- 1 Is bewijsverkrijging via videoconferentie mogelijk hetzij met de deelname van een gerecht in de verzoekende lidstaat, hetzij rechtstreeks door een gerecht van die lidstaat? Zo ja, wat zijn dan de toepasselijke nationale procedures of wetten?
- 2 Gelden er beperkingen inzake het soort personen dat via videoconferentie kan worden verhoord – betreft het bijvoorbeeld enkel getuigen of kunnen ook andere personen zoals deskundigen of partijen op die manier worden verhoord?
- 3 Welke eventuele beperkingen gelden er inzake het soort bewijs dat via videoconferentie kan worden verkregen?
- 4 Gelden er beperkingen inzake de plaats waar de persoon via videoconferentie moet worden verhoord – d.w.z. moet dat een rechtbank zijn?
- 5 Is het toegestaan verhoren per videoconferentie te registreren en zo ja, zijn de nodige voorzieningen beschikbaar?
- 6 In welke taal moet het verhoor plaatsvinden: a) ingeval verzoeken worden gedaan krachtens de artikelen 12, 13 en 14 van de verordening inzake bewijsverkrijging; en b) ingeval het gaat om rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging?
- 7 Wie moet er, in voorkomend geval, zorgen voor tolken en naar waar moeten deze zich begeven a) ingeval verzoeken worden gedaan krachtens de artikelen 12, 13 en 14 van de verordening inzake bewijsverkrijging; en b) ingeval het gaat om rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging?
- 8 Welke procedure is van toepassing op de regelingen voor het verhoor en om de te verhoren persoon op de hoogte te stellen van tijd en plaats a) ingeval verzoeken worden gedaan krachtens de artikelen 12, 13 en 14 van de verordening inzake bewijsverkrijging; en b) ingeval het gaat om rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging? Hoeveel tijd op voorhand moet de persoon in beide gevallen worden opgeroepen voor het verhoor?
- 9 Welke kosten zijn van toepassing op het gebruik van videoconferenties en hoe moeten zij worden betaald?
- 10 Welke eventuele vereisten zijn er om ervoor te zorgen dat de persoon die door het verzoekende gerecht rechtstreeks wordt verhoord, ervan op de hoogte werd gesteld dat het verhoor gebeurt op vrijwillige basis?
- 11 Hoe moet de identiteit van de te verhoren persoon worden gecontroleerd?
- 12 Welke vereisten inzake eedafneming zijn van toepassing en welke informatie moet het verzoekende gerecht verstrekken wanneer bij een rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging een eed is vereist?
- 13 Welke regelingen zijn er om ervoor te zorgen dat er een contactpersoon is op de plaats van de videoconferentie, met wie het verzoekende gerecht kan samenwerken alsook een persoon die op de dag van het verhoor de videoconferentievoorzieningen kan bedienen en eventuele technische problemen kan verhelpen?
- 14 Wat indien er eventueel aanvullende informatie van het verzoekende gerecht is vereist?
Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
1 Is bewijsverkrijging via videoconferentie mogelijk hetzij met de deelname van een gerecht in de verzoekende lidstaat, hetzij rechtstreeks door een gerecht van die lidstaat? Zo ja, wat zijn dan de toepasselijke nationale procedures of wetten?
Hoewel het Slowaakse recht geen specifieke regels kent voor het verkrijgen van bewijs met deelname van een gerecht van de verzoekende lidstaat, bevat het ook geen bepalingen die dat verbieden. Volgens de procedureregels verkrijgt een gerecht bewijs ter zitting en, indien passend, buiten de zitting (zie artikel 188 van het Slowaakse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (civilný sporový poriadok). De rechtbank kan met instemming van de partijen een zitting per videoconferentie of een ander technologisch communicatiemiddel laten plaatsvinden (zie artikel 175 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De partijen hebben in principe het recht om aanwezig te zijn bij de bewijsverkrijging.
Er bestaan geen specifieke procedures voor het verkrijgen van bewijs per videoconferentie (met uitzondering van de bovengenoemde). In dit geval zijn dus alleen de verordening betreffende bewijsverkrijging (Verordening (EU) 2020/1783), het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de wet betreffende de procedurele en administratieve regels voor de rechtbanken (in 2015 besluit nr. 543 van het ministerie van Justitie van de Republiek Slowakije van 11 november 2005 inzake de procedurele en administratieve regels voor de districtsrechtbanken, de regionale rechtbanken, de speciale rechtbank en de militaire rechtbanken (Ministerstva spravodlivosti Slovenskej republiky o Spravovacom a kancelárskom poriadku pre okresné súdy, krajské súdy, Špeciálny súd a vojenské súdy) van toepassing.
Alle andere kwesties moeten in samenspraak met de betrokken gerechten en met behulp van het EJN worden opgelost.
