Bewijsverkrijging (herschikking)

Cyprus

Inhoud aangereikt door
Cyprus

Artikel 2, lid 1 — Autoriteiten die als gerechten kunnen worden beschouwd

In Cyprus zijn geen andere autoriteiten dan gerechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, van de verordening, bevoegd voor bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken.

Artikel 3, lid 2 — Aangezochte gerechten

De gerechten die voor bewijsverkrijging bevoegd zijn op basis van de verordening (“aangezocht gerecht”) zijn de districtsrechtbanken van Cyprus, namelijk de districtsrechtbank van Nicosia, de districtsrechtbank van Limassol, de districtsrechtbank van Larnaca, de districtsrechtbank van Famagusta en de districtsrechtbank van Paphos. Hun territoriale bevoegdheid is beperkt tot hun eigen district.

Artikel 4 — Centraal orgaan

Het centraal orgaan van Cyprus is het Ministerie van Justitie en Openbare Orde, dat territoriaal bevoegd is voor het hele land. Het ministerie treedt ook op als centraal orgaan om te besluiten over verzoeken om rechtstreekse bewijsverkrijging. Het adres van het centraal orgaan is:

Leoforos Athalassas 125

1461 Nicosia

http://www.mjpo.gov.cy

Artikel 6 — Voor het invullen van de formulieren aanvaarde talen

De formulieren in bijlage I worden aanvaard in het Grieks en in het Engels.

Artikel 7 — Voor verzending van verzoeken en van overige mededelingen aanvaarde middelen

In het geval van een technisch probleem of verstoring van het systeem, zoals bedoeld in artikel 7, lid 4, van de verordening, mogen verzoeken per e-mail, post en fax worden verzonden of ontvangen.

Artikel 19 — Centraal orgaan of bevoegde autoriteit(en) verantwoordelijk voor besluiten over verzoeken om rechtstreekse bewijsverkrijging

Het centraal orgaan dat besluit over verzoeken om rechtstreekse bewijsverkrijging, is het Ministerie van Justitie en Openbare Orde, dat territoriaal bevoegd is voor het hele land. Het adres van het centraal orgaan is:

Leoforos Athalassas 125

1461 Nicosia

http://www.mjpo.gov.cy

Artikel 29 — Overeenkomsten of regelingen waarbij lidstaten partij zijn en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 29, lid 2

Cyprus is partij bij het Verdrag van Den Haag van 1970 inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland. Het is niet van plan overeenkomsten of regelingen te sluiten overeenkomstig artikel 29, lid 2, van de verordening.

Artikel 31, lid 4 — Kennisgeving van het eerder gebruik van het gedecentraliseerde IT-systeem

Cyprus is niet van plan het gedecentraliseerde IT-systeem eerder te gebruiken dan bij de verordening wordt vereist.

Laatste update: 26/06/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.