European payment order

The European Payment Order is a simplified procedure for cross-border monetary claims which are uncontested by the defendant, based on standard forms.

Standard forms have been drawn up for the European Payment Order and are available here in all languages. This link will also provide more information about which courts can issue a European Payment Order and where the application forms should be sent.

To start the procedure, Form A must be filled in, giving all the details of the parties and the nature and amount of the claim. The court will examine the application, and if the form is correctly filled in, the court should issue the European Payment Order within 30 days.

The European Payment Order must then be served on the defendant by the court. S/he can either pay the amount of the claim, or contest it. S/he has 30 days to lodge any statement of opposition to the European Payment Order. If this happens, the case may, subject to a choice of the claimant, either be transferred to the normal civil law courts to be dealt with under national law; or dealt with in accordance with a European Small Claims Procedure, or discontinued.

If there is no statement of opposition by the defendant, the European Payment Order will become automatically enforceable. A copy of the European Payment Order, and if necessary a translation, must be sent to the enforcement authorities of the Member State where it needs to be enforced. Enforcement takes place in accordance with the national rules and procedures of the Member State where the European Payment Order is being enforced. For details on the enforcement, please consult the relevant section.

Please note that the guide does not reflect two amendments that entered into force on 14 July 2017. The first amendment adds an option of continuation of the proceedings in a case of lodging a statement of opposition in accordance with the rules of Regulation (EC) 861/2007 establishing a European Small Claims Procedure. The second amendment extends the application of the European Small Claims Procedure to claims of a value up to 5000 euro.

For further information in this regard please consult the new text of Article 17 of the Regulation as well as Article 2 of Regulation (EC) 861/2007, as amended by Regulation (EU) 2015/2421.

Related link

Practice Guide for the application of the Regulation on the European Order for Payment PDF (5809 Kb) en

European payment order – notifications of the Member States and a search tool helping to identify competent court(s)/authority(ies)

Please note that there are also national order for payment procedures. You can obtain information about such national procedures by selecting the relevant country's flag.

Last update: 03/04/2024

This page is maintained by the European Commission. The information on this page does not necessarily reflect the official position of the European Commission. The Commission accepts no responsibility or liability whatsoever with regard to any information or data contained or referred to in this document. Please refer to the legal notice with regard to copyright rules for European pages.

Europees betalingsbevel - België

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

In België bestaat de "summiere rechtspleging om betaling te bevelen". Deze vereenvoudigde procedure, die is vastgesteld in de artikelen 1338 tot en met 1344 van het Gerechtelijk Wetboek, heeft tot doel om in bepaalde gevallen de betaling van relatief kleine bedragen te bekomen.

De wetgeving inzake de summiere rechtspleging om betaling te bevelen, is te vinden op de De link wordt in een nieuw venster geopend.website van de Federale Overheidsdienst Justitie

  • Klik op "Belgische wetgeving"
  • Klik nogmaals op "Belgische wetgeving"
  • Kies "Gerechtelijk Wetboek" onder de rubriek "Juridische aard"
  • Geef "664" op in de rubriek "Woord(en)"
  • Klik op "Opzoeking" en dan op "Lijst"
  • Klik op "Detail"
  • Zoek naar "Hoofdstuk XV"

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Alleen pecuniaire vorderingen komen in aanmerking.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

In artikel 1338 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat alleen vorderingen strekkende tot betaling van een vaststaande schuld die een geldsom tot voorwerp hebben waarvan het bedrag 1 860 EUR niet te boven gaat, in aanmerking komen voor deze procedure.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure van "summiere rechtspleging om betaling te bevelen" is louter vrijwillig.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Neen. In artikel 1344 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat de regels met betrekking tot de summiere rechtspleging om betaling te bevelen slechts van toepassing zijn indien de schuldenaar zijn woon- of verblijfplaats in België heeft.

1.2 Bevoegde rechtbank

Deze procedure kan worden ingeleid voor de vrederechter, mits de betrokken vordering onder zijn bevoegdheid valt (de bevoegdheid van de vrederechter: zie de "Bevoegdheid van de rechtbanken - België"). De desbetreffende bepalingen kunnen ook van toepassing zijn op elke vordering die onder de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel of van de politierechtbank valt, voor de in artikel 1338 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde geschillen.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Er bestaat geen standaardformulier om de procedure in te leiden. In de wet zijn wel een aantal voorwaarden vastgesteld met betrekking tot de vermeldingen op de aanmaning tot betaling en op het verzoekschrift waarmee de vordering voor de rechter wordt gebracht.

De schuldeiser moet, vooraleer hij zich met een verzoekschrift tot de rechter wendt, een aanmaning tot betaling tot de schuldenaar richten. Deze verplichting wordt opgelegd door artikel 1339 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze aanmaning kan de vorm aannemen van een deurwaardersexploot dat aan de schuldenaar wordt betekend dan wel van een bij ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs. In artikel 1339 is ook vastgesteld welke vermeldingen de aanmaning, op straffe van nietigheid, moet bevatten. Deze vermeldingen zijn:

  • de weergave van de artikelen van het hoofdstuk "summiere rechtspleging om betaling te bevelen" van het Gerechtelijk Wetboek;
  • de aanmaning om te betalen binnen vijftien dagen na de verzending van de brief of na de betekening;
  • het gevorderde bedrag;
  • de rechter voor wie, bij niet-betaling door de schuldenaar, de vordering aanhangig zal worden gemaakt.

Binnen vijftien dagen na het verstrijken van de termijn van vijftien dagen die in de aanmaning wordt vermeld, wordt de vordering bij een verzoekschrift in tweevoud aan de rechter gezonden. In artikel 1340 van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald wat dit verzoekschrift moet bevatten:

  • de vermelding van de dag, de maand en het jaar;
  • de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van de verzoeker, alsmede in voorkomend geval de naam, de voornaam, de woonplaats en de hoedanigheid van zijn wettelijke vertegenwoordigers;
  • het onderwerp van de vordering en een nauwkeurige opgave van het geëiste bedrag met een specificatie van de bestanddelen van de schuldvordering alsmede van de gronden waarop deze berust;
  • de aanwijzing van de rechter die van de zaak kennis moet nemen;
  • de handtekening van de advocaat van de partij.

Indien de verzoeker het passend acht, kan hij ook de redenen opgeven waarom hij zich tegen het verlenen van uitstel van betaling verzet.

Bij het verzoekschrift worden gevoegd:

  • de fotokopie van het geschrift waarop de vordering gegrond is;
  • ofwel het exploot, ofwel het afschrift van de aangetekende brief waarbij het ontvangstbewijs wordt gevoegd, ofwel het origineel van die brief waarbij het bewijs wordt gevoegd dat de geadresseerde de brief geweigerd of niet bij de post afgehaald heeft en een verklaring waaruit blijkt dat de schuldenaar is ingeschreven op het adres dat in het bevolkingsregister is vermeld.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Eén van de noodzakelijke elementen in uw verzoekschrift is de handtekening van een advocaat. Daarnaast is in artikel 1342 van het Gerechtelijk Wetboek bepaald dat een afschrift van de beschikking van de rechter bij gewone brief aan de advocaat van de verzoeker wordt gezonden. Dit zijn de enige wettelijke bepalingen die de verzoeker verplichten zich door een advocaat te laten bijstaan.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Het verzoekschrift moet voldoende gedetailleerd zijn. In artikel 1340, lid 1, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek is immers bepaald dat het verzoekschrift het onderwerp van de vordering moet vermelden alsook een nauwkeurige opgave van het geëiste bedrag met een specificatie van de bestanddelen van de schuldvordering alsmede van de gronden waarop deze berust.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Ja. De vordering moet volgens artikel 1338 worden gestaafd door een geschrift dat van de schuldenaar uitgaat. Dit geschrift hoeft echter niet noodzakelijk een erkenning van de schuld te zijn.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Binnen de vijftien dagen na de indiening van het verzoekschrift willigt de rechter het verzoek in of wijst hij het af bij een in raadkamer te geven beschikking. De rechter kan een uitstel van betaling verlenen of het verzoek ook gedeeltelijk inwilligen (zie artikel 1342 van het Gerechtelijk Wetboek). De rechter beschikt immers over informatie omtrent de verschillende bestanddelen van de schuld en kan bepaalde bestanddelen verwerpen. Zo kan hij rekening houden met de betalingen die ondertussen eventueel hebben plaatsgevonden. Hij kan de vordering volledig afwijzen indien niet is voldaan aan de gestelde voorwaarden (zie de artikelen 1338 tot en met 1344 van het Gerechtelijk Wetboek).

Wanneer de rechter het verzoekschrift geheel of gedeeltelijk inwilligt, heeft zijn beschikking de gevolgen van een verstekvonnis.

De schuldeiser moet de beschikking van de rechter doen betekenen aan de schuldenaar.

In artikel 1343, §2, van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat de akte van betekening van deze beschikking op straffe van nietigheid het volgende moet bevatten:

  • een afschrift van het verzoekschrift;
  • de vermelding van de termijn waarbinnen door de schuldenaar verzet kan worden aangetekend;
  • de vermelding van de rechter voor wie dit verzet moet worden gedaan, alsmede de hiertoe in acht te nemen vormen.

Tevens op straffe van nietigheid wordt de schuldenaar bij de akte van betekening verwittigd dat hij, als hij binnen de gestelde termijn geen verhaal instelt, door alle wettelijke middelen kan worden genoodzaakt de geëiste geldsommen te betalen.

Als de schuldenaar geen verzet of hoger beroep instelt binnen de daarvoor vastgestelde termijnen, wordt de beschikking definitief.

1.5 Hoger beroep

Hoger beroep door de schuldeiser

De mogelijkheden voor de schuldeiser zijn uiteengezet in artikel 1343, §4, van het Gerechtelijk Wetboek. De schuldeiser kan geen echt hoger beroep aantekenen tegen een afwijzing of een gedeeltelijke inwilliging van zijn verzoek. Hij kan echter wel de vordering opnieuw instellen langs de gewone weg (dus niet via de summiere rechtspleging). Indien er een gedeeltelijke inwilliging van zijn vordering is en de schuldeiser toch de vordering opnieuw wil instellen langs de gewone weg, mag hij de beschikking echter nog niet hebben betekend aan de schuldenaar.

Verzet of hoger beroep door de schuldenaar

De schuldenaar kan de beschikking op twee manieren aanvechten: ofwel stelt hij hoger beroep in tegen de beschikking, ofwel tekent hij verzet aan (de beschikking van de rechter heeft immers de gevolgen van een verstekvonnis, voor zover hij het verzoekschrift van de schuldeiser geheel of gedeeltelijk inwilligt: zie artikel 1343, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek). In beide gevallen bedraagt de termijn voor het instellen van het rechtsmiddel een maand, te rekenen vanaf de betekening van het vonnis (zie de artikelen 1048 en 1051 van het Gerechtelijk Wetboek). Deze termijnen worden verlengd als een van de partijen geen woon- of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in België heeft.

De gemeenrechtelijke regels van verzet en hoger beroep worden dan toegepast, met een uitzondering die is vastgesteld in artikel 1343, § 3, tweede alinea, van het Gerechtelijk Wetboek: in afwijking van artikel 1047 (dat een gerechtsdeurwaardersexploot vereist) kan het verzet worden gedaan bij een verzoekschrift dat bij de griffie van het gerecht in zoveel exemplaren als er betrokken partijen en advocaten zijn wordt ingediend, en door de griffier bij gerechtsbrief ter kennis wordt gebracht aan de schuldeiser en aan zijn advocaat.

Het verzoekschrift (verzet) vermeldt op straffe van nietigheid:

  • de dag, de maand en het jaar;
  • de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van hem die verzet doet;
  • de naam, de voornaam en de woonplaats van de schuldeisers en de naam van zijn advocaat;
  • de bestreden beschikking;
  • de middelen van de verzetdoende partij.

De partijen worden dan door de griffier opgeroepen om te verschijnen op de terechtzitting die de rechter heeft vastgesteld.

1.6 Aanvechten van de vordering

Het Belgische recht voorziet niet uitdrukkelijk in een verklaring van verweer tegen de vordering.

De schuldenaar kan informatie doen toekomen bij de vrederechter, wat de aard van het verstekvonnis echter niet wijzigt.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Zoals hierboven is vermeld, is er geen verklaring van verweer mogelijk. Of de schuldenaar zich verweert of niet, de summiere rechtspleging wordt gewoon voortgezet.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Zie het antwoord op vraag 1.7.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Laatste update: 24/10/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Bulgarije

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Hoofdstuk ХХХVІІІ (“Betalingsbevelprocedure”) van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (DV (staatsblad) nr. 59 van 20 juli 2007, met inwerkingtreding op 1 maart 2008, zoals gewijzigd in DV nr. 86/2017) voorziet in een vereenvoudigde procedure waarmee de eiser zijn vordering kan invorderen als het onwaarschijnlijk is dat de verweerder zijn verzoek zal betwisten.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De schuldeiser kan krachtens artikel 410 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering om uitvaardiging van een betalingsbevel verzoeken voor de volgende vorderingen:

  • vorderingen tot inning van een geldschuld of vorderingen met betrekking tot vervangbare zaken, indien het verzoek onder de bevoegdheid van de districtsrechtbank (rayonen sad) valt;
  • vorderingen tot overhandiging van een roerend goed dat de schuldenaar heeft ontvangen met de verplichting het terug te geven, of dat in pand is gegeven, of dat aan de schuldenaar is overhandigd met de verplichting er afstand van te doen, indien het verzoek onder de bevoegdheid van de districtsrechtbank valt.

In het verzoek, dat moet voldoen aan de eisen van artikel 127, leden 1 en 3, en artikel 128, punten 1 en 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, moeten ook de bankgegevens worden vermeld. Zijn die er niet, dan moet worden aangegeven op welke andere manier kan worden betaald.

Voorts kan de eiser, zoals uitdrukkelijk bepaald in artikel 417 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, eveneens om uitvaardiging van een betalingsbevel verzoeken, indien de vordering, ongeacht het bedrag ervan, betrekking heeft op:

  • een administratieve akte waarbij de burgerlijke rechtbanken zijn belast met de toelating van de tenuitvoerlegging;
  • een stuk of uittreksel uit de boekhouding waaruit vorderingen van overheidsdiensten, gemeenten/steden en banken blijken;
  • een notariële akte, overeenkomst of ander type contract, met notariële certificering van de handtekeningen verwijzend naar de daarin opgenomen verplichtingen tot betaling van geld of betreffende andere vervangbare zaken, alsook eventuele verplichtingen tot overdracht van bepaalde goederen;
  • een uittreksel uit het pandregister betreffende een effect op naam en de aanvang van de tenuitvoerlegging in geval van overdracht van verpande goederen;
  • een uittreksel uit het pandregister betreffende een geregistreerde verkoopovereenkomst met een bepaling op grond waarvan de verkoper eigenaar blijft totdat de prijs is betaald, of een leasingovereenkomst betreffende de teruggave van verkochte of geleasede goederen;
  • een pandovereenkomst of hypotheekakte overeenkomstig artikel 160 en artikel 173, lid 3, van de wet inzake verplichtingen en overeenkomsten;
  • een geldige akte voor de vaststelling van een particuliere, staats- of gemeentelijke/stedelijke vordering, wanneer die ten uitvoer wordt gelegd overeenkomstig het wetboek van burgerlijke rechtsvordering;
  • het opleggen van een naheffingsaanslag;
  • een promesse, wissel of een gelijkwaardig effect, alsook een obligatie of daarop betrekking hebbende coupons.

Als het verzoek uit hoofde van artikel 417 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering vergezeld gaat van een document waarop de vordering betrekking heeft, kan de schuldeiser de rechtbank verzoeken de onmiddellijke tenuitvoerlegging te gelasten en een executoriale titel af te geven.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Voor het bedrag van de vordering geldt geen bovengrens, als die voortvloeit uit een van de in artikel 417 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde stukken.

In de overige gevallen van vorderingen betreffende geld, vervangbare zaken of overdrachten van roerende goederen kan een betalingsbevel slechts worden uitgevaardigd, als het verzoek onder de bevoegdheid van de districtsrechtbank valt. De districtsrechtbank is bevoegd voor de behandeling van verzoeken in burgerlijke en handelszaken van maximaal 25 000 BGN, en van alle verzoeken in verband met alimentatie, arbeidsrechtelijke vorderingen en naheffingsaanslagen.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure is niet verplicht.  Zelfs indien aan de voorwaarden voor de uitvaardiging van een betalingsbevel is voldaan, is de eiser niet verplicht deze procedure te kiezen en kan hij een gewone rechtsvordering instellen.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Een betalingsbevel wordt enkel uitgevaardigd als de schuldenaar een vaste woonplaats of gewone verblijfplaats, maatschappelijke zetel of plaats van uitoefening van zijn bedrijfsactiviteit op het grondgebied van de Republiek Bulgarije heeft.

1.2 Bevoegde rechtbank

Het verzoek moet worden ingediend bij de districtsrechtbank van het gebied waarin de schuldenaar zijn vaste verblijfplaats of maatschappelijke zetel heeft; deze rechtbank controleert binnen drie dagen ambtshalve haar relatieve bevoegdheid. Als de rechtbank tot de conclusie komt dat zij niet bevoegd is, verwijst zij de zaak naar de bevoegde rechtbank.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Het gebruik van de door de minister van Justitie goedgekeurde verzoekformulieren is verplicht. De verzoekformulieren vormen de bijlage bij verordening nr. 6 van de minister van Justitie van 20 februari 2008 inzake de goedkeuring van formulieren voor betalingsbevelen, verzoeken voor de uitvaardiging van een betalingsbevel en andere documenten in verband met de betalingsbevelprocedure (artikel 425 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Niet verplicht.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

In het verzoek moeten de feiten waarop het is gebaseerd en het onderwerp ervan worden vermeld.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Het is niet nodig om bewijsstukken aan de hand waarvan de vordering kan worden vastgesteld, bij het in artikel 410 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde verzoek te voegen. De eiser mag dergelijke bewijsstukken bijvoegen, maar is er niet toe verplicht omdat de procedure alleen tot doel heeft om na te gaan of de vordering al dan niet wordt betwist. Het volstaat dat de eiser stelt dat zijn vordering bestaat. Indien de schuldenaar het betalingsbevel betwist, wordt het bestaan van de vordering tijdens de procedure geverifieerd. Het verzoek moet vergezeld gaan van een document waaruit blijkt dat alle eventueel verschuldigde rechten en heffingen zijn voldaan, en van een volmacht, indien het verzoek uitgaat van een andere persoon dan de eiser.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Een verzoek om uitvaardiging van een betalingsbevel uit hoofde van artikel 410 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering wordt in de volgende gevallen afgewezen:

  • als het verzoek niet voldoet aan de eisen van artikel 410 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, met name als het verzoek geen betrekking heeft op de betaling van geld of vervangbare zaken met een waarde tot 25 000 BGN, of roerende goederen vallend onder de in artikel 410, lid 1, punt 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde categorie, of wanneer het verzoek niet voldoet aan de eisen van regelmaat, in welk geval het direct wordt afgewezen; als de eiser geen gebruik heeft gemaakt van het goedgekeurde verzoekformulier of een verkeerd formulier heeft gebruikt, kan de rechtbank hem alleen in uitzonderlijke gevallen gelasten om de onregelmatigheden te verhelpen en voegt de rechtbank in een dergelijk geval het juiste formulier (artikel 425, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) bij haar instructies;
  • als het verzoek in strijd is met de wet of de goede zeden;
  • als de schuldenaar geen vaste woonplaats, maatschappelijke zetel, gewone verblijfplaats of plaats van uitoefening van zijn bedrijfsactiviteit heeft op het grondgebied van de Republiek Bulgarije.

1.5 Hoger beroep

De partijen kunnen geen beroep instellen tegen een betalingsbevel, maar wel tegen het deel dat betrekking heeft op de kosten. Tegen een beslissing waarin het verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, kan de eiser bij de bevoegde regionale rechtbank beroep instellen middels een individueel beroep, waarvan geen afschrift wordt betekend. Er kan ook beroep worden ingesteld tegen een door de rechtbank uitgevaardigd bevel tot onmiddellijke tenuitvoerlegging wanneer een document overeenkomstig artikel 417 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering wordt overgelegd. Een individueel beroep tegen een bevel tot onmiddellijke tenuitvoerlegging moet samen met het verweerschrift tegen het uitgevaardigde betalingsbevel worden ingediend en mag alleen gebaseerd zijn op overwegingen die voortvloeien uit de in dat artikel 417 bedoelde akten.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar kan binnen twee weken na ontvangst van een betalingsbevel een verweerschrift – dat behalve in de gevallen zoals bedoeld in artikel 414 bis van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering niet hoeft te worden gemotiveerd – indienen tegen het bevel als geheel of tegen een deel daarvan:

- wanneer hij zijn verplichting is nagekomen;

- wanneer hij geen kosten is verschuldigd, daar zijn gedrag geen aanleiding heeft gegeven tot de schuldvordering. In die gevallen wordt het verweerschrift doorgestuurd naar de eiser, die drie dagen de tijd heeft om zijn standpunt kenbaar te maken. Laat de eiser dit na, dan verklaart de rechtbank het betalingsbevel in zijn totaliteit of ten dele nietig, met inbegrip van het deel dat betrekking heeft op de kosten. Als er overeenkomstig artikel 208 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering een executoriale titel wordt afgegeven op basis van het betalingsbevel, wordt die titel eveneens nietig verklaard.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de schuldenaar het verweerschrift tijdig heeft ingediend, het betalingsbevel hem wordt betekend overeenkomstig artikel 47, lid 5, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (aanbrengen van een kennisgeving op de deur van de woning die de vaste woonplaats is) of de rechtbank heeft geweigerd een betalingsbevel uit te vaardigen, stelt de rechtbank de eiser ervan in kennis dat hij één maand de tijd heeft om een vordering tot het geldend maken van zijn schuldvordering in te stellen onder betaling van de desbetreffende verschuldigde zegelrechten, en schort de rechtbank, indien overeenkomstig artikel 418 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering een executoriale titel is afgegeven, de tenuitvoerlegging daarvan op. Als de eiser niet het bewijs levert dat hij zijn vordering tijdig heeft ingesteld, verklaart de rechtbank het gehele betalingsbevel nietig dan wel alleen het deel daarvan waartegen geen beroep is ingesteld.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Als een verweerschrift niet tijdig wordt ingediend of als het wordt ingetrokken, wordt het betalingsbevel overeenkomstig artikel 416 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering uitvoerbaar en gelast de rechtbank op basis van het betalingsbevel de gedwongen tenuitvoerlegging ervan, waarvan melding wordt gemaakt in het bevel.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Een schuldenaar die niet de mogelijkheid heeft gehad de vordering te betwisten, kan binnen één maand na in kennis te zijn gesteld van het betalingsbevel verweer aantekenen bij een hogere rechter, indien:

  • het betalingsbevel niet naar behoren is betekend;
  • het betalingsbevel niet aan hem persoonlijk is betekend en hij op de dag van de betekening geen gewone verblijfplaats op het grondgebied van de Republiek Bulgarije had;
  • hij wegens bijzondere onvoorziene omstandigheden niet tijdig van de betekening in kennis is gesteld;
  • hij geen verweerschrift heeft ingediend wegens bijzondere onvoorziene omstandigheden waartegen hij niet was opgewassen.

In deze gevallen schort de indiening van een verweerschrift op zich de tenuitvoerlegging van het betalingsbevel niet op, maar op verzoek van de schuldenaar en nadat hij de vereiste zekerheid heeft gesteld, kan de rechtbank de tenuitvoerlegging toch opschorten (artikel 423, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

De rechtbank wijst het verweer toe als aan de hierboven genoemde voorwaarden is voldaan. De beslissing van de hogere rechter om het verweer toe te wijzen omdat de schuldenaar geen vaste woonplaats, maatschappelijke zetel, gewone verblijfplaats of plaats van uitoefening van zijn bedrijfsactiviteit op het grondgebied van de Republiek Bulgarije heeft, houdt de ambtshalve nietigverklaring in van het betalingsbevel en de op basis daarvan afgegeven executoriale titel. In de overige gevallen schort de hogere rechter bij toewijzing van het verweer het uitgevaardigde betalingsbevel op en verwijst hij de zaak terug naar de districtsrechtbank, die de eiser ervan in kennis stelt dat hij één maand de tijd heeft om een vordering tot het geldend maken van zijn schuldvordering in te stellen onder betaling van de desbetreffende verschuldigde zegelrechten (artikel 423, lid 3, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Voorts kan de schuldenaar de vordering waarvoor een betalingsbevel is uitgevaardigd, volgens de regels van de gewone civiele procedure betwisten, indien nieuwe feiten of nieuwe schriftelijke bewijzen van wezenlijk belang voor de zaak worden vastgesteld waarvan de schuldenaar tijdens de termijn voor het indienen van het verweerschrift niet op de hoogte had kunnen zijn resp. die hij niet binnen die termijn had kunnen verkrijgen. De vordering kan worden ingesteld binnen drie maanden na de dag waarop de schuldenaar kennis heeft gekregen van het nieuwe feit, of de dag waarop hij het nieuwe schriftelijke bewijs heeft kunnen verkrijgen, doch uiterlijk één jaar na het einde van de gedwongen invordering van de schuldvordering (artikel 424 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Laatste update: 18/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Tsjechië

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Naast de procedure betreffende een Europees betalingsbevel, die is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure, zijn er in Tsjechië nog drie andere soortgelijke procedures – de betalingsbevelprocedure, de elektronische betalingsbevelprocedure en de wissel- of chequegerelateerde betalingsbevelprocedure (de artikelen 172 tot en met 175 van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering (občanský soudní řád)).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Een betalingsbevel kan zelfs zonder uitdrukkelijk verzoek van de eiser worden uitgevaardigd op grond van een vordering tot voldoening van een financiële vordering indien het recht voortvloeit uit door de eiser aangevoerde en gestaafde feiten. Het is altijd aan de rechter om te bepalen of hij in een bepaalde zaak al dan niet een betalingsbevel uitvaardigt; als een rechter geen betalingsbevel uitvaardigt, gelast hij een zitting. Een betalingsbevel kan niet worden uitgevaardigd als het moet worden afgeleverd aan een verweerder in het buitenland of als de verblijfplaats van de verweerder niet bekend is (artikel 172, lid 2, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Een elektronisch betalingsbevel kan alleen worden uitgevaardigd op verzoek van de eiser, (ingediend met behulp van het betrokken elektronische formulier en ondertekend met een gecertificeerde elektronische handtekening), mits de vordering niet meer dan 1 000 000 CZK bedraagt; bijkomende kosten zijn niet inbegrepen in het bedrag van een vordering. Een elektronisch betalingsbevel kan niet worden uitgevaardigd als het moet worden afgeleverd aan een verweerder in het buitenland of als de verblijfplaats van de verweerder niet bekend is (artikel 174 bis, lid 3, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel kan rechten verlenen die voortvloeien uit een wissel of cheque. Mits aan de formele vereisten is voldaan, is een rechtbank verplicht om in kort geding uitspraak te doen door een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel uit te vaardigen. Een dergelijk betalingsbevel kan alleen op initiatief van de eiser worden uitgevaardigd en kan ook worden uitgevaardigd als het in het buitenland moet worden afgeleverd. Een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel kan alleen aan de verweerder persoonlijk worden betekend; andere vormen van betekening zijn uitgesloten.

