Betekening of kennisgeving van stukken: officiële indiening van documenten

Slowakije
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat is de praktische betekenis van de juridische term “betekening en kennisgeving van stukken”? Waarom bestaat er een specifieke regeling voor de “betekening en kennisgeving van stukken”?

Betekening of kennisgeving van stukken

“Betekening van stukken” is volgens de interpretatie in de rechtspraktijk de procedurehandeling waarbij een rechtbank een procespartij of een derde die medewerking moet verlenen in het kader van de procedure, informeert over het verloop van de gerechtelijke procedure. Dat partijen volledig en doeltreffend worden geïnformeerd over de procedure, is een voorwaarde voor een goed verloop en een goede afsluiting van de gerechtelijke procedure. Een rechtbank kan alleen handelen en uitspraken doen, indien de partijen over alle documenten beschikken waarvan de ontvangst en de kennis van de inhoud noodzakelijk zijn voor het verdere vervolg van de procedure, het instellen van beroep, de inzet van middelen ter verdediging en bescherming in de procedure en andere handelingen die binnen de wettelijke of door de rechtbank vastgestelde termijnen moeten worden verricht. Met name de betekening van uitspraken van de rechtbank ten principale is essentieel om een zaak definitief te kunnen sluiten en de rechterlijke beslissing ten uitvoer te leggen. Het is van belang erop te wijzen dat in de artikelen 105 e.v. van Wet nr. 160/2015 Coll., wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Civilný sporový poriadok, CSP), slechts de procedurele kant van de betekening van gerechtelijke stukken is vastgelegd. De betekening van een materieelrechtelijk stuk, bijvoorbeeld een in een document vastgelegde wilsuiting, wordt geregeld in artikel 45 van Wet 40/1964 Coll., burgerlijk wetboek (Občiansky zákonník). Er is een groot verschil tussen de betekening volgens de bepalingen van materieel recht en de betekening volgens de bepalingen van het procesrecht, met name ten aanzien van het effect van de betekening, de sluiting van de betekeningsprocedure en de rechtsgevolgen die teweeg worden gebracht.

Specifieke regels voor de betekening van stukken

Het CSP bevat een specifieke regeling voor de betekening van stukken, omdat de wetgever ervoor wil zorgen dat de beginselen van gelijke proceskansen en van hoor en wederhoor in gerechtelijke procedures in acht worden genomen. In een gerechtelijke procedure mag niemand worden benadeeld en elk van de partijen moet op gelijke wijze worden geïnformeerd over het verloop van de procedure. De partijen moet de mogelijkheid worden geboden aan de procedure mee te werken en kennis te nemen van de beweringen en de bewijsstukken van de wederpartij en van de door de rechter gegeven procedurele beslissingen en de beslissingen ten principale. De beginselen van gelijke proceskansen en van hoor en wederhoor zijn essentiële en bepalende elementen van het recht op een eerlijk proces, dat in Slowakije een grondrecht is (artikelen 46 tot en met 48 van de Grondwet) en is gebaseerd op artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

2 Welke stukken behoeven formele betekening of kennisgeving?

In brede zin kan worden gesteld dat elke betekening die is verricht conform de bepalingen van het CSP, namelijk

  • betekening aan een elektronische postbus (bij voorkeur);
  • betekening aan een elektronisch adres/e-mailadres (uitsluitend op verzoek van een procespartij);
  • betekening in persoon door erkende instanties of personen (een postdienst of gerechtsdeurwaarder) of anders dan door betekening in persoon;
  • betekening in de vorm van een openbare kennisgeving;
  • een speciale vorm van betekening door erkende instanties of personen (de bevoegde politiedienst, de gemeentelijke politie, een gerechtsdeurwaarder, cipiers en rechtbankbewakers, een instelling voor institutionele of beschermende zorg, het ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken, het ministerie van Defensie), als een formele betekening kan worden beschouwd.

