

De artikelen 1405 tot en met 1425 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering voorzien in een vereenvoudigde betalingsbevelprocedure (procédure d’injonction de payer).
De procedure is beschikbaar voor de invordering van alle vorderingen van contractuele of wettelijke aard die betrekking hebben op een vast bedrag.
De procedure is beschikbaar voor de invordering van alle vorderingen van contractuele of wettelijke aard die betrekking hebben op een vast bedrag.
De procedure is facultatief.
Een dergelijke procedure moet aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank die bevoegd is in de woonplaats van de schuldenaar of een van de betrokken schuldenaren, wat betekent dat geen beroep kan worden gedaan op de procedure als de enige schuldenaar in het buitenland woont.
Het verzoek moet worden ingediend bij de districtsrechtbank (tribunal d’instance), de plaatselijke rechtbank (juridiction de proximité), de voorzitter van de handelsrechtbank (tribunal de commerce) of, sinds 1 januari 2013, de voorzitter van de regionale rechtbank (tribunal de grande instance), afhankelijk van welke rechtbank bevoegd is in de desbetreffende zaak.
Het gerecht van de woonplaats van de schuldenaar of een van de schuldenaren tegen wie een procedure is ingesteld, is exclusief bevoegd. Dit is een regel van openbare orde (ordre public), en de rechter moet ambtshalve nagaan of hij wel bevoegd is.
De formele vereisten betreffen een lijst van bepaalde gegevens die in het verzoek moeten worden opgenomen:
Er is een formulier dat weliswaar facultatief is, maar sterk wordt aanbevolen. Dit is een CERFA-formulier dat beschikbaar is op de website van het ministerie van Justitie en bij de griffie (greffe) van alle betrokken rechtbanken.
Het verzoek kan door de schuldeiser zelf of door een vertegenwoordiger worden ingediend.
De reden voor de vordering hoeft niet in detail te worden uiteengezet; een beknopte uiteenzetting volstaat (zie antwoord 1.3.1 hierboven).
Het verzoek moet vergezeld gaan van bewijsstukken waaruit de geldigheid van de vordering blijkt (facturen, leaseovereenkomst, koopcontract, kredietovereenkomst, uittreksels enz.). De regels van het gemene recht betreffende de burgerlijke rechtsvordering zijn van toepassing.
Alvorens een betalingsbevel uit te vaardigen, onderzoekt de rechter de geldigheid van het verzoek en kan hij het geheel of gedeeltelijk afwijzen indien hij van oordeel is dat de vordering ongegrond is.
Wordt het verzoek afgewezen, dan heeft de schuldeiser geen recht van beroep maar staat het hem vrij om de procedures van het gemene recht te volgen, d.w.z. om een vordering tot betaling van een schuld op de gewone wijze in te stellen.
De schuldenaar beschikt over een termijn van één maand om bezwaar aan te tekenen (former opposition), hetzij in persoon ten kantore van de griffie van de rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd, hetzij per aangetekend schrijven gericht aan dezelfde griffie. Voor een dergelijk bezwaar gelden er geen andere vereisten.
Met de indiening van een bezwaarschrift wordt de procedure ingeleid. De griffier van de rechtbank roept alle partijen (ook zij die geen bezwaar hebben aangetekend) ter terechtzitting op. Binnen de grenzen van haar bevoegdheid zal de rechtbank zich niet alleen uitspreken over het oorspronkelijke verzoek maar ook over elk aanvullend verzoek en over het verweer ten gronde.
Eén maand na de kennisgeving dient de schuldeiser bij de griffie van de rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd een verzoek tot aanbrenging van de formule van tenuitvoerlegging in. Voor dit verzoek gelden er geen formele vereisten (de schuldeiser kan eenvoudigweg een verklaring afleggen of een brief per gewone post sturen). De aanbrenging van de formule van tenuitvoerlegging verleent het betalingsbevel de rechtskracht van een op tegenspraak gewezen vonnis.
Tegen de beslissing staat er geen gewoon rechtsmiddel open (appel) en is er geen beroep over een rechtsvraag bij het Hof van Cassatie (pourvoi en cassation) mogelijk. De enige mogelijke aanvechting bestaat erin bij het Hof van Cassatie beroep over een rechtsvraag in te stellen betreffende de wijze waarop de formule van tenuitvoerlegging door de griffier van de rechtbank is aangebracht.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.