Het doel van de inleiding van een Europese betalingsbevelprocedure is de inning van onbetwiste financiële vorderingen van een bepaald bedrag. Onbetwiste financiële vorderingen moeten opeisbaar zijn op het moment dat een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel wordt ingediend. Formulier A moet worden ingevuld om een vordering in te stellen waarin alle informatie over de partijen en over de aard en het bedrag van de vordering wordt verstrekt. De rechtbank onderzoekt het verzoek en moet, als het formulier correct is ingevuld, binnen 30 dagen een Europees betalingsbevel uitvaardigen.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Beslissingen in de vorm van een betalingsbevel, elektronisch betalingsbevel of Europees betalingsbevel kunnen alleen worden genomen met betrekking tot financiële vorderingen.

Een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel kan alleen worden uitgevaardigd met betrekking tot de nakoming van financiële verplichtingen die voortvloeien uit een wisselbrief of cheque.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

In het geval van een elektronisch betalingsbevel geldt een bovengrens van 1 000 000 CZK (plus bijkomende kosten); er is geen bovengrens voor een Europees betalingsbevel of voor een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De procedure voor een betalingsbevel is niet verplicht; een eiser kan zijn financiële vordering ook via de gewone burgerlijke procedure opeisen. Indien een eiser echter een "gewone" rechtsvordering instelt en de vordering waarop deze betrekking heeft, voldoet aan de vereisten voor het uitvaardigen van een betalingsbevel, kan de rechter een betalingsbevel uitvaardigen, ook al heeft de eiser daar niet uitdrukkelijk om verzocht. Een elektronisch betalingsbevel, een Europees betalingsbevel en een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel kunnen alleen op verzoek van de eiser worden uitgevaardigd.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Een betalingsbevel of een elektronisch betalingsbevel kan niet worden uitgevaardigd als het aan een verweerder in het buitenland moet worden afgeleverd. In dat geval zet de rechter de procedure voort overeenkomstig de gewone regels van burgerlijke rechtsvordering.

Als een Europees betalingsbevel dat door een Tsjechische rechtbank of een rechtbank van een andere lidstaat is uitgevaardigd in Tsjechië moet worden afgeleverd, moet het persoonlijk aan de verweerder worden betekend; andere vormen van betekening zijn niet toegestaan (artikel 174 ter, lid 1, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.2 Bevoegde rechtbank

Een beslissing over een betalingsbevel of elektronisch betalingsbevel wordt genomen door de territoriaal bevoegde districtsrechtbank (okresní soud). Een beslissing over een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel wordt altijd genomen door een regionale rechtbank (krajský soud) (artikel 9 van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Wat betreft de bevoegdheid om een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel in te dienen, kan worden verwezen naar artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure.

1.3 Vormvoorwaarden

Er is geen standaardformulier beschikbaar voor een verzoek tot uitvaardiging van een betalingsbevel of een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel.

Een rechtbank kan een betalingsbevel uitvaardigen zonder uitdrukkelijk verzoek van de eiser; dit geldt niet voor elektronische betalingsbevelen en wissel- of chequegerelateerde betalingsbevelen.

Een vordering of een verzoek tot uitvaardiging van een betalingsbevel of een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel moet derhalve voldoen aan de algemene vereisten inzake aanhangigmaking bij de rechter – indien de wet geen andere bijzonderheden voorschrijft voor een bepaald type verzoek, moet uit het verzoek ten minste het volgende blijken: de rechtbank waaraan het verzoek is gericht, de indiener, de zaak waarop het verzoek betrekking heeft en wat er wordt gevraagd; en bovendien moet het verzoek worden ondertekend en gedateerd. De verplichting tot ondertekening en datering geldt niet voor elektronische verzoeken, die moeten voldoen aan bijzondere vereisten inzake format. Een verzoek moet schriftelijk worden gedaan, hetzij op papier, hetzij in elektronische vorm via een openbaar datanetwerk of per fax (artikel 42, leden 1 en 4, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Een verzoek in elektronische vorm of per fax moet binnen drie dagen worden aangevuld met het origineel of met een schriftelijk verzoek met dezelfde tekst. Dit geldt niet voor elektronische verzoeken met een gecertificeerde elektronische handtekening op basis van een gecertificeerd certificaat dat is afgegeven door een geaccrediteerde certificatiedienstverlener (artikel 42, lid 3, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Een verzoek tot uitvaardiging van een elektronisch betalingsbevel kan alleen elektronisch worden ingediend via een voorgeschreven formulier (het formulier is beschikbaar op De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.justice.cz/). Naast de algemene gegevens (artikel 42, lid 4, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering) moet in het verzoek ook het volgende worden vermeld: de voornamen, achternamen en adressen van de partijen, alsook de identificatienummers of persoonlijke identificatienummers (naargelang van het geval) van de partijen (de bedrijfsnaam of de naam en maatschappelijke zetel van een rechtspersoon, het identificatienummer, de aanwijzing van een staat en van de desbetreffende organisatie-eenheid van de staat die de staat in rechte vertegenwoordigt) en, indien van toepassing, ook de namen van hun vertegenwoordigers, een overzicht van de belangrijkste feiten en van het bewijs dat de eiser overlegt en een duidelijke beschrijving van wat de eiser verlangt (artikel 79, lid 1, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering). In een verzoek moet ook het volgende worden vermeld: de geboortedatum van een natuurlijke persoon, het identificatienummer van een rechtspersoon of van een natuurlijke persoon die een bedrijfsactiviteit uitoefent (artikel 174 bis, lid 2, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Een verzoek moet worden ondertekend met een gecertificeerde elektronische handtekening van de eiser op basis van een gecertificeerd certificaat dat door een geaccrediteerde certificatiedienstverlener is afgegeven.

Een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel moet worden ingediend met behulp van het in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1896/2006 opgenomen formulier A. Alle gegevens over de partijen en de aard en het bedrag van de vordering moeten in het formulier worden vermeld.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Alleen in het geval van een elektronisch betalingsbevel. Het formulier is beschikbaar op De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.justice.cz/. Een verzoek moet worden ondertekend met een gecertificeerde elektronische handtekening van de eiser op basis van een gecertificeerd certificaat dat door een geaccrediteerde certificatiedienstverlener is afgegeven (artikel 174 bis van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Wat betreft de formele vereisten voor de indiening van een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel, kan worden verwezen naar punt 1.3 hierboven.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Een betalingsbevel of een elektronisch betalingsbevel kan slechts worden uitgevaardigd als het geclaimde recht voortvloeit uit door de eiser aangevoerde en gestaafde feiten (zie punt 1.3.4). Om te kunnen concluderen dat het geclaimde recht voortvloeit uit de door de eiser aangevoerde feiten, moeten de aangevoerde belangrijkste feiten voldoende onderbouwd zijn met bijgevoegd bewijs, dat de rechtbank in staat stelt de door de eiser aangevoerde feiten van de zaak aan een juridisch onderzoek te onderwerpen. De omstandigheden van de zaak moeten in hun geheel worden vermeld, zodat kan worden beoordeeld op welk wettelijk recht aanspraak wordt gemaakt (de toepasselijke rechtsvoorschriften); bovendien moet de eiser alle feiten vermelden die volgens die rechtsvoorschriften verband houden met het ontstaan, de wijziging of de beëindiging van rechten en verplichtingen en moet hij voldoende bewijs overleggen om dit te staven.

Bij een procedure met betrekking tot het uitvaardigen van een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel moet de eiser het origineel van de wissel of cheque indienen, waarvan de authenticiteit redelijkerwijs niet kan worden betwist, alsmede andere voor de uitoefening van het recht vereiste stukken.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Ja. Zoals de aard van de procedure aangeeft, moeten bewijsstukken worden overgelegd die het door de eiser geclaimde recht staven. In het geval van een verzoek tot uitvaardiging van een elektronisch betalingsbevel moeten bewijsstukken in elektronische vorm worden bijgevoegd. Het origineel van een wissel of cheque moet bij het verzoek tot uitvaardiging van een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel worden gevoegd. Het recht van de eiser om bewijsmateriaal over te leggen is, wat de omvang ervan betreft, aan geen enkele beperking onderworpen.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Als er geen betalingsbevel kan worden uitgevaardigd, wijst de rechtbank het betrokken verzoek niet af, maar zet zij de procedure voort overeenkomstig de gewone bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering (de rechtbank gelast met name een zitting). Een betalingsbevel kan niet worden uitgevaardigd als de eiser geen financiële vordering claimt, als de verblijfplaats van de verweerder onbekend is of als het betalingsbevel aan een verweerder in het buitenland moet worden afgeleverd.

Een rechtbank wijst een verzoek tot uitvaardiging van een elektronisch betalingsbevel af als het verzoek niet alle wettelijk voorgeschreven gegevens bevat of als het verzoek onbegrijpelijk of dubbelzinnig is en deze gebreken het onmogelijk maken om de procedure voort te zetten. In dat geval verzoekt de rechtbank de eiser niet om het ingediende verzoek te corrigeren of aan te vullen.

Indien een verzoek tot uitvaardiging van een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel niet kan worden ingewilligd, gelast de rechtbank een zitting.

1.5 Hoger beroep

Een rechtbank geeft geen beslissing inzake afwijzing van een betalingsbevel, een elektronisch betalingsbevel of een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel; de vraag of er beroep moet worden aangetekend tegen een afgewezen betalingsbevel is derhalve irrelevant.

1.6 Aanvechten van de vordering

Er kan een bezwaarschrift worden ingediend om een betalingsbevel of elektronisch betalingsbevel aan te vechten. De verweerder kan binnen 15 dagen na de betekening van een betalingsbevel of elektronisch betalingsbevel een bezwaarschrift indienen. Een bezwaarschrift tot betwisting van een elektronisch betalingsbevel kan ook worden ingediend via een elektronisch formulier dat met een gecertificeerde elektronische handtekening is ondertekend. Een bezwaarschrift hoeft niet met redenen te worden omkleed, maar moet wel voldoen aan de algemene vereisten voor aanhangigmaking bij een rechtbank, wat met name betekent dat het bezwaarschrift ondertekend en gedateerd moet zijn en dat uit het bezwaarschrift moet blijken aan welke rechtbank het gericht is, wie de indiener is, op welke zaak het betrekking heeft en wat er wordt gevraagd.

Het is mogelijk een bezwaarschrift tot betwisting van een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel in te dienen, mits dat gebeurt binnen 15 dagen na betekening van dat bevel. In zijn bezwaarschrift moet de verweerder alles vermelden waar hij bezwaar tegen maakt in verband met het wissel- of chequegerelateerde betalingsbevel.

In de Europese betalingsbevelprocedure kan de verweerder het gevorderde bedrag betalen of de vordering binnen 30 dagen betwisten door een bezwaarschrift in te dienen bij de rechtbank die het Europees betalingsbevel heeft uitgevaardigd; de verweerder dient zijn bezwaarschrift in te dienen met gebruikmaking van het in Verordening (EG) nr. 1896/2006 vastgestelde formulier F. De zaak wordt vervolgens doorgestuurd naar de gewone burgerlijke rechtbanken en behandeld overeenkomstig de nationale wetgeving.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als er ook maar een verweerder een bezwaarschrift indient binnen de gestelde termijn, wordt het betalingsbevel of het elektronische betalingsbevel volledig ingetrokken en gelast de rechtbank een zitting; de procedure wordt dan voortgezet volgens de gewone bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering.

Als een verweerder binnen de gestelde termijn een bezwaarschrift indient tegen een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel, gelast de rechtbank ook zittingen om daarover te beraadslagen. Afhankelijk van de uitkomst van de procedure met betrekking tot het bezwaarschrift, geeft de rechtbank een vonnis, waarin zij het betalingsbevel handhaaft (de bezwaren zijn ongegrond) of het betalingsbevel geheel of gedeeltelijk intrekt (de bezwaren zijn geheel of gedeeltelijk gegrond). Tegen dat vonnis kan er beroep worden aangetekend. In tegenstelling tot een bezwaarschrift tegen een betalingsbevel of een elektronisch betalingsbevel, wordt een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel niet ingetrokken wanneer er een bezwaarschrift wordt ingediend.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Een betalingsbevel, een elektronisch betalingsbevel of een Europees betalingsbevel waartegen geen bezwaar is aangetekend, heeft de rechtskracht van een uitvoerbaar vonnis. Als de verweerder nalaat om een bezwaarschrift tegen een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel in te dienen of als hij een dergelijk bezwaarschrift intrekt, heeft dat bevel ook de rechtskracht van een uitvoerbaar vonnis.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Op verzoek voegt een rechter een clausule van rechtskracht en uitvoerbaarheid toe aan een betalingsbevel, een elektronisch betalingsbevel of een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel. Een betalingsbevel met een dergelijke clausule vormt een executoriale titel.

In procedures betreffende een Europees betalingsbevel wordt dat bevel van rechtswege uitvoerbaar als de verweerder niet binnen de gestelde termijn een bezwaarschrift indient. De tenuitvoerlegging vindt plaats overeenkomstig de nationale regels en procedures van de lidstaat waar het Europees betalingsbevel ten uitvoer moet worden gelegd.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Er zijn geen reguliere rechtsmiddelen beschikbaar om een betalingsbevel, een elektronisch betalingsbevel of een wissel- of chequegerelateerd betalingsbevel waartegen geen bezwaar- of verzetschrift is ingediend en dat de rechtskracht van een uitvoerbaar vonnis heeft te betwisten. In de bij wet bepaalde gevallen kan de verweerder slechts gebruikmaken van buitengewone rechtsmiddelen, een verzoek op grond van verwarring en, in het geval van een uitvoerbaar betalingsbevel, ook een verzoek tot heropening van de procedure (artikel 228, lid 2, en artikel 229, lid 2, van wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Indien er binnen 30 dagen geen bezwaar is ingediend tegen een Europees betalingsbevel, kan de verweerder een verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel indienen, onder de voorwaarden van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1896/2006. In een procedure betreffende een verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel ligt de bevoegdheid bij de rechtbank die dat bevel heeft uitgevaardigd. Een verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel is het enige rechtsmiddel dat de verweerder heeft tegen een uitvoerbaar Europees betalingsbevel in het land waarin het betalingsbevel is uitgevaardigd. Een beslissing (uitspraak) over het verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel wordt afgeleverd aan de eiser en aan de verweerder (artikel 174 ter, leden 2 en 3, van wet nr. 99/1963 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.justice.cz/

Laatste update: 15/06/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Duitsland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Ja. De burgerrechtelijke regels voorzien in een procedure bij bevel tot betaling (Mahnverfahren) voor de inning van niet noodzakelijkerwijs betwiste geldvorderingen. Dit valt onder § 688 e.v. van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zivilprozessordnung).

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Deze procedure kan algemeen worden gebruikt wanneer de vordering de betaling van een vast geldbedrag in euro betreft.

Deze procedure is echter uitgesloten in de volgende gevallen:

  • indien deze betrekking heeft op een vordering uit hoofde van een consumentenkrediet met een rente die meer dan 12 procentpunten hoger is dan de basisrente;
  • indien het vorderingen betreft die afhangen van de uitvoering van verbintenissen die nog uitgevoerd moeten worden;
  • indien de betekening van het bevel tot betaling door openbare bekendmaking moest gebeuren omdat de verblijfplaats van de verweerder niet bekend is.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er is geen maximumbedrag aan de vordering verbonden.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De toepassing van het Mahnverfahren is facultatief voor de schuldeiser. Hij kan kiezen tussen het Mahnverfahren of de normale procedure.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

In beginsel kan het Duitse Mahnverfahren ook worden gebruikt wanneer de verweerder in een andere lidstaat of in een derde land verblijft. Hierbij zij echter vermeld dat in de gevallen waarin het betalingsbevel moet worden betekend in het buitenland het Mahnverfahren krachtens § 688, lid 3, van het Duitse wetboek van burgerlijke rechtsvordering alleen kan worden toegepast indien hierin is voorzien in de erkennings- en tenuitvoerleggingswet (Anerkennungs- und Vollstreckungsausführungsgesetz). Hieronder vallen momenteel alle lidstaten van de Europese Unie en IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Israël.

1.2 Bevoegde rechtbank

De exclusieve bevoegdheid voor het Mahnverfahren is toegewezen aan de kantonrechtbank (Amtsgericht) onder wiens algemene rechtsbevoegdheid de aanvrager valt. De algemene rechtsbevoegdheid is in beginsel afhankelijk van de woonplaats, en bij een rechtspersoon de plaats van vestiging. In veel Duitse deelstaten zijn overigens centrale "schuldvorderingsgerechten" (Mahngerichte) opgericht (zoals het Amtsgericht Wedding in Berlijn). Dit betekent dat de bevoegdheid voor de schuldvorderingsprocedures bij enkele Amtsgerichte of zelfs bij een enkel Amtsgericht in die deelstaat is geconcentreerd. In dat geval valt de verzoeker onder het voor zijn woonplaats bevoegde centrale Mahngericht.

Indien de verzoeker niet onder een rechtsbevoegdheid in het binnenland valt, is het Amtsgericht Berlin Schöneberg bij uitsluiting bevoegd. Indien de verweerder niet onder een algemene rechtsbevoegdheid in het binnenland valt, is het Amtsgericht bevoegd dat voor de procedure op tegenspraak bevoegd zou zijn, onafhankelijk van een inhoudelijke bevoegdheid van het Amtsgericht (op zich zijn de Amtsgerichte slechts bevoegd tot een bedrag van 5 000 EUR). Ook hier kunnen er, afhankelijk van de deelstaat, centrale schuldvorderingsgerechten zijn.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Het gebruik van een voorgedrukt formulier is verplicht, voor zover een dergelijk formulier bestaat voor de betrokken verklaring of het betrokken verzoek. Er bestaan bijvoorbeeld voorgedrukte formulieren voor verzoeken om uitvaardiging en voor nieuwe betekeningen van betalings- en uitvoeringsbevelen.

In alle deelstaten wordt een geautomatiseerd Mahnverfahren toegepast. Hier kunnen verzoeken worden ingediend op een voorgedrukt papieren formulier of elektronisch worden ingediend. Er zijn softwarebedrijven die softwareprogramma's voor de elektronische indiening van vorderingen in een geautomatiseerd gerechtelijk Mahnverfahren aanbieden. Bij sommige Amtsgerichte is het bovendien mogelijk vorderingen online via internet in te dienen.

Voorgedrukte papieren formulieren voor schuldvorderingsprocedure zijn bij de kantoorboekhandel verkrijgbaar.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, vertegenwoordiging door een advocaat is niet vereist.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De grondslagen van de vordering hoeven niet uitgebreid te worden vermeld. Vereist is alleen een korte omschrijving van de vordering en de hoogte van het gevorderde bedrag. Hiertoe moeten de desbetreffende vakken van het formulier worden ingevuld. Hoofd- en nevenvorderingen moeten gescheiden en individueel worden vermeld.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Er hoeven geen schriftelijke bewijzen voor de geldend gemaakte vorderingen te worden ingediend.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het verzoek om uitvaardiging van een betalingsbevel wordt afgewezen wanneer het Mahnverfahren niet-ontvankelijk is, het desbetreffende gerecht niet bevoegd is of het verzoek niet aan de formele voorwaarden voldoet. Het verzoek wordt ook afgewezen wanneer slechts voor een deel van de vordering een betalingsbevel kan worden uitgevaardigd. Voorafgaand aan de afwijzing moet de verzoeker worden gehoord.

Voorafgaand aan de uitvaardiging van het betalingsbevel onderzoekt het gerecht niet of de vordering gerechtvaardigd is.

1.5 Hoger beroep

De weigering om een betalingsbevel uit te vaardigen kan in beginsel niet worden aangevochten. Een onmiddellijk bezwaar (sofortige Beschwerde) is alleen mogelijk wanneer het verzoek alleen in een machinaal leesbare vorm is ingediend en is afgewezen omdat het gerecht deze vorm niet geschikt acht voor automatische verwerking; overigens speelt deze regeling in de praktijk geen grote rol.

1.6 Aanvechten van de vordering

Wanneer het betalingsbevel is uitgevaardigd en aan de verweerder is betekend, kan laatstgenoemd deze binnen twee weken betwisten. Ook na afloop van deze termijn is betwisting nog mogelijk, zolang er geen beschikking tot tenuitvoerlegging is gegeven.

Bij de betekening van het betalingsbevel ontvangt de verweerder een voorgedrukt formulier waarmee hij of zij dit bevel kan betwisten. Het gebruik van dit voorgedrukte formulier is overigens optioneel. Betwisting is ook in een andere vorm mogelijk. De enige formele voorwaarde is dat de betwisting schriftelijk gebeurt.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Wanneer de verweerder de vordering tijdig betwist, heeft dit tot gevolg dat er geen beschikking tot tenuitvoerlegging meer kan worden betekend die een gedwongen tenuitvoerlegging van de met het betalingsbevel geldend gemaakte vordering mogelijk maakt. Daarna zal de zaak echter niet automatisch worden behandeld volgens de gewone geschilprocedure. Hiertoe is een uitdrukkelijk verzoek nodig, dat zowel door de verzoeker als door de verweerder in de schuldvorderingsprocedure kan worden ingediend. De verzoeker kan het verzoek ook indienen zodra hij verneemt dat er een betwisting is, of het bij voorbaat aan het betalingsbevel verbinden.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het gerecht geeft op verzoek een beschikking tot tenuitvoerlegging. Het verzoek kan niet voor het einde van de betwistingstermijn worden ingediend, en moet vermelden of er na het betalingbevel betalingen zijn verricht en zo ja, welke. Indien er betalingen zijn verricht, moet de verzoeker zijn vordering dienovereenkomstig verminderen.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

De beschikking tot tenuitvoerlegging staat gelijk aan een voorlopig uitvoerbaar verklaard vonnis bij verstek. Hiertegen kan binnen een termijn van twee weken na betekening bezwaar worden gemaakt.

Laatste update: 28/06/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Estland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Ja. Hoofdstuk 49 van het De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (tsiviilkohtumenetluse seadustik, hierna “TsMS” genoemd) bevat de regeling voor de versnelde betalingsbevelprocedure.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Deze procedure geldt voor vorderingen die voortkomen uit privaatrechtelijke verhoudingen en voor de betaling van bepaalde bedragen.

De versnelde betalingsbevelprocedure is niet van toepassing op niet-contractuele vorderingen, met uitzondering van:

  • specifieke vorderingen die voortkomen uit de wet inzake WA-verzekering voor motorvoertuigen (liikluskindlustuse seadus);
  • vorderingen waarbij de schuldenaar zijn of haar verplichting heeft erkend of op een andere manier heeft ingestemd om aan zijn of haar verplichting te voldoen.

De versnelde betalingsbevelprocedure is niet van toepassing wanneer:

  • de vordering nog niet opeisbaar is op het moment dat de aanvraag wordt ingediend, behalve in het geval van verzoeken om betaling van rente wegens late betaling als zekerheidsrecht, of de indiening van de vordering afhangt van de uitvoering van een wederzijdse verbintenis en een dergelijke verbintenis nog niet is nagekomen;
  • het voorwerp van de vordering vergoeding van niet-materiële schade is;
  • de vordering wordt ingesteld tegen een failliet;
  • de vordering tegen verschillende schuldenaren wordt ingesteld en niet op dezelfde grondslag of op dezelfde verplichting is gebaseerd.