In strikte zin wordt alleen de betekening van gerechtelijke stukken in persoon als een formele betekening beschouwd. Een rechtbank volgt de procedure voor gewone betekening voor stukken waarvan volgens de wet geen betekening in persoon is vereist.

In de diverse bepalingen in het CSP wordt beschreven voor welke documenten betekening in persoon is vereist. Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van betekening in persoon in zaken waarin de rechtbank daartoe overeenkomstig de omstandigheden van een concrete zaak beveelt (doorgaans maakt een rechtbank gebruik van betekening in persoon in geval van, bijvoorbeeld, een dagvaarding om ter zitting te verschijnen omwille van de zekerheid van de rechtsgang). Het feit dat de wetgever deze exclusieve betekening van de diverse documenten heeft gespecificeerd, getuigt van het belang van deze documenten en van de noodzaak dat de procespartij op de hoogte is van de inhoud daarvan, opdat het recht op een eerlijk proces wordt uitgeoefend.

Overeenkomstig Wet nr. 160/2015 Coll. CSP moet de betekening of kennisgeving van de volgende stukken persoonlijk worden verricht:

  • een beschikking waarmee het gerecht heeft ingestemd met een wijziging van de aanvraag, indien de partijen niet aanwezig waren bij de zitting waarin de wijziging is uitgevoerd (artikel 142, lid 2, CSP);
  • een aanvraag en de bijlagen erbij, indien de rechter het beroep niet heeft verworpen en niet heeft besloten de procedure te sluiten (artikel 167, lid 1, CSP);
  • de opmerkingen van de verweerder, indien deze de aanvraag integraal betwist (artikel 167, lid 3, CSP);
  • de opmerkingen van de aanvrager over de opmerkingen van de verweerder zoals bedoeld in artikel 167, lid 3 (artikel 167, lid 4, CSP);
  • een oproeping voor een preliminaire zitting (artikel 169, lid 2, CSP);
  • een arrest (artikel 223, lid 1, CSP);
  • een betalingsbevel met aanvraag (artikel 266, lid 1, CSP);
  • een bezwaar tegen een betalingsbevel ingesteld door de verweerder waarvoor een betekening of kennisgeving is verricht aan de aanvrager (artikel 267, lid 5, CSP);
  • een beschikking uit hoofde van artikel 273, punt c), CSP, met betrekking tot de verplichtingen jegens de verweerder om binnen de toegekende termijn schriftelijke opmerkingen in te dienen over de aanvraag en in deze opmerkingen de doorslaggevende elementen voor zijn verdediging aan te geven, de documenten waarnaar hij verwijst bij te voegen en de bewijzen ter onderbouwing van zijn beweringen te benoemen, overeenkomstig artikel 273, punt a), CSP.

Overeenkomstig Wet nr. 161/2015 Coll. – wetboek van burgerlijke, niet-contentieuze rechtsvordering (Civilný mimosporový poriadok, CMP) moet de betekening of kennisgeving van de volgende stukken persoonlijk worden verricht:

  • een beschikking voor de opening van de procedure, waarvan de betekening of kennisgeving aan de partijen wordt verricht indien de procedure ambtshalve wordt gestart (artikel 27 CMP);
  • een gewijzigd inleidend verzoekschrift, indien de partijen niet aanwezig waren bij de zitting waarin de wijziging is uitgevoerd (artikel 28 CMP);
  • een beschikking waarmee uitspraak is gedaan over de inhoud van een zaak (artikel 45 CMP);
  • een beschikking die is gewezen in het kader van een procedure voor de terugkeer van een minderjarige in het buitenland in geval van ongeoorloofde overbrenging of vasthouding, waarmee de persoon die volgens de klager een recht schendt, wordt verplicht schriftelijke opmerkingen in te dienen (artikel 131, lid 2);
  • kennisgevingen en instructies die in het kader van een erfopvolgingsprocedure worden gericht aan personen waarvan redelijkerwijs kan worden verondersteld dat zij erfgenamen zijn met betrekking tot hun erfrechten en de mogelijkheid om de erfenis te weigeren, indien het gerecht niet mondeling tot deze kennisgevingen en instructies is overgegaan middels een verklaring die bij het proces-verbaal is gevoegd (artikel 189, lid 2, CMP);
  • een kennisgeving in verband met een verzoek tot afgifte van een voorwerp in het kader van een procedure van bezwaar tegen de afgifte van een voorwerp dat in bewaring is gegeven bij een notaris voor de uitvoering van een verplichting, indien het gaat om een zaak zoals bedoeld in artikel 335, punt a) of b), of indien de deposant heeft verzocht om de afgifte van het voorwerp aan hem of aan iemand anders dan de begunstigde (artikel 340 CMP);
  • een beschikking tot uitnodiging voor het indienen van bezwaren in het kader van een procedure tot bevestiging van verjaring, gericht aan de persoon die op het moment van het openen van de procedure in de eigendomstitel is aangewezen als houder van een eigendomsrecht op een zakelijk recht over de onroerende zaak die het onderwerp van deze procedure is (artikel 359, punt g), CMP).

3 Wie is verantwoordelijk voor de betekening of kennisgeving van een stuk?

De rechtbank is zelf verantwoordelijk voor de betekening van de processtukken. Uit een systematische uitlegging van het CSP blijkt de onderstaande prioriteitenvolgorde voor de betekening van schriftelijke stukken:

  1. door de rechtbank tijdens een zitting of andere handeling;
  2. aan een elektronische postbus uit hoofde van Wet nr. 305/2013 Coll. inzake de elektronische bestuursvorm door overheidsinstanties en tot wijziging van bepaalde wetten (de wet e-overheid (zákon o e-Governmente)) /iedere rechtspersoon moet een elektronische postbus hebben geactiveerd, natuurlijke personen kunnen zelf kiezen of zij een elektronische postbus activeren/;
  3. betekening aan een elektronisch adres op verzoek van de procespartij, indien de documenten geen betekening in persoon vergen;
  4. betekening door een erkende instantie of persoon
    • normaal gesproken een postdienst of gerechtsdeurwaarder;
    • indien de rechtbank dit nodig acht, kan zij bevelen tot betekening door de bevoegde politiedienst, een deurwaarder of de gemeentelijke politie;
    • in bijzondere gevallen laat de rechtbank de betekening van de stukken verrichten door: cipiers en rechtbankbewakers (betekening aan natuurlijke personen die een vrijheidsstraf ondergaan of in hechtenis worden gehouden), instellingen voor institutionele en beschermende zorg (betekening aan natuurlijke personen die in dergelijke instellingen zijn geplaatst), het ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken (betekening aan natuurlijke personen die diplomatieke immuniteiten en privileges genieten, personen in het huishouden van iemand die diplomatieke immuniteiten en privileges geniet, of personen aan wie stukken worden betekend in ruimten die diplomatiek onschendbaar zijn), het ministerie van Defensie (betekening aan beroepssoldaten en van stukken die niet op andere wijze kunnen worden betekend);
    • een bijzonder geval betreft betekening door middel van een openbare kennisgeving, indien dat in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (als bijvoorbeeld het adres van een natuurlijke persoon onbekend is) of in andere wetgeving (bv. artikel 199 van het CMP) is vastgelegd.

