Betekening of kennisgeving van stukken: officiële indiening van documenten

Hongarije
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat is de praktische betekenis van de juridische term “betekening en kennisgeving van stukken”? Waarom bestaat er een specifieke regeling voor de “betekening en kennisgeving van stukken”?

Volgens Wet nr. CXXX van 2016 inzake het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (a polgári perrendtartásról szóló 2016. évi CXXX. törvény, in het Hongaars) (hierna “Wet WvBR” genoemd) moeten gerechtelijke stukken in beginsel via een postdienst worden toegezonden aan de geadresseerde overeenkomstig de wettelijke bepalingen over de kennisgeving of betekening van officiële documenten. De geadresseerde kan op vertoon van zijn identiteitsbewijs de voor hem bedoelde stukken ook afhalen bij de griffie van de rechtbank. In het geval van elektronische communicatie vindt de kennisgeving of betekening elektronisch plaats.

Zie ook onder Geautomatiseerde verwerking.

Het doel van de betekening of kennisgeving van een officieel stuk is ervoor te zorgen dat de geadresseerde kennis kan nemen van de inhoud van het stuk en dat de afzender kan aantonen dat het stuk aan de geadresseerde is betekend of ter kennis gebracht. Het feit zelf, de datum en de uitkomst van de betekening of kennisgeving moeten schriftelijk worden vastgelegd. Officiële stukken kunnen worden verstuurd per aangetekende post met een ontvangstbevestiging die speciaal voor deze dienst is opgesteld.

2 Welke stukken behoeven formele betekening of kennisgeving?

Op grond van Wet nr. CLIX van 2012 inzake postdiensten (a postai szolgáltatásokról szóló 2012. évi CLIX. törvény, in het Hongaars) (hierna “Wet postdiensten” genoemd) is formele betekening of kennisgeving verplicht in het geval van stukken waarvan de verzending of (poging tot) betekening of kennisgeving of de datum van die handelingen volgens de wet rechtsgevolgen sorteert, stukken die als basis dienen voor de berekening van een wettelijk vastgestelde datum of stukken die in de wet worden aangemerkt als officiële documenten.

Krachtens Wet WvBR is in burgerlijke procedures betekening of kennisgeving verplicht voor de volgende stukken:

  • uitspraken en bevelen aan de partijen;
  • tijdens de zitting gegeven beschikkingen, aan de partij die niet op de juiste wijze voor de zitting is opgeroepen;
  • bepaalde in Wet WvBR genoemde en tijdens de zitting gegeven beschikkingen, aan de partij die niet ter zitting is verschenen;
  • buiten de zitting om gegeven beschikkingen, aan de betrokken partij;
  • alle in de loop van de procedure genomen beslissingen, aan de partij in wier belang de procedure is gestart door de officier van justitie of door de daartoe bevoegde persoon.

3 Wie is verantwoordelijk voor de betekening of kennisgeving van een stuk?

De rechtbank en de leverancier van postdiensten of de leverancier van vertrouwensdiensten zijn verantwoordelijk voor de betekening of kennisgeving van stukken op grond van de wettelijke bepalingen die op hen van toepassing zijn.

4 Het achterhalen van adressen

4.1 Gaat de aangezochte autoriteit van deze lidstaat op eigen initiatief na welke de verblijfplaats is van de persoon voor wie het stuk bestemd is indien het aangegeven adres niet correct is? Zie ook de mededeling op grond van artikel 7, lid 2, punt c), van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken

Daartoe bestaat geen wettelijke verplichting.

4.2 Hebben buitenlandse gerechtelijke autoriteiten en/of partijen bij rechtsgedingen toegang tot registers of diensten in deze lidstaat waarmee zij het actuele adres van de betrokken persoon kunnen vaststellen? Zo ja, over welke registers of diensten gaat het en welke procedures moeten worden gevolgd? Welke vergoeding moet er, in voorkomend geval, worden betaald?

Woonadres van natuurlijke personen:

In Hongarije is het Bureau van de plaatsvervangende staatssecretaris voor administratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor het bijhouden van het centraal adressenregister (Belügyminisztérium Nyilvántartások Vezetéséért Felelős Helyettes Államtitkársága, “BM NYHÁT” http://nyilvantarto.hu/hu/adatszolgaltatas_szemelyi, in het Hongaars). Via dit register kan het adres van een individueel geïdentificeerd persoon worden opgevraagd. Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid kunnen hiertoe een aanvraag indienen, op voorwaarde dat zij het doel en de wettelijke grondslag voor het gebruik van deze gegevens aantonen.

