Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Kroatië

Inhoud aangereikt door
Kroatië

Artikel 50, lid 1, onder a) — gerechten die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

De in artikel 6, lid 4, van de verordening bedoelde rechtbanken die bevoegd zijn om het bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen, zijn de gerechten van de Republiek Kroatië die bevoegd zijn om ten gronde uitspraak te doen overeenkomstig de bepalingen van de wet inzake rechtbanken (Zakon o sudovima; Staatsblad van de Republiek Kroatië (Narodne Novine), nrs. 28/13, 33/15, 82/15, 82/16, 67/18, 126/19, 130/20, 21/22, 60/22 en 16/23 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku; Staatsblad van de Republiek Kroatië, nrs. 53/91, 91/92, 112/99, 129/00, 88/01, 117/03, 88/05, 2/07, 96/08, 84/08, 123/08, 57/11, 25/13, 89/14, 70/19, 80/22 en 114/22) en andere bijzondere verordeningen. In de Republiek Kroatië worden de procedures in eerste aanleg gevoerd voor de gemeentelijke rechtbanken (općinski sud) en handelsrechtbanken (trgovački sud).

Artikel 50, lid 1, onder b) — instantie waarbij rekeninginformatie kan worden opgevraagd

De instantie die bevoegd is om de nodige informatie over de rekening of rekeningen van de schuldenaar te verkrijgen, als bedoeld in artikel 14 van de verordening, is:

Financieel Agentschap (Financijska agencija)

Ulica grada Vukovara 70, 10000 Zagreb, Kroatië

Gratis tel. nr: +385 0 800 0080

E-mail: info@fina.hr

Artikel 50, lid 1, onder c) — wijze waarop rekeninginformatie kan worden opgevraagd

De in artikel 14, lid 5, van de verordening bedoelde rekeninginformatie wordt verkregen doordat de informatie-instantie toegang krijgt tot de relevante informatie die de overheid in registers of op andere wijze bijhoudt (artikel 14, lid 5, onder b), van de verordening).

Artikel 50, lid 1, onder d) — gerechten waarbij hoger beroep kan worden ingesteld tegen een weigering om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uit te vaardigen

Het gerecht dat bevoegd is uitspraak te doen op een hoger beroep dat een schuldeiser krachtens artikel 21 van de verordening heeft ingesteld bij een gerecht van eerste aanleg tegen een beslissing waarbij het verzoek om een bevel tot conservatoir beslag geheel of ten dele is afgewezen, is het hogere gerecht dat bevoegd was uitspraak te doen op een hoger beroep tegen een beslissing waarbij een voorstel voor zekerheidsstelling is afgewezen (een districtsrechtbank (županijski sud), of de Hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië (Visoki trgovački sud Republike Hrvatske) – de artikelen 34a en 34c van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, Staatsblad van de Republiek Kroatië, nrs. 53/91, 91/92, 58/93, 112/99, 88/01, 117/03, 88/05, 02/07, 84/08, 123/08, 57/11, 148/11, 25/13, 89/14, 70/19, 80/22 en 114/22, in samenhang met artikel 21, lid 1, van de wet op de gedwongen tenuitvoerlegging (Ovršni zakon, hierna “OZ” genoemd)) – links:

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2011_12_148_2993.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2013_02_25_405.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2019_07_70_1447.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2022_07_80_1170.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2022_10_114_1713.html

Dit betekent dat als het verzoek om een bevel tot conservatoir beslag geheel of ten dele is afgewezen door een beslissing van een gemeentelijke rechtbank, de schuldeiser via de gemeentelijke rechtbank beroep instelt bij de districtsrechtbank (županijski sud), en dat als een dergelijke beslissing wordt genomen door een handelsrechtbank, de schuldeiser hiertegen via de handelsrechtbank beroep instelt bij de Hoge handelsrechtbank.