De versnelde betalingsbevelprocedure geldt niet voor secundaire vorderingen voor zover zij hoger zijn dan de primaire vordering.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Ja. Ja. De versnelde betalingsbevelprocedure geldt niet voor vorderingen van meer dan 8 000 EUR. Dit bedrag geldt zowel voor primaire als secundaire vorderingen.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de versnelde betalingsbevelprocedure is optioneel. De schuldeiser kan beslissen of de versnelde procedure wordt gebruikt of dat er een gewone procedure wordt ingeleid.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja. Er is in de nationale wetgeving geen beperking opgenomen inzake de toepasselijkheid van de versnelde betalingsbevelprocedure voor verweerders die in een ander land wonen of gevestigd zijn. Binnen de EU wordt de jurisdictie in het geval van de verweerder vastgesteld op grond van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad.

1.2 Bevoegde rechtbank

Aanvragen voor de versnelde betalingsbevelprocedure worden behandeld door de betalingsbevelafdeling in het gerechtsgebouw in Haapsalu van de arrondissementsrechtbank van Pärnu (Pärnu Maakohtu Haapsalu kohtumaja maksekäsu osakond).

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

De versnelde betalingsbevelprocedure is alleen elektronisch beschikbaar en derhalve kunnen aanvragen alleen bij een rechtbank worden ingediend via het portaal Avalik E-toimik of via X-tee, het uitwisselingssysteem voor gegevens van informatiesystemen.

Aanvragen kunnen worden ingediend via E-toimik op de webpagina: De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.e-toimik.ee/

Op grond van artikel 485, lid 2, TsMS kan een bezwaar worden ingediend op het bij het betalingsvoorstel gevoegde formulier of in een andere vorm. U vindt het formulier in het De link wordt in een nieuw venster geopend.Riigi Teataja (Staatsblad).

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, het is niet nodig een vertegenwoordiger aan te wijzen.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Een aanvraag voor de versnelde betalingsbevelprocedure moet een korte beschrijving bevatten van de omstandigheden die aan de vordering ten grondslag liggen, en van het bewijsmateriaal dat de aanvrager kan verstrekken ter ondersteuning van de vordering in een gerechtelijke procedure. De vordering moet gebaseerd zijn op feiten en worden gestaafd met bewijsstukken. Een vordering is duidelijk ongegrond indien, gelet op de in de aanvraag aangegeven omstandigheden die aan het betalingsbevel ten grondslag liggen, niet wettelijk aan de vordering kan worden voldaan.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Het is niet nodig schriftelijk bewijs over te leggen ter bevestiging van de vordering die is ingediend. Wel moet de aanvraag een korte beschrijving van het bewijsmateriaal bevatten dat de aanvrager over kan leggen ter ondersteuning van de vordering in een gerechtelijke procedure.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechter zal een aanvraag voor de versnelde procedure voor een betalingsbevel afwijzen indien:

  1. de versnelde procedure volgens het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet is toegestaan voor het betalingsbevel;
  2. de aanvraag niet voldoet aan de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vastgelegde vereisten;
  3. het niet mogelijk is gebleken om binnen een redelijke termijn het betalingsvoorstel aan de schuldenaar te betekenen en het niet kan worden betekend door openbaarmaking en de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd de procedure te beëindigen als er een bezwaar wordt ingediend;
  4. de aanvrager verzuimt om binnen de daartoe gestelde termijn de rechtbank in kennis te stellen van de resultaten van de betekening aan de procespartij;
  5. het duidelijk wordt dat er redenen zijn om de procedure op te schorten.

1.5 Hoger beroep

Er kan geen beroep worden ingesteld tegen een uitspraak die een aanvraag voor een betalingsbevel afwijst. Afwijzing van de aanvraag beperkt niet het recht van de aanvrager om een vordering via een gerechtelijke procedure of een versnelde betalingsbevelprocedure in te stellen.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar kan een bezwaar indienen tegen een vordering of een deel daarvan bij de rechtbank die het betalingsvoorstel afgaf, binnen 15 dagen na de betekening van het betalingsvoorstel of binnen 30 dagen indien het betalingsvoorstel in het buitenland wordt betekend.

Bezwaar kan worden ingediend via het bij het betalingsvoorstel gevoegde formulier of in een andere vorm. Het is niet nodig de redenen voor het bezwaar uiteen te zetten.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de schuldenaar een bezwaar tegen het betalingsvoorstel tijdig indient, zal de rechtbank die het betalingsvoorstel opstelde de behandeling van de zaak via een gerechtelijke procedure voortzetten of deze verwijzen naar de rechtbank die genoemd wordt in de aanvraag voor de versnelde betalingsbevelprocedure, of naar de rechtbank die in een gezamenlijke aanvraag van de partijen wordt genoemd. In zaken betreffende eigendom van appartementen of gemeenschappelijke eigendom wordt de versnelde procedure voortgezet tenzij de aanvrager heeft verzocht een gerechtelijke procedure in te stellen of de procedure te beëindigen. Een gerechtelijke procedure wordt geacht te zijn ingesteld wanneer een aanvraag voor de versnelde betalingsbevelprocedure is ingediend.

Indien de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd om beëindiging van de procedure als er een bezwaar wordt ingediend, wordt de procedure beëindigd.

Indien de schuldenaar de vordering van de verzoeker in een tegen het betalingsvoorstel ingediend bezwaarschrift gedeeltelijk erkent, zal de rechtbank die de zaak behandelt een betalingsbevel uitvaardigen als middel om het door de schuldenaar erkende bedrag in te vorderen en de behandeling van het overige deel van de zaak voortzetten.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Indien de schuldenaar nalaat het in het betalingsvoorstel aangegeven bedrag te betalen en niet tijdig een bezwaar tegen het betalingsvoorstel indient, zal de rechter een betalingsbevel uitvaardigen voor het te vorderen bedrag.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Het betalingsbevel bevat ook een toelichting waarin de schuldenaar in kennis wordt gesteld van het recht om binnen 15 dagen beroep in te stellen tegen de beslissing, of binnen 30 dagen indien het betalingsvoorstel in het buitenland wordt betekend. De schuldenaar moet ervan in kennis worden gesteld dat slechts op grond van een van de volgende omstandigheden beroep kan worden ingesteld:

  1. het betalingsvoorstel was aan de schuldenaar op een andere manier dan door persoonlijke aflevering tegen een handtekening of elektronisch betekend en het was, buiten de schuld van de schuldenaar om, niet tijdig betekend en de schuldenaar was daarom niet in staat tijdig een bezwaar in te dienen;
  2. de schuldenaar was niet in staat een bezwaar tegen het betalingsvoorstel in te dienen om redenen die buiten de macht van de schuldenaar liggen;
  3. er werd niet voldaan aan de vereisten voor de versnelde betalingsbevelprocedure of de voorwaarden voor de versnelde betalingsbevelprocedure werden op een andere manier wezenlijk geschonden, of de vordering waarop de versnelde procedure betrekking heeft, is duidelijk ongegrond.

Een wettelijke vertegenwoordiger van een schuldenaar of de universele rechtsopvolger van een schuldenaar kan binnen twee maanden na er kennis van te hebben gekregen tegen een betalingsbevel in beroep gaan als is gebleken dat er redenen voor opschorting waren op het moment dat de rechterlijke beslissing werd genomen, maar de rechter daarvan niet op de hoogte was of kon zijn geweest. De persoon die het beroep tegen de beslissing instelt, dient dit te doen op basis van een van de bovengenoemde omstandigheden.

Laatste update: 02/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Ierland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

In Ierland bestaat er geen specifieke betalingsbevelprocedure, maar een eiser aan wie een specifiek geldbedrag verschuldigd is of van wie de vordering gemakkelijk in een waarde is uit te drukken, kan wel een verstekvonnis verkrijgen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Indien de verweerder zich niet aanmeldt als partij (entry of appearance) of nalaat een verweer op de vordering van de eiser in te dienen, kan de eiser een verstekvonnis verkrijgen. Wanneer de oorspronkelijke vordering een liquide of vaststaand bedrag betreft, kan er een eindvonnis worden gegeven in het Central Office of the High Court of in het Circuit Court Office, afhankelijk van de hoogte van de vordering (behalve in een klein aantal gevallen, bv. bij geldleningen waarbij de eiser een verzoekschrift voor een verstekvonnis moet indienen of toestemming van het gerecht moet krijgen om een vonnis te zijnen gunste te verkrijgen). Met andere woorden, in veel niet‑complexe zaken voor het incasseren van schuldvorderingen kan de eiser een verstekvonnis verkrijgen zonder naar het gerecht te hoeven stappen en kan hij het vonnis via een administratieve procedure verkrijgen van het desbetreffende office (griffie).

Indien de vordering geen vaststaand geldbedrag betreft, dient de eiser zich tot het gerecht te wenden voor een vonnis en kan het vonnis alleen maar worden verkregen door naar het gerecht te stappen.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

In bijna alle soorten zaken kunnen verstekvonnissen worden gewezen. Deze procedure beperkt zich niet tot contractuele of geldelijke vorderingen, hoewel het systeem voor dergelijke zaken zelfs nog eenvoudiger is. De belangrijkste uitzonderingen hebben betrekking op geldleningen.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure is facultatief in die zin dat de eiser bepaalde stappen moet nemen alvorens een verstekvonnis wordt gewezen: bijvoorbeeld het indienen van de noodzakelijke documenten bij het desbetreffende office of het uitvaardigen en doen betekenen van kennisgeving van een verzoekschrift en een beëdigde verklaring aan de verweerder. Indien een verweerder nalaat of weigert op de vordering van een eiser te reageren en de eiser de procedure voor een verstekvonnis niet voortzet, heeft de eiser geen andere keuze dan af te zien van zijn vordering.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Indien er tussen Ierland en andere EU-lidstaten instrumenten inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen bestaan (bv. Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, die nu is vervangen door Verordening (EU) nr. 1215/2012 van de Raad) of vergelijkbare instrumenten met derde landen, kan de procedure worden toegepast wanneer de verweerder in een ander land woont. Als de verweerder in het buitenland verblijft, dient de eiser ervoor te zorgen dat de betrokken documenten naar behoren worden betekend aan de verweerder conform de procesregels die gelden voor betekening in het buitenland. Indien een verweerder die in een ander land verblijft zich niet aanmeldt als partij of nalaat een verweer op de vordering in te dienen, kan de eiser het gerecht verzoeken om een verstekvonnis te verkrijgen volgens de normale procedure.

1.2 Bevoegde rechtbank

Welk gerecht bevoegd is, hangt af van de aard of het bedrag van de betrokken vordering. De eiser dient zich te wenden tot het gerecht waar hij de procedure heeft ingeleid en dat gerecht kan dan nagaan of de verweerder zich heeft aangemeld als partij dan wel heeft nagelaten een verweer in te dienen en of de termijn daarvoor is verstreken. Indien het bedrag van de vordering lager is dan 75 000 EUR (60 000 EUR in het geval van vorderingen betreffende lichamelijk letsel), kan de eiser zijn vordering indienen bij het Circuit Court. Gaat het om een hoger bedrag, dan moet de vordering worden ingediend bij het High Court. Indien het bedrag van de vordering lager is dan 15 000 EUR, moet de vordering worden ingediend bij het District Court. Indien het bedrag van de vordering lager is dan 2 000 EUR, kan de vordering worden ingediend in het kader van de procedure voor geringe vorderingen.

1.3 Vormvoorwaarden

De eiser dient erop toe te zien dat hij de juiste, in de procesregels voorgeschreven procedures volgt. De eiser moet de betrokken documenten betekenen aan de verweerder. Indien de verweerder zich niet aanmeldt als partij of nalaat een verweer in te dienen, kan de eiser verzoeken om een verstekvonnis. Indien de vordering een liquide bedrag betreft, hoeft de eiser alleen maar een verzoek of eis tot betaling te hebben gedaan, waarna hij in het algemeen recht heeft op een beslissing van het office van het desbetreffende gerecht zonder dat het nodig is een gerechtelijk bevel te verkrijgen of een verzoekschrift bij een rechter in te dienen. De bevoegde medewerkers van het betrokken office controleren vervolgens of de verweerder de vordering heeft erkend, of de termijnen daarvoor zijn verstreken en of de eiser aan het office de nodige bewijselementen heeft verstrekt, zoals een beëdigde verklaring inzake betekening of een beëdigde schuldverklaring waarin het op dat moment daadwerkelijk verschuldigde bedrag wordt gespecificeerd.

Indien de vordering een niet nader omschreven geldbedrag betreft of niet gemakkelijk in een waarde is uit te drukken, moet de eiser bij het gerecht een verzoekschrift voor een verstekvonnis indienen.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Ja. Bij het High Court is de relevante Rule voor een verstekvonnis wegens het niet verschijnen Order 13 van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Rules of the Superior Courts 1986 en wegens het niet indienen van een verweer Order 27. Bij het Circuit Court moet een verzoekschrift voor een verstekvonnis worden ondersteund door bepaalde documenten, waaronder het oorspronkelijke vorderingsdocument zelf en een verklaring inzake betekening van de vordering. Bovendien moet het verzoekschrift voor een verstekvonnis worden ingediend met gebruikmaking van de formulieren 9 en 10 van het Schedule of Forms, dat aan de De link wordt in een nieuw venster geopend.Circuit Court Rules 2001 is gehecht. De formulieren zijn beschikbaar in een Schedule dat aan de Rules is gehecht.

Ook in het geval van het District Court zijn de formulieren beschikbaar als een Schedule dat aan de De link wordt in een nieuw venster geopend.District Court Rules is gehecht.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee. Als de vordering echter een bedrag van meer dan 75 000 EUR (60 000 EUR in het geval van vorderingen betreffende lichamelijk letsel) betreft, is het Circuit Court bevoegd en indien zij ingewikkelde kwesties betreft, is het raadzaam, maar niet verplicht, juridisch advies in te winnen en zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De gedinginleidende vordering moet de namen, adressen en, indien van toepassing, beroepen van de partijen bevatten. Ook moet de hoogte van de vordering worden vermeld, alsook een beschrijving van hoe de vordering ontstaan is/wat de oorzaak is van de vordering en nadere gegevens over eventuele reeds gedane betaalverzoeken.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

In de gedinginleidende vordering beschrijft de eiser alle relevante nadere gegevens over de vordering zoals het verschuldigde/gevorderde bedrag, nadere gegevens over hoe de vordering is ontstaan, de eventuele betaalverzoeken en een beschrijving, indien van toepassing en afhankelijk van de aard van de vordering, van andere relevante feiten zoals nadere gegevens over eventuele schade of letsels, eventueel gevolgde behandelingen of andere negatieve gevolgen voortvloeiend uit de oorzaak van de claim.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het gerecht wijst een verzoekschrift voor een verstekvonnis af wanneer de eiser de procesregels niet in acht heeft genomen. Indien bijvoorbeeld de regels inzake de betekening van documenten niet naar behoren zijn nageleefd, wordt het verzoekschrift afgewezen.

1.5 Hoger beroep

De afwijzing van een verzoekschrift voor een verstekvonnis is meestal het gevolg van het feit dat de eiser de procesregels niet in acht heeft genomen. Het kan dus nodig zijn dat de eiser een nieuwe procedure begint door een nieuwe vordering aan de verweerder te doen betekenen conform de desbetreffende procesregels.

Een verweerder kan een verzoek tot vernietiging van een verstekvonnis indienen. Teneinde het verzet tegen een verstekvonnis te doen slagen, dient een verweerder het gerecht ervan te overtuigen dat hij redenen had om zich niet aan te melden als partij of om geen verweer in te dienen en moet het gerecht ervan overtuigd zijn dat de opgegeven redenen een afdoende uitleg of rechtvaardiging voor dit verzuim zijn. Indien de verweerder slaagt in zijn verzet tegen het verstekvonnis, wordt het vernietigd en krijgt de verweerder de gelegenheid zich te verweren.

1.6 Aanvechten van de vordering

Indien het gerecht van oordeel is dat het vonnis dient te worden vernietigd, mag de verweerder zich vervolgens verweren en een verweer indienen en wordt de zaak op de normale wijze voortgezet.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Indien een verweerder een verweer indient binnen de termijn die, afhankelijk van het geval, is vastgesteld in de betrokken procesregels of door het gerecht, wordt de zaak op de normale wijze voortgezet. Indien er zich procedurele problemen voordoen, geeft de rechter instructies over het verdere verloop van de procedure.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Het niet-indienen van een verweer kan ertoe leiden dat de eiser een verzoekschrift indient voor een verstekvonnis wegens het ontbreken van verweer.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Een verstekvonnis is een uitvoerbaar vonnis. Zie de antwoorden op vraag 1.3.d) hierboven.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

De verweerder kan bij het gerecht een verzoek tot wijziging of vernietiging van het vonnis indienen. Dit verzoek wordt behandeld door het gerecht dat het vonnis heeft gewezen. Het gerecht kan het vonnis vernietigen indien het van oordeel is dat de vernietiging gerechtvaardigd is of indien er onregelmatigheden zijn begaan bij het verkrijgen van het vonnis of indien het ervan overtuigd is dat het verweer van de verweerder tegen het vonnis een gerede kans van slagen heeft. Beide partijen kunnen beroep aantekenen tegen de vernietiging of de bevestiging van het vonnis.

Laatste update: 16/04/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Griekenland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Er kan een betalingsbevel worden uitgevaardigd. De artikelen 623 tot en met 634 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, d.w.z. presidentieel decreet 503/1985, zoals gewijzigd en van kracht, zijn van toepassing.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Burgerlijke en handelszaken: privaatrechtelijke geschillen, voor zover zij krachtens de wet niet onder de bevoegdheid van andere rechtbanken vallen (artikel 1 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering)

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Geldvorderingen of vorderingen in verband met effecten, te weten vorderingen in verband met cheques, wissels, promesses, indien de vordering en het verschuldigde bedrag door een openbaar of persoonlijk document zijn gecertificeerd en indien deze vorderingen in euro of in een andere vreemde valuta luiden (artikel 623 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee, er is geen bovengrens voor de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De betalingsbevelprocedure is facultatief aangezien de schuldeiser altijd ook een gewone rechtsvordering kan instellen en dus een procedure kan inleiden tot vaststelling van zijn vordering, die eindigt met een beslissing over zijn vordering, in tegenstelling tot de betalingsbevelprocedure waarbij het betalingsbevel, dat geen vonnis maar een afdwingbaar instrument is, wordt gegeven (artikel 631 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Nee, een betalingsbevel kan niet worden uitgevaardigd (en is nietig als het toch wordt uitgevaardigd) indien het moet worden betekend aan een persoon die in het buitenland verblijft of van wie de woonplaats niet bekend is, tenzij die persoon een wettelijke procesgemachtigde in Griekenland heeft aangewezen (artikel 624 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De bevoegde rechtbanken zijn die van de plaats waar de schuldenaar op het moment van betekening fysiek (corpore) is gevestigd.

1.2 Bevoegde rechtbank

De civiele districtsrechter is bevoegd voor geldvorderingen tot twintigduizend euro (20 000 EUR) en de rechter van de rechtbank van eerste aanleg voor alle andere geldvorderingen. De territoriale bevoegdheid, namelijk het gerecht dat ratione loci bevoegd is, wordt bepaald op basis van de algemene bepalingen inzake lokale bevoegdheid, namelijk op basis van de artikelen 22 tot en met 41 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Op basis van deze bepalingen kan bijvoorbeeld het gerecht (civiele districtsrechtbank of rechtbank van eerste aanleg) van de woonplaats van de schuldenaar of van de plaats van uitgifte van het schuldbewijs (bijvoorbeeld een cheque) of van de plaats van aanvaarding of betaling van de wissel ratione loci bevoegd zijn.

1.3 Vormvoorwaarden

Het verzoek wordt als volgt ingediend:

A) mondeling bij de civiele districtsrechter door het opstellen van een relevant verslag (artikel 626, lid 1, juncto artikel 215, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) zonder uitsluiting van de mogelijkheid om een schriftelijk verzoek in te dienen, of

B) verplicht schriftelijk bij de rechter van de rechtbank van eerste aanleg in de vorm van een verzoek gericht aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, dat de volgende gegevens moet bevatten:

  1. het gerecht waarbij het verzoek wordt ingediend (civiele districtsrechtbank of rechtbank van eerste aanleg);
  2. het type rechtsinstrument, namelijk "Verzoek om een betalingsbevel";
  3. de voornaam, naam, naam van de vader en woonplaats van alle partijen: de schuldeiser en de schuldenaar – en/of hun wettelijke vertegenwoordigers en, indien het rechtspersonen betreft, hun handelsnaam en maatschappelijke zetel;
  4. het voorwerp van het rechtsinstrument, op duidelijke, welomschreven, beknopte en leesbare wijze, in het Grieks geschreven – als het verzoek documenten in een vreemde taal bevat (bijvoorbeeld facturen in een vreemde taal), moet een gelegaliseerde vertaling daarvan worden verstrekt;
  5. de datum en handtekening van de partij of haar wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde vertegenwoordiger en, indien de aanwezigheid van een advocaat verplicht is, de handtekening van de advocaat;
  6. het adres en met name de straat en het nummer van de woning, het kantoor of de winkel van de partij die de rechtsvordering instelt, haar wettelijke vertegenwoordiger en haar gemachtigde vertegenwoordiger;
  7. een verzoek om een betalingsbevel, en
  8. de vordering en het precieze bedrag aan geld of waardepapieren, samen met de over de gevraagde betaling verschuldigde rente (artikel 626, leden 1 en 2, juncto artikel 118 en artikel 119, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Nee, het gebruik van een standaardformulier is niet verplicht.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Ja, als het verzoek wordt ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg en betrekking heeft op vorderingen van meer dan twintigduizend euro (20 000 EUR), of bij de civiele districtsrechtbank voor vorderingen tussen twaalfduizend euro (12 000 EUR) en twintigduizend euro (20 000 EUR).

Als het verzoek wordt ingediend bij de civiele districtsrechtbank en betrekking heeft op een vordering van maximaal twaalfduizend euro (12 000 EUR), kan de partij een gerechtelijke procedure aanspannen of zich in een gerechtelijke procedure verdedigen zonder door een gemachtigde advocaat te worden vertegenwoordigd (artikel 94 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

In het verzoek om een betalingsbevel moet ten minste summier worden aangegeven van welk soort rechtshandeling de vordering (= schuld) het gevolg is, bijvoorbeeld vorderingen uit hoofde van lenings- of verkoopcontracten, leasevorderingen of uitstaande cheques. Het type overeenkomst of rechtshandeling in het algemeen is ook de grondslag voor de uit te voeren betaling; en daaruit moet ook het exacte tijdstip van het ontstaan van de verplichting blijken, bijvoorbeeld het tijdstip waarop de schuldenaar het gevraagde bedrag had moeten betalen maar dat niet heeft gedaan. In het verzoek moet vervolgens worden verwezen naar de overgelegde documenten waaruit, volgens dat verzoek, de aard en het bedrag van de vordering blijken.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Het verzoek om een betalingsbevel kan slechts met documenten worden gestaafd, aangezien er in het kader van deze procedure geen getuigen kunnen worden gehoord. Deze documenten worden samen met het verzoek ingediend en ter griffie van het gerecht bewaard totdat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is verstreken, zodat de partij tegen wie het verzoek om een betalingsbevel is gericht - de schuldenaar - daarvan kennis kan nemen. Alle documenten (zowel persoonlijke als openbare documenten) met bewijskracht overeenkomstig de artikelen 432 tot en met 465 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, met inbegrip van effecten (bijvoorbeeld cheques of wissels), worden als bewijs aanvaard. In deze documenten moeten ondubbelzinnig de hoedanigheid en de gegevens (volledige naam) van de schuldeiser-begunstigde, de hoedanigheid en de gegevens van de schuldenaar, alsook de redenen en het bedrag van de vordering worden vermeld.

In het bijzonder wordt elk niet-openbaar document dat, met het oog op de bewijskracht ervan, volgens artikel 443 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering moet zijn voorzien van de handgeschreven handtekening van de opsteller ervan, beschouwd als een persoonlijk document en wordt elke persoon die uit hoofde van het document verplichtingen aangaat, als een opsteller beschouwd.

Elk document dat in de juiste vorm is opgesteld door een ambtenaar of een persoon die openbare diensten verricht, wordt beschouwd als een openbaar document (bijvoorbeeld een notariële akte).

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het verzoek wordt afgewezen:

A) indien niet aan de wettelijke vereisten voor het uitvaardigen van het betalingsbevel is voldaan, en dus indien de vordering of het bedrag ervan en de schuldenaar of begunstigde niet onmiddellijk en ondubbelzinnig uit de begeleidende documenten blijken, of

B) indien de verzoeker niet de door de rechter gevraagde toelichting verstrekt of weigert gevolg te geven aan de instructies betreffende het invullen of corrigeren van zijn verzoek of betreffende de legalisatie van de handtekeningen op verstrekte persoonlijke documenten (de artikelen 628 en 627 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De bevoegde rechter kan de verzoeker vragen om nadere gegevens of documenten te verstrekken en/of correcties aan te brengen. Als de verzoeker hier geen gevolg aan geeft, wordt zijn verzoek om die reden afgewezen.

De afwijzing wordt onderaan het verzoekschrift vermeld en de weigeringsgrond wordt summier beschreven. Dit betekent dat de bevoegde rechter geen uitspraak doet en dat tegen deze aantekening dus geen beroep kan worden ingesteld. Uiteraard kan de verzoeker-schuldeiser nog steeds een gewone rechtsvordering met betrekking tot zijn vordering instellen (zie punt 1.1.3 hierboven) of een nieuw verzoek om een betalingsbevel indienen (artikel 628, lid 3, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.5 Hoger beroep

Er kan geen beroep worden aangetekend indien het verzoek om een betalingsbevel wordt afgewezen.

