Verordening Brussel II ter - Huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid (herschikking)

Oostenrijk

Inhoud aangereikt door
Oostenrijk

Artikel 103, lid 1, punt a) (eerste deel) - autoriteiten of andere overheidsinstanties die gemachtigd zijn een authentieke akte op te stellen als bedoeld in artikel 2, lid 2, punt 2, b), en overheidsinstanties die gemachtigd zijn een overeenkomst te registreren als bedoeld in artikel 2, lid 2, punt 3

- Artikel 2, lid 2, punt 2, b):

In Oostenrijk kunnen authentieke akten zoals bedoeld in de verordening uitgaan van de bureaus van de burgerlijke stand (Personenstandsbehörden) overeenkomstig artikel 177, lid 2, van het Oostenrijkse algemeen burgerlijk wetboek (Allgemeines Bürgerliches Gesetzbuch) en van gerechten overeenkomstig artikel 190, lid 1, van het algemeen burgerlijk wetboek (rechterlijke overeenkomst waarvoor geen goedkeuring nodig is).

- Artikel 2, lid 2, punt 3:

In Oostenrijk is geen enkele autoriteit of ander orgaan gemachtigd tot het registreren van overeenkomsten zoals bedoeld in de verordening.

Artikel 103, lid 1, punt a) (tweede deel) - administratieve autoriteiten die rechtsbijstand verlenen als bedoeld in artikel 74, lid 2

- Artikel 74, lid 2:

Er is in Oostenrijk geen administratieve autoriteit met een bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 74, lid 2.

Artikel 103, lid 1, punt b) (eerste deel) - gerechten die bevoegd zijn om certificaten voor een beslissing conform artikel 36, lid 1, af te geven en gerechten en autoriteiten die bevoegd zijn om een certificaat voor een authentieke akte of overeenkomst conform artikel 66 af te geven

Artikel 103, lid 1, punt  b):

- Gerechten en autoriteiten zoals bedoeld in artikel 36, lid 1:

De bevoegdheid voor verzoeken om afgifte van een certificaat overeenkomstig artikel 36, lid 1, ligt bij de districtsrechtbanken (Bezirksgerichte)

  • zoals bedoeld in artikel 76 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid (Jurisdiktionsnorm) [artikel 36, lid 1, punt a)];
  • zoals bedoeld in artikel 109 van de wet op de rechterlijke bevoegdheid [artikel 36, lid 1, punt b)]; of
  • zoals bedoeld in artikel 109 bis van de wet op de rechterlijke bevoegdheid [artikel 36, lid 1, punt c)];

Gerechten en autoriteiten zoals bedoeld in artikel 66, lid 1:

wat punt a) betreft: in Oostenrijk is echtscheiding niet mogelijk zonder rechterlijke beslissing;

wat punt b) betreft: de in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd.

Artikel 103, lid 1, punt b) (tweede deel) - gerechten die bevoegd zijn voor de rectificatie van certificaten als bedoeld in artikel 37, lid 1, en artikel 48, lid 1, en gerechten die bevoegd zijn voor de afgifte van een certificaat met vermelding van de niet-uitvoerbaarheid of beperkte uitvoerbaarheid van een gecertificeerde beslissing als bedoeld in artikel 49; en gerechten en autoriteiten die bevoegd zijn voor de rectificatie van het krachtens artikel 66, lid 1, afgegeven certificaat als bedoeld in artikel 67, lid 1

Gerechten en autoriteiten zoals bedoeld in artikel 67, lid 1:

De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de rectificatie van overeenkomstig artikel 66, lid 1, afgegeven certificaten.

Gerechten zoals bedoeld in artikel 37, lid 1:

De districtsrechtbanken die in kennis zijn gesteld uit hoofde van artikel 36, lid 1, zijn bevoegd voor de rectificatie van certificaten overeenkomstig artikel 37, lid 1. Zie, wat dat aangaat, de artikelen 76, 109 en 109 bis van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid.

Gerechten zoals bedoeld in artikel 48, lid 1:

De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de rectificatie en intrekking van certificaten overeenkomstig artikel 48, lid 1.

Gerechten zoals bedoeld in artikel 49, lid 1:

De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor verzoeken om certificaten betreffende niet-uitvoerbaarheid of beperkte uitvoerbaarheid overeenkomstig artikel 49, lid 1.

Gerechten en autoriteiten zoals bedoeld in artikel 66, lid 3, in samenhang met artikel 37, lid 1

De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de rectificatie van certificaten overeenkomstig artikel 66, lid 1, in samenhang met artikel 37, lid 1.

Artikel 103, lid 1, punt c) - gerechten die bevoegd zijn voor de erkenning van een beslissing (artikel 30, lid 3) en voor de weigering van de erkenning (artikel 40, lid 2), en gerechten en autoriteiten die bevoegd zijn voor de weigering van tenuitvoerlegging, voor bezwaar of beroep, en voor verder bezwaar of hoger beroep als bedoeld in artikel 58, lid 1, artikel 61, lid 2, en artikel 62

Gerechten zoals bedoeld in artikel 30, lid 3:

De in artikel 76 of artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de verzoeken om inleiding van de procedure overeenkomstig artikel 30, lid 3.

