Grensoverschrijdende plaatsing van een kind, inclusief pleeggezin

België
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Welke autoriteit moet worden geraadpleegd en welke autoriteit moet haar toestemming geven vóór de grensoverschrijdende plaatsing van een kind op uw grondgebied?

Het verzoek moet worden gericht aan de Belgische Centrale Autoriteit. Deze zendt het verzoek door aan de bevoegde Gemeenschapsautoriteit.

Het verzoek moet worden gesteld in de taal van de Gemeenschap van bestemming (Duits, Frans of Nederlands). De verzoekende staten wordt verzocht vooraf bij de Belgische centrale autoriteit na te gaan in welke taal het verzoek moet worden gesteld.

De toestemming wordt verleend door de bevoegde communautaire autoriteit.

De contactgegevens van de Belgische centrale autoriteit zijn

Federale Overheidsdienst Justitia
Directoraat-generaal Wetgeving en fundamentele rechten en vrijheden
Dienst Internationale Samenwerking
Waterloolaan 115 B - 1000 BRUSSEL
Tel: + 32 (2) 542 65 11
E-mail : dh1996@just.fgov.be

2 Beschrijf kort de procedure voor raadpleging en voor het verkrijgen van toestemming (met inbegrip van de vereiste documenten, termijnen, regels voor de procedure en andere relevante gegevens) in het geval van de grensoverschrijdende plaatsing van een kind op uw grondgebied.

2.1 Voor de Federatie Wallonië-Brussel

2.1.1 Inhoud van het verzoek :

  • De identiteit van het kind (naam, voorna(a)m(en), geboortedatum, nationaliteit)
  • Relevante informatie betreffende de administratieve situatie van het kind in de staat van herkomst, met name betreffende zijn/haar sociale rechten : zijn/haar ziekteverzekering en de kinderbijslag.
  • De identiteit van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen (naam, voorna(a)m(en), geboortedatum, nationaliteit, adres)
  • Indien verschillend, informatie over de (natuurlijke of rechts-) persoon die het ouderlijk gezag uitoefent.
  • Gegevens over het pleeggezin (naam, voorna(a)m(en), geboortedatum, nationaliteit, adres)
  • Met betrekking tot het plaatsingsproject: De autoriteit verantwoordelijk voor de plaatsing, de gerechtelijke beslissing, de voorbereidende documenten die werden opgesteld door de bevoegde dienst voor jeugdzorg, de geplande duur van de plaatsing en de beoogde opvolgingsmaatregelen, de wijze van financiering.
  • Een maatschappelijk verslag met de redenen voor de plaatsing, eerdere maatregelen in het land van herkomst, de huidige situatie, de voorgeschiedenis van de jongere en, indien van toepassing, informatie over de specifieke behoeften van het kind (op vlak van onderwijs en gezondheidszorg (psychologie, logopedie, enz.).
  • Indien van toepassing, de redenen voor de dringendheid van een plaatsing in het buitenland;
  • Indien van toepassing, de stappen die de verzoekende lidstaat heeft ondernomen om de plaatsing voor te bereiden.

2.1.2 Termijn

Overeenkomstig artikel 82.4, van (EU) Verordening 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 wordt de beslissing over de goedkeuring of niet-goedkeuring uiterlijk drie maanden na ontvangst van het verzoek aan de verzoekende centrale autoriteit toegezonden, tenzij dit wegens uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk blijkt. Dit is een uiterste termijn.

2.1.3 Procedurele regelingen :

De procedure voorzien door artikel 82 van (EU) Verordening 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 is van toepassing. Behalve wanneer het kind bij een van zijn ouders moet worden geplaatst, moet de centrale autoriteit van de verzoekende lidstaat een verzoek om goedkeuring overmaken aan de Belgische centrale autoriteit met daarin een verslag omtrent het kind, de redenen voor het voorstel om het kind op het grondgebied van de Federatie Wallonië-Brussel te plaatsen of onder de hoede te nemen, informatie over een beoogde financiering en alle andere informatie die zij relevant acht, zoals de voorziene duur van de plaatsing.

Het verzoek en de eventuele bijkomende documenten moeten vergezeld worden van een vertaling in

het Frans. Afhankelijk van het voorwerp van het verzoek van de verzoekende lidstaat verzamelt de Federatie Wallonië-Brussel alle informatie of documenten die nodig zijn voor de behandeling van het verzoek om, indien nodig, de grensoverschrijdende plaatsing voor te bereiden en de coördinatie te

vergemakkelijken. De maatschappelijke onderzoeken die werden uitgevoerd door de maatschappelijke administratieve autoriteiten laten haar vervolgens toe om te beslissen of het voorstel tot plaatsing van het kind op haar grondgebied al dan niet wordt goedgekeurd.

