Betekening en kennisgeving van stukken (herschikking)

Duitsland

Inhoud aangereikt door
Duitsland

BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

Duitsland

Betekening en kennisgeving van stukken


*verplichte invoer

Artikel 3, lid 1 — Verzendende instanties

De verzendende instantie voor gerechtelijke stukken is het gerecht dat de betekening of kennisgeving verricht (§ 1069, lid 1, punt 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (ZPO)).

De verzendende instantie voor buitengerechtelijke stukken is het kantongerecht (Amtsgericht) van het kanton waar de persoon die het stuk betekent of ter kennis geeft zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft; bij notariële akten ook het kantongerecht van het kanton waar de notaris die de akte heeft verleden zijn kantoor heeft; bij rechtspersonen het kantongerecht van het kanton waar het hoofdkantoor is gevestigd; de deelstaatregeringen kunnen bij uitvoeringsbesluit de taken van de verzendende instantie voor de kantons van verschillende kantongerechten opdragen aan een enkel kantongerecht (§ 1069, lid 1, punt 2, ZPO).

Klik op onderstaande link voor een lijst van alle bevoegde instanties in verband met dit artikel.
Lijst van bevoegde instanties

Artikel 3, lid 2 — Ontvangende instanties

De bevoegde ontvangende instantie is overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 het kantongerecht van het kanton waarin de akte moet worden betekend of ter kennis gegeven. De deelstaatregeringen kunnen de taken van de ontvangende instantie voor de kantons van verschillende kantongerechten opdragen aan een enkel kantongerecht.

Klik op onderstaande link voor een lijst van alle bevoegde instanties in verband met dit artikel.
Lijst van bevoegde instanties

Artikel 3, lid 4, punt c) — Wijze van ontvangst van stukken

Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784 kunnen stukken op de volgende wijzen worden ontvangen: per post, per particuliere koeriersdienst of per fax.

Informele mededelingen kunnen ook per telefoon of e-mail worden ontvangen.

Artikel 3, lid 4, punt d) — Talen die kunnen worden gebruikt voor het invullen van het modelformulier opgenomen in bijlage I

De formulieren in bijlage I bij Verordening (EU) 2020/1784 kunnen in het Duits of het Engels worden ingevuld (§ 1070 ZPO).

Artikel 4 — Centraal orgaan

De functies van het centrale orgaan worden voornamelijk op het niveau van de afzonderlijke deelstaten uitgevoerd.

Elke deelstaat heeft een centraal orgaan dat verantwoordelijk is voor de betrokken deelstaat. De deelstaatregering wijst het orgaan aan dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van deze taak voor het grondgebied van de deelstaat (§ 1069, lid 3, ZPO). Gewoonlijk wordt de taak van het centrale orgaan uitgevoerd door de justitiële autoriteiten van de deelstaat, het hoogste rechtscollege van een deelstaat (Oberlandesgericht) of een kantongerecht.

Naast de 16 centrale organen op deelstaatniveau is er een centraal orgaan op federaal niveau binnen het federaal bureau voor Justitie (Bundesamt für Justiz). Het federale centrale orgaan staat in voorkomend geval de bevoegde autoriteiten van de deelstaten bij (§ 1069, lid 4, ZPO) en ontvangt verzoeken om kennisgeving die betrekking hebben op beroepen tegen de Bondsrepubliek Duitsland.

Klik op onderstaande link voor een lijst van alle bevoegde instanties in verband met dit artikel.
Lijst van bevoegde instanties

Artikel 7 — Bijstand bij het achterhalen van adressen

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt c), verstrekt Duitsland op het e-justitieportaal informatie die relevant is voor het achterhalen van adressen. Zo kunnen buitenlandse overheidsinstanties en buitenlandse particulieren op grond van artikel 44 van de federale burgerregistratiewet (Bundesmeldegesetz) bepaalde gegevens van een persoon opvragen bij de Duitse registratieautoriteiten zonder hiervoor de reden te hoeven opgeven. Deze gegevens worden verstrekt door middel van een eenvoudig uittreksel uit het bevolkingsregister (einfache Melderegisterauskunft).