De aanvraag kan persoonlijk worden ingediend bij een districtskantoor of in het buitenland bij de Hongaarse diplomatieke vertegenwoordiging (magyar külképviseleti hatóság, in het Hongaars) die bevoegd is voor het buitenlandse woonadres.

U kunt uw schriftelijk verzoek bij elk districtskantoor indienen. Als de opgevraagde gegevens niet beschikbaar zijn in het districtskantoor, geldt het volgende:

  • aanvragen door overheidsinstanties en verzoeken om openbaarmaking van gegevens door overheidsinstanties kunnen worden ingediend bij de afdeling Persoonsgegevens en -beheer, sectie Binnenlandse rechtsbijstand van het BM NYHÁT (BM NYHÁT Személyi Nyilvántartási és Igazgatási Főosztály Belföldi Jogsegélyügyek Osztály), postadres: 1476 Budapest, Pf. 281, Hongarije;
  • alle overige verzoeken door niet hiervoor genoemde aanvragers (zoals particulieren of bedrijven) kunnen worden ingediend bij de afdeling Persoonlijke klantenservice en documententoezicht van het BM NYHÁT (BM NYHÁT Személyes Ügyfélszolgálati és Okmányügyeleti Főosztály), postadres: 1553 Budapest, Pf. 78, Hongarije;
  • Een schriftelijk verzoek kan in het buitenland worden ingediend bij de Hongaarse diplomatieke vertegenwoordiging (magyar külképviseleti hatóság, in het Hongaars) die bevoegd is voor het buitenlandse woonadres.

De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:

  • de personalia van de aanvrager, naam, adres, statutaire zetel, vestiging van de aanvrager of diens vertegenwoordiger;
  • een nauwkeurige opsomming van de gevraagde gegevens;
  • het doeleinde waarvoor de gegevens zullen worden gebruikt;
  • de identiteitsgegevens van de natuurlijke persoon waarmee de identiteit van de gezochte persoon kan worden vastgesteld (naam, geboorteplaats, geboortenaam van de moeder), of de naam en het woonadres die bij de aanvrager bekend zijn (gemeente, straatnaam, huisnummer).

De volgende documenten moeten bij de aanvraag worden gevoegd:

  • het document waaruit de wettelijke grondslag voor het gebruik van de gegevens blijkt;
  • een bewijs van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gevolmachtigde, tenzij die al is ingevoerd in het register met cliëntinstellingen (“rendelkezési nyilvántartás”). De volmacht moet een authentieke akte of een onderhandse akte met verhoogde bewijskracht zijn, of formeel zijn vastgelegd in een proces-verbaal.

Tenzij in de volmacht anders is bepaald, is zij verleend voor alle verklaringen en handelingen in verband met de betrokken procedure.

Bij twijfel over de echtheid of inhoud van een akte die in het buitenland is opgemaakt, zal de instantie de verzoeker vragen een gelegaliseerde buitenlandse authentieke akte in te dienen.
Als de verzoeker een beëdigde vertaling van een in een andere taal dan het Hongaars opgesteld document indient, zal de instantie die aanvaarden op basis van de inhoud van de vertaling.

Aan deze procedure zijn de volgende administratiekosten verbonden:

  • voor de verstrekking van gegevens betreffende 1 tot 4 personen: 3 500 HUF;
  • voor de verstrekking van gegevens betreffende 5 of meer personen: het aantal betrokken personen vermenigvuldigd met 730 HUF per persoon.

In het geval van aanvragen uit het buitenland of via de Hongaarse vertegenwoordiging die bevoegd is voor het land waarin de verblijfplaats van de aanvrager zich bevindt, moet de vergoeding achteraf aan de Hongaarse vertegenwoordiging worden betaald als consulaire kosten.

Ondernemingen:

In het geval van ondernemingen kunnen de belangrijkste gegevens in het handelsregister, zoals het adres, gratis worden geraadpleegd op de volgende website (in het Hongaars): https://www.e-cegjegyzek.hu.

4.3 Welke vorm van bijstand verlenen de autoriteiten van deze lidstaat op grond van artikel 7, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken bij het achterhalen van adressen op verzoek van andere lidstaten? Zie ook de mededeling op grond van artikel 7, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken

Het ministerie van Justitie aanvaardt verzoeken van verzendende instanties die zijn bedoeld om het adres van de geadresseerde vast te stellen, overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt a), van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken. Zie punt  4.2 voor een overzicht van de informatie bedoeld in artikel 7, lid 1, punt c), van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken.