1.6 Aanvechten van de vordering

Indien het verzoek om een betalingsbevel wordt ingewilligd en een betalingsbevel wordt uitgevaardigd, kan de schuldenaar tegen wie het is gericht een bezwaarschrift tegen het betalingsbevel indienen binnen vijftien (15) werkdagen na de datum van betekening van het betalingsbevel (artikel 632, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Het bezwaarschrift kan ook worden ingediend vóór de betekening van het betalingsbevel.

De rechtbank die ratione loci en ratione materiae bevoegd is, is de rechtbank (een civiele districtsrechtbank of een rechtbank van eerste aanleg) die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd.

Het bezwaarschrift zal worden behandeld (artikel 632, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) overeenkomstig de gecombineerde bepalingen van de artikelen 643, 649 en 650 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, die onder de bijzondere procedures voor schuldbewijzen en pachtgeschillen vallen, in samenhang met de bepalingen inzake gewone procedures die niet in strijd zijn met de bepalingen inzake voornoemde bijzondere procedures (artikel 591, lid 1, onder a), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Het bezwaarschrift moet op straffe van niet-ontvankelijkheid worden betekend binnen een termijn van vijftien (15) werkdagen aan de advocaat die het verzoek om het betalingsbevel heeft ondertekend of op het adres van de betrokken persoon, zoals vermeld in het betalingsbevel, tenzij via een officieel document kennis is gegeven van een adreswijziging (artikel 632, lid 1, onder b), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

De tenuitvoerlegging van het betalingsbevel, dat een direct afdwingbaar instrument is, wordt niet opgeschort door het indienen van een bezwaarschrift (artikel 631 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd, kan echter, met gebruikmaking van de procedure voor voorlopige maatregelen van artikel 686 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en na indiening van een verzoek door de partij tegen wie het betalingsbevel is gericht, de opschorting gelasten, met of zonder zekerheidstelling of voorwaardelijk, totdat de definitieve beslissing over het ingediende bezwaarschrift is gegeven.

De voorwaarden voor aanvaarding van het verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van het betalingsbevel zijn de volgende: a) tijdige indiening van het bezwaarschrift en b) de verwachting dat ten minste één reden van het bezwaarschrift zal worden aanvaard.

Het vonnis waarbij de opschorting wordt gelast, heeft tot gevolg dat het betalingsbevel niet meer uitvoerbaar is en verzwakt de afdwingbaarheid ervan als rechtsinstrument.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Als een bezwaarschrift niet tijdig is ingediend (binnen vijftien dagen na de betekening van het betalingsbevel), kan de partij ten gunste van wie het betalingsbevel is uitgevaardigd het bevel opnieuw laten betekenen aan de schuldenaar, die een tweede keer in de gelegenheid wordt gesteld een bezwaarschrift in te dienen. De schuldenaar kan een bezwaarschrift indienen binnen tien werkdagen na de datum van de nieuwe betekening. In dat geval kan de bovenbedoelde opschorting niet worden gelast (zie punt 1.7).

Als ook deze termijn van tien dagen wordt overschreden, krijgt het betalingsbevel kracht van gewijsde, wat betekent dat niet alleen het betalingsbevel maar ook de vordering volledig geldig is, op basis van de feitelijke en juridische gronden die in het betalingsbevel zijn vermeld.

Het in kracht van gewijsde gaan van een betalingsbevel waartegen niet tijdig een bezwaarschrift is ingediend, kan slechts worden aangevochten met een buitengewoon rechtsmiddel (de heropening van de zaak). Dit rechtsmiddel kan op zeer beperkte, hoofdzakelijk formele gronden (artikel 633, lid 2, en artikel 544 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) en binnen de in artikel 544, leden 3 en 4, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering vastgestelde termijn worden ingesteld voor de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het betalingsbevel is een rechtsinstrument dat vanaf de datum van uitvaardiging uitvoerbaar is (artikel 631 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Er zijn dus geen andere rechtshandelingen nodig opdat het betalingsbevel uitvoerbaar zou worden; als er geen opschorting van de tenuitvoerlegging wordt gelast, wordt de tenuitvoerleggingsprocedure gestart op de hieronder beschreven wijze.

Het bevel tot tenuitvoerlegging wordt aan het oorspronkelijke betalingsbevel gehecht, waarbij de tekst van het betalingsbevel wordt voorafgegaan door de zinsnede "In naam van het Griekse volk" en wordt gevolgd door de zinsnede "Elke deurwaarder wordt gelast deze beslissing enz. ten uitvoer te leggen". Vervolgens wordt een officieel afschrift (executoriale titel) ervan afgegeven en wordt een bevel tot betaling van het bedrag van het betalingsbevel aan de schuldenaar betekend.

Als het betalingsbevel echter niet binnen twee (2) maanden na de uitvaardiging ervan wordt betekend, is het niet meer van kracht (artikel 630 A van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

De beslissing over het bezwaarschrift is niet definitief en is dus vatbaar voor beroep.

Laatste update: 27/07/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Spanje

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Ja, er is een betalingsbevelprocedure. Het hoofddoel ervan is de voldoening van vorderingen van schuldeisers via een afdwingbaar instrument voor schulden die aan een aantal wettelijke vereisten voldoen.

De griffiers (Letrados de la Administración de Justicia) zijn bevoegd om betalingsbevelprocedures te behandelen en daarover een beslissing te nemen overeenkomstig de procedures van het procesrecht.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Het is van toepassing op geldschulden die vaststaand, vervallen en opeisbaar zijn voor een bepaald bedrag. Sinds 31 oktober 2011 geldt er geen limiet meer voor het betrokken bedrag. De schuld moet op een van de volgende wijzen worden aangetoond:

a) door middel van documenten, ongeacht de vorm, het type of de fysieke drager ervan, ondertekend door de schuldenaar of voorzien van de stempel, het merkteken of het handelsmerk van de schuldenaar of enig ander fysiek of elektronisch teken;

b) door middel van facturen, leveringsbonnen, certificaten, telegrammen, faxen of andere documenten die, zelfs indien zij eenzijdig door de schuldeiser zijn opgesteld, gewoonlijk worden gebruikt voor het documenteren van kredieten en schulden in relaties van het type dat tussen de schuldeiser en de schuldenaar bestaat;

c) door, samen met het document waarin de schuld is vastgelegd, handelsdocumenten te verstrekken waaruit het bestaan van een reeds lang bestaande relatie blijkt;

d) door, in zaken met betrekking tot onroerend goed in mede-eigendom (propiedad horizontal), het bewijs van de schuld te leveren in de vorm van bewijsstukken betreffende de niet-betaling van bedragen die verschuldigd waren voor gemeenschappelijke kosten die door de eigenaars van stedelijk onroerend goed moeten worden betaald.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee, sinds 31 oktober 2011 is er geen bovengrens meer.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Nee, behalve voor schulden wegens niet-betaling van gemeenschappelijke kosten die verschuldigd zijn door eigenaren van stedelijk onroerend goed of stedelijke condominiums, aangezien in dit geval het gerecht van de plaats waar het onroerend goed gelegen is ook bevoegd is, naar keuze van de verzoeker.

1.2 Bevoegde rechtbank

De rechtbank van eerste aanleg in de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar, of in de plaats waar het stedelijk onroerend goed waarop de regelgeving inzake stedelijk onroerend goed in mede-eigendom van toepassing is, gelegen is.

1.3 Vormvoorwaarden

De eiser moet een schriftelijke vordering indienen waarin de schuldeiser en de schuldenaar worden geïdentificeerd, met beknopte informatie over de oorsprong van de schuld en het bedrag.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Standaardformulieren zijn niet verplicht, maar zijn wel verkrijgbaar bij het kantoor van de betrokken deken (decanatos) of bij "gemeenschappelijke procesdiensten". Het formulier kan worden gedownload via de volgende link: De link wordt in een nieuw venster geopend.formulier.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Bij de indiening van het oorspronkelijke verzoek om een betalingsbevelprocedure is het niet nodig zich te laten vertegenwoordigen door een vertegenwoordiger van het gerecht of een wettelijk vertegenwoordiger. Als de verzoeker zich door een advocaat wil laten verdedigen, moet de andere partij hiervan op de hoogte worden gebracht zodat zij alle stappen kan ondernemen die zij voor haar verdediging nodig acht.

In geval van een bezwaar door de schuldenaar of een tenuitvoerleggingsprocedure is wettelijke vertegenwoordiging door een advocaat en een vertegenwoordiger van het gerecht verplicht indien het bedrag van de vordering hoger is dan 2 000 EUR.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Er moet kort worden toegelicht hoe de schuld is ontstaan.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Zie punt 1.1.1 hierboven.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Als niet aan de bovengenoemde vereisten inzake territoriale bevoegdheid en het verstrekken van voorlopig bewijsmateriaal wordt voldaan, of als een vormgebrek niet wordt verholpen, zal de rechtbank het verzoek afwijzen. Tegen een beslissing tot afwijzing van het verzoek kan beroep worden aangetekend bij de provinciale rechtbank (Audiencia Provincial).

Bij overeenkomsten tussen handelaren en consumenten moet de rechter ambtshalve nagaan of er al dan niet sprake is van oneerlijke bedingen. Indien de rechter, na de partijen te hebben gehoord, van oordeel is dat er sprake is van oneerlijke bedingen, bepaalt hij wat de gevolgen van deze conclusie zijn, die kan leiden tot de niet-ontvankelijkheid van de vordering of de voortzetting van de procedure zonder dat de oneerlijke bedingen worden toegepast. Tegen deze beslissing kan ook beroep worden aangetekend bij de provinciale rechtbank (Audiencia Provincial).

1.5 Hoger beroep

Tegen een beslissing tot afwijzing van het verzoek kan beroep worden aangetekend bij de provinciale rechtbank. Het beroep moet binnen twintig dagen bij de oorspronkelijke rechtbank worden ingesteld.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar beschikt over een termijn van twintig dagen, te rekenen vanaf de datum van de aanmaning tot 15.00 uur op de dag na het verstrijken van die termijn, om te betalen of bezwaar aan te tekenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend. Het is niet mogelijk om dit mondeling voor de rechter te doen. Als het bedrag van de vordering hoger is dan 2 000 EUR, moet het bezwaarschrift worden ondertekend door een advocaat en een vertegenwoordiger van het gerecht. Er zijn geen specifieke gronden voor beroep, en de schuldenaar kan zowel inhoudelijke als zuiver formele of procedurele gronden aanvoeren.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

vertegenwoordiger van het gerecht. Er zijn geen specifieke gronden voor beroep, en de schuldenaar kan zowel inhoudelijke als zuiver formele of procedurele gronden aanvoeren.

1.7 Consecuencias de la oposición del deudor

Als het bedrag van de vordering niet hoger is dan 6 000 EUR, zal de griffier gelasten de betalingsbevelprocedure te beëindigen en verklaren dat de zaak volgens de versnelde procedure moet worden behandeld. Het bezwaarschrift wordt betekend aan de verzoeker, die tien dagen de tijd heeft om op zijn beurt bezwaar aan te tekenen. De partijen kunnen in hun respectieve bezwaren om een rechtszitting verzoeken.

Als het bedrag van de vordering hoger is dan 6 000 EUR en de verzoeker de vordering niet binnen één maand na betekening van het aan hem gerichte bezwaarschrift indient, wordt de procedure geseponeerd en wordt de verzoeker in de kosten verwezen.

Als de verzoeker een vordering instelt, wordt deze aan de verweerder betekend. De verweerder heeft dan twintig dagen de tijd om de vordering te betwisten, en de zaak wordt volgens de gewone procedure voortgezet.

Als het bedrag van de vordering hoger is dan 6 000 EUR, zal de rechtbank de schuldeiser één maand de tijd gunnen om een vordering in te dienen in het kader van de gewone procedure.

Als de schuldeiser, gelet op de in het bezwaarschrift aangevoerde argumenten, de gewone procedure niet wenst voort te zetten, moet hij de vordering uitdrukkelijk intrekken.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Als de schuldenaar niet op de aanmaning reageert of niet verschijnt, vaardigt de griffier een bevel tot beëindiging van de betalingsbevelprocedure uit en stelt hij de schuldeiser in kennis van dat bevel teneinde de schuldeiser in staat te stellen te starten met de tenuitvoerlegging, wat hij door middel van een eenvoudig verzoek kan doen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De schuldeiser moet een verzoek tot tenuitvoerlegging indienen. Als het bedrag hoger is dan 2 000 EUR moet het verzoek worden ondertekend door een advocaat en een vertegenwoordiger van het gerecht.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Er is geen beroep mogelijk. De enige mogelijkheid is om op specifieke gronden bezwaar aan te tekenen tegen de tenuitvoerlegging.

Laatste update: 28/09/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Frankrijk

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

De artikelen 1405 tot en met 1425 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering voorzien in een vereenvoudigde betalingsbevelprocedure (procédure d’injonction de payer).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De procedure is beschikbaar voor de invordering van alle vorderingen van contractuele of wettelijke aard die betrekking hebben op een vast bedrag.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

De procedure is beschikbaar voor de invordering van alle vorderingen van contractuele of wettelijke aard die betrekking hebben op een vast bedrag.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De procedure is facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Een dergelijke procedure moet aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank die bevoegd is in de woonplaats van de schuldenaar of een van de betrokken schuldenaren, wat betekent dat geen beroep kan worden gedaan op de procedure als de enige schuldenaar in het buitenland woont.

1.2 Bevoegde rechtbank

Het verzoek moet worden ingediend bij de districtsrechtbank (tribunal d’instance), de plaatselijke rechtbank (juridiction de proximité), de voorzitter van de handelsrechtbank (tribunal de commerce) of, sinds 1 januari 2013, de voorzitter van de regionale rechtbank (tribunal de grande instance), afhankelijk van welke rechtbank bevoegd is in de desbetreffende zaak.

Het gerecht van de woonplaats van de schuldenaar of een van de schuldenaren tegen wie een procedure is ingesteld, is exclusief bevoegd. Dit is een regel van openbare orde (ordre public), en de rechter moet ambtshalve nagaan of hij wel bevoegd is.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

De formele vereisten betreffen een lijst van bepaalde gegevens die in het verzoek moeten worden opgenomen:

  • de namen, voornamen, beroepen en thuisadressen (domiciles) van de schuldeisers en schuldenaren of, voor rechtspersonen, hun rechtsvorm, naam en statutaire zetel;
  • een nauwkeurige opgave van het gevorderde bedrag, met een uitsplitsing van de verschillende componenten van de schuldvordering, en de basis ervan.

Er is een formulier dat weliswaar facultatief is, maar sterk wordt aanbevolen. Dit is een CERFA-formulier dat beschikbaar is op de website van het ministerie van Justitie en bij de griffie (greffe) van alle betrokken rechtbanken.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Het verzoek kan door de schuldeiser zelf of door een vertegenwoordiger worden ingediend.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De reden voor de vordering hoeft niet in detail te worden uiteengezet; een beknopte uiteenzetting volstaat (zie antwoord 1.3.1 hierboven).

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Het verzoek moet vergezeld gaan van bewijsstukken waaruit de geldigheid van de vordering blijkt (facturen, leaseovereenkomst, koopcontract, kredietovereenkomst, uittreksels enz.). De regels van het gemene recht betreffende de burgerlijke rechtsvordering zijn van toepassing.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Alvorens een betalingsbevel uit te vaardigen, onderzoekt de rechter de geldigheid van het verzoek en kan hij het geheel of gedeeltelijk afwijzen indien hij van oordeel is dat de vordering ongegrond is.

1.5 Hoger beroep

Wordt het verzoek afgewezen, dan heeft de schuldeiser geen recht van beroep maar staat het hem vrij om de procedures van het gemene recht te volgen, d.w.z. om een vordering tot betaling van een schuld op de gewone wijze in te stellen.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar beschikt over een termijn van één maand om bezwaar aan te tekenen (former opposition), hetzij in persoon ten kantore van de griffie van de rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd, hetzij per aangetekend schrijven gericht aan dezelfde griffie. Voor een dergelijk bezwaar gelden er geen andere vereisten.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Met de indiening van een bezwaarschrift wordt de procedure ingeleid. De griffier van de rechtbank roept alle partijen (ook zij die geen bezwaar hebben aangetekend) ter terechtzitting op. Binnen de grenzen van haar bevoegdheid zal de rechtbank zich niet alleen uitspreken over het oorspronkelijke verzoek maar ook over elk aanvullend verzoek en over het verweer ten gronde.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Eén maand na de kennisgeving dient de schuldeiser bij de griffie van de rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd een verzoek tot aanbrenging van de formule van tenuitvoerlegging in. Voor dit verzoek gelden er geen formele vereisten (de schuldeiser kan eenvoudigweg een verklaring afleggen of een brief per gewone post sturen). De aanbrenging van de formule van tenuitvoerlegging verleent het betalingsbevel de rechtskracht van een op tegenspraak gewezen vonnis.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Tegen de beslissing staat er geen gewoon rechtsmiddel open (appel) en is er geen beroep over een rechtsvraag bij het Hof van Cassatie (pourvoi en cassation) mogelijk. De enige mogelijke aanvechting bestaat erin bij het Hof van Cassatie beroep over een rechtsvraag in te stellen betreffende de wijze waarop de formule van tenuitvoerlegging door de griffier van de rechtbank is aangebracht.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Website van het ministerie van Justitie

De link wordt in een nieuw venster geopend.Website van Legifrance

Laatste update: 26/07/2018

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Kroatisch) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

Europees betalingsbevel - Kroatië

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

De Republiek Kroatië past het Europees betalingsbevel toe. De procedure voor het uitvaardigen van dergelijke betalingsbevelen is geregeld in het Kroatische wetboek op de burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku) (staatsblad van de Republiek Kroatië (Narodne novine) nrs. 53/91, 91/92, 112/99, 129/00, 88/01, 117/03, 88/05, 2/07, 96/08, 84/08, 123/08, 57/11, 25/13, 89/14 en 70/19) en de regels inzake de wijze van indiening van een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel en indiening van een verweerschrift tegen een Europees betalingsbevel (Pravilnik o načinu podnošenja zahtjeva za izdavanje europskog platnog naloga i prigovora protiv europskog platnog naloga) (staatsblad van de Republiek Kroatië nr. 124/13).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De Europese betalingsbevelprocedure is ingevoerd voor de inning van geldvorderingen voor een specifiek bedrag, die opeisbaar zijn op het tijdstip waarop het verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend. Met Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna “Verordening (EG) nr. 1896/2006” genoemd) is een Europese betalingsbevelprocedure ingevoerd. Deze verordening is van toepassing in grensoverschrijdende juridische zaken voor burgerlijke en handelsrechtbanken, ongeacht het type rechtbank, met de afwijkingen waarin de verordening voorziet.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Het verzoek betreft geldvorderingen. Een verzoek kan alleen betrekking hebben op vorderingen die contractuele of niet-contractuele verplichtingen vormen en die nominaal worden vastgesteld.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er is geen bovengrens met betrekking tot de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure is niet verplicht omdat de eiser vrij kan beslissen op welke wijze hij zijn vordering indient, zolang deze maar niet in strijd is met de dwingende voorschriften en de regels inzake openbare zedelijkheid. Indien aan alle voorwaarden voor de uitvaardiging van een betalingsbevel is voldaan, zal de rechter het uitvaardigen, ook wanneer de eiser in zijn vordering niet heeft verzocht om de uitvaardiging van een betalingsbevel. De rechter is dus verplicht een betalingsbevel uit te vaardigen indien aan de voorwaarden voor de uitvaardiging ervan is voldaan.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja.

1.2 Bevoegde rechtbank

De gemeentelijke rechtbank (općinski sud), of de handelsrechtbank (trgovački sud), indien het zaken betreft die onder de materiële bevoegdheid van de handelsrechtbanken vallen, in het rechtsgebied waarvan de verweerder woont of verblijft, of de rechtbank bevoegd is om te beslissen over verzoeken om uitvaardiging of heroverweging van het Europees betalingsbevel of om te beslissen over de uitvoerbaarheid van een dergelijk betalingsbevel overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1896/2006.

1.3 Vormvoorwaarden

Het verzoek om een Europees betalingsbevel en het verweerschrift tegen het betalingsbevel kunnen alleen in machineleesbare vorm worden ingediend indien de rechtbank van oordeel is dat deze stukken geschikt zijn voor machinale verwerking. Het aanvraagformulier kan worden ingediend op papier of via elk ander communicatiemiddel dat door het gerecht wordt aanvaard.

De wijze waarop verzoeken om een Europees betalingsbevel en verweerschriften tegen dit betalingsbevel worden ingediend, is vastgesteld in de regels inzake de wijze van indiening van een verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel en indiening van een verweerschrift tegen een Europees betalingsbevel (staatsblad van de Republiek Kroatië nr. 124/13; hierna “regels” genoemd), die op 17 oktober 2013 in werking zijn getreden.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Het verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel en het verweerschrift tegen het betalingsbevel moeten op de in Verordening (EG) nr. 1896/2006 voorgeschreven formulieren bij de bevoegde rechtbank worden ingediend. Daarom is het gebruik van een standaardformulier in de procedure voor de uitvaardiging van een Europees betalingsbevel verplicht. De formulieren kunnen worden gedownload via het Europees e-Justitieportaal.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Elke natuurlijke of rechtspersoon mag vrij kiezen of hij in de procedure zichzelf vertegenwoordigt dan wel zich door een tussenpersoon, gewoonlijk een advocaat, laat vertegenwoordigen. Vertegenwoordiging door een advocaat is dus niet verplicht in de procedure voor de uitvaardiging van een Europees betalingsbevel.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De partij is verplicht formulier A (verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel) in machineleesbare vorm in te vullen. Op het formulier kan de partij verklaringen afleggen en aanvullende informatie verstrekken om, indien van toepassing, haar vordering verder te onderbouwen.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Conform punt 10 van formulier A moet de partij het bewijsmateriaal waarover zij beschikt, bijvoegen en moet zij het specifieke bewijsmateriaal nader beschrijven. Het bewijsmateriaal en de bewijsverkrijging zijn geregeld in de artikelen 219 tot en met 271 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en de rechter beslist met welke van de overgelegde bewijzen rekening moet worden gehouden om de relevante feiten vast te stellen en te beoordelen. Daarnaast bepaalt de rechter naar eigen goeddunken welke feiten hij na een gewetensvolle en zorgvuldige beoordeling van alle bewijsstukken, zowel afzonderlijk als in hun geheel, en rekening houdend met de resultaten van de gehele procedure bewezen acht.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De algemene regel van artikel 109 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is van toepassing op de afwijzing van verzoeken. In dit artikel is bepaald dat als het verzoek niet begrijpelijk is of niet alles bevat wat nodig is om daaraan gevolg te geven, de rechter de indienende partij zal gelasten om het ingediende verzoek te corrigeren, dat wil zeggen te wijzigen in overeenstemming met de verstrekte instructies, en hij het verzoek zal terugsturen met het oog op de correctie of wijziging ervan. Het ingediende verzoek wordt geacht te zijn ingetrokken als het niet binnen de gestelde termijn en gecorrigeerd overeenkomstig de van de rechter ontvangen instructies wordt teruggezonden naar de rechtbank. Als het ingediende verzoek zonder correctie of wijziging wordt teruggezonden, wordt het afgewezen.

1.5 Hoger beroep

Een verweerschrift is een rechtsmiddel dat de verweerder ter beschikking staat, wanneer er een verzoek om een Europees betalingsbevel is ingediend. Bovendien hebben partijen in uitzonderingsgevallen de mogelijkheid om om heroverweging van het Europees betalingsbevel te verzoeken overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1896/2006, met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden.

1.6 Aanvechten van de vordering

De verweerder kan bij het gerecht van oorsprong een bezwaarschrift tegen het Europees betalingsbevel indienen door middel van standaardformulier F, dat samen met het Europees betalingsbevel aan de verweerder wordt verstrekt. Het verweerschrift moet worden verstuurd binnen 30 dagen na de betekening van het betalingsbevel aan de verweerder, en de verweerder moet in het verweerschrift aangeven dat hij de vordering betwist, zonder dat hij daarvoor redenen hoeft te vermelden.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Indien de verweerder een verweerschrift indient tegen het Europees betalingsbevel in de zin van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1896/2006, wordt de procedure voortgezet overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, voor zover deze van toepassing zijn, en indien dat niet het geval is, op grond van de bepalingen in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering over verweerschriften tegen een Europees betalingsbevel (artikelen 445 bis en 451-456), met inachtneming van het bepaalde in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1896/2006.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Als binnen 30 dagen na de betekening van het betalingsbevel aan de verweerder, rekening houdend met de termijn voor de ontvangst van een verweerschrift, geen verweerschrift bij de rechtbank is ingediend, moet de rechter het Europees betalingsbevel uitvoerbaar verklaren door gebruik te maken van standaardformulier G.

Een uitvoerbaar Europees betalingsbevel (artikelen 18 en 19 van Verordening (EG) nr. 1896/2006), uitgevaardigd door een rechtbank in de Europese Unie, is een executoriale titel op grond waarvan in de Republiek Kroatië om tenuitvoerlegging kan worden verzocht op dezelfde wijze als op grond van een uitvoerbare beslissing van een Kroatische rechtbank.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

In de regel moet de eiser de rechter uitdrukkelijk verzoeken om een certificaat van uitvoerbaarheid af te geven. De rechter verklaart het Europees betalingsbevel uitvoerbaar door gebruik te maken van het standaardformulier G.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Op grond van artikel 507, punt n), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan de verweerder om een heroverweging verzoeken van het Europees betalingsbevel dat is uitgevaardigd in de Republiek Kroatië, overeenkomst artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1896/2006. De rechter die over het verzoek beslist, kan, op verzoek van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging wordt verzocht, de tenuitvoerlegging uitstellen overeenkomstig de regels voor gedwongen tenuitvoerlegging die van toepassing zijn. Een beroep tegen een bevel tot tenuitvoerlegging om redenen die verband houden met de vordering die in het Europees betalingsbevel is vastgelegd, is slechts toegestaan indien die redenen zich na de betekening van het betreffende betalingsbevel hebben voorgedaan en niet meer in het verweerschrift konden worden aangevoerd overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1896/2006.