4 Het achterhalen van adressen

4.1 Gaat de aangezochte autoriteit van deze lidstaat op eigen initiatief na welke de verblijfplaats is van de persoon voor wie het stuk bestemd is indien het aangegeven adres niet correct is? Zie ook de mededeling op grond van artikel 7, lid 2, punt c), van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken

In dat geval doen de Slowaakse rechtbanken altijd actief onderzoek naar het huidige adres van de geadresseerde, met name door in het bevolkingsregister van de Republiek Slowakije te zoeken, waaraan hun eigen informatiesysteem elektronisch is gekoppeld. De rechtbank kan zodoende onmiddellijk het huidige of tijdelijke verblijfsadres vinden dat in dat register staat ingeschreven (indien een dergelijk adres bestaat). De socialezekerheidsinstelling (Sociálna poisťovňa) werkt momenteel samen met de Slowaakse rechtbanken en levert elektronisch gegevens aan via het rechtbankregister. De rechtbanken kunnen direct bepaalde gegevens opvragen die door de socialezekerheidsinstelling zijn geregistreerd, met name het adres van de procespartij dat bij de socialezekerheidsinstelling is geregistreerd en de naam van zijn voormalige of huidige werkgever (met behulp van deze informatie kan in bepaalde gevallen het huidige adres van de geadresseerde worden achterhaald). De rechtbank is ook wettelijk bevoegd om de belastingdienst, de gemeente, een gevangenis enzovoorts om medewerking te verzoeken.

De betekening in Slowakije wat betreft artikel 7, lid 2, punt c), kan worden geraadpleegd op het Europese e-Justiceportaal, in de sectie Europese justitiële atlas voor burgerlijke zaken.

4.2 Hebben buitenlandse gerechtelijke autoriteiten en/of partijen bij rechtsgedingen toegang tot registers of diensten in deze lidstaat waarmee zij het actuele adres van de betrokken persoon kunnen vaststellen? Zo ja, over welke registers of diensten gaat het en welke procedures moeten worden gevolgd? Welke vergoeding moet er, in voorkomend geval, worden betaald?

Zoals al eerder aangegeven, hebben de Slowaakse rechtbanken via het rechtbankregister rechtstreeks toegang tot de gegevens in het bevolkingsregister van de Republiek Slowakije. De partijen bij een gerechtelijke procedure kunnen gegevens uit het Slowaakse bevolkingsregister opvragen (afgifte van een bewijs of schriftelijke verklaring betreffende de verblijfsplaats van een persoon) tegen betaling van de administratiekosten van 5 euro.

4.3 Welke vorm van bijstand verlenen de autoriteiten van deze lidstaat op grond van artikel 7, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken bij het achterhalen van adressen op verzoek van andere lidstaten? Zie ook de mededeling op grond van artikel 7, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken

Slowakije verleent de bijstand zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, punt a). De autoriteit waarbij verzoeken tot het achterhalen van adressen moeten worden ingediend, zijn de districtsrechtbanken (ongeacht welke), overeenkomstig artikel 56, lid 3, van Wet nr. 97/1963 Coll. betreffende het internationaal privaat- en procesrecht (hierna “LDIPP” te noemen). De behandeling van een dergelijk verzoek gebeurt door de territoriaal bevoegde rechtbank waaraan het verzoek is betekend. In dat geval zal de aangezochte rechtbank vergelijkbare handelingen verrichten als die worden bedoeld onder punt 4.1.

De betekening in Slowakije wat betreft artikel 7, lid 2, punt a), [waarmee de Republiek Slowakije heeft gekozen voor het verlenen van bijstand bij het zoeken van adressen als bedoeld in artikel 7, lid 1, punt a)] kan worden geraadpleegd op het Europese e-Justiceportaal, in de sectie Europese justitiële atlas voor burgerlijke zaken.

5 Hoe verloopt de betekening of kennisgeving van een stuk in de praktijk? Kunnen er alternatieve methoden worden gebruikt (andere dan de vervangende betekening of kennisgeving als bedoeld in punt 7)?