5 Hoe verloopt de betekening of kennisgeving van een stuk in de praktijk? Kunnen er alternatieve methoden worden gebruikt (andere dan de vervangende betekening of kennisgeving als bedoeld in punt 7)?

In Regeringsbesluit nr. 335/2012 van 4 december tot vaststelling van nadere regels betreffende postdiensten en de betekening of kennisgeving van officiële stukken (335/2012. (XII. 4.) Korm. rendelet, in het Hongaars) (hierna “Regeringsbesluit postdiensten” genoemd) is bepaald dat de postdienst met een ontvangstbevestiging verstuurde officiële stukken in persoon betekent of ter kennis brengt aan de geadresseerde of aan een andere voor ontvangst bevoegde persoon.

Officiële stukken kunnen niet worden betekend of ter kennis gebracht aan de volgende personen: een incidentele geadresseerde op basis van een specifieke overeenkomst met de afzender of een specifieke bepaling in de algemene voorwaarden van de overeenkomst; een medewerker of lid van de organisatie in geval van bezorging in de bedrijfsruimten van de organisatie of andere ruimten die zijn opengesteld voor klantenverkeer; een natuurlijke persoon die de functie van receptionist vervult en bij de organisatie in dienst is; de verhuurder van het onroerend goed op het aangegeven adres of degene bij wie de geadresseerde is gehuisvest, indien het een natuurlijke persoon betreft.

De leverancier van postdiensten is overeenkomstig het Regeringsbesluit postdiensten verplicht twee pogingen te ondernemen om betekening of kennisgeving te verrichten van het poststuk dat als officieel stuk is verstuurd. Indien de eerste bezorgpoging mislukt omdat de geadresseerde of de persoon die bevoegd is stukken in ontvangst te nemen niet aanwezig is op het adres, laat de postdienst een bericht achter, legt het officiële stuk ter beschikking op het distributiepunt dat in het bericht staat vermeld, en probeert op de vijfde werkdag na de mislukte bezorgpoging het document opnieuw te bezorgen. Indien de tweede poging mislukt, laat de postdienst opnieuw een bericht achter aan de geadresseerde en legt het officiële stuk gedurende vijf werkdagen, gerekend vanaf de tweede bezorgpoging, ter beschikking op het distributiepunt dat in het bericht staat vermeld. Het officiële document kan op vertoon van een identiteitsbewijs na de tweede bezorgpoging worden opgehaald bij het opgegeven distributiepunt. Als het document niet binnen de in het tweede bericht vermelde termijn wordt afgehaald, stuurt de postdienst het op de eerstvolgende werkdag terug naar de afzender met de vermelding “niet afgehaald”.

In dat geval moet op grond van Wet WvBR betekening of kennisgeving worden geacht te zijn verricht op de vijfde werkdag na de datum van de tweede bezorgpoging, tenzij het tegendeel wordt bewezen. De betekening of kennisgeving wordt niet als rechtmatig beschouwd als die is verricht aan een plaatsvervangende ontvanger die de wederpartij of de vertegenwoordiger van de wederpartij in de gerechtelijke procedure is. In het geval van de betekening of kennisgeving van een inleidende vordering of een eindbeslissing informeert de rechtbank de geadresseerde binnen acht werkdagen over het vermoeden van betekening of kennisgeving. Als er een e-mailadres bekend is, moet de geadresseerde ook op dat adres worden geïnformeerd.

De geadresseerde kan op vertoon van zijn identiteitsbewijs de voor hem bedoelde stukken ook afhalen bij de griffie van de rechtbank.

De Wet LIII van 1994 inzake handhavingsprocedures (a végrehajtási eljárásról szóló 1994. évi LIII. törvény, in het Hongaars) (hierna “Wet handhavingsprocedures” genoemd) regelt de betekening of kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder als alternatieve wijze van betekening of kennisgeving die is toegestaan in het geval van een beslissing over de grond van de zaak die als basis dient voor de handhaving, op voorwaarde dat het vermoeden van betekening of kennisgeving is vastgesteld en dat de persoon die bevoegd is het verzoek tot handhaving in te dienen, daarom uitdrukkelijk heeft gevraagd en een voorschot op de betreffende kosten heeft betaald. Krachtens de Wet handhavingsprocedures kan een gerechtsdeurwaarder de betekening of kennisgeving van de handhavingsstukken eveneens in persoon verrichten, overeenkomstig specifieke wetgeving. Indien deze procedure niet slaagt, kan betekening of kennisgeving overeenkomstig een nieuwe procedure worden verricht volgens de algemene regels voor de betekening of kennisgeving van officiële stukken.