De beslissing van goedkeuring of niet-goedkeuring wordt door het contactpunt van de Federatie Wallonië-Brussel meegedeeld aan de Belgische centrale autoriteit, die zorgt voor de opvolging met de verzoekende lidstaat.

2.2 Voor de Vlaamse Gemeenschap

2.2.1 Inhoud van het verzoek:

  • De identiteit van het kind (naam, voorna(a)m(en), geboortedatum, nationaliteit).
  • Relevante informatie over de administratieve situatie van het kind in de staat van herkomst, met name wat de ziektekostenverzekering betreft.
  • De identiteit van beide ouders (naam, voorna(a)m(en), geboortedatum, nationaliteit, adres).
  • Indien verschillend, informatie over de persoon (natuurlijke persoon of rechtspersoon) die het ouderlijk gezag uitoefent.
  • Informatie over het pleeggezin (naam, voorna(a)m(en), geboortedatum, nationaliteit, adres).
  • Wat het plaatsingsproject betreft: de voor de plaatsing verantwoordelijke autoriteit, de gerechtelijke beslissing, de door de bevoegde dienst voor jeugdzorg opgestelde voorbereidende documenten, de geplande duur van de plaatsing en de geplande follow-upmaatregelen, de wijze van financiering /de financiële tenlasteneming.
  • Of het hele dossier overgedragen zal worden, dan wel enkel de begeleiding.
  • Een sociaal verslag waarin de redenen voor de plaatsing worden uiteengezet, de maatregelen die eerder in de Staat van herkomst zijn genomen, de huidige situatie, de voorgeschiedenis van de jongere en, indien van toepassing, informatie over de specifieke behoeften van het kind (op educatief vlak). Indien van toepassing, de reden voor de urgentie van de plaatsing in het buitenland.

2.2.2 Nadere procedureregels:

Het principeakkoord voor de plaatsing en de beslissing ivm de financiering van deze plaatsing zal door een autoriteit worden gegeven, en vervolgens zal, zodra het besluit tot plaatsing in het buitenland is genomen, een nieuw besluit nodig zijn, genomen door de plaatselijke verantwoordelijken, waarmee de plaatsing van dat kind in dat gezin of die instelling praktisch zal worden georganiseerd. Er zijn dus twee opeenvolgende "akkoorden" die moeten worden gegeven voordat de plaatsing kan plaatsvinden.

2.3 Voor de Duitstalige Gemeenschap:

2.3.1 Inhoud van de aanvraag:

  • De identiteit van het kind (naam, voornaam, geboortedatum, nationaliteit)
  • Relevante informatie over de administratieve status van het kind in het land van herkomst, met name over zijn ziektekostenverzekering.
  • De identiteit van de twee ouders of voogd (naam, voornaam, geboortedatum, nationaliteit, adres)
  • Een sociaal verslag waarin wordt uiteengezet: redenen voor plaatsing, maatregelen die eerder in de staat van herkomst zijn genomen, huidige situatie, bewijs dat het kind in een buitenlandse procedure is gehoord, tenzij een hoorzitting ongepast lijkt vanwege de leeftijd of de mate van rijpheid van het kind)
  • In voorkomend geval, de redenen voor de urgentie van huisvesting in het buitenland.
  • Contactgegevens van de in het land van oorsprong beslissende autoriteit (naam, adres, telefoonnummer).
  • De contactgegevens van het pleeggezin/de vaste inrichting (naam, adres, telefoonnummer)
  • Over het huisvestingsproject: doelstelling, informatie over de controle van de huisvesting (wanneer was de kinderbescherming ter plaatse? Hoe vaak zal het Bureau bezoeken afleggen? Als er nog geen persoonlijk bezoek ter plaatse heeft plaatsgevonden, wanneer is dit dan gepland?), verwachte locatie van de opleiding (in het geval van speciale onderwijsbehoeften is documentatie vereist, indien de opleiding in België is voorzien), duur van de huisvesting en geplande follow-up, informatie over de modaliteiten van de financiering.

2.3.2 Procesmodaliteiten:

De autoriteiten controleren de erkenningsvoorwaarden van de verblijfsvorm volgens de wettelijke grondslagen van de Duitstalige Gemeenschap van België.

3 Heeft uw lidstaat het vereiste van voorafgaande toestemming afgeschaft wanneer het kind bij bepaalde categorieën nauwe verwanten op uw grondgebied wordt geplaatst? Zo ja, om welke categorieën nauwe verwanten gaat het?

Nee

4 Bestaan er in uw lidstaat overeenkomsten of regelingen ter vereenvoudiging van de raadplegingsprocedure voor het verkrijgen van toestemming voor de grensoverschrijdende plaatsing van kinderen?

Nee

Laatste update: 03/05/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.