Zoals aangegeven onder punt 3 kennen de rechtbanken prioriteit toe aan betekening van stukken in persoon tijdens een zitting of andere handeling. Zij kunnen ook gebruikmaken van:

  • betekening aan een elektronische postbus op grond van de wet e-overheid;
  • betekening aan een elektronisch adres/e-mailadres op verzoek van de procespartij, indien de documenten geen betekening in persoon vergen;
  • betekening via erkende instanties of personen (het postkantoor, een gerechtsdeurwaarder; indien nodig betekening via de bevoegde politiedienst, een deurwaarder of de gemeentelijke politie; in bijzondere gevallen betekening via cipiers en rechtbankbewakers, een instelling voor institutionele of beschermende zorg, het ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken en het ministerie van Defensie);
  • in de wetgeving zijn ook gevallen vastgesteld waarin het betekenen door middel van een openbare kennisgeving geschiedt (om een niet-gespecificeerde groep mensen van een beslissing op de hoogte te brengen).

De rechtbank betekent de prioritaire stukken aan een elektronische postbus op grond van de wet e-overheid als de geadresseerde een actieve elektronische postbus heeft en als voor de betekening van een elektronisch document een gekwalificeerde elektronische handtekening of formaliteiten zijn vereist.

Indien stukken niet kunnen worden betekend aan een elektronische postbus op grond van de wet e-overheid, betekent de rechtbank de stukken via een daartoe bevoegd orgaan. In dat geval verricht de rechtbank de betekening op het adres dat door de verzoekende autoriteit wordt bekendgemaakt. Indien de betekening niet met succes kan worden verricht, betekent de rechtbank de stukken:

  1. aan een natuurlijke persoon op het adres dat is vermeld in het bevolkingsregister van de Republiek Slowakije of het adres van een buitenlandse onderdaan in Slowakije volgens zijn of haar verblijfsstatus;
  2. aan een rechtspersoon op het adres van de statutaire zetel van de rechtspersoon dat in het ondernemingsregister staat vermeld en te vinden is op https://www.orsr.sk/, of in een ander openbaar register (bv. het handelsvergunningenregister).

Alternatieve wijzen van indirecte betekening

Met de invoering door het CSP van strikte objectieve verantwoordelijkheid van de procespartijen voor de in openbare registers opgenomen gegevens, bestaan geen alternatieve wijzen van de indirecte betekening uit punt 7.

6 Is elektronische betekening of kennisgeving van stukken (betekening of kennisgeving van gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken door middel van elektronische communicatiemiddelen op afstand, zoals e-mail, beveiligde toepassingen op het internet, fax, sms enz.) toegestaan in civiele procedures? Zo ja, in welke soorten procedures kan deze methode worden gebruikt? Zijn er beperkingen met betrekking tot de beschikbaarheid/toegankelijkheid van deze methode van betekening of kennisgeving van stukken die afhankelijk zijn van de persoon voor wie het stuk is bestemd (beoefenaar van een juridisch beroep, rechtspersoon, vennootschap of andere economische actor enz.)?

Indien de betekening van een stuk niet in persoon geschiedt (zie punt 2), kan de rechtbank de betekening ook elektronisch (per e-mail) verrichten als de procespartij hier schriftelijk om verzoekt en een e-mailadres opgeeft. De betekening van een stuk wordt drie dagen na verzending geacht te zijn verricht, zelfs als de geadresseerde het stuk niet heeft gelezen.

6.1 Welke vormen van elektronische betekening of kennisgeving in de zin van artikel 19, lid 1, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken zijn er in deze lidstaat beschikbaar waarbij de stukken rechtstreeks moeten worden betekend of ter kennis gegeven aan een persoon die een bekend adres voor betekening of kennisgeving in een andere lidstaat heeft?

Betekening aan een elektronische postbus op grond van de wet e-overheid / iedere rechtspersoon moet een elektronische postbus hebben geactiveerd, natuurlijke personen kunnen zelf kiezen of zij een elektronische postbus activeren.

6.2 Heeft deze lidstaat overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken aanvullende voorwaarden gesteld waaronder hij elektronische betekening of kennisgeving via e-mail als bedoeld in artikel 19, lid 1, punt b), van die verordening zal aanvaarden? Zie ook de mededeling op grond van artikel 19, lid 2, van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken

De betekening in Slowakije wat betreft artikel 19, lid 2, (waarmee de Republiek Slowakije elektronische betekening of kennisgeving niet toestaat voor stukken waarvoor de betekening of kennisgeving persoonlijk moet worden verricht) kan worden geraadpleegd op het Europese e-Justiceportaal, in de sectie Europese justitiële atlas voor burgerlijke zaken.