Artikel 50, lid 1, onder e) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen en andere stukken te ontvangen, te verzenden en te betekenen of ter kennis te brengen

De instantie die bevoegd is om het bevel tot conservatoir beslag en andere stukken krachtens artikel 4, punt 14, van de verordening te ontvangen, te verzenden en te betekenen of ter kennis te brengen, is:

Civiele kantonrechtbank van Zagreb (Općinski građanski sud u Zagrebu)

Ulica grada Vukovara 84

10000 Zagreb.

Artikel 50, lid 1, onder f) — instanties die bevoegd zijn om het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen ten uitvoer te leggen

De instantie die overeenkomstig hoofdstuk 3 van de verordening bevoegd is om het bevel tot conservatoir beslag ten uitvoer te leggen:

Financieel Agentschap (FINA)

Ulica grada Vukovara 70, 10000 Zagreb, Kroatië

Gratis tel. nr: +385 0 800 0080

E-mail: info@fina.hr

Artikel 50, lid 1, onder g) — de mate waarin conservatoir beslag kan worden gelegd op gezamenlijke rekeningen en rekeningen van derden

Op een namens een of meer gebruikers van betaaldiensten door een betalingsdienstaanbieder beheerde betaalrekening die wordt gebruikt voor betaaltransacties, kan volledig conservatoir beslag worden gelegd.

Op tegoeden op een rekening van derden kan geen conservatoir beslag worden gelegd als zulks wettelijk verboden is.

Artikel 42 van de wet inzake consumentenfaillissement (Zakon o stečaju potrošača; Staatsblad van de Republiek Kroatië, nrs. 100/15, 67/18 et 36/22) bepaalt dat de curator verplicht is voor elke individuele consument ten aanzien van wie op last van een rechter een faillissementsprocedure is ingeleid, een aparte lopende rekening te openen bij een financiële instelling – links:

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2015_09_100_1936.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2018_07_67_1364.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2022_03_36_432.html

Het gaat om een lopende rekening die de curator in het kader van de faillissementsprocedure namens de betrokken consument op zijn eigen naam opent bij een financiële instelling. De curator mag deze aparte rekening alleen gebruiken voor het ontvangen en verrichten van betalingen betreffende het beheer en de vervreemding van de failliete boedel van de consument ten aanzien van wie de faillissementsprocedure loopt, en de curator is verplicht om enige betaling verricht op de rekening in verband met het beheer en de vervreemding van de failliete boedel gescheiden te houden van zijn eigen activa.

Artikel 42, lid 4, van de wet inzake consumentenfaillissement bepaalt dat op deze speciale rekening aangehouden gelden niet vatbaar zijn voor beslag op de curator, en in geval van faillissement of overlijden van de curator worden deze middelen niet opgenomen in het vermogen van de curator of zijn vermogen.

Aangezien bij faillissement van een consument de curator optreedt als zijn vertegenwoordiger, kan deze rekening worden beschouwd als een rekening van derden, waarop zowel tegoeden van de curator staan als tegoeden van een of meer consumenten ten aanzien van wie een faillissementsprocedure is ingeleid, maar de tegoeden van de door de curator vertegenwoordigde consument kunnen niet het voorwerp worden van tenuitvoerlegging of conservatoir beslag op een rekening als er procedures lopen ten aanzien van de curator.

Artikel 50, lid 1, onder h) — regels die van toepassing zijn op bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn

De bedragen die overeenkomstig de bepalingen van artikel 31 van de verordening niet voor beslag vatbaar zijn, zijn opgenomen in de artikelen 172 (niet vatbaar voor beslag) en 173 (beperking van beslag) OZ.

Ontvangt een schuldenaar salaris en vergoedingen als bedoeld in artikel 172 OZ, die niet voor beslag vatbaar zijn, of bedragen als bedoeld in artikel 173 OZ (beperking van beslag), dan is hij verplicht het FINA hiervan in kennis te stellen, overeenkomstig artikel 212 OZ.

