Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
Algemene informatie
VERORDENING (EU) 2019/1111 VAN DE RAAD van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (herschikking), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2201/2003.
De verordening is van toepassing tussen alle lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken.
Een in een lidstaat gegeven beslissing wordt in de overige lidstaten erkend zonder dat daar enige speciale procedure voor nodig is.
Beslissingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid die in een lidstaat zijn gegeven en aldaar uitvoerbaar zijn, zijn in de andere lidstaten uitvoerbaar zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid is vereist.
Het exequatur, een intermediaire procedure die vereist is om grensoverschrijdende tenuitvoerlegging te verkrijgen, wordt voor alle beslissingen afgeschaft. Met het oog op de tenuitvoerlegging in een lidstaat van een in een andere lidstaat gegeven beslissing, verstrekt de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt de voor de tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit: a) een afschrift van de beslissing en b) het gepaste certificaat.
De verordening voorziet in negen standaardformulieren.
De verordening vergemakkelijkt ook het verkeer tussen de lidstaten van authentieke akten en overeenkomsten inzake scheiding van tafel en bed en echtscheiding of inzake ouderlijke verantwoordelijkheid.
Het mechanisme voor de onmiddellijke terugkeer in het geval van kinderontvoering is grotendeels gebaseerd op het terugkeermechanisme van het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980, dat door de verordening wordt aangevuld. Het zorgt er ook voor dat de procedure voor de terugkeer van kinderen sneller verloopt (maximumtermijn van zes weken voor een gerecht van eerste aanleg en zes weken voor een beroepsgerecht). Daarnaast moet de centrale autoriteit het verzoek efficiënt behandelen (termijn van vijf dagen om de ontvangst van het verzoek te bevestigen).
De verordening stelt kinderen ook in de gelegenheid hun standpunt kenbaar te maken in procedures inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en internationale kinderontvoering.
De verordening bevordert de onderlinge samenwerking tussen de centrale autoriteiten, die het rechtstreekse aanspreekpunt zijn voor ouders. Elke lidstaat wijst een of meer centrale autoriteiten aan om behulpzaam te zijn bij de toepassing van deze verordening inzake ouderlijke verantwoordelijkheid.
Op het Europees e-justitieportaal vindt u informatie over de toepassing van de verordening en een handig hulpmiddel voor het invullen van de formulieren.
De Praktijkgids voor de toepassing van de verordening Brussel II ter is beschikbaar op deze pagina: EJN-publicaties
Klik op een van de vlaggen voor landspecifieke informatie.
Deze pagina wordt beheerd door de Europese Commissie. De informatie op deze pagina geeft niet noodzakelijk het officiële standpunt van de Europese Commissie weer. De Commissie aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens waarnaar in dit document wordt verwezen. Gelieve de juridische mededeling te raadplegen voor de auteursrechtelijke regeling voor Europese pagina's.