

Informatie zoeken per regio
Een rechter beslist over het gebruik van videoconferenties door vertegenwoordigers van de andere lidstaat. Hij doet dat tijdig en neemt daartoe vóór het begin van de videoconferentie persoonlijk contact op met de verzoeker.
De rechter geeft al zijn beslissingen in overeenstemming met de wet op de burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums).
Zowel getuigen als deskundigen kunnen worden ondervraagd.
Artikel 108, lid 1, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering bepaalt dat een getuige ook per videoconferentie kan worden ondervraagd via een verbinding die toegankelijk is vanaf de plaats waar de getuige zich bevindt, of vanaf een daartoe speciaal ingerichte plaats.
Evenzo bepaalt artikel 122 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering dat een deskundige ook per videoconferentie kan worden ondervraagd via een verbinding die toegankelijk is vanaf de plaats waar de deskundige zich bevindt, of vanaf een daartoe speciaal ingerichte plaats.
Dat is aan de rechter om te bepalen.
De wet op de burgerlijke rechtsvordering voorziet in het gebruik van videoconferenties vanaf de plaats waar de betrokkene zich bevindt of vanaf een daartoe speciaal ingerichte plaats.
Overeenkomstig artikel 61 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering wordt de zitting in haar geheel opgenomen met behulp van technische middelen. Materiaal dat door middel van geluidsopnamen of andere technische middelen is verkregen, wordt opgenomen in het gerechtelijke dossier en ermee gearchiveerd of in het gerechtelijke informatiesysteem geplaatst en opgeslagen.
Met betrekking tot het recht van de partijen bij de procedure om zittingen te registreren, bepaalt artikel 152, lid 3, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering dat de gerechtelijke procedure schriftelijk of anderszins kan worden vastgelegd, mits het verloop van de zitting niet wordt verstoord. Er mogen er alleen met toestemming van de rechter foto’s, filmpjes en video-opnamen worden gemaakt. Alvorens op dit punt uitspraak te doen, hoort de rechter de partijen bij de procedure.
a) Overeenkomstig artikel 12, lid 2, van de verordening betreffende bewijsverkrijging voert het aangezochte gerecht het verzoek uit overeenkomstig zijn nationale recht. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering worden Letse procedures gevoerd in de officiële taal.
b) In geval van rechtstreekse bewijsverkrijging overeenkomstig de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening betreffende bewijsverkrijging vindt de zitting ook plaats in de officiële taal, omdat volgens artikel 689, lid 4, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering het gerecht dat deelneemt aan de bewijsverkrijging op verzoek van een ander land, het gerecht is in het rechtsgebied waarvan de bron van het bewijs zich bevindt.
Artikel 691 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering. Bewijsverkrijging op verzoek van een ander land in aanwezigheid en met deelneming van de partijen of vertegenwoordigers van het bevoegde buitenlandse gerecht.
1) Het gerecht dat overgaat tot bewijsverkrijging op verzoek van een ander land overeenkomstig artikel 13 of artikel 14 van Verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad, stelt de vertegenwoordigers van het bevoegde buitenlandse gerecht of de partijen en hun vertegenwoordigers in kennis van het tijdstip waarop en de plaats waar de bewijsverkrijging zal plaatsvinden en van de voorwaarden voor hun deelneming.
2) Het gerecht gaat na of de vertegenwoordigers van het bevoegde buitenlandse gerecht of de partijen of hun vertegenwoordigers een tolk nodig hebben.
3) Indien de in lid 1 van dit artikel bedoelde personen de officiële taal niet begrijpen en is vastgesteld dat zulks niet op grote praktische bezwaren stuit, neemt op verzoek van de vertegenwoordigers van het bevoegde buitenlandse gerecht of van de partijen of hun vertegenwoordigers een tolk deel aan de bewijsverkrijging.
In beide gevallen moet een verzoek om rechtsbijstand tijdig worden ingediend, dat wil zeggen bij voorkeur ten minste zestig dagen vóór de geplande videoconferentie.
Vóór de geplande videoconferentie moet tijd worden gereserveerd voor het testen van de verbinding.
Bij een verzoek om videoconferentie moeten de vereiste technische parameters worden vermeld.
Artikel 694 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering. Kosten in verband met bewijsverkrijging op verzoek van een ander land
1. In de in artikel 22, lid 3, van Verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde gevallen kan een gerecht het bevoegde gerecht van een ander land verzoeken een voorschot te betalen voor de kosten van de deskundige totdat de bewijsverkrijging op verzoek van het betrokken andere land zijn beslag heeft gekregen.
2. In de in artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde gevallen kan een gerecht het bevoegde gerecht van een ander land verzoeken om terugbetaling van de volgende kosten na de bewijsverkrijging op verzoek van het betrokken andere land:
1) de vergoedingen die betaald zijn aan deskundigen en tolken;
2) de kosten in verband met de bewijsverkrijging als deze op verzoek van de bevoegde autoriteit van het andere land in overeenstemming met de procedures van het andere land heeft plaatsgevonden;
3) de kosten in verband met de bewijsverkrijging als deze op verzoek van de bevoegde autoriteit van het andere land met technische middelen heeft plaatsgevonden.
Het andere land zal de betreffende persoon hierover naar behoren informeren.
Volgens de bepalingen van de wet op de burgerlijke rechtsvordering is het aan de rechtbank om de identiteit van de betreffende persoon te controleren.
In de wet op de burgerlijke rechtsvordering wordt niet in een dergelijke procedure voorzien. De bevoegde autoriteit van het andere land mag de rechtbank wel vragen een beslissing over de eed te nemen.
Vóór de datum van de videoconferentie en voordat de verbinding wordt getest, wisselen de betrokken partijen bijzonderheden over hun technische parameters en gegevens van hun contactpersonen uit (de persoon die zich in de rechtbank bevindt en de persoon in de instelling die technische ondersteuning biedt).
Er moeten technische informatie en technische specificaties worden verstrekt.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.