Laatste update: 12/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Italië

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Krachtens het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Codice di procedura civile) kan een kort geding ook een procedure voor betalingsbevelen (procedimento di ingiunzione) (artikelen 633 e.v.) omvatten. Dit is een ex parte procedure, aangezien het gerecht uitspraak doet over het verzoekschrift van de schuldeiser zonder de schuldenaar te horen of deze in de gelegenheid te stellen te reageren.

De schuldenaar wordt naderhand gehoord, indien hij of zij opkomt tegen het betalingsbevel.

Een verzoek om een betalingsbevel kan alleen voor bepaalde vorderingen worden gedaan (vordering tot betaling van een geldbedrag of tot levering van een specifieke hoeveelheid vervangbare zaken, enz.), en met inachtneming van specifieke voorwaarden als beschreven in het burgerlijk wetboek (Codice civile) (bijv. de schuldeiser moet een schriftelijk bewijs van de vordering overleggen).

Indien de rechtbank waarbij de vordering aanhangig is deze gegrond verklaart, wordt de schuldenaar gelast om het geldbedrag binnen een bepaalde termijn (gewoonlijk 40 dagen) te betalen. Daarnaast wordt de schuldenaar medegedeeld dat hij of zij het bevel binnen dezelfde termijn kan aanvechten en dat het betalingsbevel, indien er geen bezwaar wordt ingediend, definitief en afdwingbaar wordt.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De procedure is van toepassing op vorderingen van schuldeisers tot betaling van een geldbedrag of de levering van een specifieke hoeveelheid vervangbare zaken of van eenieder die het recht heeft om een specifieke roerende zaak te ontvangen.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Indien de procedure verband houdt met een vordering op een geldbedrag, moet dit bedrag precies worden vastgesteld. In feite worden hierdoor mogelijke verzoeken om een betalingsbevel uitgesloten voor niet uit overeenkomst voortvloeiende vorderingen, bijvoorbeeld vorderingen tot vergoeding van schade die is geleden als gevolg van een onrechtmatige daad.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee, er is geen bovengrens. Er kan om een betalingsbevel worden verzocht ongeacht de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Een beroep op de betalingsbevelprocedure is facultatief. De schuldeiser kan te allen tijde een gewone vordering instellen.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja.

1.2 Bevoegde rechtbank

Om een betalingsbevel moet worden verzocht bij de vrederechter (giudice di pace) of de algemene rechter (tribunale) die bevoegd is in gewone procedures. De vrederechter is uitsluitend bevoegd voor kleine vorderingen, overeenkomstig de criteria die zijn vastgesteld in artikel 7 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Indien het verzoekschrift bij de algemene rechtbank wordt ingediend, bestaat het gerecht uit één rechter.

Vorderingen inzake de kosten van geleverde juridische diensten, hetzij in de rechtbank hetzij daarbuiten, of tot vergoeding van de kosten die zijn gemaakt door advocaten, deurwaarders of ieder ander die diensten heeft geleverd tijdens een gerechtelijke procedure, worden onderzocht door het gerecht dat de zaak heeft gehoord waarop de vordering van de schuldeiser betrekking heeft.

Advocaten kunnen verzoeken om een betalingsbevel tegen hun cliënten bij het gerecht van de plaats waar ze staan ingeschreven bij de orde van advocaten (consiglio dell’ordine). Ook notarissen kunnen vorderingen instellen bij het gerecht van de plaats waar ze staan ingeschreven bij de orde van notarissen (consiglio notarile) (zie ook het informatieblad over ‘Rechterlijke bevoegdheid’).

1.3 Vormvoorwaarden

De vordering tot betaling moet de informatie omvatten die is vastgesteld in artikel 638 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering en moet samen met de daarbij gevoegde stukken worden ingediend bij de griffie. Artikel 16 bis van wetsbesluit nr. 179 van 18 oktober 2012 (omgezet bij wet nr. 221 van 17 december 2012) bepaalt: “Vanaf 30 juni 2014 vindt in procedures voor de rechtbank als bedoeld in boek IV, titel I, hoofdstuk I, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, het stellen van proceshandelingen en het indienen van memories en stukken uitsluitend langs elektronische weg plaats (behalve wanneer het om bezwaren gaat).” Derhalve worden voor alle verzoeken voor een ex parte procedure na 30 juni 2014, de op papier ingediende stukken als niet-ontvankelijk beschouwd. Voor Europese betalingsbevelen is, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1896/2006, artikel 16 bis van wetsbesluit nr. 179/2012, niet van toepassing; daarom moeten verzoeken om een dergelijk bevel op papier, en niet langs elektronische weg worden ingediend.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Nee, er is geen speciaal formulier.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

In de regel is dat zo. In bepaalde zaken mag de eiser echter voor zichzelf optreden voor het gerecht. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de vordering door de vrederechter wordt behandeld en betrekking heeft op een bedrag van ten hoogste 1 100 EUR. Dat is ook het geval wanneer de eiser de bevoegdheid heeft om als advocaat op treden voor het gerecht dat de zaak behandelt.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

In het verzoekschrift moet de met redenen omklede vordering uiteen worden gezet. De gronden voor de vordering hoeven niet gedetailleerd te zijn; er kan in dit verband worden volstaan met een samenvatting van de relevante feiten en stukken.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Ja. Schriftelijk bewijsmateriaal voor de vordering omvat met name schriftelijke bevestigingen van levering en eenzijdige beloften. Indien de vordering verband houdt met de levering van goederen of diensten en deze levering is gedaan door een bedrijf aan een ander bedrijf of aan een persoon die niet bedrijfs- of beroepsmatig handelt, kan schriftelijk bewijs van de vordering ook bestaan uit authentieke afschriften van de boekhouding van het schuldeisende bedrijf, mits deze regelmatig en overeenkomstig de wettelijke voorwaarden is gevoerd. Ook handelsfacturen kunnen passend schriftelijk bewijs vormen van de vordering, mits ze vergezeld gaan van een afgestempeld afschrift van het rekeningenregister van de eiser.

In verband met vorderingen inzake de honoraria en vergoedingen van advocaten, notarissen en andere beroepsbeoefenaren, alsmede vorderingen van staats- en overheidsdiensten gelden bijzondere voorschriften voor de bewijsstukken.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Indien de rechter vaststelt dat de vordering onvoldoende is onderbouwd, wordt de eiser hiervan door de griffie in kennis gesteld en wordt de eiser verzocht om aanvullend bewijsmateriaal over te leggen. Indien de eiser niet reageert of het verzoekschrift niet intrekt, of indien dit niet kan worden aanvaard, zal de rechter dit in een met redenen omklede uitspraak afwijzen.

In dergelijke gevallen mag de vordering opnieuw worden ingediend via de bijzondere of de gewone procedure.

1.5 Hoger beroep

De afwijzing kan niet in beroep of cassatie worden aangevochten.

1.6 Aanvechten van de vordering

Indien de rechter een verzoekschrift aanvaardt en een betalingsbevel uitvaardigt, dient dat bevel aan de verweerder te worden betekend. In Italië moet die betekening binnen 60 dagen na de uitspraak gebeuren, in het buitenland binnen 90 dagen.

Na ontvangst van het betalingsbevel heeft de schuldenaar 40 dagen de tijd om tegen de vordering op te komen.

Indien daar een gegronde reden voor is, kan de termijn voor het maken van bezwaar tegen de vordering worden verkort tot 10 dagen of verlengd tot 60 dagen. Indien de verweerder in een ander EU-land is gevestigd, bedraagt de termijn 50 dagen en kan deze worden verkort tot 20 dagen. Indien de verweerder buiten de EU is gevestigd, bedraagt de termijn 60 dagen en kan deze worden verkort tot 30 dagen of verlengd tot 120 dagen.

Ook na het verstrijken van de termijn kan de verweerder tegen de vordering opkomen, indien hij kan aantonen niet tijdig op de hoogte te zijn gesteld wegens onregelmatige betekening van het bevel of als gevolg van een onvoorziene gebeurtenis of overmacht. Na 10 dagen volgende op de eerste executiemaatregel kan niet meer tegen deze beslissing worden opgekomen.

Bezwaar tegen het bevel (opposizione) wordt aangetekend bij het gerecht dat dit heeft uitgevaardigd, door middel van een dagvaarding (citazione) die wordt betekend aan de eiser op het adres dat is vermeld in het verzoekschrift. Deze dagvaarding moet de informatie bevatten die gebruikelijk is voor dagvaardingen in het algemeen. De bezwaarmaker moet met name de redenen voor zijn of haar bezwaar tegen de vordering geven.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Een dergelijk bezwaar wordt behandeld in een gewone procedure waarbij de geldigheid van de vordering tot betaling wordt onderzocht.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien binnen de voorgeschreven termijn geen bezwaar wordt gemaakt of indien de verweerder niet voor de rechtbank verschijnt, wordt het bevel door de rechter die het heeft uitgevaardigd, op vordering van de eiser uitvoerbaar verklaard.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Er zijn vier mogelijke scenario's.

Het eerste doet zich voor wanneer de termijn voor het maken van bezwaar tegen de vordering nog niet is verstreken. De verzoeker kan de rechter verzoeken om het bevel met onmiddellijke ingang uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit verzoek wordt alleen ingewilligd indien is voldaan aan de bijzondere voorwaarden voor uitvoerbaarheid bij voorraad in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, bijvoorbeeld indien de vordering is gebaseerd op een wisselbrief of cheque, of indien uitstel van de uitvoering de schuldeiser ernstige schade zou berokkenen. De rechter kan voor uitvoering bij voorraad in dit vroege stadium als voorwaarde stellen dat de schuldeiser een zekerheid stelt ten gunste van de schuldenaar.

Het tweede scenario doet zich voor wanneer de schuldenaar aan wie het betalingsbevel is betekend niet binnen de gestelde termijn bezwaar maakt. In dat geval kan de schuldeiser de rechter om tenuitvoerlegging van het bevel verzoeken.

Het derde scenario doet zich voor wanneer de schuldenaar bezwaar heeft aangetekend en de zaak nog aanhangig is. In dat geval kan de schuldeiser de rechter om uitvoering bij voorraad verzoeken. Dit verzoek wordt alleen toegewezen wanneer is voldaan aan de in het wetboek vastgestelde voorwaarden (bijv. wanneer het bezwaar niet wordt gestaafd door schriftelijk bewijsmateriaal). De rechter kan het bevel ook gedeeltelijk uitvoerbaar verklaren, d.w.z. tot het bedrag dat niet door de schuldenaar wordt bestreden. De rechter kan ook uitvoerbaarheid bij voorraad toewijzen indien de schuldeiser een zekerheid stelt die de eventuele vergoeding dekt, plus de kosten en de schadevergoeding.

Het vierde scenario doet zich voor wanneer het bezwaar wordt afgewezen: bij afwijzing van het bezwaar wordt het betalingsbevel uitvoerbaar, als dat niet al het geval was.

Betalingsbevelen die in een van de bovengenoemde scenario's uitvoerbaar zijn verklaard, geven de schuldeiser het recht om een gerechtelijke hypotheek op het vermogen van de schuldenaar te laten inschrijven.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

In uitzonderlijke, in de wet uitdrukkelijk geregelde, gevallen kan een bevel dat uitvoerbaar is geworden doordat de schuldenaar heeft verzuimd bezwaar te maken worden ingetrokken (bijv. als blijkt dat de beslissing van de rechter was gebaseerd op bewijsmateriaal waarvan naderhand is vastgesteld dat het vervalst is). Wanneer het betalingsbevel de rechten van een derde aantast, kan ook de derde bezwaar maken.

Tegen een uitspraak waarbij het geding wordt afgedaan kan beroep worden aangetekend volgens de gewone procedure.

Links

The Italian Constitution (EN)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.senato.it/sites/default/files/media-documents/COST_INGLESE.pdf

Le leggi e i codici italiani

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.normattiva.it/?language=en

Codice di procedura civile italiano

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.altalex.com/documents/codici-altalex/2015/01/02/codice-di-procedura-civile

The Code of administrative trial (EN)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia-amministrativa.it/cdsintra/wcm/idc/groups/public/documents/document/mday/mzk3/~edisp/nsiga_4276977.pdf

Code de justice administrative (FR)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia-amministrativa.it/cdsintra/wcm/idc/groups/public/documents/document/mday/njiz/~edisp/nsiga_4506451.pdf

Italienische Verwaltungsprozessordnung (DE)

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia-amministrativa.it/cdsintra/wcm/idc/groups/public/documents/document/mday/nda5/~edisp/nsiga_4289867.pdf

Il sistema giudiziario italiano

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.csm.it/web/csm-internet/magistratura/il-sistema-giudiziario=

Codice del processo tributario

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://def.finanze.it/DocTribFrontend/getAttoNormativoDetail.do?id=%7bECD81E71-D37B-4722-AA36-116B5BCB2232%7d

Ministero della Giustizia

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.giustizia.it/giustizia

Laatste update: 21/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Cyprus

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Er bestaat geen ander specifiek nationaal 'betalingsbevel' dan het bevel dat in Verordening (EG) nr. 1896/2006 is vastgesteld; ter uitvoering daarvan is een procedureverordening aangenomen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Niet van toepassing.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Niet van toepassing.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Niet van toepassing.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Niet van toepassing.

1.2 Bevoegde rechtbank

Niet van toepassing.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Niet van toepassing.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Niet van toepassing.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Niet van toepassing.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Niet van toepassing.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Niet van toepassing.

1.5 Hoger beroep

Niet van toepassing.

1.6 Aanvechten van de vordering

Niet van toepassing.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Niet van toepassing.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Niet van toepassing.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Niet van toepassing.

Laatste update: 07/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Letland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

In Letland is de gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen (hoofdstuk 50, artikelen 400-406, van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums) mogelijk, en de gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving (hoofdstuk 501, artikelen 4061-40610 van die wet).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen is toegestaan wanneer dit gebeurt op basis van:

  1. een overeenkomst betreffende vorderingen die zijn gedekt door een openbaar geregistreerde hypotheek of een zakelijk pandrecht;
  2. een notariële akte houdende een overeenkomst, of een overeenkomst met een aan een notariële akte gelijkgesteld rechtsgevolg, betreffende de betaling van een som geld of het terughalen van roerende zaken;
  3. een lease- of huurovereenkomst voor onroerend goed die is vastgelegd in een notariële akte of waarvan aantekening is gemaakt in het kadaster, op grond waarvan de leasenemer of huurder verplicht is, na het verstrijken van de vastgelegde termijn of bij niet-betaling van de lease/huur, tot betaling van de lease/huur en tot ontruiming van het geleasede of gehuurde onroerend goed;
  4. geprotesteerde promessen die niet de vorm van een notariële akte hebben.

De vermelde verbintenissen zijn niet vatbaar voor gedwongen tenuitvoerlegging wanneer:

  1. de tenuitvoerlegging is gericht tegen eigendom van een staat of van een lokale overheid;
  2. de verbintenis in de loop der tijd is vervallen, wanneer het einde van de termijn ontegenzeglijk uit de handeling zelf blijkt.

Gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is toegestaan voor betalingsverplichtingen die door een document worden gestaafd en invorderbaar zijn geworden, alsmede voor betalingsverplichtingen met betrekking tot de betaling van een dergelijke vergoeding die voortvloeien uit contracten voor de levering of aankoop van goederen of de verlening van diensten, wanneer dergelijke verbintenissen worden gestaafd door een document en waarvoor de termijn voor tenuitvoerlegging niet is gespecificeerd.

Gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is niet toegestaan:

  1. voor betalingen met betrekking tot een niet-uitgevoerde tegenprestatie;
  2. als de officiële woonplaats of verblijfplaats van de schuldenaar niet bekend is;
  3. als de officiële woonplaats, verblijfplaats, de locatie of plaats van statutaire vestiging van de schuldenaar zich niet in Letland bevindt;
  4. als de gevorderde boete hoger is dan de hoofdsom van de schuld;
  5. als de gevorderde rente hoger is dan de hoofdsom van de schuld;
  6. voor betalingsverplichtingen waarvan het bedrag van de schuld meer dan 15 000 EUR bedraagt;
  7. voor gezamenlijke betalingsverplichtingen.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

De gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is niet toegestaan voor betalingsverplichtingen waarvan het bedrag van de schuld meer dan 15 000 EUR bedraagt.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedures is niet verplicht.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving is niet toegestaan als de officiële woonplaats, verblijfplaats, locatie of plaats van statutaire vestiging van de schuldenaar zich niet in Letland bevindt.

1.2 Bevoegde rechtbank

Verzoeken om gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moeten worden ingediend bij het kadaster van de districts- of gemeentelijke rechtbank:

  1. van de officiële woonplaats van de schuldenaar of, bij ontstentenis daarvan, diens feitelijke woonplaats, wanneer het verzoek betrekking heeft op een betalingsverplichting, de teruggave van een roerende zaak of een contractuele verplichting die is gedekt door een commercieel pandrecht;
  2. van de locatie van de onroerende zaak, wanneer het verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen betrekking heeft op stukken waarbij een zekerheidsrecht op een onroerende zaak wordt verleend of op een verplichting tot ontruiming of teruggave van een geleasede of gehuurde onroerende zaak. Wanneer tot dekking van een verbintenis meerdere onroerende zaken als zekerheid zijn gesteld en de bevoegdheid voor het behandelen van het verzoek daardoor bij het kadaster van meerdere districts- of gemeentelijke gerechten berust, wordt het verzoek behandeld door het kadaster van het districts- of gemeentelijke gerecht van de plaats waar een van de onroerende zaken is gesitueerd, naar keuze van de verzoeker;
  3. van de plaats van registratie van de scheepshypotheek, indien het verzoek is gebaseerd op een hypotheekverplichting met betrekking tot het schip.

Een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving moet worden ingediend bij het kadaster van het districts- of gemeentelijke gerecht van de officiële woonplaats van de schuldenaar of, bij ontstentenis daarvan, diens feitelijke woonplaats, dan wel van de plaats van statutaire vestiging.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Verzoekschriften die strekken tot gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving kunnen alleen elektronisch worden ingediend, met gebruikmaking van het onlineformulier dat beschikbaar is in het onlinesysteem van rechtbanken (e-lietas portāls (e-case portal).

De schuldenaar kan antwoorden met behulp van het in het onlinesysteem beschikbare onlineformulier of een antwoord opstellen overeenkomstig bijlage 3 bij Kabinetsverordening nr. 792 van 21 juli 2009 betreffende de formulieren die moeten worden gebruikt voor de gedwongen tenuitvoerlegging van verbintenissen bij gerechtelijke kennisgeving. U vindt het formulier De link wordt in een nieuw venster geopend.hier.

Er is geen standaardformulier beschikbaar voor het indienen van een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging van onbetwiste verbintenissen; een dergelijk verzoek moet overeenkomstig artikel 404 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering worden ingediend.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, dat is niet verplicht. De algemene voorschriften betreffende vertegenwoordiging zijn neergelegd in hoofdstuk 12 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering, dat betrekking heeft op “vertegenwoordigers”.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Verzoekschriften hoeven niet in detail te worden onderbouwd.

In een verzoekschrift tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moet worden vermeld uit welke verbintenis en rechtshandeling deze voortvloeit en waarvan de schuldeiser de tenuitvoerlegging via de onbetwiste procedure vordert, met vermelding van de hoofdsom van de schuld, de contractuele boete en de rente, en, voor promessen, ook de uitgaven in verband met het opmaken van het protest en de schadevergoeding waarin het recht voorziet. Bij verzoekschriften tot gedwongen tenuitvoerlegging via de onbetwiste procedure moeten de volgende documenten worden gevoegd: de executoriale titel en een afschrift daarvan, en voor promessen ook het protest van niet-betaling en een bewijs dat aan de schuldenaar een aanmaning is verzonden, tenzij het geven van een aanmaning rechtens niet nodig is.

Een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving kan worden ingediend met behulp van het onlineformulier dat beschikbaar is in het onlinesysteem van rechtbanken (e-lietas portāls (e-case portal)). Hierin moeten de gegevens van verzoeker en schuldenaar worden vermeld, evenals de betalingsverplichting, informatie ter identificatie van de documenten ter staving van de verbintenis en de termijnen voor de tenuitvoerlegging van de verplichting, het gevorderde bedrag en de wijze waarop het is berekend, alsmede een verklaring van de verzoeker dat de vordering niet afhankelijk is van de prestaties van een wederpartij nu of in het verleden.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moet vergezeld gaan van het ten uitvoer te leggen document en een eensluidend afschrift daarvan, of, in het geval van een geprotesteerde promesse, het protest van niet-betaling en een bewijs dat aan de schuldenaar een kennisgeving is verzonden, tenzij een dergelijke kennisgeving rechtens niet nodig is (het bewijs van kennisgeving kan bestaan uit een door een erkende gerechtsdeurwaarder of diens assistent opgestelde verklaring dat de geadresseerde heeft geweigerd een dergelijke kennisgeving te aanvaarden).

Voor de gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving hoeft geen schriftelijk bewijs van de vordering te worden verstrekt. Wel moet in het verzoekschrift worden aangegeven wat de onderliggende stukken zijn en binnen welke termijn de verbintenis moet worden nagekomen. Als de schuldenaar zijn betalingsverplichting binnen veertien dagen na ontvangst van de gerechtelijke kennisgeving betwist, wordt de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging beëindigd. De beslissing tot beëindiging van de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging bij betwisting van de vordering vormt geen beletsel op het instellen van een vordering in het kader van de gewone gerechtelijke procedure.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Voor de gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis: een alleenzittende rechter beslist binnen zeven dagen na indiening van het verzoek, op basis van het verzoekschrift en de bijgevoegde stukken, zonder de verzoeker en de schuldenaar daar vooraf kennis van te geven. De rechter wijst het verzoek af als het ongegrond is, als de in het verzoekschrift vermelde boete niet in verhouding staat tot de hoofdsom van de schuld of als de ten uitvoer te leggen overeenkomst onredelijke bepalingen bevat die strijdig zijn met het consumentenrecht.

Voor verzoeken tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving geldt dat wanneer de rechter het verzoek toewijst maar de schuldenaar binnen veertien dagen na ontvangst van de gerechtelijke kennisgeving een bezwaarschrift indient waarin hij de betalingsverplichting betwist, de rechter de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging beëindigt.

1.5 Hoger beroep

Een rechterlijke beslissing op een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis of van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving, is niet vatbaar voor beroep.

Indien de schuldenaar van oordeel is dat de vordering van de verzoeker ongegrond is, kan hij de vordering binnen drie maanden na verzending van de uitspraak betwisten tegenover de schuldeiser. Wanneer de schuldenaar een dergelijke vordering instelt, kan hij verzoeken om opschorting van de tenuitvoerlegging van verplichtingen. Indien de schuldeiser reeds via de gedwongen tenuitvoerlegging genoegdoening heeft gekregen, kan de schuldenaar verzoeken om een maatregel ter verzekering van zijn vordering.

1.6 Aanvechten van de vordering

Op een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis wordt door een alleenzittende rechter beslist, zonder mogelijkheid van verweer door de schuldenaar.

Bij een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving doet de rechter, in geval van toewijzing van het verzoek, aan de schuldenaar een kennisgeving betekenen waarin hij hem sommeert om ofwel het in het verzoekschrift vermelde bedrag te voldoen, ofwel binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving een bezwaarschrift in te dienen bij de rechtbank.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving: als de schuldenaar zijn betalingsverplichting binnen veertien dagen na verzending van de gerechtelijke kennisgeving betwist, wordt de procedure van gedwongen tenuitvoerlegging beëindigd. Wanneer de schuldenaar een gedeelte van de vordering erkent, wordt de schuldeiser daarvan kennisgeving gedaan en wordt een termijn vastgesteld waarbinnen de eiser de rechtbank ervan in kennis moet stellen of het erkende gedeelte van de verbintenis is overgedragen. Wanneer de schuldenaar een gedeelte van de vordering aanvaardt, beslist de rechter over de gedwongen tenuitvoerlegging van het aanvaarde gedeelte, maar wordt de procedure voor het resterende gedeelte van de procedure beëindigd.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Voor verzoeken tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving geldt dat wanneer de schuldenaar niet binnen de in de kennisgeving gestelde termijn een bezwaarschrift indient, de rechter binnen zeven dagen na het verstrijken van de bezwaartermijn voldoening van de in het verzoekschrift omschreven betalingsverplichting gelast en de schuldenaar in de kosten verwijst.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving: de rechterlijke beslissing tot tenuitvoerlegging van de in het verzoekschrift vermelde betalingsverplichting is onmiddellijk uitvoerbaar; de beslissing vormt een executoriale titel en kan overeenkomstig de regels voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen worden uitgevoerd.

Gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis: nadat de rechter de geldigheid van het verzoekschrift heeft getoetst en het gegrond heeft verklaard, bepaalt hij welke verbintenis ten uitvoer moet worden gelegd en in welke mate. De rechterlijke beslissing is onmiddellijk uitvoerbaar; de beslissing geeft een executoriale titel en kan overeenkomstig de regels voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen worden uitgevoerd. De rechterlijke beslissing wordt samen met een eensluidend afschrift van het ten uitvoer te leggen document gedeponeerd.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Tegen een rechterlijke beslissing op een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis of van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving kan geen beroep worden ingesteld. Wel is het zo dat wanneer de schuldenaar van mening is dat de vordering van de verzoeker inhoudelijk ongegrond is, hij een vordering tegen de schuldeiser kan instellen waarbij hij diens vordering betwist (bij een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een onbetwiste verbintenis moet dat gebeuren binnen zes maanden en bij een verzoek tot gedwongen tenuitvoerlegging van een verbintenis bij gerechtelijke kennisgeving binnen drie maanden, te rekenen vanaf de dag dat het eensluidend afschrift van de rechterlijke beslissing aan de schuldenaar is verzonden). Wanneer de schuldenaar een dergelijke vordering instelt, kan hij verzoeken om opschorting van de tenuitvoerlegging van verplichtingen. Als reeds aan de vordering van de schuldeiser is voldaan, kan de schuldenaar verzoeken om een maatregel ter verzekering van zijn vordering.

Laatste update: 05/04/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Litouwen

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Verzoeken om een Europees betalingsbevel worden behandeld overeenkomstig de regels van hoofdstuk XXIII van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering van de Republiek Litouwen (Lietuvos Respubklikos civilinio proceso kodeksas), behoudens de daarin vastgestelde uitzonderingen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De procedure die is vastgesteld in hoofdstuk XXIII van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is van toepassing op zaken waarin het verzoek van de schuldeiser betrekking heeft op geldvorderingen (die voortkomen uit een overeenkomst, een onrechtmatige daad, arbeidsverhoudingen, de toekenning van alimentatie enz.).

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Zaken die worden behandeld op grond van hoofdstuk XXIII van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, kunnen naar keuze van de schuldeiser ook worden behandeld in een contentieuze of schriftelijke procedure.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Overeenkomstig hoofdstuk XXIII van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering worden verzoeken niet in behandeling genomen als de schuldenaar zijn woonplaats of hoofdvestiging in het buitenland heeft.

Als een zaak is aangespannen op grond van een vordering van een schuldeiser en na uitvaardiging van een rechterlijk bevel blijkt dat de woon- of werkplaats van de schuldenaar onbekend is, herroept het gerecht het bevel en blijft het verzoek van de schuldeiser onbeantwoord. Tegen een dergelijke rechterlijke uitspraak kan geen afzonderlijk beroep worden ingesteld. In een dergelijk geval kan de rechtbank het rechterlijk bevel echter slechts herroepen en het verzoek van de schuldeiser onbeantwoord laten indien zij vooraf een termijn had vastgesteld waarbinnen de schuldeiser de woon- of werkplaats van de schuldenaar moest meedelen of maatregelen moest nemen om de rechtbank in staat te stellen processtukken op een andere wijze te betekenen.

1.2 Bevoegde rechtbank

Verzoeken om een rechterlijk bevel worden behandeld door de districtsrechtbank van de woonplaats van de schuldenaar.

1.3 Vormvoorwaarden

Naast de algemene vereisten inzake de inhoud en vorm van processtukken moet in een verzoek om een rechterlijk bevel het volgende worden vermeld:

  1. de voornaam, de naam, de persoonlijke identificatiecode en het adres van de schuldeiser of, indien de schuldeiser een rechtspersoon is, de volledige naam, de hoofdvestiging, de identificatiecode en het rekeningnummer van de schuldeiser, de gegevens van de betrokken kredietinstelling en, indien het verzoek door een vertegenwoordiger wordt ingediend, de naam en het adres van de vertegenwoordiger van de schuldeiser;
  2. de naam, de naam, het persoonlijke identificatienummer (indien bekend), het adres en de werkplaats (indien bekend) van de schuldenaar en, indien de schuldenaar een rechtspersoon is, de volledige naam, de hoofdvestiging, de identificatiecode en het rekeningnummer (indien bekend) van de schuldenaar alsmede de gegevens van de betrokken kredietinstelling (indien bekend);
  3. het bedrag van de vordering;
  4. als een vordering betrekking heeft op de toekenning van rente of een vergoeding wegens te late betaling, het percentage, het bedrag en de berekeningsperiode van de rente of de vergoeding wegens te late betaling;
  5. de vordering, de feiten die eraan ten grondslag liggen en het bewijsmateriaal;
  6. een met redenen omkleed verzoek om voorlopige maatregelen tegen de schuldenaar indien er daar redenen voor zijn en er informatie beschikbaar is over het vermogen van de schuldenaar;
  7. de bevestiging van het ontbreken van de in artikel 431, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bedoelde gronden (op het ogenblik van de uitvaardiging van het rechterlijk bevel is de schuldeiser de verplichting waarvoor betaling wordt gevorderd (gedeeltelijk) niet nagekomen en de schuldenaar eist dat die verplichting wel wordt nagekomen; een deel van de verplichting kan niet worden nagekomen en de schuldeiser eist dat de verplichting wordt nagekomen; de schuldenaar heeft zijn woonplaats of hoofdvestiging in het buitenland; de woonplaats en werkplaats van de schuldenaar zijn onbekend);
  8. een lijst van de bij het verzoek gevoegde documenten.

In een verzoek om toekenning van alimentatie moet ook het volgende worden vermeld: de geboortedatum en -plaats van de alimentatieplichtige, de geboortedatum en -plaats van de rechthebbende (indien het verzoekschrift door een andere persoon dan de rechthebbende zelf wordt ingediend), het gevorderde bedrag van maandelijks alimentatie en de periode waarvoor om betaling wordt verzocht.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Aanbevolen wordt het door de minister van Justitie goedgekeurde standaardformulier te gebruiken.

Het modelformulier voor een verzoek om een rechterlijk bevel is te vinden op het e‑dienstenportaal van de Litouwse gerechten De link wordt in een nieuw venster geopend.https://e.teismas.lt/lt/public/documentstemplates/

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Dit is niet geregeld.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Een verzoek om een rechterlijk bevel hoeft niet vergezeld te gaan van bewijsstukken.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank zal een verzoek om een rechterlijk bevel in de volgende gevallen afwijzen:

– in de omstandigheden bedoeld in artikel 137, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (het geschil mag niet het voorwerp zijn van een civiele procedure bij een rechtbank; de vordering valt niet onder de bevoegdheid van de aangezochte rechtbank; de verzoeker heeft de voorafgaande buitengerechtelijke procedure die voor deze specifieke categorie van zaken bij wet is vastgesteld, niet doorlopen; er is een definitieve rechterlijke of arbitrale uitspraak over een geschil tussen dezelfde partijen met betrekking tot hetzelfde voorwerp en gebaseerd op dezelfde gronden, of er is een definitieve rechterlijke uitspraak waarbij wordt bevestigd dat de verzoeker afstand heeft gedaan van zijn vordering of waarbij een minnelijke schikking tussen de partijen wordt goedgekeurd; er is een zaak aanhangig bij de rechtbank in verband met een geschil tussen dezelfde partijen over hetzelfde voorwerp en op basis van dezelfde gronden; de partijen zijn overeengekomen om het geschil voor te leggen aan een arbiter; het verzoek is ingediend namens een persoon die niet handelingsbekwaam is; het verzoek is namens de belanghebbende ingediend door een persoon die daartoe niet gemachtigd is);

- het verzoek voldoet niet aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 431, leden 1 en 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering of is kennelijk ongegrond.

1.5 Hoger beroep

Er kan een afzonderlijk beroep worden ingesteld tegen een uitspraak waarbij een verzoek niet‑ontvankelijk wordt verklaard.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar kan bij de rechtbank die het bevel heeft uitgevaardigd een bezwaar indienen tegen het verzoek van de schuldeiser of tegen een deel daarvan. Als de schuldenaar een deel van de vordering van de schuldeiser heeft voldaan of als hij de vordering niet heeft voldaan hoewel hij ze gedeeltelijk erkent, kan hij een bezwaar indienen tegen de geldigheid van het resterende deel van de vordering van de schuldeiser.

Het bezwaar van de schuldenaar tegen het verzoek van de schuldeiser moet schriftelijk worden ingediend binnen twintig dagen nadat het rechterlijk bevel aan de schuldenaar is betekend. De bezwaren moeten voldoen aan de algemene vereisten die zijn vastgesteld voor de inhoud en vorm van processtukken, met uitzondering van de verplichting om de gronden van het bezwaar aan te geven. Indien de schuldenaar zijn bezwaar om dwingende redenen pas na het verstrijken van de vastgestelde termijn heeft ingediend, kan de rechtbank op verzoek van de schuldenaar een nieuwe termijn toekennen voor het indienen van het bezwaar. Er kan een afzonderlijk beroep worden ingesteld tegen een uitspraak waarbij een dergelijk verzoek van de schuldenaar wordt afgewezen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de rechtbank een bezwaar van de schuldenaar ontvangt, moet de rechtbank de schuldeiser binnen drie werkdagen ervan in kennis stellen dat hij een vordering kan indienen overeenkomstig de algemene regels inzake contentieuze procedures (met inbegrip van de bevoegdheidsregels) en dat hij de desbetreffende extra gerechtskosten dient te betalen binnen veertien dagen na ontvangst van de kennisgeving van de rechtbank. De door de rechtbank toegepaste voorlopige maatregelen kunnen niet worden opgeheven voordat de termijn voor het indienen van een dergelijke vordering is verstreken.

Als de schuldenaar een deel van de vorderingen van de schuldeiser voldoet zoals door de rechtbank is bevolen, of als de schuldenaar een deel van de vordering erkent maar niet voldoet en hij zich alleen tegen het resterende deel van de vordering van de schuldeiser verzet, zal de rechtbank overeenkomstig de regels van het desbetreffende hoofdstuk een nieuw bevel uitvaardigen waarin de vordering wordt toegewezen voor zover de schuldenaar er geen bezwaar tegen maakt. Als de schuldenaar alleen bezwaar maakt tegen dat deel van het rechterlijk bevel dat betrekking heeft op de verwijzing in de proceskosten, zal de rechtbank uitspraak doen over de vergoeding van deze kosten. De schuldeiser kan, overeenkomstig de procedure die in de desbetreffende wetsartikelen is vastgesteld, een rechtsvordering instellen voor het deel van zijn vorderingen dat niet is voldaan.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien de schuldeiser nalaat om binnen veertien dagen een naar behoren opgestelde vordering bij de rechtbank in te dienen, wordt het verzoek van de schuldeiser geacht niet te zijn ingediend; het verzoek wordt dan in de vorm van een rechterlijke uitspraak aan de schuldeiser teruggezonden en het rechterlijk bevel en alle eventueel toegepaste voorlopige maatregelen worden herroepen. Er kan een afzonderlijk beroep worden ingesteld tegen deze uitspraak, hoewel dit de schuldeiser niet belet om een vordering in te dienen volgens de algemene procedure.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Een rechterlijk bevel wordt van kracht als de schuldenaar niet binnen twintig dagen een bezwaar indient tegen het verzoek van de schuldeiser. Een rechterlijk bevel mag niet met spoed ten uitvoer worden gelegd.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Er kan geen beroep of cassatieberoep worden ingesteld tegen een rechterlijk bevel.

Laatste update: 21/10/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Frans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.

Europees betalingsbevel - Luxemburg

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Naast de in Verordening (EG) nr. 1896/2006 van 12 december 2006 vastgestelde Europese betalingsbevelprocedure, voorziet het Luxemburgse recht voor de snelle invordering van schuldvorderingen in een verzoekschriftprocedure (procédure des ordonnances sur requête) bij de arrondissementsrechtbank (voor vorderingen van meer dan 15 000 EUR). De procedure bij de vrederechter (voor vorderingen tot en met 15 000 EUR) wordt besproken in het deel over de procedure voor geringe vorderingen: zie het informatiedossier "Procedure voor geringe vorderingen - Luxemburg".

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De betrokkene moet beslissen of hij een vordering in kort geding instelt dan wel of hij een betalingsbevelprocedure inleidt.

Het kort geding moet worden gevolgd door een procedure ten gronde. Het feit dat er dan meerdere procedures moeten worden doorlopen, kan niet als economisch voordelig worden beschouwd.

De procedures op verzoek en dus ook het betalingsbevel zijn uiteindelijk snellere en goedkopere invorderingsprocedures.

Welke procedure er kan worden gevolgd, is afhankelijk van het gevorderde bedrag.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De verzoekschriftprocedure is van toepassing op geldvorderingen van meer dan 15 000 EUR in hoofdsom (rente en kosten niet inbegrepen).

De verzoekschriftprocedure kan slechts worden ingesteld tegen een schuldenaar die zijn woonplaats in Luxemburg heeft.

De verzoekschriftprocedure kan slechts worden ingesteld voor geldvorderingen die door schriftelijke bewijsstukken worden gestaafd. Zij kan bijvoorbeeld niet dienen om de schuldenaar snel tot betaling van een schadevergoeding te doen veroordelen.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

De Europese betalingsbevelprocedure.

1.2 Bevoegde rechtbank

De schuldeiser die een betalingsbevel wenst te verkrijgen voor een vordering van meer dan 15 000 EUR moet zich richten tot de voorzitter van de arrondissementsrechtbank die bevoegd is voor de plaats waar de schuldenaar woonachtig is, tenzij hij kan aantonen dat er een geldig forumkeuzebeding van toepassing is. In Luxemburg zijn er twee arrondissementsrechtbanken, namelijk in Luxemburg en in Diekirch.

De gewone bevoegdheidsregeling is van toepassing.

1.3 Vormvoorwaarden

De verzoekschriftprocedure moet worden ingesteld bij de griffie van de arrondissementsrechtbank. Het verzoek moet, op straffe van nietigheid, de naam, de voornaam, het beroep en de woon- of verblijfplaats van de eiser en de verweerder en het gevorderde bedrag vermelden en een uiteenzetting van de vorderingsgronden bevatten alsmede de stukken tot staving van het verzoek.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Er bestaat geen standaardformulier.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Om een verzoekschrift voor het verkrijgen van een betalingsbevel in te dienen, hoeft er geen advocaat te worden ingeschakeld.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De schuldeiser moet het gevorderde bedrag vermelden en zijn vorderingsgronden uiteenzetten (dat wil zeggen de redenen waarom het geld verschuldigd is). Deze uiteenzetting mag beknopt zijn, maar er moet een motivering worden gegeven. Of de uiteenzetting al dan niet uitgebreid is, hangt in de praktijk af van de complexiteit van het dossier: spreken de stukken voor zich, dan mag de uiteenzetting beknopt zijn.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

De schuldeiser moet bij zijn verzoek schriftelijke bewijsstukken voegen. De rechter zal zich vooral op deze stukken baseren om de vordering al dan niet toe te wijzen.

Alleen "documenten" mogen worden bijgevoegd; de schuldeiser mag in deze fase niet voorstellen om zijn schuldvordering te staven met andere bewijsmiddelen, bijvoorbeeld getuigenverklaringen.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechter wijst de vordering af indien hij van oordeel is dat het bestaan van de schuldvordering niet voldoende bewezen is aan de hand van de gegeven uitleg.

De afwijzing van de vordering moet – net als alle andere rechterlijke beslissingen – worden gemotiveerd.

1.5 Hoger beroep

Tegen de beslissing waarbij de vordering wordt afgewezen, kan er geen beroep worden ingesteld. Deze beslissing belet echter niet dat de schuldeiser andere procedures kan instellen bij de bodemrechter of de kortgedingrechter.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar aan wie een betalingsbevel is betekend, beschikt over een termijn van vijftien dagen om tegen dit betalingsbevel verzet aan te tekenen.

Verzet wordt aangetekend door middel van een schriftelijke verklaring die door de verzetdoende partij of zijn gemachtigde bij de griffie wordt ingediend. Die verklaring moet ten minste een beknopte uiteenzetting van de redenen voor het verzet bevatten en alle documenten die het verzet staven, moeten worden bijgevoegd.

De griffier registreert de verklaring van verzet, geeft de verzetdoende partij een ontvangstbewijs en stelt de eiser van het verzet in kennis.

Opgemerkt zij dat de termijn voor verzet vijftien dagen is, maar dat in de praktijk verzet mogelijk blijft zolang de schuldeiser nog niet heeft verzocht om afgifte van een executoriale titel. Aangezien een schuldeiser slechts zelden onmiddellijk na het verstrijken van de termijn van vijftien dagen om afgifte van een executoriale titel verzoekt, beschikt de schuldenaar vaak over een langere termijn dan die waarin de wet voorziet; hij heeft echter niet langer de zekerheid die hij wel heeft bij de oorspronkelijke termijn van vijftien dagen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

De procedure wordt stopgezet door het verzet van de schuldenaar, wat betekent dat onmiddellijke afgifte van een executoriale titel niet langer mogelijk is. Bepaalde gevolgen van de betekening blijven echter wel behouden: zo blijft de rente lopen vanaf de datum waarop het betalingsbevel aan de schuldenaar is betekend.

De rechter onderzoekt het verzet. Acht hij het verzet gegrond, dan stelt hij dat in een gemotiveerde beslissing vast en verklaart hij zijn gegeven betalingsbevel nietig. Is het verzet slechts gedeeltelijk gegrond, dan veroordeelt de rechter de schuldenaar tot betaling van het deel van de schuldvordering dat hij gegrond acht. Wijst hij het verzet af, dan veroordeelt hij de schuldenaar tot betaling.

Opgemerkt zij dat de rechter in deze procedure uitspraak kan doen zonder de partijen te horen. De rechter kan de partijen oproepen om ter zitting te verschijnen, maar een openbare behandeling ter zitting is niet verplicht.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Stelt de schuldenaar geen verzet in binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de betekening, dan kan de schuldeiser de arrondissementsrechtbank verzoeken om afgifte van een executoriale titel.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De schuldeiser of zijn gemachtigde moet daartoe een schriftelijk verzoek bij de griffie indienen, dat moet worden geregistreerd.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Is het betalingsbevel aan de schuldenaar persoonlijk betekend, dan heeft de executoriale titel dezelfde gevolgen als een tegensprekelijke beslissing en kan de schuldenaar deze slechts aanvechten door beroep in te stellen binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de betekening. Is het voorlopige betalingsbevel daarentegen niet aan de schuldenaar persoonlijk overhandigd, dan heeft de executoriale titel dezelfde gevolgen als een bevel bij verstek, zodat de schuldenaar nog verzet kan aantekenen binnen een termijn van acht dagen te rekenen vanaf de betekening, een termijn die ingaat op dezelfde dag als die voor het instellen van beroep.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.legilux.lu/; De link wordt in een nieuw venster geopend.https://justice.public.lu/fr.html

Laatste update: 22/10/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Hongarije

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Hongarije kent een betalingsbevelprocedure, die is geregeld bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet L van 2009 betreffende betalingsbevelprocedures. Betalingsbevelprocedures zijn vereenvoudigde, buitengerechtelijke civiele procedures voor de uitvoering van geldvorderingen en vallen onder de bevoegdheid van notarissen. De betalingsbevelprocedure omvat geautomatiseerde gegevensverwerking, waarvoor de notaris gebruikmaakt van het online-IT-systeem van de Hongaarse kamer van notarissen (MOKK), dat landelijk zowel voor notarissen als voor andere bij de procedure betrokken personen beschikbaar is. Als buitengerechtelijke civiele procedure heeft de procedure via de notaris dezelfde rechtsgevolgen als een procedure via de rechter.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Met uitzondering van bepaalde gevallen kan een achterstallige geldvordering worden ingesteld via een betalingsbevelprocedure.

Als de som waarop het geschil betrekking heeft, berekend volgens de relevante regels uit De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet CXXX van 2016 inzake het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet hoger is dan 3 miljoen HUF, kan een achterstallige vordering die beperkt blijft tot uitsluitend geldelijke betaling, enkel worden ingesteld via een betalingsbevelprocedure of een schikking vóór de rechtszaak. Deze bepaling geldt alleen als:

a) elke partij een bekende woonplaats of, bij gebreke daarvan, verblijfplaats of een hoofdkantoor of filiaal (“woonplaats”) in Hongarije heeft; en

b) de betalingsvordering niet is voortgekomen uit op grond van De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet I van 2012 op het Arbeidswetboek vastgestelde rechtsbetrekkingen, een betrekking in de overheidssector, een dienstrelatie, deelname aan een arbeidsvoorzieningsregeling, een op grond van de Sportwet gesloten arbeidsovereenkomst, een binnen het beroepsonderwijs gesloten leerlingovereenkomst, een op grond van de Wet op het nationaal hoger onderwijs gesloten stageovereenkomst, een door de leden van een sociale of arbeidscoöperatie gecreëerde arbeidsrelatie met deze coöperatie, een betrekking in de publieke dienstverlening of een administratieve overeenkomst in de betekenis van De link wordt in een nieuw venster geopend.Wet I van 2017 op het Wetboek van Administratieve Rechtsvordering. Geldvorderingen die voortkomen uit deze betrekkingen kunnen alleen via een betalingsbevelprocedure worden ingesteld als de vordering geen verband houdt met het aangaan, wijzigen of beëindigen van de rechtsbetrekking of voortkomen uit een verwijtbare schending door de werknemer van de uit de rechtsbetrekking voortvloeiende verplichtingen, of uit wangedrag van de werknemer.

Als de som waarop het geschil betrekking heeft, berekend volgens de relevante regels uit Wet CXXX van 2016 op het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, hoger is dan 3 miljoen HUF, kan er geen geldvordering worden ingesteld via een betalingsbevelprocedure.

Onder het instellen van een vordering voor de betaling van geld is niet begrepen het instellen van hypotheekvorderingen tegen hypotheeknemers.

Er kan geen betalingsbevel worden uitgevaardigd als een partij geen bekende woonplaats in Hongarije heeft.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Zie het antwoord op vraag 1.1.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Ja, 30 miljoen HUF.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Voor geldvorderingen waarmee een bedrag van minder dan 3 miljoen HUF is gemoeid, is die procedure verplicht, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1.1. Voor alle andere vorderingen is ze optioneel.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Er kan geen betalingsbevel worden uitgevaardigd als de schuldenaar geen bekende woonplaats in Hongarije heeft.

1.2 Bevoegde rechtbank

Notarissen zijn landelijk bevoegd voor het uitvaardigen van betalingsbevelen. Betalingsbevelen mogen geen bepalingen inzake rechtsbevoegdheid bevatten.

Mondeling of schriftelijk ingediende vorderingen worden behandeld door de notaris bij wie de vordering is ingediend. Elektronische vorderingen worden automatisch toegewezen aan een notaris.

1.3 Vormvoorwaarden

Verzoeken om het uitvaardigen van een betalingsbevel kunnen mondeling dan wel schriftelijk worden ingediend. In het laatste geval moet dat gebeuren op een daarvoor bestemd formulier.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Zowel voor elektronische als schriftelijke verzoeken moet het daarvoor bestemde standaardformulier worden gebruikt. Het formulier kan worden gedownload van de website van de De link wordt in een nieuw venster geopend.MOKK en is ook verkrijgbaar bij notarissen.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De aanvraag moet het volgende omvatten:

  • de rechtsbetrekking waarop de vordering is gebaseerd, het gevorderde recht, en het bedrag van de hoofdvordering en de bijbehorende kosten;
  • de begindatum van de onderliggende rechtsbetrekking en de vervaldatum van de vordering;
  • de gegevens aan de hand waarvan de vordering kan worden geïdentificeerd.

In de aanvraag kunnen kort de onderliggende feiten van het gevorderde recht en een indicatie van het ondersteunende bewijs worden gegeven.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

In betalingsbevelprocedures wordt geen bewijsmateriaal verkregen. In de aanvraag kunnen echter kort de onderliggende feiten van het gevorderde recht en een indicatie van het ondersteunende bewijs worden gegeven. Deze bepaling belet een notaris niet te onderzoeken of een aanvraag van gedeeltelijke vrijstelling van kosten, betaling in termijnen of uitstel van betaling gegrond is.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De notaris zal het verzoek afwijzen wanneer kan worden vastgesteld dat:

  1. bij wet, een bindende rechtshandeling van de Europese Unie of een internationaal verdrag is uitgesloten dat Hongaarse notarissen of, bij overdracht naar een gewone civiele procedure, Hongaarse rechtbanken bevoegd zijn, of wanneer een buitenlandse rechtbank exclusief bevoegd is;
  2. een rechtbank of een andere autoriteit exclusief bevoegd is voor de tenuitvoerlegging van de vordering;
  3. volgens de wet geen betalingsbevel kan worden uitgevaardigd;
  4. er een betalingsbevelprocedure tussen dezelfde partijen is ingesteld op basis van dezelfde feiten en met betrekking tot dezelfde vordering, er al sprake is van de juridische consequenties van het instellen van een vordering, of met betrekking tot de betrokken vordering reeds een betalingsbevel is uitgevaardigd of definitieve uitspraak is gedaan;
  5. een verzoeker niet handelingsbevoegd is;
  6. de verzoeker bij het indienen van het verzoek om een betalingsbevelprocedure geen woonplaats in Hongarije heeft, of de Hongaarse woonplaats van de verzoeker na indiening van het verzoek is opgehouden te bestaan, of de stukken niet kunnen worden betekend in de door hem/haar opgegeven Hongaarse woonplaats;
  7. de verzoeker verzoekt om betekening door bekendmaking van het betalingsbevel;
  8. betekening van het betalingsbevel in de woonplaats van de schuldenaar in Hongarije bij herhaling is mislukt, met uitzondering van gevallen waarin wordt aangenomen dat de betekening heeft plaatsgevonden;
  9. het verzoek voorbarig is of de vordering om een andere reden dan verjaring niet rechtens ten uitvoer kan worden gelegd;
  10. de verzoeker de middels afzonderlijke wetgeving vastgestelde verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van de vordering in een civiele procedure heeft overschreden;
  11. een door een juridische vertegenwoordiger ingediend verzoek niet aan de inhoudsvereisten uit de toepasselijke of gedelegeerde wetgeving voldoet of niet de volmacht van de juridische vertegenwoordiger bevat, of dat de procedurekosten niet zijn betaald;
  12. een rechtspersoon of andere persoon met een wettelijke verplichting tot elektronische administratie niet heeft voldaan aan de verplichting om het verzoek elektronisch in te dienen, uitgezonderd verzoeken om gedeeltelijke vrijstelling van kosten die zijn ingediend door natuurlijke personen met een juridische vertegenwoordiger;
  13. na een oproep van de rechter om bepaalde gebreken te verhelpen, het verbeterde (gedeelte van het) verzoek niet binnen de gestelde termijn is overgelegd of het verzoek nog steeds gebreken vertoont waardoor het niet kan worden onderzocht, of dat de verzoeker de administratievergoeding niet vooraf heeft betaald; of
  14. de verzoeker procedurele kosten vordert in een vordering op grond van materieel recht.

