

Informatie zoeken per regio
In Letland zijn er twee mogelijkheden: de gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen (saistību bezstrīdus piespiedu izpildīšana, hoofdstuk 50, artikelen 400–406 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums) (WBRv)) en de gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving (saistību piespiedu izpildīšana brīdinājuma kārtība, hoofdstuk 501, artikelen 4061– 40610 WBRv).
De gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen is toegestaan wanneer dit gebeurt op basis van:
Bovenstaande verbintenissen zijn niet vatbaar voor gedwongen tenuitvoerlegging wanneer:
Gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is toegestaan in het geval van betalingsverplichtingen die blijken uit stukken en die invorderbaar zijn geworden, en verbintenissen tot betaling van schadevergoeding die voortvloeien uit contracten voor de levering of aankoop van goederen of diensten, wanneer dergelijke verbintenissen blijken uit stukken en een termijn voor de nakoming ervan is vastgesteld.
Gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is niet toegestaan:
Neen.
Het gebruik van de procedures is niet verplicht.
Gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is niet toegestaan als de officiële of feitelijke woonplaats, locatie of plaats van statutaire vestiging van de schuldenaar niet in Letland is.
De gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen is toegestaan op een daartoe strekkend verzoek dat is gebaseerd op stukken waarbij een zekerheidsrecht op een onroerende zaak wordt verleend of op een verplichting tot ontruiming of teruggave van een geleasede of gehuurde onroerende zaak, als de onroerende zaak in Letland is gesitueerd. Een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis dat is gebaseerd op een akte van scheepsverband, kan alleen in Letland worden ingediend als de akte is ingeschreven in Letland.
Een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijk gerecht (rajona (pilsētas) tiesa):
Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijk gerecht van de officiële woonplaats van de schuldenaar of, bij ontstentenis daarvan, diens feitelijke woonplaats, dan wel van de plaats van statutaire vestiging.
Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving moet zijn opgesteld overeenkomstig het bepaalde in bijlage 1 van verordening nr. 792 van de ministerraad van 21 juli 2009 betreffende standaardformulieren voor het indienen van een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving. Het standaardformulier is beschikbaar op de portaalsite voor informatie over de Letse rechtbanken: https://www.tiesas.lv/
Er is geen standaardformulier beschikbaar voor het indienen van een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis; zo’n verzoek moet worden gedaan in overeenstemming met artikel 404 WBRv.
Nee, dit is niet verplicht. De algemene voorschriften betreffende vertegenwoordiging zijn neergelegd in hoofdstuk 12 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Vertegenwoordigers).
Een verzoekschrift hoeft niet uitvoerig te worden gemotiveerd.
In een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moet de inhoud van de verbintenis en het onderliggende document worden vermeld, meer in het bijzonder de hoofdsom van de schuld die wordt opgeëist en eventuele boeten en rente en, in het geval van een geprotesteerde promesse, de uitgaven in verband met het opmaken van het protest en de schadevergoeding waarin het recht voorziet. Het volgende moet als bijlage bij het verzoekschrift worden gevoegd: het document dat ten uitvoer moet worden gelegd en een eensluidend afschrift daarvan of, in het geval van een geprotesteerde promesse, het protest van niet-betaling en een bewijs dat aan de schuldenaar een aanmaning is verzonden, tenzij het geven van een aanmaning volgens het recht niet nodig is.
Voor het indienen van verzoeken om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving bestaat een standaardformulier. Hierin moeten de gegevens van verzoeker en schuldenaar worden vermeld, alsook de bijzonderheden van de betalingsverplichting en de onderliggende documenten, de termijn voor voldoening van de betalingsverplichting, het gevorderde bedrag en de wijze waarop dat bedrag is berekend. Verder moet het verzoekschrift een verklaring bevatten dat het geen vordering betreft voor een niet-uitgevoerde tegenprestatie of dat een tegenprestatie is uitgevoerd.
Het volgende moet als bijlage worden gevoegd bij een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis: het onderliggende document en een eensluidend afschrift daarvan of, in het geval van een geprotesteerde promesse, het protest van niet-betaling en een bewijs dat aan de schuldenaar een aanmaning is verzonden, tenzij het geven van een aanmaning volgens het recht niet nodig is (het bewijs van aanmaning kan ook de schriftelijke verklaring van de deurwaarder of zijn assistent zijn dat de geadresseerde de aanmaningsbrief heeft geweigerd).
Voor de gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving hoeft geen schriftelijk bewijs van de vordering te worden verstrekt. Wel moet in het verzoekschrift worden aangegeven wat de onderliggende stukken zijn en binnen welke termijn de verbintenis moet worden nagekomen. Als de schuldenaar zijn betalingsverplichting binnen veertien dagen na ontvangst van de gerechtelijke kennisgeving betwist, wordt de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging beëindigd. De beslissing tot beëindiging van de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging bij betwisting van de vordering belet de schuldeiser niet om de vordering in een gewone procedure door te zetten.
Gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis: een alleenzittende rechter beslist binnen zeven dagen na indiening van het verzoek, op basis van het verzoekschrift en de bijgevoegde stukken, zonder de verzoeker en de schuldenaar vooraf kennis te geven. De rechter wijst het verzoek af als het ongegrond is, als de in het verzoekschrift vermelde boete niet in verhouding staat tot de hoofdsom van de schuld of als de ten uitvoer te leggen overeenkomst onredelijke bepalingen bevat die strijdig zijn met het consumentenrecht.