Het eenvoudig uittreksel uit het bevolkingsregister bevat de volgende gegevens:

  • de familienaam;
  • de voornamen, met vermelding van de roepnaam;
  • de academische titel;
  • de huidige adressen, en
  • eventueel een vermelding wanneer de persoon is overleden.

De aanvraag moet worden ingediend bij de bevoegde registratieautoriteit. Over het algemeen is dat het gemeentehuis of het stadskantoor (Bürgeramt) in de woonplaats van de persoon in kwestie. Steeds meer gemeenten bieden de mogelijkheid om informatie via internet op te vragen.

Voor het uittreksel uit het bevolkingsregister is een vergoeding verschuldigd. De hoogte van de vergoeding verschilt per deelstaat.

Het uittreksel uit het bevolkingsregister kan alleen worden afgegeven indien de verzoekende instantie voldoende gegevens verstrekt waarmee de identiteit van de gezochte persoon nauwkeurig kan worden vastgesteld. Hetzelfde geldt wanneer de aanvraag betrekking heeft op de gegevens van een groot aantal personen, wat in beginsel mogelijk is. Het is dus niet mogelijk een overzicht met zoekresultaten te sturen. Bovendien moet de persoon of instantie die om de informatie verzoekt, verklaren dat hij/zij de gegevens niet zal gebruiken voor reclame of voor de verkoop van adressenbestanden.

Een uittreksel uit het bevolkingsregister mag niet worden afgegeven, indien de verstrekking van gegevens van de betrokken persoon is geblokkeerd overeenkomstig artikel 51 van de federale burgerregistratiewet of een kennisgeving van voorwaardelijke niet-bekendmaking is gedaan overeenkomstig artikel 52 van die wet, en indien inbreuk op beschermde belangen niet kan worden uitgesloten.

In geval van activiteiten die deels of geheel onder de werkingssfeer van het Unierecht vallen, mogen fundamentele gegevens die buiten die sfeer vallen, krachtens artikel 35 van de burgerregistratiewet worden doorgegeven aan overheidsinstanties in andere lidstaten van de Europese Unie, overheidsinstanties in andere landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, instellingen en organen van de Europese Unie of de instellingen en organen van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, voor zover de verzoekende instantie deze gegevens nodig heeft voor het vervullen van haar taken.

Overeenkomstig artikel 7, lid 2, punt c), verlenen de Duitse ontvangende instanties de volgende bijstand:

Indien de geadresseerde van het te betekenen stuk niet meer op het adres woont dat in de aanvraag om betekening vermeld staat, spant de Duitse ontvangende autoriteit zich over het algemeen in om het huidige adres te achterhalen. Dat gebeurt niet alleen in het geval waarin de geadresseerde is verhuisd, maar ook wanneer de aanvraag om betekening een onvolledig of foutief adres bevat. De ontvangende instantie verricht deze dienst echter op vrijwillige basis en heeft daartoe geen verplichting.

Artikel 8 — Verzending van stukken

Formulier A in bijlage I (aanvraag) mag behalve in het Duits ook in het Engels worden ingevuld (§ 1070 ZPO).

Artikel 12 — Weigering om een stuk te aanvaarden

Geen.

Artikel 13 — Datum van betekening of kennisgeving

Vanuit het oogpunt van de verzoeker, die het relevante referentiepunt is in het kader van artikel 12, lid 5, derde zin, en artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784, is de precieze datum van betekening of kennisgeving in het Duitse recht slechts zelden van belang voor de berekening van de termijn, aangezien het doorgaans volstaat dat het stuk tijdig het gerecht bereikt en de betekening of kennisgeving daarna volgt (§ 167 ZPO). Indien in een specifiek geval de precieze datum van betekening of kennisgeving van belang is, is § 222 ZPO van toepassing in samenhang met §§ 187 en volgende van het Duitse burgerlijk wetboek.