De links naar de wet op de gedwongen tenuitvoerlegging (Staatsblad van de Republiek Kroatië, nrs. 112/12, 93/14, 73/17, 131/20 en 114/22) zijn:

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2012_10_112_2421.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2014_07_93_1877.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2017_07_73_1770.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2020_11_131_2487.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2022_10_114_1716.html

Overeenkomstig artikel 173 OZ zijn de volgende bedragen niet voor tenuitvoerlegging vatbaar:

1) Als het salaris van de schuldenaar bij tenuitvoerlegging onder de tenuitvoerlegging valt, is het bedrag dat overeenkomt met twee derde van het gemiddelde netto salaris in de Republiek Kroatië niet vatbaar voor beslag. Als de tenuitvoerlegging plaatsvindt met het oog op het innen van een vordering in verband met een onderhoudsverplichting of van een vordering ter vergoeding van schade als gevolg van lichamelijk letsel of aantasting dan wel verlies van arbeidscapaciteit en ter vergoeding van onderhoud dat is weggevallen door het overlijden van de persoon die onderhoud verschafte, beloopt dit bedrag de helft van het gemiddelde netto salaris in de Republiek Kroatië, tenzij de tenuitvoerlegging plaatsvindt om met dwang het geld te innen dat verschuldigd is wegens onderhoudsverplichtingen jegens kinderen. In dergelijke gevallen beloopt het niet voor beslag vatbare bedrag een kwart van het gemiddelde netto salaris dat het voorgaande jaar in de Republiek Kroatië werd betaald aan werknemers van rechtspersonen.

2) Als een schuldenaar bij tenuitvoerlegging een salaris ontvangt dat lager is dan het gemiddelde netto salaris in de Republiek Kroatië, is driekwart van het aan de schuldenaar betaalde salaris, welk bedrag echter niet hoger mag zijn dan twee derde van het gemiddelde netto salaris in de Republiek Kroatië, niet vatbaar voor beslag. Als de tenuitvoerlegging plaatsvindt met het oog op het innen van een vordering in verband met een onderhoudsverplichting of van een vordering ter vergoeding van schade als gevolg van lichamelijk letsel of aantasting dan wel verlies van arbeidscapaciteit en ter vergoeding van onderhoud dat is weggevallen door het overlijden van de persoon die onderhoud verschafte, beloopt dit bedrag de helft van het aan de schuldenaar betaalde netto salaris, tenzij de tenuitvoerlegging plaatsvindt om met dwang het geld te innen dat verschuldigd is wegens onderhoudsverplichtingen jegens kinderen. In dergelijke gevallen beloopt het niet voor beslag vatbare bedrag een kwart van het aan de schuldenaar betaalde gemiddelde netto maandsalaris.

3) Onder de term “gemiddelde netto salaris” in de zin van lid 1 van dit artikel wordt verstaan het gemiddelde netto maandsalaris dat door rechtspersonen is betaald in de Republiek Kroatië in de periode van januari tot en met augustus van het lopende jaar, zoals vastgesteld door het Kroatische bureau voor de statistiek (Državni zavod za statistiku) en uiterlijk op 31 december van het lopende jaar gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Kroatië. Het aldus vastgestelde bedrag is in het daaropvolgende jaar van toepassing.

4) Het in de leden 1 en 2 van dit artikel bepaalde is ook van toepassing op tenuitvoerlegging, wanneer het beslag betrekking heeft op enige in plaats van salaris betaalde vergoeding, vergoeding voor arbeidstijdverkorting, vergoeding voor salariskorting, pensioen, wedde van militair personeel en wedde van mensen die deel uitmaken van de reservetroepen terwijl zij in militaire dienst zijn, en elk ander geregeld inkomen betaald aan civiel en militair personeel, met uitzondering van inkomen als bedoeld in de leden 5 en 6 van dit artikel.