In Wet WvBR en Wet L van 2009 inzake de betalingsbevelprocedures (a fizetési meghagyásos eljárásról szóló 2009. évi L. törvény, in het Hongaars) (hierna de “Wet inzake de betalingsbevelprocedures” genoemd) worden nog andere gevallen genoemd waarin betekening of kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder kan plaatsvinden.

Bovendien kan betekening of kennisgeving in de wettelijk bepaalde gevallen tevens worden verricht door een medewerker van de rechtbank (bv. in spoedgevallen in civiele procedures voor de betekening of kennisgeving van een dagvaarding).

6 Is elektronische betekening of kennisgeving van stukken (betekening of kennisgeving van gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken door middel van elektronische communicatiemiddelen op afstand, zoals e-mail, beveiligde toepassingen op het internet, fax, sms enz.) toegestaan in civiele procedures? Zo ja, in welke soorten procedures kan deze methode worden gebruikt? Zijn er beperkingen met betrekking tot de beschikbaarheid/toegankelijkheid van deze methode van betekening of kennisgeving van stukken die afhankelijk zijn van de persoon voor wie het stuk is bestemd (beoefenaar van een juridisch beroep, rechtspersoon, vennootschap of andere economische actor enz.)?

Op grond van Wet WvBR wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte en optionele elektronische communicatie.

Krachtens Wet CCXXII van 2015 inzake de algemene regels voor elektronische administratie- en trustdiensten (az elektronikus ügyintézés és a bizalmi szolgáltatások általános szabályairól szóló 2015. évi CCXXII. törvény, in het Hongaars) (hierna “Wet elektronische diensten” genoemd) moet wie wettelijk verplicht is gebruik te maken van elektronische communicatie (bv. wettelijke vertegenwoordigers en ondernemingen), alle aanvragen uitsluitend elektronisch indienen bij de rechtbank, op de wijze die is vastgelegd in de wet en de uitvoeringsbesluiten daarvan. Op haar beurt bedient de rechtbank zich van elektronische middelen om stukken aan hen toe te sturen.

Partijen bij procedures die niet verplicht zijn gebruik te maken van elektronische communicatie, of andere dan wettelijke vertegenwoordigers van die partijen, kunnen – behoudens de uitzonderingen van Wet WvBR – alle documenten desgewenst elektronisch indienen, overeenkomstig het bepaalde in de Wet elektronische diensten en de uitvoeringsbesluiten daarvan. Als een partij of haar vertegenwoordiger kiest voor elektronische communicatie, stuurt de rechtbank hun alle gerechtelijke stukken op elektronische wijze toe.

In het geval van elektronische communicatie is voortdurend contact met de rechtbank via de elektronische berichtendienst gewaarborgd. De partij die kiest voor elektronische communicatie, wordt ervan in kennis gesteld of haar indiening voldoet aan de IT-vereisten.

De beveiligde verzending waarborgt onder meer dat afzenders ervan in kennis worden gesteld dat hun bericht is ontvangen en dat het bericht al dan niet goed is bezorgd. De dienstenaanbieder moet de afzender via het opgegeven e-mailadres onmiddellijk een verklaring toesturen ter bevestiging van de informatie behorend bij de betekening van de documenten.

Tenzij in de wet anders is bepaald, moet bij beveiligde verzending een termijn van vijf werkdagen voor ontvangst in acht worden genomen. Als de geadresseerde het bericht niet binnen die termijn in ontvangst neemt maar de bezorging ervan evenmin weigert, wordt op de eerste werkdag na de termijn van vijf werkdagen een tweede bericht gestuurd.

Sinds de invoering van elektronische communicatie in het procesrecht is het bepaalde in Wet WvBR over het vermoeden van betekening of kennisgeving (hierna nader beschreven) niet alleen van toepassing op postbezorging, maar op alle wettelijke middelen voor betekening of kennisgeving, dus ook elektronische.

In spoedgevallen in burgerlijke zaken kunnen dagvaardingen per e-mail worden verstuurd, ook als er niet is gekozen voor elektronische communicatie.