Artikel 14 — Certificaat van betekening of kennisgeving en afschrift van het stuk waarvan de betekening of kennisgeving is verricht

Formulier K in bijlage I (bewijs van betekening of kennisgeving) kan naast behalve in het Duits ook in het Engels worden ingevuld.

Artikel 15 — Kosten van betekening of kennisgeving

De kosten van de betekening of kennisgeving van stukken door een gerechtsdeurwaarder in de zin van artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 hangen af van de omstandigheden van elk afzonderlijk geval. In beginsel kunnen de kosten oplopen tot 37,25 euro, plus een vergoeding voor het maken van kopieën of een vergoeding voor het waarmerken van kopieën. De precieze kosten in elk afzonderlijk geval volgen uit de wet inzake gerechtsdeurwaarderskosten (Gerichtsvollzieherkostengesetz), in het bijzonder de daarin vastgestelde tarieven.

Artikel 17 — Betekening of kennisgeving door diplomatieke of consulaire ambtenaren

Op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland is betekening of kennisgeving door diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) 2020/1784 niet toegestaan, tenzij het gaat om betekening of kennisgeving aan onderdanen van de staat van herkomst (§ 1067, lid 2, ZPO).

Artikel 19 — Elektronische betekening of kennisgeving

Nader te bepalen.

Artikel 20 — Rechtstreekse betekening of kennisgeving

Overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) 2020/1784 kunnen gerechtelijke stukken rechtstreeks op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland worden betekend of ter kennis gegeven, mits dit uitdrukkelijk is toegestaan in het Duitse burgerlijk procesrecht.

Gerechtelijke stukken omvatten bijvoorbeeld vonnissen, maar geen inleidende verzoekschriften. De betekening of kennisgeving van inleidende verzoekschriften wordt geregeld in artikel 21 van Verordening (EU) 2020/1784. Rechtstreekse betekeningen of kennisgevingen vinden plaats op initiatief van de partijen (§ 191 ZPO) en worden verricht door een gerechtsdeurwaarder (§ 192 ZPO).

Daaronder vallen bijvoorbeeld de betekening of kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder van een vonnis met het oog op tenuitvoerlegging krachtens § 750, lid 1, ZPO, de betekening van andere executoriale titels krachtens § 794 ZPO, bevelen tot conservatoir beslag krachtens § 922, lid 2, ZPO of bevelen tot voorlopige maatregelen krachtens § 936 en § 922 ZPO.

Artikel 22 — Niet-verschenen verweerder

Duitse gerechten kunnen onder de voorwaarden van artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 een beslissing vellen in een geschil, indien het gedinginleidend stuk of gelijkwaardig stuk in de Bondsrepubliek Duitsland openbaar is betekend of ter kennis is gegeven overeenkomstig § 185 ZPO.

Een verzoek om alsnog een rechtsmiddel te kunnen aanwenden in de zin van artikel 22, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784 kan niet meer worden ingediend na het verstrijken van een termijn van één jaar, te rekenen vanaf het einde van de niet-inachtgenomen termijn (§ 234, lid 3, ZPO).

Artikel 29 — Verband met overeenkomsten of regelingen tussen lidstaten

De Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk blijven de overeenkomst toepassen die hun respectieve regeringen op 6 juni 1959 hebben gesloten met het oog op een verdere vereenvoudiging van de justitiële betrekkingen overeenkomstig het Verdrag van ‘s-Gravenhage van 1 maart 1954 (gepubliceerd in het Oostenrijkse staatsblad BGBl. 27/1960 en het Duitse staatsblad BGBl. 1959 II, blz. 1523).

Artikel 33, lid 2 — Kennisgeving van het eerder gebruik van het gedecentraliseerde IT-systeem

Geen.

Laatste update: 02/08/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.