5) Tenuitvoerlegging door beslag op inkomen dat gehandicapte personen ontvangen als uitkering in verband met een lichamelijke handicap en als zorgtoeslag, mag alleen plaatsvinden met het oog op het innen van een vordering in verband met een onderhoudsverplichting of een vordering ter vergoeding van schade als gevolg van lichamelijk letsel of aantasting dan wel verlies van arbeidscapaciteit en ter vergoeding van onderhoud dat is weggevallen door het overlijden van de persoon die onderhoud verschafte, in welk geval dit bedrag de helft van dergelijk inkomen beloopt.

6) Tenuitvoerlegging door beslag op inkomen ontvangen op grond van een overeenkomst inzake een levenslange toelage en een lijfrenteovereenkomst, alsook op inkomen ontvangen op grond van een levensverzekeringsovereenkomst kan alleen plaatsvinden op het deel van het inkomen dat hoger is dan de hoofdsom die wordt gebruikt ter berekening van de hoogte van de toelage voor onderhoud.

7) Het in de leden 1 en 2 van dit artikel bepaalde is ook van toepassing, wanneer tenuitvoerlegging plaatsvindt op inkomen dat niet afkomstig is uit een salaris, pensioen of inkomsten uit zelfstandige activiteiten op het gebied van handel en ambacht, vrije beroepen, landbouw en visserij, eigendom en eigendomsrechten, kapitaal of verzekeringen (“overig inkomen” overeenkomstig specifieke regels), als de schuldenaar bij tenuitvoerlegging met een openbaar document kan aantonen dat dit inkomen zijn enige geregelde inkomen in contanten vormt.

Het gemiddelde netto maandsalaris dat rechtspersonen in 2022 in de Republiek Kroatië aan hun werknemers betaalden, bedroeg 7 653 HRK. (https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2022_10_125_1909.html)

Artikel 50, lid 1, onder i) — de vergoeding die banken in rekening mogen brengen voor de uitvoering van een gelijkwaardig nationaal bevel of voor het verstrekken van rekeninginformatie en welke partij gehouden is deze vergoeding te voldoen

Het FINA en banken mogen een vergoeding berekenen voor de uitvoering van het bevel tot conservatoir beslag en voor de uitvoering van tenuitvoerlegging en zekerheidsstelling met betrekking tot tegoeden op rekeningen, overeenkomstig de de regels betreffende de soorten en de hoogte van de vergoedingen voor het verrichten van de taken vastgesteld in de wet inzake uitvoering van tenuitvoerlegging inzake tegoeden (NN nrs. 105/10, 124/11, 52/12 en 6/13; hierna “de regels” genoemd) – links:

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2010_09_105_2831.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2011_11_124_2491.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2012_05_52_1278.html

https://narodne-novine.nn.hr/clanci/sluzbeni/2013_01_6_90.html

Volgens artikel 6 van de regels moet de vergoeding worden betaald door de schuldenaar.

De regels bepalen de vergoeding voor het verrichten van de taken omschreven in de wet inzake uitvoering van tenuitvoerlegging inzake tegoeden (NN nrs.  91/10 en 112/12).

De regels voorzien in twee soorten vergoeding:

1. voor tenuitvoerlegging in verband met tegoeden van de schuldenaar bij tenuitvoerlegging, en

2. voor raadpleging of verstrekking van gegevens uit het centrale register van rekeningen.

De vergoeding voor tenuitvoerlegging ten aanzien van tegoeden van de schuldenaar bij tenuitvoerlegging kan betrekking hebben op vier zaken:

  • onderzoek van de mogelijkheid om een tenuitvoerleggingsinstrument ten uitvoer te leggen
  • berekening van rente
  • tenuitvoerlegging van een tenuitvoerleggingsinstrument
  • verstrekking van gegevens, kopieën en certificaten van het register inzake de rangorde van tenuitvoerleggingsinstrumenten.

