechtbank om te verzoeken om een vonnis ter vaststelling van hun afspraak. De bevoegdheid hiervoor ligt ofwel bij de rechtbank van het rechtsgebied waarin een van de partijen zijn woonplaats/verblijfplaats/zetel heeft, ofwel bij de rechtbank van het rechtsgebied waarin de mediationovereenkomst is gesloten. Het vonnis waarmee de rechtbank de afspraak van de partijen bekrachtigt, wordt gewezen in de raadkamer en vormt een executoriale titel.

Bijzondere bepalingen met betrekking tot gezinsconflicten. Door middel van mediation kunnen de volgende zaken worden beslecht: onenigheid tussen echtgenoten met betrekking tot de voortzetting van het huwelijk, de verdeling van de gemeenschap van goederen, de uitoefening van de ouderlijke rechten, de vaststelling van de woonplaats van de kinderen, de bijdrage aan het onderhoud van de kinderen en iedere andere onenigheid die zich voordoet in de relatie tussen echtgenoten over hun wettelijke rechten. De mediationovereenkomsten die de partijen sluiten in zaken/conflicten over de uitoefening van de ouderlijke rechten, de bijdrage van de ouders aan het onderhoud van de kinderen en de vaststelling van de woonplaats van de kinderen, hebben de vorm van een bemiddelend vonnis.

De afspraak van de echtgenoten met betrekking tot de ontbinding van het huwelijk en de afhandeling van de aspecten die verband houden met de echtscheiding worden door de partijen voorgelegd aan de rechtbank die bevoegd is voor het uitspreken van de echtscheiding.

De mediator ziet erop toe dat het resultaat van de mediation niet in strijd is met het belang van het kind, stimuleert de ouders om zich voornamelijk te concentreren op de behoeften van het kind en zorgt ervoor dat de ouderlijke verantwoordelijkheid, de feitelijke scheiding of de echtscheiding de groei en ontwikkeling van het kind niet in de weg staan.

Voorafgaand aan het sluiten van de mediationovereenkomst of in voorkomend geval gedurende de procedure doet de mediator zijn best om te controleren of er sprake is van misbruik of geweld tussen de partijen en of de gevolgen van een dergelijke situatie de mediation kunnen beïnvloeden. Bovendien beslist hij of beslechting via mediation onder dergelijke omstandigheden gepast is. Indien de mediator in de loop van de mediation kennisneemt van feiten die de groei of de normale ontwikkeling van het kind in gevaar brengen of zijn belang ernstig schaden, dient hij zich te wenden tot de bevoegde autoriteit.

Wet nr. 217/2003 inzake de preventie en bestrijding van huiselijk geweld bevat bepalingen met betrekking tot de instellingen die belast zijn met de preventie en bestrijding van huiselijk geweld (die bevoegd zijn om de partijen bij het conflict voor te lichten over mediation), de eenheden voor de preventie en bestrijding van huiselijk geweld (met inbegrip van hulpcentra voor daders die advies en gezinsmediation bieden, waarbij gevallen van huiselijk geweld op verzoek van de partijen aan mediation onderworpen kunnen worden), beschikkingen inzake bescherming en de financiering van de preventie en bestrijding van huiselijk geweld.

In de civiele procedure raadt de rechter de partijen aan een geschil minnelijk te beslechten via mediation en tracht hij gedurende het gehele proces de partijen tot elkaar te brengen door de nodige adviezen te geven.

In geschillen die in aanmerking komen voor mediation kan de rechter de partijen uitnodigen voor een voorlichtingsbijeenkomst over de voordelen van deze procedure. Als hij dit gezien de omstandigheden van de zaak nodig acht, raadt de rechter de partijen aan om gebruik te maken van mediation om het geschil minnelijk te beslechten, ongeacht de fase van het vonnis. Mediation is niet verplicht voor de partijen.

Indien de rechter mediation aanbeveelt, melden de partijen (die niet getracht hebben het geschil via mediation te beslechten voorafgaand aan het instellen van de rechtsvordering) zich bij de mediator, zodat hij ze in kennis kan stellen van de voordelen van mediation. Hierna besluiten de partijen of zij het geschil via mediation willen beslechten.

Indien de partijen het geschil bijleggen, stelt de rechter hun overeenkomst vast in het vonnis dat hij uitspreekt.

Voor een echtscheiding kunnen de afspraak die de partijen naar aanleiding van de mediation hebben gemaakt over de ontbinding van het huwelijk en in voorkomend geval de afhandeling van de aspecten die verband houden met de echtscheiding bij het verzoek tot echtscheiding worden gevoegd.

Wet nr. 272/2004 inzake de bescherming en bevordering van de rechten van het kind bevat bepalingen met betrekking tot de rechten van het kind (burgerlijke rechten en vrijheden; gezinsmilieu en plaatsvervangend kader; gezondheid en welzijn van het kind; onderwijs, vrijetijdsbesteding en culturele activiteiten), bepalingen met betrekking tot de bijzondere bescherming van het kind dat tijdelijk of definitief geen bescherming van ouders heeft (plaatsing, noodplaatsing, toezicht van specialisten, follow-up van de toepassing van de maatregelen voor bijzondere bescherming), bepalingen met betrekking tot de bescherming van kinderen (vluchtelingen en gewapende conflicten; kinderen die strafbare feiten hebben gepleegd en die niet strafrechtelijk aansprakelijk zijn; misbruik, verwaarlozing, uitbuiting, met inbegrip van economische uitbuiting; het gebruik van drugs en iedere vorm van geweld; ouders die in het buitenland werken; ontvoering of iedere vorm van smokkel), bepalingen over de instellingen en diensten die op centraal en lokaal niveau bevoegd zijn op het gebied van kinderbescherming, privé-instellingen en financiering van het jeugdzorgsysteem.

De openbare sociale dienstverleners dienen maatregelen te treffen voor het vroegtijdig opsporen van risicosituaties die ertoe kunnen leiden dat het kind van zijn ouders wordt gescheiden en voor het voorkomen van misbruik door de ouders en huiselijk geweld. Iedere scheiding van kind en ouders en iedere beperking van de uitoefening van de ouderlijke rechten dienen systematisch te worden voorafgegaan door het toekennen van de in de wet vastgestelde dienstverlening, door de nadruk te leggen op gepaste voorlichting aan de ouders, adviezen waar zij gebruik van kunnen maken en therapie of mediation, die volgens een vast plan toegekend worden.

Laatste update: 08/08/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.