6.1 Welke vormen van elektronische betekening of kennisgeving in de zin van artikel 19, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken zijn er in deze lidstaat beschikbaar waarbij de stukken rechtstreeks moeten worden betekend of ter kennis gegeven aan een persoon die een bekend adres voor betekening of kennisgeving in een andere lidstaat heeft?

De wijzen van kennisgeving of betekening bedoeld in artikel 19, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken, zijn niet van toepassing.

6.2 Heeft deze lidstaat overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken aanvullende voorwaarden gesteld waaronder hij elektronische betekening of kennisgeving via e-mail als bedoeld in artikel 19, lid 1, punt b), van die verordening zal aanvaarden? Zie ook de mededeling op grond van artikel 19, lid 2, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken

Er zijn geen andere voorwaarden bepaald.

7 “Vervangende” betekening of kennisgeving

7.1 Voorziet het recht van deze lidstaat in andere mogelijke methoden van betekening of kennisgeving in gevallen waarin betekening of kennisgeving aan de persoon voor wie het stuk is bestemd, niet mogelijk is (bv. kennisgeving aan het adres, aan het kantoor van een deurwaarder, per post of door aanplakking)?

Als de verblijfplaats van de partij onbekend is en betekening of kennisgeving elektronisch evenmin mogelijk is, of als de partij in een land verblijft dat geen rechtshulp biedt voor betekening of kennisgeving, of als er andere niet-verwijderbare belemmeringen voor de betekening of kennisgeving zijn, of als dat wettelijk zo is bepaald, moet krachtens Wet WvBR betekening of kennisgeving plaatsvinden door middel van aanplakking. In beginsel kan de rechtbank op verzoek van de betrokken partij betekening of kennisgeving door middel van aanplakking bevelen, mits daarvoor gegronde redenen zijn.

Het bericht moet gedurende vijftien dagen te zien zijn op de centrale website van de rechtbanken, op het mededelingenbord van de rechtbank en op het mededelingenbord van het kantoor van de burgemeester of gemeenteraad in de laatste bekende verblijfplaats van de partij. Als het e-mailadres van de partij bekend is, moet het bericht ook naar dat adres worden gestuurd.

Indien de betekening of kennisgeving van de aan de postdienst toevertrouwde aanvraag of van de eindbeslissing niet mogelijk is op het adres dat de geadresseerde heeft opgegeven als woonplaats, verblijfplaats of statutaire zetel in Hongarije, moet krachtens Wet WvBR op verzoek van de belanghebbende partij worden geprobeerd het stuk te betekenen of ter kennis te brengen volgens het bepaalde in de wet inzake de gerechtelijke uitvoering voor de betekening of kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder. Deze verplichting is niet van toepassing indien er een vermoeden van kennisgeving bestaat en indien betekening of kennisgeving niet mogelijk is doordat de geadresseerde is overleden of zijn onderneming is ontbonden en die onmogelijkheid niet te wijten is aan een vermijdbare oorzaak die valt binnen de bevoegdheid van de rechtbank of de postdienst.

7.2 Indien andere methoden worden toegepast: wanneer wordt de betekening of kennisgeving van de stukken geacht te hebben plaatsgevonden?

In het geval van betekening of kennisgeving door middel van aanplakking worden stukken in beginsel geacht te zijn betekend of ter kennis gebracht wanneer het bericht vijftien dagen op de centrale website van de rechtbank is getoond.

In het geval van betekening of kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder wordt het stuk geacht niet te zijn betekend of ter kennis gebracht indien bezorging mislukt.

7.3 Indien een andere methode van betekening of kennisgeving inhoudt dat de stukken op een bepaalde plaats worden neergelegd (bv. op een postkantoor): hoe wordt de persoon voor wie de stukken zijn bestemd, daarvan op de hoogte gebracht?

In de Wet postdiensten is bepaald dat de postdienst en de geadresseerde kunnen afspreken de betekening of kennisgeving van poststukken voor de geadresseerde te laten plaatsvinden op een ander adres dan het adres dat op het poststuk staat vermeld. Volgens het Regeringsbesluit postdiensten meldt de postdienst dat er een officieel stuk is binnengekomen dat is gericht aan het postbusadres, door achterlating van een bericht in de postbus, zelfs als het stuk aan de postbus is gericht maar de huurder van de postbus niet de geadresseerde van het stuk is.