7 “Vervangende” betekening of kennisgeving

7.1 Voorziet het recht van deze lidstaat in andere mogelijke methoden van betekening of kennisgeving in gevallen waarin betekening of kennisgeving aan de persoon voor wie het stuk is bestemd, niet mogelijk is (bv. kennisgeving aan het adres, aan het kantoor van een deurwaarder, per post of door aanplakking)?

Het CSP heeft betrekking op “indirecte” betekening van fysieke documenten, terwijl de wet e-overheid betrekking heeft op betekening aan elektronische postbussen.

Sinds de invoering van de wet e-overheid kunnen we niet spreken over “indirecte” (fictieve) betekening in de werkelijke betekenis van het woord. Het activeren van een elektronische postbus (automatisch in het geval van rechtspersonen of facultatief in het geval van natuurlijke personen) op zich betekent al dat het adres van de geadresseerde niet “onbekend” kan zijn. Evenmin is mogelijk dat “het document niet bezorgd kan worden”. Reeds door de plaatsing van een elektronisch officieel bericht (correspondentie van de rechtbank) in de elektronische postbus krijgt de geadresseerde dat bericht in bezit. Een elektronisch officieel bericht wordt geacht te zijn betekend de dag nadat het in de elektronische postbus is geplaatst. Indien het echter een document betreft dat op grond van het CSP in persoon betekend moet worden, wordt het na een termijn van 15 dagen – gerekend vanaf de dag van plaatsing van het elektronische officiële bericht – geacht te zijn betekend in gevallen waarin de geadresseerde het bericht niet in het systeem opvraagt (en het dus niet leest). Deze werkwijze kan niet worden gebruikt voor het betekenen van betalingsbevelen, waarvoor “indirecte” (fictieve) betekening is uitgesloten. Echter, overeenkomstig artikel 82 l, lid 1, van Wet nr. 757/2004 Coll. betreffende de rechtbanken, wordt elke verbinding met een elektronische postbus zonder de bevestiging door een elektronisch ontvangstbewijs tijdens de bewaartermijn bij de betekening van een elektronisch officieel stuk dat in persoon moet worden betekend en waarvoor indirecte betekening is uitgesloten, beschouwd als een weigering zonder reden om het te betekenen elektronische officiële stuk in ontvangst te nemen. In dat geval wordt het elektronische officiële stuk geacht te zijn betekend op de dag volgend op de dag waarop de bewaartermijn verstrijkt.

Voor de klassieke wijze van betekening uit hoofde van het CSP wordt de (fictieve) indirecte betekening ongeacht de wijze van betekening ongewijzigd gehandhaafd, dus zowel bij gewone betekening als betekening in persoon. Als het adres van de geadresseerde in een openbaar register is opgenomen (het bevolkingsregister in het geval van natuurlijke personen en het ondernemingsregister in het geval van rechtspersonen) en het poststuk als niet-betekend aan de rechtbank wordt geretourneerd, wordt dit geacht te zijn betekend op de dag waarop het poststuk aan de rechtbank werd geretourneerd. Als het adres van een natuurlijke persoon niet in het bevolkingsregister is opgenomen, vindt de betekening plaats door kennisgeving op het publicatiebord en de website van de rechtbank en wordt het poststuk geacht te zijn betekend 15 dagen nadat een dergelijke kennisgeving openbaar werd gemaakt. Deze wijze van indirecte betekening kan niet worden gebruikt voor het betekenen van betalingsbevelen.

7.2 Indien andere methoden worden toegepast: wanneer wordt de betekening of kennisgeving van de stukken geacht te hebben plaatsgevonden?

Zie punt 7.1.