De vergoeding voor het onderzoeken van de mogelijkheid om een tenuitvoerleggingsinstrument ten uitvoer te leggen en de vergoeding voor de berekening van rente worden door het FINA in rekening gebracht voor het ontvangen van tenuitvoerleggingsinstrumenten (de som van de vorderingen die de schuldenaar volgens de rechterlijke beslissing aan de schuldeiser moet betalen) en het invoeren daarvan in het register. Ook wordt een vergoeding in rekening gebracht voor het controleren of een tenuitvoerleggingsinstrument de nodige gegevens voor tenuitvoerlegging en voor de berekening van rente bevat. Deze twee vergoedingen, plus de vergoeding voor het ten uitvoer leggen van een tenuitvoerleggingsinstrument, komen volledig voor rekening van de schuldenaar.

De inkomsten uit de vergoeding voor het ten uitvoer leggen van een tenuitvoerleggingsinstrument worden verdeeld tussen het FINA (55%) en de banken (45%). De inkomsten worden onder de banken verdeeld naar gelang van het totale aantal rekeningen dat de schuldenaar bij een bepaalde bank aanhoudt op de dag waarop de vergoeding in rekening wordt gebracht, volgens de gegevens in het centrale register van rekeningen.

De vergoeding voor de verstrekking van gegevens, kopieën en certificaten uit het register inzake de rangorde van tenuitvoerleggingsinstrumenten wordt vooraf door de verzoeker betaald op grond van een betalingsverzoek. Degene die een verzoek indient bij het FINA, moet een betalingsbewijs overleggen, waarna hij de gevraagde gegevens en kopieën ontvangt en een factuur wordt uitgeschreven voor de verleende dienst.

Het FINA brengt een bedrag in rekening voor de raadpleging of verstrekking van gegevens uit het centrale register van rekeningen door een vergoeding te vragen voor de raadpleging van gegevens door middel van een web- of onlinedienst, of voor het verstrekken (of downloaden) van gegevens uit het centrale register van rekeningen in elektronische vorm of op papier.

Het FINA stelt de prijslijst met de hoogte van de vergoedingen vast op basis van een besluit van zijn raad van bestuur, en het ministerie van Financiën keurt de voorgestelde prijslijst goed. De prijslijst wordt bekendgemaakt op de officiële website van het FINA. Over alle prijzen op de prijslijst wordt btw berekend.

Link naar een fragment van de prijslijst van het FINA – vergoedingen voor de verrichting van taken als omschreven in de wet inzake uitvoering van tenuitvoerlegging inzake tegoeden.

Artikel 50, lid 1, onder j) – het tarief van of de regeling betreffende de vergoedingen die worden berekend door de instanties of andere entiteiten welke bij de verwerking of de tenuitvoerlegging van het bevel tot conservatoir beslag zijn betrokken

Voor de tenuitvoerlegging van een bevel tot conservatoir beslag brengen het FINA en de banken de vergoedingen in rekening die zijn vastgesteld in artikel 43 van de verordening op basis van de regels. Het FINA brengt een vergoeding in rekening voor het verstrekken van gegevens, kopieën en certificaten uit het register of van gegevens over de rekening. De hoogte van de vergoedingen is vastgesteld in artikel 8 van de regels.

De hoogte van de vergoedingen vermeld in artikel 3 van de regels, is als volgt vastgesteld:

Volg- nr.

Beschrijving van de dienst

Rekengrondslag

Bedrag in HRK

Tenuitvoerlegging ten aanzien van tegoeden

1.

Onderzoek van de mogelijkheid om een tenuitvoerleggingsinstrument ten uitvoer te leggen

Tenuitvoerleggingsinstrument

65,00

2.

Berekening van rente

Hoofdsom

7,00

3.

Tenuitvoerlegging van een tenuitvoerleggingsinstrument

3.1.

Eenmalige inning van het hele bedrag van tegoeden gedeponeerd bij één bank

Tenuitvoerleggingsinstrument

17,00

3.2.