7.4 Wat zijn de gevolgen wanneer de persoon voor wie de stukken zijn bestemd, de betekening of kennisgeving weigert? Wordt de betekening of kennisgeving van de stukken geacht effectief te hebben plaatsgevonden wanneer de weigering niet rechtmatig was?

Als de geadresseerde weigert een gerechtelijk stuk in ontvangst te nemen, wordt krachtens Wet WvBR betekening of kennisgeving ervan geacht te zijn verricht op de dag van de bezorgpoging.

8 Betekening of kennisgeving per post vanuit het buitenland (artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken)

8.1 Indien de post een stuk moet afgeven dat in het buitenland is verzonden aan een persoon in deze lidstaat en waarvoor een ontvangstbevestiging is vereist (artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken), levert de post het stuk dan uitsluitend af aan de persoon zelf voor wie het stuk is bestemd, of mag hij op grond van de nationale voorschriften inzake postbestelling het stuk ook aan een andere persoon afleveren op hetzelfde adres?

De postdienst beschikt in geval van bezorging overeenkomstig artikel 18 van de verordening niet over voldoende informatie om te kunnen vaststellen of de zending uit het buitenland een officieel stuk bevat. Daarom zijn in dat geval niet de bijzondere regels voor betekening of kennisgeving van officiële stukken van toepassing, maar de algemene regels voor verzendingen met een ontvangstbevestiging.

Als de geadresseerde een natuurlijke persoon is en op het moment van de bezorgpoging niet aanwezig is op het opgegeven adres, moet het stuk volgens het Regeringsbesluit postdiensten in eerste instantie worden betekend aan zijn aldaar aanwezige gevolmachtigde.

Als op het moment van de bezorgpoging de geadresseerde natuurlijke persoon niet aanwezig is en – volgens een plaatsvervangende ontvanger – diens gevolmachtigde evenmin, mag het stuk worden betekend aan een plaatsvervangende ontvanger die wel ter plaatse aanwezig is.

Als plaatsvervangende ontvanger kan worden aangemerkt iedere persoon van 14 jaar of ouder die verwant is met de geadresseerde in de zin van het burgerlijk wetboek, de verhuurder van het onroerend goed op het aangegeven adres of degene bij wie de geadresseerde is gehuisvest, indien het een natuurlijke persoon betreft.

Met de postdienst “afgifte aan geadresseerde” kan worden gewaarborgd dat het stuk niet in ontvangst kan worden genomen door een vervanger maar alleen door de geadresseerde zelf of diens gevolmachtigde.

8.2 Hoe kan de betekening of kennisgeving van stukken uit het buitenland in de zin van artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken krachtens de voorschriften inzake postbestelling van deze lidstaat, plaatsvinden wanneer noch de persoon voor wie het stuk is bestemd, noch een andere persoon (indien mogelijk volgens de nationale voorschriften inzake postbestelling – zie hierboven) op het afleveringsadres werd bereikt?

Als de geadresseerde of een andere persoon die bevoegd is het stuk in ontvangst te nemen, op het moment van de poging tot bezorging niet aanwezig is op het adres, laat de postdienst ter plaatse een bericht achter. Daarin wordt de geadresseerde geïnformeerd dat hij het stuk kan afhalen bij het distributiepunt van de postdienst. Het stuk kan worden afgehaald door de geadresseerde, door een gemachtigde vertegenwoordiger of door de plaatsvervangende ontvanger die op het opgegeven adres woont of verblijft. Als de geadresseerde of een andere tot inontvangstneming bevoegde persoon het poststuk niet voor afloop van de termijn afhaalt, stuurt de postdienst het terug als onbestelbare post.

8.3 Is er in een specifieke termijn voorzien voor afhaling van de stukken op het postkantoor alvorens de stukken als niet-afgeleverd worden teruggezonden? Zo ja, hoe wordt de persoon voor wie de stukken zijn bestemd, op de hoogte gebracht van het feit dat hij of zij post kan afhalen op het postkantoor?

De afhaaltermijn wordt door de postdienst bepaald. In het geval van het Hongaarse postbedrijf (Magyar Posta Zrt.) bedraagt die termijn tien werkdagen na de bezorgpoging. Zie het vorige punt voor de wijzen waarop wordt gecommuniceerd.