7.3 Indien een andere methode van betekening of kennisgeving inhoudt dat de stukken op een bepaalde plaats worden neergelegd (bv. op een postkantoor): hoe wordt de persoon voor wie de stukken zijn bestemd, daarvan op de hoogte gebracht?

Dit is geen alternatieve methode, maar een gewone betekening door middel van een postdienst: indien de geadresseerde niet thuis is, deelt de postbezorger de geadresseerde door middel van een schriftelijk bericht in de brievenbus van de geadresseerde mee dat de stukken (hetzij aangetekend of bestemd voor betekening in persoon) bij het postkantoor zijn gedeponeerd. De geadresseerde of de persoon die gemachtigd is post in ontvangst te nemen, kan de stukken binnen een termijn van doorgaans 18 kalenderdagen afhalen. De afhaaltermijn kan op verzoek van de geadresseerde worden verlengd. Indien stukken niet binnen de gestelde termijn worden afgehaald, worden zij geacht onbestelbaar te zijn. De postdienst stuurt de onbestelbare stukken terug naar de afzender.

7.4 Wat zijn de gevolgen wanneer de persoon voor wie de stukken zijn bestemd, de betekening of kennisgeving weigert? Wordt de betekening of kennisgeving van de stukken geacht effectief te hebben plaatsgevonden wanneer de weigering niet rechtmatig was?

Indien de geadresseerde zonder geldige reden weigert het stuk in ontvangst te nemen, wordt het stuk geacht te zijn betekend op de dag van de weigering. De geadresseerde moet hiervan op de hoogte worden gesteld. Indien de betekening niet op de juiste wijze is verricht, heeft deze geen rechtsgevolgen.

8 Betekening of kennisgeving per post vanuit het buitenland (artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken)

8.1 Indien de post een stuk moet afgeven dat in het buitenland is verzonden aan een persoon in deze lidstaat en waarvoor een ontvangstbevestiging is vereist (artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken), levert de post het stuk dan uitsluitend af aan de persoon zelf voor wie het stuk is bestemd, of mag hij op grond van de nationale voorschriften inzake postbestelling het stuk ook aan een andere persoon afleveren op hetzelfde adres?

Indien een gewone betekening met ontvangstbevestiging is vereist, overhandigt het Slowaakse postbedrijf (Slovenská pošta, de traditionele postdienst) de stukken uitsluitend als de geadresseerde of de gemachtigde persoon (indien het niet mogelijk is de stukken aan de geadresseerde te overhandigen) bij de inontvangstneming zijn identiteit aantoont en als het nummer van zijn identiteitsbewijs kan worden genoteerd en hij de ontvangst bevestigt. Personen die zijn gemachtigd om stukken bestemd voor een natuurlijke persoon in ontvangst te nemen, zijn de echtgenoot/echtgenote van de geadresseerde en personen van 15 jaar en ouder die met de geadresseerde in hetzelfde huis/appartement wonen.

Deze personen mogen echter geen stukken in ontvangst nemen die in persoon betekend moeten worden.

8.2 Hoe kan de betekening of kennisgeving van stukken uit het buitenland in de zin van artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken krachtens de voorschriften inzake postbestelling van deze lidstaat, plaatsvinden wanneer noch de persoon voor wie het stuk is bestemd, noch een andere persoon (indien mogelijk volgens de nationale voorschriften inzake postbestelling – zie hierboven) op het afleveringsadres werd bereikt?

Zie punt 7.3.

8.3 Is er in een specifieke termijn voorzien voor afhaling van de stukken op het postkantoor alvorens de stukken als niet-afgeleverd worden teruggezonden? Zo ja, hoe wordt de persoon voor wie de stukken zijn bestemd, op de hoogte gebracht van het feit dat hij of zij post kan afhalen op het postkantoor?

Zie punt 7.3.