2 Gelden er beperkingen inzake het soort personen dat via videoconferentie kan worden verhoord – betreft het bijvoorbeeld enkel getuigen of kunnen ook andere personen zoals deskundigen of partijen op die manier worden verhoord?
Het Slowaakse recht kent geen beperkingen ten aanzien van personen die per videoconferentie mogen worden gehoord. Volgens artikel 187 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering zijn alle bewijsmiddelen toegestaan die de nodige opheldering kunnen verschaffen over de zaak en die op legale wijze kunnen worden verkregen in het kader van de maatregelen van instructie. Het zijn met name partijen, getuigen en deskundigen die mogen worden gehoord.
Overeenkomstig artikel 203 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering moet de bewijsverkrijging op zodanige wijze plaatsvinden dat de vertrouwelijkheid van gerubriceerde gegevens gewaarborgd is.
Overeenkomstig artikel 38 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering geldt dat als een procespartij minderjarig is, het gerecht rekening houdt met zijn of haar standpunt. Dit standpunt moet worden gegeven via de wettelijke vertegenwoordiger van het kind of via de bevoegde instantie op het gebied van sociale bescherming en rechtsbescherming van kinderen en voogdij; het gerecht kan de minderjarige ook horen zonder dat de ouders aanwezig zijn. In dat geval zijn de beperkingen uiteraard afhankelijk van de leeftijd van de minderjarige, zijn of haar mate van volwassenheid, en van de manier waarop het gerecht besluit het kind te horen.
3 Welke eventuele beperkingen gelden er inzake het soort bewijs dat via videoconferentie kan worden verkregen?
Nee, behalve de beperkingen die voortvloeien uit de aard het bewijs (het is bijvoorbeeld niet mogelijk een onderzoek ter plaatse per videoconferentie uit te voeren enzovoort).
4 Gelden er beperkingen inzake de plaats waar de persoon via videoconferentie moet worden verhoord – d.w.z. moet dat een rechtbank zijn?
Bewijs wordt in de regel op een zitting verkregen (zie artikel 188 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) die over het algemeen plaatsvindt in het gerechtsgebouw (zie artikel 25 in verbinding met artikel 35 van de procedurele en administratieve regels voor de rechtbanken). Het is vanwege technische redenen lastig een verhoor op een andere locatie af te nemen.
5 Is het toegestaan verhoren per videoconferentie te registreren en zo ja, zijn de nodige voorzieningen beschikbaar?
Met behulp van de videoconferentie-apparatuur kunnen videoconferenties tegelijkertijd worden geregistreerd. Overeenkomstig artikel 175 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering mag een zitting alleen per videoconferentie plaatsvinden met toestemming van de partijen. De geluidsopname wordt opgeslagen op een gegevensdrager die aan het zaakdossier wordt toegevoegd.
6 In welke taal moet het verhoor plaatsvinden: a) ingeval verzoeken worden gedaan krachtens de artikelen 12, 13 en 14 van de verordening inzake bewijsverkrijging; en b) ingeval het gaat om rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging?
Deze vraag heeft niet specifiek betrekking op bewijsverkrijging in het buitenland of per videoconferentie. Als het verhoor plaatsvindt volgens de artikelen 12 tot en met 14, worden zittingen in Slowakije volgens de algemene regels altijd in de officiële taal gehouden en worden er, indien nodig, tolken opgeroepen.
Wanneer het bewijs rechtstreeks door het verzoekende gerecht wordt verkregen zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20, gebeurt dat in de taal van dat gerecht.
7 Wie moet er, in voorkomend geval, zorgen voor tolken en naar waar moeten deze zich begeven a) ingeval verzoeken worden gedaan krachtens de artikelen 12, 13 en 14 van de verordening inzake bewijsverkrijging; en b) ingeval het gaat om rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging?
Als de zitting plaatsvindt per videoconferentie overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 14 en er vertolking nodig is (bijvoorbeeld als het gerecht een Nederlander hoort die in Slowakije woont), dan zorgt het Slowaakse gerecht voor een tolk, maar vraagt het het verzoekende gerecht om terugbetaling van de kosten, overeenkomstig artikel 22, lid 2, van de verordening. Als de zitting plaatsvindt per videoconferentie overeenkomstig artikel 19, komt de centrale autoriteit met het verzoekende gerecht de voorwaarden overeen en stelt zij dit gerecht zo nodig voor om voor een tolk te zorgen. In Slowakije gevestigde tolken kunt u vinden op de website van het Slowaakse ministerie van Justitie.
8 Welke procedure is van toepassing op de regelingen voor het verhoor en om de te verhoren persoon op de hoogte te stellen van tijd en plaats a) ingeval verzoeken worden gedaan krachtens de artikelen 12, 13 en 14 van de verordening inzake bewijsverkrijging; en b) ingeval het gaat om rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging? Hoeveel tijd op voorhand moet de persoon in beide gevallen worden opgeroepen voor het verhoor?