9 Is er een schriftelijk bewijs dat de betekening of kennisgeving heeft plaatsgevonden?

De ontvangstbevestiging geldt als schriftelijk bewijs van de betekening of kennisgeving en vermeldt het resultaat van de kennisgeving of betekening: de naam van de ontvanger en, als laatstgenoemde niet de geadresseerde is, de hoedanigheid op grond waarvan hij bevoegd is tot inontvangstneming (bv. een bevoegd vertegenwoordiger), de datum van betekening of kennisgeving of, indien er niet is betekend of ter kennis gebracht, de verklaring daarvoor (bv. het stuk is geweigerd, “niet afgehaald”). De postdienst stuurt de ontvangstbevestiging naar de afzender. De afzender kan een digitale ontvangstbevestiging worden toegestuurd, indien daarvoor een overeenkomst bestaat. Het bewijs van de betekening of kennisgeving kan ook met andere technische middelen worden geleverd.

Op grond van de Wet elektronische diensten worden stukken die zijn verzonden aan het officiële adres (de elektronische contactgegevens moeten door de onderneming en eventueel door een natuurlijke persoon worden verstrekt), geacht te zijn betekend of ter kennis gebracht:

a) als de postdienst die deze gegevens verstrekt, bevestigt dat de geadresseerde het stuk heeft ontvangen op het in de verklaring vermelde tijdstip;

b) als de postdienst die deze gegevens verstrekt, bevestigt dat de geadresseerde inontvangstneming van het stuk heeft geweigerd op de datum vermeld in de verklaring van weigering; of

c) als de postdienst die deze gegevens verstrekt, bevestigt dat de geadresseerde het stuk niet in ontvangst heeft genomen ondanks daartoe middels twee berichten te zijn uitgenodigd, op de vijfde werkdag na het tweede bericht vermeld in de verklaring.

Als de elektronische contactgegevens niet overeenkomen met de officiële contactgegevens, is het juridisch mogelijk aan te tonen dat de betekening of kennisgeving wel heeft plaatsgevonden en is er geen sprake van vermoeden van kennisgeving.

In het geval van beveiligde elektronische communicatie tussen instanties die e-overheidsdiensten verlenen en instanties die namens de regering een publieke taak vervullen, wordt het stuk geacht te zijn betekend of ter kennis gebracht:

a) bij verzending naar het voor beveiligde elektronische communicatie bedoelde adres, op de eerstvolgende werkdag na verzending;

b) bij overdracht van documenten tussen systemen voor documentenbeheer, op het moment dat volgens de verklaring van de aanbieder de overdracht is geslaagd; of

c) bij gebruik van een geautomatiseerd systeem voor gegevensoverdracht dat waarborgt dat de overgedragen gegevens achteraf kunnen worden vastgesteld, hetzij door middel van registratie van wijzigingen, hetzij op andere wijze, op de in de overeenkomst inzake de gegevensoverdracht bepaalde datum.

Een ter plaatse op het elektronische contactpunt gemaakte papieren versie wordt geacht te zijn betekend zodra hij is geproduceerd.

10 Wat zijn de gevolgen als er iets misgaat en de persoon voor wie het stuk is bestemd, het stuk niet ontvangt of indien de betekening of kennisgeving onrechtmatig plaatsvindt (bv. omdat de betekening of kennisgeving aan een derde werd verricht)? Kan de betekening of kennisgeving toch geldig zijn (bv. kan een onrechtmatigheid ongedaan worden gemaakt) of moet deze worden overgedaan?

Als het vermoeden van kennisgeving is vastgesteld (de geadresseerde heeft geweigerd het document in ontvangst te nemen of heeft het ondanks twee bezorgpogingen niet afgehaald), kan de geadresseerde krachtens Wet WvBR op een van de hierna beschreven gronden bezwaar aantekenen bij de rechtbank waar de zaak die aanleiding heeft gegeven voor de betekening of kennisgeving, aanhangig is. De rechtbank brengt de geadresseerde op de hoogte van het vermoeden van kennisgeving binnen acht werkdagen nadat het is vastgesteld, of, als de rechtbank pas in een later stadium verneemt van dat vermoeden, binnen drie werkdagen na de datum waarop zij ervan heeft vernomen, of, in het geval van communicatie op papier, per gewone post. De rechtbank informeert in zijn kennisgeving de geadresseerde over de regels die van toepassing zijn op de uitzonderingen op het vermoeden van kennisgeving en, in het geval van een gedinginleidend stuk, van de rechtsgevolgen van de procedure.