Eenmalige inning van het hele bedrag van tegoeden gedeponeerd bij meerdere banken

Tenuitvoerleggingsinstrument

39,00

3.3.

Tenuitvoerlegging bij conservatoir beslag op een rekening en bij een blokkering van tegoeden

Tenuitvoerleggingsinstrument

110,00

4.

Verstrekking van gegevens, kopieën en certificaten uit het register.

4.1.

– op papier

pagina

43,00

4.2.

– in bestandsformaat

lettergreep

0,20

min. 21,00

Over de onder punt vier van deze alinea bedoelde vergoeding wordt btw berekend.

De hoogte van de vergoedingen vermeld in artikel 7 van de regels, is als volgt vastgesteld:

Ser. nr.

Beschrijving van de dienst

Rekengrondslag

Bedrag in HRK

Raadpleging of verstrekking van gegevens uit het centrale register van rekeningen

1.

Raadpleging van gegevens via de website van het Agentschap en online diensten

1.1.

– raadpleging

verzoek om inlichtingen

0,80

1.2.

– raadpleging van onderafdelingen

lettergreep

0,20

2.

Raadpleging van gegevens via de website van het Agentschap

2.1.

– halfjaarlijks abonnement

gebruiker

298,37

2.2.

– jaarabonnement

gebruiker

498,37

3.

Downloaden

3.1.

– van de website van het Agentschap

lettergreep

0,10

3.2.

– via de online diensten van het Agentschap

lettergreep

0,10

3.3

– met behulp van CD’s

lettergreep

0,10

4.

Raadpleging van gegevens

4.1.

– op papier

elke nieuwe pagina

19,51

4.2.

– in bestandsformaat

lettergreep

0,20

min. 19,51

Over de in deze alinea bedoelde vergoedingen wordt btw berekend.

Artikel 5, lid 1, van deze regels bepaalt dat vergoedingen voor tenuitvoerlegging moeten worden verdeeld tussen het FINA en de banken die het FINA door middel van een procedure in het kader van een tenuitvoerleggingsinstrument heeft opgedragen om inning van de verschuldigde bedragen te verrichten, waarbij het FINA 55% van elke vergoeding ontvangt en de banken 45%.

In de procedures voor het verkrijgen van een bevel tot conservatoir beslag of de procedures voor een rechtsmiddel tegen het bevel dienen gerechtskosten te worden voldaan die zijn gebaseerd op de waarde van het verzoek, overeenkomstig de wet inzake gerechtskosten ((NN, nrs.  74/95, 57/96, 137/02, 125/11, 112/12, 157/13 en 110/15; hierna “ZSP” genoemd) – vgl. de kennisgeving in verband met artikel 50, lid 1, onder n), van de verordening.

Artikel 50, lid 1, onder k) — in voorkomend geval de rangorde van gelijkwaardige nationale bevelen

De rangorde krachtens artikel 32 van de verordening wordt voorgeschreven door artikel 78 OZ, dat bepaalt dat als er meerdere schuldeisers vorderingen van geldelijke aard instellen tegen dezelfde schuldenaar en in verband met hetzelfde voorwerp van tenuitvoerlegging, deze vorderingen moeten worden afgehandeld in de volgorde waarin de schuldeisers het recht op afhandeling in verband met dat voorwerp verwierven, tenzij de wet anders bepaalt.

De prioritaire volgorde van de belangen die verschillende schuldeisers hebben bij zekerheden, wordt vastgesteld op basis van de datum van ontvangst van het bevel tot conservatoir beslag (artikel 180 OZ) – link: https://narodne-novine.nn.hr/

Artikel 50, lid 1, onder l) — gerechten of tenuitvoerleggingsinstanties die bevoegd zijn met betrekking tot een rechtsmiddel

De instantie die bevoegd is uitspraak te doen over een verzoek van een schuldenaar tot intrekking of wijziging van een bevel tot conservatoir beslag, als bedoeld in artikel 33 van de verordening, is het Kroatisch gerecht dat dit bevel heeft uitgevaardigd.