Er zijn in het Slowaakse recht geen specifieke bepalingen opgenomen die deze kwesties regelen. De algemene regels betreffende het verloop van de zitting en de oproeping van getuigen en partijen zijn van toepassing. Het gerecht verricht de bewijsverkrijging over het algemeen op de zitting (zie artikel 188 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De oproeping moet tijdig worden gedaan, zodat de wettelijke termijn voor de voorbereiding op de zitting kan worden nageleefd. De wijzen van oproeping worden geregeld door artikel 46, lid 3, van de procedurele en administratieve regels voor de rechtbanken. De oproeping moet “over het algemeen ten minste vijf dagen voor de zittingsdatum” worden gedaan (artikel 178, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).
9 Welke kosten zijn van toepassing op het gebruik van videoconferenties en hoe moeten zij worden betaald?
De Slowaakse gerechten brengen geen kosten in rekening voor de videoconferentie zelf.
10 Welke eventuele vereisten zijn er om ervoor te zorgen dat de persoon die door het verzoekende gerecht rechtstreeks wordt verhoord, ervan op de hoogte werd gesteld dat het verhoor gebeurt op vrijwillige basis?
Er zijn in het Slowaakse recht geen specifieke bepalingen opgenomen die deze kwesties regelen. Als algemene regel geldt dat het gerecht aan het begin van de zitting de betreffende persoon moet informeren over zijn procedurele rechten en plichten. De regel geldt niet wanneer de persoon door een advocaat wordt vertegenwoordigd of als de partij in het geschil de overheid is, een overheidsinstantie of een rechtspersoon die door een jurist wordt vertegenwoordigd (zie artikel 160 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).
11 Hoe moet de identiteit van de te verhoren persoon worden gecontroleerd?
Er zijn in het Slowaakse recht geen specifieke bepalingen opgenomen die deze kwesties regelen voor wat betreft videoconferenties. De concrete procedure zal worden vastgesteld na een ad-hocovereenkomst tussen de betrokken gerechten. Uiteraard zijn de algemene regels betreffende de controle van de identiteit van de te verhoren persoon van toepassing (zie artikel 200 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De gegevens worden gecontroleerd aan de hand van de identiteitskaart of het paspoort . De identiteit van de getuige moet aan het begin van de zitting worden vastgesteld, evenals de omstandigheden die mogelijk van invloed zijn op zijn of haar geloofwaardigheid (familiebanden enz.).
12 Welke vereisten inzake eedafneming zijn van toepassing en welke informatie moet het verzoekende gerecht verstrekken wanneer bij een rechtstreekse bewijsverkrijging krachtens de artikelen 19, 20 en 21 van de verordening inzake bewijsverkrijging een eed is vereist?
Er zijn in het Slowaakse recht wel specifieke bepalingen opgenomen die deze kwesties regelen voor strafrechtelijke procedures, maar niet voor civiele procedures.
Volgens het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (zie artikel 196, lid 2) moet het gerecht de getuige aan het begin van het verhoor wijzen op het belang van zijn of haar getuigenis, op zijn of haar rechten en plichten (de waarheid zeggen en niets achterhouden), en op de strafrechtelijke gevolgen van een valse verklaring.
Als het verzoekende gerecht verzoekt dat een getuige, deskundige of partij onder ede wordt gehoord volgens zijn rechtsorde, is deze procedure niet strijdig met de Slowaakse openbare orde. De tekst van de eed is te vinden in artikel 58 b van Wet nr. 97/1963 Coll. inzake internationaal privaat- en procesrecht.
13 Welke regelingen zijn er om ervoor te zorgen dat er een contactpersoon is op de plaats van de videoconferentie, met wie het verzoekende gerecht kan samenwerken alsook een persoon die op de dag van het verhoor de videoconferentievoorzieningen kan bedienen en eventuele technische problemen kan verhelpen?
Ieder Slowaaks gerecht beschikt over een administratief ambtenaar met wie een afspraak kan worden gemaakt voor het uitvoeren van een verbindingstest op de dag van het verhoor enzovoort. Deze ambtenaar is opgeleid om de videoconferentie-apparatuur te bedienen. Deze ambtenaar neemt in het geval van problemen contact op met een IT-specialist van het gerecht en kan ervoor zorgen dat de IT-specialist op de dag van de zitting aanwezig is.
14 Wat indien er eventueel aanvullende informatie van het verzoekende gerecht is vereist?
De technische informatie die nodig is om de verbinding met de apparatuur van het verzoekende gerecht tot stand te brengen en, indien van toepassing, informatie over de tolk.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.