In de regel is bezwaar niet meer mogelijk na het verstrijken van drie maanden na de datum van vaststelling van het vermoeden c.q. de datum van bezorging. Als de kennisgeving zelf of de vaststelling van het vermoeden van kennisgeving betrekking heeft op een gedinginleidend stuk, kan het bezwaar worden aangetekend tijdens de lopende procedure, binnen vijftien dagen nadat is kennisgenomen van de kennisgeving of van de vaststelling van het vermoeden van kennisgeving.

De rechter zal het bezwaar gegrond verklaren als de geadresseerde het gerechtelijk stuk niet kon ontvangen omdat:

a) de betekening of kennisgeving in strijd met de voorschriften voor de betekening of kennisgeving van officiële stukken werd verricht of om andere redenen niet rechtmatig was; of

b) de geadresseerde buiten zijn of haar schuld om andere dan onder a) genoemde redenen niet in staat was het stuk in ontvangst te nemen.

Alleen natuurlijke personen kunnen op de onder b) genoemde gronden bezwaar maken tegen het vermoeden van betekening of kennisgeving.

Als de rechter het bezwaar toelaat, worden de rechtsgevolgen van de betekening of kennisgeving nietig verklaard en moet de betekening of kennisgeving, samen met eventuele reeds genomen maatregelen en verrichte procedurele handelingen, voor zover nodig worden herhaald.

Bezwaar kan ook worden aangetekend tijdens een handhavingsprocedure. Indien de als betekend of ter kennis gebracht beschouwde beslissing definitief wordt, kan de geadresseerde – op de hiervoor beschreven gronden – tijdens de procedure ter handhaving van de beslissing bezwaar aantekenen bij de rechtbank die de beslissing in eerste aanleg heeft gegeven, en wel binnen vijftien dagen na van de handhavingsprocedure te hebben vernomen.

In beginsel kan de rechtbank op verzoek van de betrokken partij betekening of kennisgeving door middel van aanplakking bevelen, mits daarvoor gegronde redenen zijn. Als de in het verzoek om aanplakking aangevoerde feiten onjuist blijken te zijn en de verzoekende partij daarvan op de hoogte was of redelijkerwijs had kunnen zijn, moet die partij worden gelast tot betaling van de uit de aanplakking voortvloeiende kosten, ongeacht de uitkomst van de procedure, en zal de rechtbank tevens een boete opleggen.

Tegen een definitieve uitspraak staat herziening open indien de betekening of kennisgeving van de inleidende vordering of een ander stuk aan de partij in strijd met de toepasselijke regels is verricht door middel van aanplakking.

11 Indien de persoon voor wie het stuk is bestemd, weigert een stuk te aanvaarden op grond van de daarin gebruikte taal (artikel 12 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken) en de rechter of autoriteit waarbij de juridische procedure aanhangig is gemaakt, na verificatie besluit dat de weigering onterecht was, is er dan een specifiek rechtsmiddel om beroep tegen die beslissing in te stellen?

Er zijn geen rechtsmiddelen.

12 Moet er voor de betekening of kennisgeving worden betaald, en zo ja, hoeveel? Maakt het verschil of het stuk krachtens het nationale recht moet worden betekend of ter kennis gegeven dan wel of het verzoek om betekening of kennisgeving uit een andere lidstaat afkomstig is? Zie ook de mededeling op grond van artikel 15 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken, betreffende de betekening of kennisgeving van een stuk dat uit een andere lidstaat afkomstig is

De kosten van betekening of kennisgeving zijn inbegrepen in de gerechtskosten. Derhalve zijn de kosten van betekening of kennisgeving in het kader van een gerechtelijke procedure niet voor rekening van de partij. Alleen bij betekening of kennisgeving door een gerechtsdeurwaarder op grond van de Wet handhavingsprocedure moeten de kosten vooraf worden betaald door de partij die de handhaving vordert. Overeenkomstig de wet ontvangt de deurwaarder een honorarium van 6 000 HUF en een eenmalig bedrag van 1 500 HUF als onkostenvergoeding, ongeacht het aantal pogingen tot betekening of kennisgeving.

Als de handhavingsprocedure aanvangt op basis van het te betekenen of ter kennis te brengen stuk, zijn de kosten voor rekening van de schuldenaar. De kosten die voortvloeien uit de betekening of kennisgeving door middel van aanplakking, moeten vooraf worden betaald door de partij die daarom heeft verzocht.

In de regels voor de kosten van betekening of kennisgeving wordt geen onderscheid gemaakt ten aanzien van verzoeken uit een andere lidstaat.

Laatste update: 15/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.