Gerechten zoals bedoeld in artikel 52:

De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de verzoeken om tenuitvoerlegging overeenkomstig artikel 52.

Gerechten zoals bedoeld in artikel 40, lid 2, en in artikel 58, lid 1:

De in artikel 114 bis of artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de procedure voor niet-erkenning overeenkomstig artikel 40, lid 2. De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de procedure van weigering van tenuitvoerlegging overeenkomstig artikel 58, lid 1.

Gerechten en autoriteiten zoals bedoeld in artikel 61, lid 2:

De arrondissementsrechtbank (Landesgericht), gerecht van tweede aanleg, is bevoegd voor de behandeling van het bezwaar of beroep (in Oostenrijk “Rekurs” genoemd) tegen een beslissing over het verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging; dit rechtsmiddel moet evenwel worden ingesteld voor de districtsrechtbank.

Gerechten en rechtsmiddelen zoals bedoeld in artikel 62:

Het hooggerechtshof (Oberste Gerichtshof) is bevoegd voor de behandeling van een eventueel verder ontvankelijk bezwaar of hoger beroep (in Oostenrijk “Revisionsrekurs” genoemd); dit rechtsmiddel moet evenwel worden ingesteld voor de districtsrechtbank.

Artikel 103, lid 1, punt d) - de voor tenuitvoerlegging bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 52

Autoriteiten die bevoegd zijn voor tenuitvoerlegging overeenkomstig artikel 52:

De in artikel 109 van de Oostenrijkse wet op de rechterlijke bevoegdheid bedoelde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor de verzoeken om tenuitvoerlegging overeenkomstig artikel 52.

Artikel 103, lid 1, punt e) - de in de artikelen 61 en 62 bedoelde rechtsmiddelen tegen een beslissing over het verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging

Gerechten en autoriteiten zoals bedoeld in artikel 61, lid 2:

De arrondissementsrechtbank, gerecht van tweede aanleg, is bevoegd voor de behandeling van het bezwaar of beroep (Rekurs) tegen een beslissing over het verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging; dit rechtsmiddel moet evenwel worden ingesteld voor de districtsrechtbank.

Gerechten en rechtsmiddelen zoals bedoeld in artikel 62:

Het hooggerechtshof is bevoegd voor de behandeling van een eventueel verder ontvankelijk bezwaar of hoger beroep (Revisionsrekurs); dit rechtsmiddel moet evenwel worden ingesteld voor de districtsrechtbank.

Artikel 103, lid 1, punt f) - de namen, adressen en communicatiemiddelen van de centrale autoriteiten die zijn aangewezen om behulpzaam te zijn bij de toepassing van de verordening inzake ouderlijke verantwoordelijkheid. Wanneer meer dan één centrale autoriteit is aangewezen, worden hun respectieve bevoegdheden ratione loci en ratione materiae gepreciseerd, conform artikel 76

Naam en adres van de in artikel 76 bedoelde centrale autoriteiten:

Bundesministerium für Justiz, Museumstraße 7, A-1070 Wenen, Oostenrijk

Organisationseinheit: Abteilung I 10

E-mail: team.z@bmj.gv.at

Telefoon: +43 1521522142

Fax: +43 1521522829

Artikel 103, lid 1, punt g) - waar toepasselijk de categorieën van naaste familieleden, in aanvulling op de ouders, bij wie het kind op het grondgebied van een lidstaat kan worden geplaatst, zonder de voorafgaande toestemming van die lidstaat, conform artikel 82

Categorieën van nauwe verwanten zoals bedoeld in artikel 82, lid 2:

Voor plaatsing overeenkomstig artikel 82, lid 1, is geen toestemming vereist bij de volgende categorieën van nauwe verwanten, naast de ouders:

  • grootouders;
  • broers en zussen van de ouders;
  • meerderjarige broers en zussen van het kind.

Artikel 103, lid 1, punt h) - de andere talen van de instellingen van de Europese Unie dan de eigen taal van een lidstaat die kunnen worden aanvaard voor mededelingen aan de centrale autoriteiten, conform artikel 91, lid 3

De overeenkomstig artikel 91, lid 3, voor mededelingen aan de centrale autoriteiten aanvaarde talen:

Engels.

Artikel 103, lid 1, punt i) - de talen die worden aanvaard voor de vertaling van toegezonden verzoeken en aanvullende documenten als bedoeld in de artikelen 80, 81 en 82, en van de vrije tekstvelden van de certificaten als bedoeld in artikel 91, lid 2

Voor de vertalingen overeenkomstig artikel 80, lid 3, artikel 81, lid 2, artikel 82, lid 4, en artikel 91, lid 2, aanvaarde talen:

geen (behalve de officiële taal die in Oostenrijk wordt aanvaard).

Laatste update: 11/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.