De instantie die bevoegd is uitspraak te doen over een verzoek van een schuldenaar om de tenuitvoerlegging van een bevel tot conservatoir beslag in de Republiek Kroatië te beperken of te beëindigen, als bedoeld in artikel 34, leden 1 en 2, van de verordening, is:

Civiele kantonrechtbank van Zagreb (Općinski građanski sud u Zagrebu)

Ulica grada Vukovara 84

10000 Zagreb.

Artikel 50, lid 1, onder m) — gerechten waarbij een hoger beroep moet worden ingesteld en, in voorkomend geval, de termijn voor het instellen van een hoger beroep

Het gerecht dat bevoegd is om uitspraak te doen op een beroep tegen een beslissing van het gerecht in eerste aanleg, als bedoeld in artikel 37 van de verordening, in samenhang met de artikelen 33, 34 en 35 van de verordening, is het hogere gerecht dat bevoegd was uitspraak te doen op het hoger beroep tegen de beslissing inzake zekerheidsstelling (districtsrechtbanken of de Hoge handelsrechtbank van de Republiek Kroatië — de artikelen 34a en 34c van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (ZPP), in samenhang met artikel 21, lid 1, OZ.

Een beroep moet worden ingesteld binnen acht dagen na de datum waarop de beslissing ter kennis is gebracht (artikel 11 OZ) en wel via het gerecht dat de beslissing heeft genomen (artikel 357 ZPP).

Krachtens artikel 2, leden 1 en 9, OZ dient onder de uitdrukking “beslissing inzake zekerheidsstelling” te worden verstaan een beslissing waarbij een voorstel voor zekerheidsstelling volledig of gedeeltelijk wordt ingewilligd dan wel zekerheidsstelling ambtshalve wordt bevolen.

Artikel 50, lid 1, onder n) — gerechtskosten

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Kroatisch) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
De volgende vertalingen zijn al beschikbaar: EngelsFrans

In de procedure tot het verkrijgen van een bevel tot conservatoir beslag of in de procedure voor een rechtsmiddel tegen een dergelijk bevel, als bedoeld in artikel 42 van de verordening, zijn gerechtskosten verschuldigd die worden gebaseerd op de waarde van het verzoek, namelijk:

  • bij een verzoek om een bevel tot conservatoir beslag als een voorstel voor zekerheidsstelling;
  • bij een beslissing inzake een verzoek om een bevel tot conservatoir beslag als een beslissing inzake zekerheidsstelling;
  • bij een indiening als bedoeld in artikel 34b, leden 2 tot 5, OZ als beroep tegen een beslissing inzake zekerheidsstelling.

Tenzij anders bepaald, ontstaat de verplichting een vergoeding te betalen wanneer een voorstel voor tenuitvoerlegging van een bevel tot conservatoir beslag wordt ingediend of een beroep wordt ingesteld, overeenkomstig artikel 4 ZSP.

Voor elke afzonderlijke handeling kunnen gerechtskosten in rekening worden gebracht, afhankelijk van de waarde van het voorwerp van het geschil, overeenkomstig de volgende tabel:

Meer dan

Tot HRK

HRK

0,00

3 000,00

100,00

3 000,00

6 000,00

200,00

6 000,00

9 000,00

300,00

9 000,00

12 000,00

400,00

12 000,00

15 000,00

500,00

Boven 15 000,00 HRK is een vergoeding van 500,00 HRK verschuldigd, vermeerderd met 1% van het bedrag dat hoger is dan 15 000,00 HRK, met een maximum van 5 000,00 HRK.

Artikel 50, lid 1, onder o) — de talen aanvaard voor de vertaling van stukken

Niet van toepassing.

Laatste update: 12/07/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.