Voor verzoeken om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving geldt dat wanneer de rechter het verzoek toewijst maar de schuldenaar binnen veertien dagen na ontvangst van de gerechtelijke kennisgeving een bezwaarschrift indient waarin hij de betalingsverplichting betwist, de rechter de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging beëindigt.
Een rechterlijke beslissing op een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis of om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving, is niet vatbaar voor beroep.
Op een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis wordt door een alleenzittende rechter beslist zonder mogelijkheid van verweer door de schuldenaar.
Bij een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving doet de rechter, in geval van toewijzing van het verzoek, aan de schuldenaar een kennisgeving betekenen waarin hij hem sommeert om ofwel het in het verzoekschrift vermelde bedrag te voldoen of binnen veertien dagen na ontvangst van de kennisgeving een bezwaarschrift bij de rechtbank in te dienen.
Gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving: als de schuldenaar zijn betalingsverplichting binnen veertien dagen na ontvangst van de gerechtelijke kennisgeving betwist, wordt de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging beëindigd. Wanneer de schuldenaar een gedeelte van de vordering erkent, wordt de schuldeiser hiervan kennis gegeven en een termijn gesteld waarbinnen de eiser de rechtbank ervan in kennis moet stellen of het erkende gedeelte van de verbintenis is uitgereikt. Wanneer de schuldeiser het niet eens is met de tenuitvoerlegging van slechts een gedeelte van de verbintenis of niet binnen de in de kennisgeving gestelde termijn reageert, wordt de procedure beëindigd.
Voor verzoeken om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving geldt dat wanneer de schuldenaar niet binnen de in de kennisgeving gestelde termijn een bezwaarschrift indient, de rechter binnen zeven dagen na het verstrijken van de bezwaartermijn voldoening van de in het verzoekschrift omschreven betalingsverplichting gelast en de schuldenaar in de kosten verwijst.
Gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving: de rechterlijke beslissing tot tenuitvoerlegging van de in het verzoekschrift vermelde betalingsverplichting is onmiddellijk uitvoerbaar. De beslissing geeft een executoriale titel en kan overeenkomstig de regels voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen worden uitgevoerd.
Gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis: nadat de rechter de geldigheid van het verzoekschrift heeft getoetst en het gegrond heeft verklaard, bepaalt hij welke verbintenis ten uitvoer moet worden gelegd en in welke mate. De rechterlijke beslissing is onmiddellijk uitvoerbaar. De beslissing geeft een executoriale titel en kan overeenkomstig de regels voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen worden uitgevoerd. De rechterlijke beslissing wordt samen met een eensluidend afschrift van het ten uitvoer te leggen document gedeponeerd.
Een rechterlijke beslissing op een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis of op een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving is niet vatbaar voor beroep. Wel is het zo dat wanneer de schuldenaar van mening is dat de vordering van de verzoeker inhoudelijk ongegrond is, hij een vordering tegen de schuldeiser kan instellen waarbij hij diens vordering betwist (bij een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moet dat gebeuren binnen zes maanden en bij een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving binnen drie maanden, te rekenen vanaf de dag dat het eensluidend afschrift van de rechterlijke beslissing aan de schuldenaar is verzonden). Wanneer de schuldenaar een dergelijke vordering instelt, kan hij verzoeken om schorsing van de tenuitvoerlegging. Als de vordering van de schuldeiser al via de tenuitvoerleggingsprocedure is voldaan, kan de schuldenaar verzoeken om een maatregel ter verzekering van zijn vordering. De vordering moet worden ingesteld bij de rechtbank die ook het oorspronkelijke verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van de betreffende verbintenis heeft behandeld, overeenkomstig de in de Wet op de burgerlijke rechtsvordering voorgeschreven procedures. Wanneer de vordering echter door een regionaal gerecht (apgabaltiesa) moet worden behandeld, moet ze worden ingesteld bij het regionaal gerecht dat bevoegd is voor het rechtsgebied waar zich het kadaster bevindt van het districts- of gemeentelijk gerecht dat het oorspronkelijke verzoek heeft behandeld.
In verband met de heroverweging van een beslissing op grond van artikel 19 van de Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad, kan de verweerder vragen dat de zaak opnieuw wordt onderzocht door een verzoek te richten tot:
Het verzoek mag binnen 45 dagen worden ingediend wanneer is vastgesteld dat er sprake is van omstandigheden voor heroverweging als vastgesteld in de wetgeving van de Europese Unie.
Er kan geen verzoek worden ingediend als de verjaringstermijn voor het indienen van een tenuitvoerleggingsdocument met betrekking tot de betrokken beslissing is begonnen.
Een verzoek waarin niet wordt aangegeven welke omstandigheden overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie als omstandigheden voor een heroverweging van een beslissing kunnen worden erkend, wordt afgewezen en aan de verzoeker teruggestuurd. Ook in geval van herhaaldelijke indiening zal een rechter een verzoek om een nieuw onderzoek van de zaak met het oog op een heroverweging van een beslissing afwijzen, als daaruit niet blijkt dat de omstandigheden voor heroverweging van de beslissing over de betrokken kwestie zijn veranderd. Er kan een aanvullende klacht over deze beslissing van de rechter worden ingediend.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.