Behalve in gevallen waarin wordt aangenomen dat de betekening heeft plaatsgevonden, moet de verzoeker, als het betalingsbevel niet aan de schuldenaar kon worden betekend, hiervan op de hoogte worden gesteld en tegelijk worden verzocht de nieuwe woonplaats van de schuldenaar in Hongarije binnen dertig dagen door te geven. Wanneer de verzoeker deze gegevens doorgeeft, moet de betekening opnieuw worden uitgevoerd. Als deze opnieuw mislukt, moet het verzoek worden afgewezen om de onder h) genoemde reden.

Als de verzoeker de verzochte gegevens niet doorgeeft, of als de door de verzoeker aangeleverde gegevens onvolledig zijn, moet het verzoek worden afgewezen om de onder m) genoemde reden.

Het bevel tot afwijzing van het verzoek om een betalingsbevel moet aan de verzoeker worden betekend en naar de schuldenaar worden gestuurd. De verzoeker kan tegen het bevel in beroep gaan zonder dit beroep voor opmerkingen naar de schuldenaar te hoeven sturen.

1.5 Hoger beroep

De verzoeker kan in beroep gaan tegen het bevel tot afwijzing van een verzoek om een betalingsbevel. Beroepen worden in de regel in een oneigenlijke-rechtspraakprocedure behandeld door de provinciale rechtbank (törvényszék) van het rechtsgebied waarbinnen de standplaats van de notaris zich bevindt, volgens de beroepsregeling voor bevelen. Een beroep moet binnen 15 dagen na bekendmaking van de afwijzing worden ingesteld. Wanneer een verzoek om een betalingsbevel wordt afgewezen, heeft de schuldeiser de keuze om een nieuw verzoek om een betalingsbevel in te dienen, een rechtszaak te beginnen of zijn geldvordering via andere rechtmatige middelen ten uitvoer te leggen. In dat geval houden de rechtsgevolgen van een verzoek aan als het nieuwe verzoek om een betalingsbevel of het inleidende verzoekschrift binnen dertig dagen na de datum waarop het afwijzingsbevel in kracht van gewijsde gaat, wordt ingediend of per aangetekende post wordt verstuurd, of als de vordering binnen diezelfde termijn via andere rechtmatige middelen ten uitvoer wordt gelegd. Als deze termijn wordt overschreden, wordt een verzoek om verlenging niet aanvaard. In een nieuw verzoek om een betalingsbevel moet het referentienummer van het bevel ter afwijzing van het voorgaande verzoek worden vermeld. Bij een inleidend verzoekschrift moet het bevel zelf worden gevoegd.

In andere gevallen kan beroep worden ingesteld tegen een besluit in een betalingsbevelprocedure als de Wet op betalingsbevelprocedures of het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing is.

Er is geen recht om beroep in te stellen tegen een betalingsbevel, maar de schuldenaar kan wel een verzetschrift indienen, zoals beschreven in punt 1.6.

Omdat een definitief betalingsbevel hetzelfde effect heeft als een rechterlijke uitspraak, kan een verzoek om herziening ervan worden ingediend volgens de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De herziening valt onder de bevoegdheid van de rechtbank die bevoegd zou zijn geweest als rechtbank van eerste aanleg als de procedure als gevolg van een verzetschrift was overgedragen naar een gewone civiele procedure. Als er een verzoek om herziening wordt ingediend, ontvangt de rechtbank de stukken van de zaak op papier van de notaris, of verkrijgt zij deze elektronisch via het systeem van de MOKK.

Een definitief betalingsbevel kan niet meer worden herzien.

1.6 Aanvechten van de vordering

De schuldenaar kan binnen 15 dagen na betekening van het betalingsbevel een verzetschrift bij de notaris indienen. Een door de schuldenaar ingediend verzoek dat uitsluitend strekt tot uitstel van betaling of betaling in termijnen, wordt niet beschouwd als verzet tegen een betalingsbevel. Dergelijke verzoeken kunnen alleen worden ingediend binnen de voor verzetschriften gestelde termijn. Als de schuldenaar in het verzetschrift aangeeft dat de ingestelde vordering al was betaald voordat het betalingsbevel werd uitgevaardigd, nodigt de notaris de verzoeker op het moment van betekening van de kennisgeving van het verzetschrift uit om binnen 15 dagen aan te geven of de vordering nog bestaat. Als er een document is dat de betaling onderbouwt, of als de betaling een uniek identificatiekenmerk heeft, moet de schuldenaar het nummer en de datum van het ondersteunende document of de gegevens (identificatienummer, betaler enz.) en datum van de transactie vermelden in het verzetschrift. Aanvaardt de verzoeker het verzetschrift van de schuldenaar of reageert de verzoeker er niet op, dan beëindigt de notaris de procedure. Als de verzoeker het verzetschrift van de schuldenaar betwist, wordt de betalingsbevelprocedure overgedragen naar een gewone civiele procedure. Verlaagt de verzoeker de via de betalingsbevelprocedure ingestelde vordering op basis van het verzetschrift van de schuldenaar, dan wordt de verlaagde vordering behandeld door de rechtbank in de civiele procedure. NB. Een verklaring van de schuldenaar waarin hij stelt dat de ingestelde vordering na ontvangst van het betalingsbevel is voldaan, wordt niet beschouwd als verzet tegen het betalingsbevel. In dat geval gaat het betalingsbevel in kracht van gewijsde op de eerste dag na het verstrijken van de voor het indienen van het verzetschrift gestelde termijn. Wanneer de schuldenaar het betalingsbevel niet heeft ontvangen (het wordt als “niet-opgeëist” geretourneerd) en het betalingsbevel om die reden moet worden geacht te zijn betekend, kan de schuldenaar binnen 15 dagen na betekening van de executoriale titel verzet aantekenen. Voorwaarde is wel dat de schuldenaar op het moment dat hij verzet aantekent, de kosten in verband met de tenuitvoerlegging, die de verzoeker vooraf heeft betaald, aan de gerechtsdeurwaarder betaalt en daarvan aan de behandelende notaris schriftelijk bewijs overlegt.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Een binnen de gestelde termijn ingediend verzetschrift leidt tot een overdracht van het deel van de betalingsbevelprocedure waarop het verzetschrift betrekking heeft naar een gewone civiele procedure.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Wanneer niet tijdig verzet wordt aangetekend tegen een betalingsbevel, heeft het betalingsbevel dezelfde gevolgen als een rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Wanneer niet tijdig verzet wordt aangetekend tegen een betalingsbevel, heeft het betalingsbevel dezelfde gevolgen als een rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan. De notaris verstrekt een afschrift van het betalingsbevel met een bepaling die het rechtskracht geeft, en laat het aan de eiser betekenen.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

De beslissing is definitief. Wanneer de schuldenaar het betalingsbevel echter niet heeft ontvangen en het betalingsbevel om die reden wordt geacht te zijn betekend overeenkomstig de wet, kan de schuldenaar binnen 15 dagen na betekening van de executoriale titel verzet aantekenen.

Het is mogelijk herziening van een definitief betalingsbevel aan te vragen volgens de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals hierboven in punt 1.5 beschreven.

Laatste update: 15/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Malta

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

De Maltese wet voorziet in speciale procedures voor niet-betwiste vorderingen overeenkomstig artikel 166A van hoofdstuk 12 van de Wetten van Malta (Wetboek van organisatie en burgerlijke rechtsvordering).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Op deze procedure kan een beroep worden gedaan bij vorderingen inzake schulden van ten hoogste 25 000 euro.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

In aanmerking komen vorderingen inzake zekere, vaststaande en invorderbare schulden die niet de vervulling van enige formaliteit verlangen en die, zoals opgemerkt, ten hoogste 25 000 euro bedragen. Indien de schuld niet vaststaat, kan de schuldeiser een beroep doen op de bepalingen van dit artikel indien hij zijn krediet beperkt tot een bedrag van ten hoogste 25 000 euro en uitdrukkelijk afziet van elk deel van de vordering dat boven dat bedrag uitgaat.

De schuldeiser kan enkel een procedure instellen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel indien de schuldenaar aanwezig is in Malta, geen minderjarige of juridisch handelingsonbekwame persoon is, en het bedrag niet verschuldigd is uit een onbeheerde nalatenschap.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Ja, de bovengrens is 25 000 euro.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De toepassing van deze procedure is facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Nee, deze procedure kan alleen worden toegepast indien de schuldenaar aanwezig is in Malta.

1.2 Bevoegde rechtbank

De voor deze procedure bevoegde rechtbank is de vrederechter (Court of Magistrates, Qorti tal-Maġistrati) van Malta of Gozo (lagere rechtbank), al naar gelang het geval.

1.3 Vormvoorwaarden

De schuldeiser moet allereerst een gerechtsbrief sturen, waarvan de inhoud onder ede door de schuldeiser bevestigd moet worden, en deze laten betekenen aan de schuldenaar. Daarin moet duidelijk worden beschreven wat de oorzaak van de vordering is en om welke redenen de vordering moet worden toegewezen. Ook moeten daarin de feiten ter staving van de vordering worden uiteengezet. Als een van deze elementen ontbreekt, wordt de vordering nietig verklaard. In de gerechtsbrief moet tevens worden vermeld dat indien de schuldenaar niet binnen dertig dagen na betekening van de brief antwoordt met een nota in het dossier van de gerechtsbrief tot verwerping van de vordering, deze brief de vorm krijgt van een executoriale titel.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Nee, er is geen standaardformulier. Het is echter verplicht om aan het begin van de brief de volgende woorden op te nemen:

Deze brief wordt verstuurd overeenkomstig artikel 166A van hoofdstuk 12. Indien u hierop niet binnen dertig (30) dagen een antwoord geeft, krijgt deze brief de vorm van een executoriale titel. Daarom is het in uw belang om onverwijld een advocaat of procureur te raadplegen.”

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Ja, een gerechtsbrief moet worden ondertekend door een advocaat. De schuldenaar die op deze brief wenst te antwoorden om de vordering te verwerpen, hoeft evenwel niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat of procureur.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De grondslag van de vordering moet gedetailleerd worden beschreven. In de gerechtsbrief moet worden vermeld wat de reden is die aan de vordering ten grondslag ligt en waarom de vordering moet worden toegewezen, en de brief moet een beschrijving bevatten van de feitelijke gronden van de vordering. Indien een van deze elementen ontbreekt, wordt de vordering nietig verklaard.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Nee, de wet vereist niet dat schriftelijk bewijs met betrekking tot de vordering in kwestie wordt overgelegd. De wet bepaalt echter wel dat er een beëdigde verklaring met betrekking tot de feitelijke grond van de vordering moet worden ingediend.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De procedure voor het verkrijgen van een betalingsbevel wordt niet geïnitieerd door middel van een verzoek, maar door middel van een gerechtsbrief. Daarom kan de rechtbank de vordering niet verwerpen zolang de schuldenaar geen verzet aantekent. Als de schuldenaar zich verzet tegen de vordering, kan de schuldeiser het op grond van het betalingsbevel verschuldigde bedrag niet innen en moet hij een procedure instellen. Opgemerkt dient te worden dat wanneer de schuldenaar naar behoren verzet aantekent tegen de vordering, het betalingsbevel niet opnieuw tegen de schuldenaar kan worden gebruikt ten aanzien van dezelfde vordering als welke is vervat in de aan de schuldenaar betekende gerechtsbrief.

1.5 Hoger beroep

In deze procedure is geen hoger beroep mogelijk. Indien de schuldenaar de vordering betwist, moet de schuldeiser een procedure aanspannen. Indien de schuldenaar zich echter niet binnen dertig dagen vanaf de datum van betekening van het betalingsbevel (gerechtsbrief) tegen de vordering verzet, krijgt dit betalingsbevel de vorm van een executoriale titel. De schuldenaar kan dan binnen twintig dagen vanaf de eerste betekening van een executoriale titel of andere gerechtelijke akte tegen deze executoriale titel verzet aantekenen. Deze executoriale titel wordt ingetrokken en ongeldig verklaard indien de rechtbank heeft kunnen vaststellen dat:

i) de schuldenaar zich niet bewust was van genoemde gerechtsbrief omdat deze niet naar behoren was betekend; of

ii) de gerechtsbrief niet de vereiste elementen overeenkomstig de (hierboven vermelde) wetgeving bevatte.

1.6 Aanvechten van de vordering

Wanneer de schuldenaar de gerechtsbrief ontvangt, kan hij de vordering van de schuldeiser verwerpen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Wanneer de schuldenaar naar behoren verzet aantekent tegen de vordering, kan de schuldeiser deze procedure onmogelijk voortzetten. NB.: wanneer de schuldenaar naar behoren verzet aantekent tegen de vordering, kan de in dit artikel beschreven speciale procedure niet opnieuw tegen de schuldenaar worden gebruikt ten aanzien van dezelfde vordering als die welke was opgenomen in de aan de schuldenaar betekende gerechtsbrief.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Bij ontbreken van een verzetschrift kan de schuldeiser de procedure voor het verkrijgen van een executoriale titel voortzetten.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Een overeenkomstig deze procedure ingediende (niet-betwiste) gerechtsbrief moet worden geregistreerd. De verzoeker die een gerechtsbrief als executoriale titel wil laten inschrijven, moet een geauthenticeerd afschrift van de gerechtsbrief, met inbegrip van een bewijs van betekening en indien van toepassing een afschrift van elk tot op dat moment ontvangen antwoord, bij de griffie van de rechtbank laten registreren.

Bij ontvangst van de onder punt (2) vermelde documenten moet de griffier de voorgelegde documenten onderzoeken en nagaan of de schuldenaar binnen de vastgestelde termijn een antwoordnota heeft ingediend. Indien hij heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor de inschrijving van de gerechtsbrief als executoriale titel is voldaan, neemt hij de voorgelegde documenten in een register op. Dit register heet het Register van gerechtsbrieven als executoriale titels, en wordt door de griffier bijgehouden voor de toepassing van artikel 166A.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep. Een executoriale titel overeenkomstig de bepalingen van dit artikel kan echter wel worden ingetrokken en ongeldig worden verklaard en blijft zonder gevolgen indien de schuldenaar binnen twintig dagen vanaf de eerste betekening van het uitvoeringsbevel of van een andere bij wijze van uitvoeringsbevel uitgevaardigde gerechtelijke akte een daartoe strekkend verzoekschrift heeft ingediend bij de vrederechter voor Malta of die voor Gozo, en de rechter heeft vastgesteld dat:

a) de schuldenaar zich niet bewust was van genoemde gerechtsbrief omdat deze niet naar behoren was betekend; of

b) de gerechtsbrief niet alle vereiste elementen bevatte.

Laatste update: 21/08/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Nederland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Onderscheid kan worden gemaakt tussen de Europese betalingsbevelprocedure en procedures met betrekking tot (incasso)vorderingen binnen Nederland. Voor procedures met betrekking tot (incasso)vorderingen binnen Nederland wordt verwezen naar “Procedures voor geringe vorderingen”.

De Europese betalingsbevelprocedure (verordening (EG) nr. 1896/2006, in werking getreden op 12 december 2008, hierna (EBB) maakt het mogelijk om grensoverschrijdende niet-betwiste civiel- en handelsrechtelijke schuldvorderingen via een uniforme procedure op basis van formulieren te vorderen (De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.overheid.nl/).

Een grensoverschrijdende zaak is een geschil waarvan ten minste één van de partijen haar woonplaats of verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan de lidstaat van het aangezochte rechtbank. De Europese betalingsbevelprocedure is ingevoerd voor de inning van geldvorderingen voor een specifiek bedrag, die opeisbaar zijn op het tijdstip waarop het verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend.

De verordening is van toepassing tussen alle EU-landen, met uitzondering van Denemarken. Nederland heeft de Uitvoeringswet (EBB-Vo) van 29 mei 2009 ingevoerd om de Europese betalingsbevelprocedure (de EBB) in Nederland te implementeren.

Nederland kent geen eenvormige, (incasso)procedure voor de inning van onbetwiste, niet-grensoverschrijdende geldvorderingen. Het betalingsbevel werd eind 1991 bij de invoering van de kantongerechtprocedure afgeschaft. Om de rechten op een onwillige debiteur toch te gelde te kunnen maken is in dergelijke gevallen een dagvaardingsprocedure vereist. Zie ook “Geringe Vorderingen en ”Hoe wordt de procedure ingeleid?”.

De Europese Betalingsbevelprocedure bestaat voor vorderingen die hoger zijn dan € 2.000,--

De aanvraag van een Europees betalingsbevel verloopt gedurende de gehele procedure schriftelijk door middel van standaardformulieren. Deze formulieren zijn in alle officiële talen beschikbaar op het Europees e-Justice portaal onder Dynamische formulieren op https://e-justice.europa.eu.

In Nederland is voor de behandeling van verzoeken in het kader van de Europese betalingsbevelprocedure de rechtbank Den Haag aangewezen. Nederland heeft er voor gekozen alleen formulieren in de Nederlandse taal te aanvaarden in de procedure. Voor de behandeling van een verzoek voor een Europees betalingsbevel is griffierecht verschuldigd. Voor nadere informatie over het verschuldigde tarief wordt verwezen naar De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.rechtspraak.nl/.

Aanvraag EBB

Een verzoek voor een Europees betalingsbevel wordt door middel van aanvraagformulier A (https://e-justice.europa.eu) ingediend bij de rechtbank Den Haag.

Wanneer het aanvraagformulier A niet compleet is, stelt de rechtbank door middel van formulier B eiser in de gelegenheid om binnen een bepaalde termijn het verzoek aan te vullen of te corrigeren.

Wanneer de aanvraag slechts aan een deel van de vereiste voorwaarden voldoet, doet de rechtbank door middel van formulier C eiser een voorstel tot wijziging van het oorspronkelijke verzoek. Eiser dient binnen een door de rechtbank vastgestelde termijn te reageren op dit voorstel van de rechtbank. Indien eiser het voorstel aanvaardt, wordt door de rechtbank het Europees betalingsbevel uitgevaardigd voor het door eiser aanvaarde deel van het verzoek. Eiser kan desgewenst het resterende deel van de vordering via het nationaal recht vorderen. Wanneer eiser niet binnen de door de rechtbank vastgestelde termijn reageert of het voorstel tot wijziging van zijn oorspronkelijke aanvraag weigert, wordt het oorspronkelijke verzoek door de rechtbank geheel afgewezen. Wanneer het aanvraagformulier voldoet aan alle vereisten, vaardigt de rechtbank normaliter binnen 30 dagen een Europees Betalingsbevel uit (door middel van formulier E).

Verweer tegen EBB

Het Europees betalingsbevel wordt door de rechtbank aan verweerder ter kennis gebracht door verzending per aangetekende post met bericht van ontvangst of bij exploot via de gerechtsdeurwaarder. Verweerder wordt er op gewezen dat hij de volgende mogelijkheden heeft:

  • het in het betalingsbevel vermelde bedrag aan eiser te betalen of
  • binnen 30 dagen nadat het bevel aan verweerder is betekend of ter kennis is gebracht, verweer door middel van het standaardformulier F in te dienen.

Indien verweer wordt ingediend dan wordt de procedure voor het Europese betalingsbevel beëindigd. De procedure wordt dan voortgezet volgens het nationale procesrecht (zie ook 1.7). Wanneer verweerder geen verweer indient binnen de gestelde termijn, verklaart het gerecht van oorsprong het Europees betalingsbevel uitvoerbaar (door middel van standaardformulier G) en zendt deze aan eiser.

Het betalingsbevel dat in de lidstaat van oorsprong uitvoerbaar is geworden, wordt in elke lidstaat erkend en kan in iedere lidstaat ten uitvoer worden gelegd zonder dat een uitvoerbaarverklaring vereist is.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Een Europees betalingsbevel kan worden verkregen voor opeisbare geldvorderingen die voortvloeien uit een burgerlijke of handelszaak en die het karakter van een "grensoverschrijdende vordering" hebben (zie ook 1.1.1). Van een grensoverschrijdende vordering is sprake als de schuldeiser en schuldenaar woonplaats hebben in verschillende EU-lidstaten.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Het materiële toepassingsgebied van het Europese betalingsbevel beperkt zich tot burgerlijke en handelszaken. Voor de toepassing van het Europees betalingsbevel zijn de volgende zaken uitgesloten:

  • fiscale zaken;
  • douanezaken:
  • administratiefrechtelijke zaken;
  • zaken betreffende de aansprakelijkheid van de Staat;
  • zaken op het gebied van het Insolventierecht, het huwelijksvermogensrecht, het erfrecht en de sociale zekerheid; en
  • zaken op grond van niet-contractuele verbintenissen (met name op grond van onrechtmatige daad), tenzij zij voorwerp zijn van een overeenkomst tussen partijen of van een schuldbekentenis of betrekking hebben op vaststaande schulden op grond van gemeenschappelijke eigendom van goederen.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er geldt geen maximumbedrag voor de Europese betalingsbevelprocedure, noch voor interne incassoprocedures.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De Europese betalingsbevelprocedure is facultatief.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Wordt het vonnis in een land buiten de EU voor executie voorgedragen, dan hangt het van het internationaal privaatrecht van dat land af om te bepalen of de betalingsbevelprocedure kan worden uitgevoerd en, zo ja, of et Europees betalingsbevel geëxecuteerd kan worden. Een exequatur zal dan vaak vereist zijn.

1.2 Bevoegde rechtbank

In Nederland is voor de behandeling van de Europese betalingsbevelprocedure de rechtbank Den Haag aangewezen. Nederland heeft er voor gekozen alleen formulieren die in de Nederlandse taal worden aangeboden te aanvaarden in de procedure. Eiser is bij de indiening van het verzoek voor een Europees betalingsbevel griffierecht verschuldigd. Voor het geldende tarief wordt verwezen naar De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.rechtspraak.nl/.

1.3 Vormvoorwaarden

Het Europese betalingsbevel moet zo snel mogelijk, maar in elk geval binnen dertig dagen na de indiening van het verzoek, worden uitgevaardigd.

Een verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend door middel van het standaardformulier A (https://e-justice.europa.eu). Nederland heeft in dit kader ervoor gekozen alleen formulieren in de Nederlandse taal te aanvaarden.

Het aanvraagformulier kan worden ingediend op papier of via elk ander communicatiemiddel dat door het gerecht wordt aanvaard.

Het verzoek vermeldt op grond van art. 7 lid 2a EBB:

a) de gegevens van partijen en van het gerecht waarbij het verzoek wordt ingediend:

b) het bedrag van de schuldvordering;

c) in het geval rente wordt geëist : de rentevoet en renteperiode;

d) de grondslag van de vordering, waaronder een beschrijving van de elementen waardoor de schuldvordering wordt gestaafd;

e) een beschrijving van het bewijs;

f) de gronden voor de rechterlijke bevoegdheid en

g) het grensoverschrijdende karakter.

Eiser moet in een Europese betalingsbevelprocedure verklaren dat hij het formulier A naar eer en geweten en waarheidsgetrouw heeft ingevuld. Het Europees betalingsbevel wordt uitsluitend op basis van de door eiser verstrekte informatie uitgevaardigd en wordt door het gerecht niet geverifieerd.