9 Is er een schriftelijk bewijs dat de betekening of kennisgeving heeft plaatsgevonden?

Ja. Op grond van het CSP is de ontvangstbevestiging die geldt als een bewijs van betekening, een officieel stuk. De gegevens die op de ontvangstbevestiging staan vermeld, worden voor waar aangenomen, behoudens tegenbewijs. De procespartij die de betrouwbaarheid van de gegevens op de ontvangstbevestiging in twijfel trekt (die beweert dat de wettelijke procedure van betekening niet is nageleefd), moet zijn beweringen ondersteunen door overlegging van bewijs aan de rechtbank. Indien de rechtbank het stuk direct ter zitting of tijdens een procedurele handeling betekent, wordt de betekening vastgelegd in het proces-verbaal.

De elektronische ontvangstbevestiging valt onder de wet e-overheid en is een bevestiging van betekening in persoon van een stuk (officieel bericht). De ontvanger is verplicht om door middel van een elektronisch ontvangstbewijs de betekening van een elektronisch officieel bericht te bevestigen. De inhoud van het elektronische officiële bericht in de elektronische postbus van de ontvanger wordt alleen toegankelijk, indien de betekening is bevestigd. Op de elektronische ontvangstbevestiging staan de datum en het tijdstip (uur, minuut, seconde) waarop het officiële bericht is betekend. Net als bij een papieren ontvangstbevestiging worden, tenzij het tegendeel wordt bewezen, de hierin vermelde gegevens als juist beschouwd en ook kan bezwaar worden aangetekend tegen de gevolgen ervan.

10 Wat zijn de gevolgen als er iets misgaat en de persoon voor wie het stuk is bestemd, het stuk niet ontvangt of indien de betekening of kennisgeving onrechtmatig plaatsvindt (bv. omdat de betekening of kennisgeving aan een derde werd verricht)? Kan de betekening of kennisgeving toch geldig zijn (bv. kan een onrechtmatigheid ongedaan worden gemaakt) of moet deze worden overgedaan?

Zie de punten 7.1 en 7.4, indien de geadresseerde het stuk niet ontvangt.

Indien de betekening niet overeenkomstig de wet is verricht, moet er opnieuw betekening van het stuk worden gedaan. Het Slowaakse recht kent niet de mogelijkheid waarbij een ongeldige betekening geldig wordt verklaard. De betekening van gerechtelijke stukken die op een andere manier dan volgens de wettelijke procedure is verricht, is niet rechtsgeldig en leidt niet tot de in de wet voorziene rechtsgevolgen.

11 Indien de persoon voor wie het stuk is bestemd, weigert een stuk te aanvaarden op grond van de daarin gebruikte taal (artikel 12 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken) en de rechter of autoriteit waarbij de juridische procedure aanhangig is gemaakt, na verificatie besluit dat de weigering onterecht was, is er dan een specifiek rechtsmiddel om beroep tegen die beslissing in te stellen?

Dit hangt altijd af van het gerecht waarbij de zaak is aangebracht. Indien de procedure onder een Slovaakse rechtbank valt, die na controle bepaalt dat de weigering van de geadresseerd om het stuk in ontvangst te nemen, niet gerechtvaardigd is, wordt het stuk geacht te zijn betekend op de dag van de weigering (zie punt 7.4). Tegen de beslissing kan geen beroep worden ingesteld.

12 Moet er voor de betekening of kennisgeving worden betaald, en zo ja, hoeveel? Maakt het verschil of het stuk krachtens het nationale recht moet worden betekend of ter kennis gegeven dan wel of het verzoek om betekening of kennisgeving uit een andere lidstaat afkomstig is? Zie ook de mededeling op grond van artikel 15 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken, betreffende de betekening of kennisgeving van een stuk dat uit een andere lidstaat afkomstig is

De betekening van de Republiek Slowakije betreffende artikel 15 kan worden geraadpleegd op het Europese e-Justiceportaal, in de sectie Europese justitiële atlas voor burgerlijke zaken.

Laatste update: 05/07/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.