Het Europees betalingsbevel wordt aan verweerder ter kennis gebracht door verzending van het betalingsbevel per aangetekende post met bericht van ontvangst of bij exploot (via een gerechtsdeurwaarder). Door aan de griffie het bewijs van ontvangst terug te zenden, kan de rechtbank vaststellen of het Europees betalingsbevel vatbaar is om uitvoerbaar bij voorraad verklaard te worden. Indien de betekening bij exploot plaatsvindt, zal de rechtbank een gerechtsdeurwaarder hiervoor inschakelen.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Ja, voor een Europese betalingsbevelprocedure is het gebruik van standaardformulieren verplicht. Deze zijn te downloaden via https://e-justice.europa.eu.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, voor de Europese betalingsbevelprocedure is vertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht en hoeven partijen niet voor de rechtbank te verschijnen. Voor een incassoprocedure binnen Nederland is het afhankelijk van de aard van de procedure en de hoogte van de vordering of vertegenwoordiging door een advocaat vereist is. Zie hierover ook “Procedure voor geringe vorderingen” en “Aanhangigmaking van zaken bij de rechter”.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Op het standaardformulier A van de Europese betalingsbevelprocedure dient de grondslag van de schuldvordering, waaronder een beschrijving van het bewijs waarop de schuldvordering is gebaseerd vermeld te worden, maar is een nadere omschrijving daarvan niet vereist.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Nadere onderbouwing is in het kader van een Europese betalingsprocedure in beginsel niet vereist. De beschikbare bewijsmiddelen dienen op het formulier A te worden omschreven.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het verzoek wordt afgewezen indien de aanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen. Wanneer de aanvraag voor een Europees betalingsbevel slechts aan een deel van de vereiste voorwaarden voldoet, wordt eiser in de gelegenheid gesteld deze aan te vullen, te corrigeren of het door de rechtbank voorgestelde wijziging te aanvaarden. Wanneer eiser zijn antwoord niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn terugstuurt of het voorstel van de rechtbank weigert, wordt het verzoek om een Europees betalingsbevel geheel afgewezen. Tegen de afwijzing van het verzoek staan geen rechtsmiddelen open. Eiser kan nog wel zijn vordering geldend maken door opnieuw een verzoek om een Europees betalingsbevel in te dienen of door middel van een andere procedure waarin het recht van een lidstaat voorziet.

1.5 Hoger beroep

Hoger beroep is niet van toepassing. Verweerder heeft wel de mogelijkheid om heroverweging aan te vragen. Zie voor meer informatie onder 1.8. Ingeval van een procedure binnen Nederland, zal hoger beroep in beginsel openstaan.

1.6 Aanvechten van de vordering

Verweerder kan binnen een termijn van dertig dagen na de betekening of kennisgeving van het betalingsbevel een verweerschrift indienen. Verweerder stelt zijn verweer in door middel van het daarvoor bedoelde standaard formulier F (https://e-justice.europa.eu) en hoeft daarbij slechts de vordering te betwisten zonder dat hiervoor een nadere onderbouwing vereist is.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Voert verweerder tijdig (binnen 30 dagen) verweer door middel van het standaardformulier F, dan wordt de procedure voor het Europese betalingsbevel beëindigd. De procedure wordt volgens in een gewone bodemprocedure voortgezet, tenzij eiser in een bijlage bij het verzoek om een Europees betalingsbevel bezwaar maakt tegen de overgang naar een gewone procedure. Eiser kan dit ook in een later stadium doen, maar in ieder geval voordat het betalingsbevel wordt uitgevaardigd (art. 7 lid 4 EBB).

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien verweerder niet binnen de termijn van dertig dagen verweer indient, zal de rechtbank door middel van het standaardformulier G, het Europese betalingsbevel ambtshalve uitvoerbaar verklaren en het uitvoerbare Europees betalingsbevel aan de eiser toezenden. Het uitvoerbaar verklaarde Europese betalingsbevel is in elke lidstaat  uitvoerbaar zonder dat een uitvoerbaarverklaring vereist is. Artikel 9 van de Uitvoeringswet (EBB-Vo) biedt verweerder de mogelijkheid om een verzoek tot heroverweging in de dienen (zie ook 1.8.2).

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De tenuitvoerlegging van een Europees betalingsbevel wordt beheerst door het nationale recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging, voor zover de EBB-Vo niet anders bepaalt. Aan de rechtbank of aan de ten uitvoerleggende autoriteit moet een afschrift verstrekt wordt van het door het gerecht van oorsprong uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel. Dit document moet voldoen aan de voorwaarden om de echtheid ervan vast te kunnen stellen. Daarnaast moet een vertaling van het Europese betalingsbevel in het Nederlands verstrekt worden.

In de fase van tenuitvoerlegging kan alleen nog op verzoek van de verweerder de tenuitvoerlegging geweigerd worden. Dit is mogelijk als het Europees betalingsbevel onverenigbaar is met een in een lidstaat of in een derde land gegeven eerdere beslissing of eerder bevel. Die eerdere beslissing (bevel) moet hetzelfde onderwerp betreffen of aan de voorwaarden in de lidstaat van tenuitvoerlegging voldoen en de onverenigbaarheid in de gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong, had niet als verweer kunnen worden aangevoerd.

De tenuitvoerlegging wordt geweigerd indien de verweerder het in het Europese betalingsbevel vermelde bedrag reeds heeft betaald. In geen geval onderzoekt de rechtbank opnieuw de juistheid van het Europees betalingsbevel.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Het Europees betalingsbevel is definitief, tenzij verweerder om heroverweging verzoekt.

Artikel 9 van de Uitvoeringswet EBB-Vo schept deze mogelijkheid. Dit betekent dat verweerder, ook na het verstrijken van de dertig dagen waarbinnen een verweerschrift kan worden ingediend, onder bepaalde omstandigheden het gerecht van oorsprong om heroverweging van het Europese betalingsbevel kan verzoeken. Het verzoek moet  binnen vier weken worden gedaan nadat het betalingsbevel aan de verweerder bekend is geworden of dat de bijzondere omstandigheden hebben opgehouden te bestaan of nadat hij kennis heeft genomen van het kennelijk  ten onrechte uitgevaardigde Europese betalingsbevel.

Laatste update: 17/11/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Oostenrijk

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Het Oostenrijkse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zivilprozessordnung, of ZPO) kent een eigen, veel toegepaste betalingsbevelprocedure (Mahnverfahren) voor betalingsvorderingen. De meeste betalingsvorderingen worden in Oostenrijk on line verwerkt, via een vereenvoudigde, versnelde betalingsbevelprocedure.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Het toepassingsgebied van de betalingsbevelprocedure is beperkt tot betalingsvorderingen waarover niet beslist hoeft te worden in een speciale procedure die onder de oneigenlijke rechtspraak valt (Ausserstreitverfahren). De betalingsbevelprocedure is niet verenigbaar met het beginsel van deze procedure, waarin de rechter zich ambtshalve, dus zonder dat een van de partijen daarom heeft verzocht, duidelijkheid moet verschaffen over alle voor zijn beslissing relevante feiten. Ook vorderingen op grond van het socialeverzekeringsrecht en geldvorderingen uit hoofde van checks en wissels kunnen vanwege hun procedurele bijzonderheden niet via een betalingsbevelprocedure geldend worden gemaakt.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Sinds 1 juli 2009 kunnen via de betalingsbevelprocedure geldvorderingen tot maximaal 75 000 EUR geldend worden gemaakt. Hogere vorderingen moeten door middel van een conclusie (vorbereitender Schriftsatz) in een 'gewone' burgerlijke procedure aanhangig worden gemaakt.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Voor vorderingen van 75 000 EUR of minder is het gebruik van de betalingsbevelprocedure verplicht.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

De Oostenrijkse betalingsbevelprocedure kan niet worden gebruikt als de gedaagde zijn woonplaats, gewone verblijfplaats of maatschappelijke zetel in het buitenland heeft. In dat geval moet gebruik worden gemaakt van een 'gewone' burgerlijke procedure. Afhankelijk van de vordering zal de bevoegde rechter dan ofwel de gedaagde verzoeken om binnen vier weken een verweerschrift in te dienen of de datum van de terechtzitting vaststellen.

Betalingsvorderingen tegen gedaagden die in een andere lidstaat wonen, kunnen ook via de Europese betalingsbevelprocedure geldend worden gemaakt.

1.2 Bevoegde rechtbank

Betalingsvorderingen tot maximaal 15 000 EUR (sinds 1 januari 2013) moeten aanhangig worden gemaakt bij een Bezirksgericht (districtsrechter). Vorderingen met een waarde van meer dan 15 000 EUR moeten in beginsel bij een Gerichtshof erster Instanz (rechtbank van eerste aanleg) aanhangig worden gemaakt, tenzij ze onder de speciale bevoegdheid van de Bezirksgerichte vallen.

De rechterlijke bevoegdheid in de betalingsbevelprocedure is geregeld in de algemene voorschriften. Er zijn dus geen bijzondere bevoegdheidsregels voor deze procedure. Voor informatie over de Oostenrijkse bevoegdheidsregels, zie het informatieblad "Bevoegdheid van de rechtbanken". Voor de vraag welke rechtbank in een specifieke civiele procedure bevoegd is, kan men terecht op de website van het bondsministerie van Justitie onder 'De link wordt in een nieuw venster geopend.e-Government' ('Gerichtssuche').

Het Bezirksgericht für Handelssachen Wien (districtsrechtbank voor handelszaken te Wenen) is in Oostenrijk exclusief bevoegd voor de Europese betalingsbevelprocedure.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Betalingsvorderingen moeten worden ingediend door middel van een standaardformulier. Voor betalingsbevelprocedures worden verschillende formulieren gebruikt, afhankelijk van de vraag of het een geldvordering in de 'gewone', in de arbeidsrechtelijke of in de Europese betalingsbevelprocedure betreft. De formulieren kunnen worden gedownload van de website van het bondsministerie van Justitie, onder 'De link wordt in een nieuw venster geopend.Bürgerservice', of on line worden ingevuld.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Voor het aanhangig maken van vorderingen van meer dan 5 000 EUR is vertegenwoordiging door een advocaat verplicht. Dit geldt niet voor rechtszaken die krachtens de wet ongeacht het financieel belang door een Bezirksgericht (absolute bevoegdheid) moeten worden behandeld. In dergelijke zaken is sprake van een beperkte verplichting tot vertegenwoordiging door een advocaat: de partij kan zelf handelen, maar als zij zich wil laten vertegenwoordigen, kan dat alleen door een advocaat.

Voor het instellen van een vordering in de Europese betalingsbevelprocedure is geen vertegenwoordiging door een advocaat nodig.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De inhoudelijke eisen die aan een betalingsvordering worden gesteld, verschillen in essentie niet van die welke aan een vordering in een 'gewone' procedure worden gesteld. In een verzoek om een betalingsbevel hoeft echter niet te worden aangegeven op welke rechtsgrond de vordering is gebaseerd. De feiten die ter onderbouwing van de vordering worden aangevoerd, moeten echter voldoende gedetailleerd worden beschreven om de vordering te kunnen individualiseren en daaruit een concrete wens te kunnen afleiden (d.w.z. het verzoek moet deugdelijk (Schlüssig) zijn).

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

In Oostenrijk heeft de partij die om een betalingsbevel verzoekt, geen bewijsplicht. Bijgevolg hoeft de vordering op de wederpartij niet met stukken te worden gestaafd. Het op frauduleuze wijze verkrijgen of proberen te verkrijgen van een betalingsbevel door het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie, wordt op grond van een strafbepaling in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering echter met een geldboete bestraft.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank voert slechts een summiere toetsing van het verzoek uit. Het toetst niet de inhoudelijke juistheid van het verzoek maar enkel of het rechtens gegrond is (het verzoek moet deugdelijk (Schlüssig) zijn). Wanneer het verzoek om een betalingsbevel voldoet aan de vorm- en inhoudsvereisten (d.w.z. het bevat een concrete wens, vermeldt de feiten waaruit die wens wordt afgeleid, noemt de bewijsmiddelen alsook de informatie die nodig is voor het vaststellen van de rechterlijke bevoegdheid, en bevat een voldoende gedetailleerde beschrijving van de vordering), geeft de rechtbank het betalingsbevel af. De mogelijkheid van formele afwijzing van een verzoek om een betalingsbevel is niet vastgesteld in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Wanneer de rechtbank meent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een betalingsbevel wordt het verzoek niet afgewezen maar wordt onmiddellijk ambtshalve de 'gewone' procedure ingeleid. Indien slechts bepaalde vormfouten aan de orde zijn, kan de rechtbank echter eerst een verbeterprocedure inleiden, waarin de verzoeker wordt uitgenodigd om de fouten te herstellen.

1.5 Hoger beroep

Omdat het wetboek van burgerlijke rechtsvordering niet voorziet in de mogelijkheid van afwijzing van een verzoek om een betalingsbevel maar bepaalt dat een betalingsbevelprocedure in voorkomend geval automatisch in een 'gewone' procedure wordt omgezet, is er geen ruimte voor het instellen van een rechtsmiddel.

1.6 Aanvechten van de vordering

De termijn voor het aantekenen van verweer tegen een betalingsbevel is vier weken, welke termijn begint op de dag van betekening van het afschrift van het betalingsbevel aan de schuldenaar. Deze termijn kan door het gerecht niet worden verkort of verlengd.

Het verweer tegen een betalingsbevel dat is uitgevaardigd door een Gerichtshof erster Instanz (voor vorderingen tussen de 15 000 en 75 000 EUR) moet de vorm van een verweerschrift hebben. Dit betekent dat het verweer een concrete wens moet bevatten en een beschrijving van de feiten en omstandigheden die aan het verweer ten grondslag liggen, samen met bewijs ter onderbouwing van de stellingen van de verweerder. Voor het aantekenen van verweer bij de Gerichtshof is vertegenwoordiging door een advocaat verplicht.

Vertegenwoordiging door een advocaat is niet verplicht voor het aantekenen van verweer in een procedure bij een Bezirksgericht (bij vorderingen voor een bedrag tot 15 000 EUR of, als het Bezirksgericht absolute competentie heeft, tot 75 000 EUR). Voor het schriftelijk instellen van verweer is het in dergelijke procedures voldoende dat de schuldenaar de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd in een door hem ondertekend schrijven meedeelt dat hij verweer aantekent tegen het betalingsbevel. In tegenstelling tot wat bij procedures voor een Gerichtshof het geval is, hoeft het verweer niet te worden gemotiveerd. De schuldenaar kan bij de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd of bij het Bezirksgericht van zijn verblijfplaats ook mondeling verweer aantekenen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Indien de schuldenaar tijdig verweer aantekent, treedt het betalingsbevel buiten werking en leidt de rechtbank zonder nader verzoek ambtshalve de 'gewone' procedure in en hoort ze de partijen over de beweringen in het verzoekschrift en de daartegen ingebrachte bezwaren.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

In Oostenrijk is de betalingsbevelprocedure in één fase vormgegeven. Indien de schuldenaar zich niet of niet tijdig tegen het betalingsbevel verzet, wordt het zonder nader verzoek van de indiener executoriaal. Vandaar dat de wet niet voorziet in een tweede rechterlijke beslissing.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De rechtbank verklaart het betalingsbevel ambtshalve uitvoerbaar. Met een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het betalingsbevel kan de schuldeiser de tenuitvoerleggingsprocedure tegen de schuldenaar inleiden.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Een betalingsbevel kan in de Oostenrijkse betalingsbevelprocedure uitsluitend door het aantekenen van verweer worden betwist. De schuldenaar staan geen andere rechtsmiddelen ter beschikking. Tegen de in het betalingsbevel opgenomen beslissing over de kosten kan door de eiser en de verweerder binnen veertien dagen na de betekening ervan beroep worden ingesteld (Kostenrekurs). De schuldenaar kan op grond van ernstige gebreken bij de betekening van het betalingsbevel een niet aan een termijn gebonden verzoek tot intrekking van de uitvoerbaarverklaring indienen. Indien de schuldenaar door onafwendbare en onvoorzienbare gebeurtenissen niet in staat was om tijdig verweer in te stellen, kan hij binnen veertien dagen na beëindiging van de gebeurtenissen die de oorzaak waren van het verzuim, een verzoek indienen tot "herstel in de vorige toestand".

Laatste update: 05/06/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Polen

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De rechter vaardigt een betalingsbevel uit als de eiser de betaling van een geldbedrag of een vervangende prestatie vordert.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Een betalingsbevel kan worden uitgevaardigd ongeacht het bedrag van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De procedure is facultatief. De rechtbank vaardigt een betalingsbevel uit op schriftelijk verzoek van de eiser, dat is opgenomen het gedinginleidende stuk.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Een betalingsbevelprocedure kan niet worden ingesteld als het betalingsbevel niet kan worden betekend aan de verweerder in Polen.

1.2 Bevoegde rechtbank

De betalingsbevelprocedure valt onder de bevoegdheid van de districtsrechtbanken (rejonowy) en de regionale rechtbanken (okręgowy).

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Er bestaat geen standaardformulier.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Het is niet verplicht om zich in een betalingsbevelprocedure door een advocaat (przymus adwokacki) te laten vertegenwoordigen.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

In het verzoek moet de vordering nauwkeurig worden gespecificeerd en moeten de feitelijke omstandigheden die de vordering rechtvaardigen, worden uiteengezet.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Omstandigheden die de vordering rechtvaardigen, moeten worden gestaafd door de volgende documenten bij het verzoek te voegen:

a)     een officieel document;

b)     een door de schuldenaar aanvaarde rekening;

c)     een aan de schuldenaar gerichte aanmaning en een schriftelijke verklaring waarin de schuldenaar de schuld erkent;

d)     een door de schuldenaar aanvaarde aanmaning die door de bank is teruggestuurd omdat het bankrekeningsaldo ontoereikend was om de betaling uit te voeren.

De rechtbank vaardigt ook een betalingsbevel uit jegens de schuldenaar wanneer er een correct opgestelde promesse, cheque, borgtocht of schuldbekentenis waarvan de authenticiteit en inhoud onomstotelijk vaststaan, wordt overgelegd.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank zal het verzoek afwijzen:

  1. indien een gerechtelijke procedure niet-ontvankelijk is;
  2. indien een zaak voor dezelfde vordering tussen dezelfde partijen aanhangig is of reeds definitief is behandeld;
  3. indien een van de partijen niet bekwaam is om in rechte op te treden of indien de eiser niet bekwaam is om procedurele handelingen uit te voeren en niet door een wettelijke vertegenwoordiger wordt vertegenwoordigd, of indien de samenstelling van de bestuursorganen van de organisatie-eenheid van de eiser zodanige gebreken vertoont dat zij de eiser verhindert te handelen.

1.5 Hoger beroep

Zie punt 1.6.

1.6 Aanvechten van de vordering

Een schriftelijk bezwaarschrift moet worden ingediend bij de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd. In het bezwaarschrift moet de verweerder aangeven of hij het gehele betalingsbevel of slechts een deel ervan betwist. Hij moet tevens de middelen uiteenzetten die, op straffe van niet-ontvankelijkheid, moeten worden aangevoerd vóór het instellen van verweer ten gronde, en hij moet voorts de feitelijke omstandigheden en het bewijsmateriaal nader toelichten. De rechtbank houdt geen rekening met te laat ingediende grieven en bewijzen, tenzij de partij aantoont dat zij geen schuld heeft gehad aan het feit dat zij deze niet als onderdeel van het bezwaarschrift heeft ingediend of dat de behandeling van de zaak niet zal worden vertraagd door het toestaan van te laat ingediende grieven en bewijzen of dat er sprake is van andere uitzonderlijke omstandigheden.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als een bezwaarschrift rechtmatig is ingediend, stelt de rechter de datum van de terechtzitting vast en gelast hij de betekening van het bezwaarschrift aan de eiser.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Een uitgevaardigd betalingsbevel heeft een executoriaal karakter (tytuł zabezpieczenia) en kan ten uitvoer worden gelegd zonder dat het uitvoerbaar hoeft te worden verklaard.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift wordt het betalingsbevel zonder verdere formaliteiten uitvoerbaar.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Tegen een betalingsbevel dat in het kader van de betalingsbevelprocedure is uitgevaardigd, kan geen beroep worden aangetekend.

Laatste update: 20/05/2019

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Portugal

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De Europese betalingsbevelprocedure is van toepassing:

  • op financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten ter hoogte van maximaal 15 000 EUR overeenkomstig artikel 1 van De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998;
  • op betalingsachterstanden in handelstransacties “transacties tussen ondernemingen en tussen ondernemingen en publieke entiteiten waarbij goederen of diensten worden geleverd in ruil voor een financiële tegenprestatie”, ongeacht de waarde ervan, overeenkomstig artikel 10, lid 1, van De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 62/2013 van 10 mei 2013.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Voor vorderingen die voortvloeien uit contracten is het maximumbedrag 15 000 EUR.

Voor vorderingen die voortvloeien uit handelstransacties is er geen bovengrens.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure is niet verplicht.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

De wettelijke regels voor de procedure voor een betalingsbevel zijn van toepassing in gevallen waarin de verweerder buiten Portugal woont.

1.2 Bevoegde rechtbank

In Portugal kan een verzoek om een betalingsbevel worden ingediend:

1.3 Vormvoorwaarden

1) elektronisch, door het formulier op het platform De link wordt in een nieuw venster geopend.Citius in te vullen en te versturen of door het digitale bestand via dit platform te versturen;

2) op papier, door indiening bij de griffie van de bevoegde rechtbank.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Ja, er is een verplicht formulier vastgesteld in het De link wordt in een nieuw venster geopend.Uitvoeringsbesluit nr. 21/2020 van 18 januari 2020. Dit formulier kan worden gedownload via deze De link wordt in een nieuw venster geopend.link.

De griffie die bevoegd is om het papieren verzoek om een betalingsbevel in ontvangst te nemen, kan het standaardformulier op verzoek beschikbaar stellen aan burgers.

Het elektronische formulier kan door advocaten worden aangevraagd via het e-mailadres van het De link wordt in een nieuw venster geopend.Citius-portaal.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Hier geldt geen verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

In een verzoek om een betalingsbevel moet de verzoeker de feiten waarop de vordering gebaseerd is, beknopt beschrijven, overeenkomstig artikel 10, lid 2, punt d), van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Er hoeft geen schriftelijk bewijs van de betreffende vordering te worden geleverd.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het verzoek om een betalingsbevel kan worden afgewezen om de in artikel 11, lid 1, van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998 genoemde redenen.

1.5 Hoger beroep

Er kan beroep tegen een beslissing tot afwijzing van een verzoek bij de rechter worden ingesteld, of indien het gerecht meer rechters heeft, bij de dienstdoende rechter, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998.

1.6 Aanvechten van de vordering

De termijn voor het instellen van verweer tegen het betalingsbevel is 15 dagen, overeenkomstig artikel 12, lid 1, van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Indien de verweerder het betalingsbevel aanvecht, wordt de zaak vervolgens terugverwezen naar gangbare rechtsmiddelen in de vorm van een bijzonder of gewoon declaratoir geding, overeenkomstig respectievelijk artikel 3 van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998 en artikel 10, leden 2 tot en met 4, van De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 62/2013 van 10 mei 2013.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien de verweerder na in kennis te zijn gesteld geen verweerschrift indient, plaatst de griffier de volgende woorden op het verzoek om een betalingsbevel: “Dit document heeft uitvoerbare werking”, zoals is bepaald in artikel 14, lid 1, van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Nadat het exequatur aan het betalingsbevel is verleend, stelt de griffier het betalingsbevel beschikbaar aan de indiener van het verzoek, bij voorkeur in elektronische vorm – artikel 14, lid 5, van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.Wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Er kan een klacht tegen een weigering van uitvoerbaarverklaring bij de rechtbank worden ingediend, overeenkomstig artikel 14, lid 4, van de procedureregels uit de bijlage bij De link wordt in een nieuw venster geopend.wetsbesluit 269/98 van 1 september 1998.

Toepasselijke wetgeving


Opmerking:

Het contactpunt van EJN-civiel, de rechtbanken of andere entiteiten en instanties zijn niet gebonden door de in dit informatieblad opgenomen gegevens. De interpretatie hiervan is in de jurisprudentie aan wijzigingen onderhevig. Hoewel informatiebladen geregeld worden bijgewerkt, blijft het nodig om de geldende wetgeving te raadplegen.

Laatste update: 09/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Roemenië

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

De betalingsbevelprocedure is geregeld in de artikelen 1014-1025 van het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dat op 15 februari 2013 van kracht werd.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De betalingsbevelprocedure is van toepassing op onbetwistbare, vaststaande en opeisbare vorderingen die betrekking hebben op verplichtingen tot betaling van bepaalde geldbedragen op grond van een civielrechtelijke overeenkomst, met inbegrip van overeenkomsten tussen een beroepsbeoefenaar en een aanbestedende dienst, en die zijn gebaseerd op een document of op een wet, een reglement of een ander document en die door de partijen zijn erkend door een handtekening of op een andere wettelijk toelaatbare wijze. Dit deel heeft geen betrekking op vorderingen die zijn ingediend door gezamenlijke schuldeisers in het kader van een insolventieprocedure.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De betalingsbevelprocedure is facultatief en de belanghebbende kan bij de rechtbank een verzoek indienen op grond van algemene bepalingen.

De betalingsbevelprocedure is een bijzondere procedure die veel eenvoudiger is dan de procedure waarin het gemene recht voorziet en die de schuldeiser in staat stelt een executoriale titel te verkrijgen onder andere voorwaarden dan die welke zijn vastgesteld in de algemene bepalingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Ook kan de rechtbank, indien het bezwaar van de schuldenaar tegen het verzoek om een betalingsbevel gerechtvaardigd is, het verzoek van de schuldeiser afwijzen in een definitieve uitspraak.

De schuldeiser kan een rechtsvordering instellen op grond van het gemene recht indien de rechter het verzoek om een betalingsbevel afwijst, of indien de rechter voor een deel van de vordering een betalingsbevel uitvaardigt en in dit geval een rechtsvordering kan worden ingesteld op grond van het gemene recht om de schuldenaar te verplichten tot betaling van de resterende schuld, of indien het betalingsbevel nietig is verklaard.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja. In het nieuwe wetboek van burgerlijke rechtsvordering wordt geen onderscheid gemaakt met betrekking tot de woonplaats van de verweerder, aangezien de betalingsbevelprocedure van toepassing is ongeacht of de verweerder in een andere lidstaat of in een derde land woont.

1.2 Bevoegde rechtbank

Het verzoek om een betalingsbevel kan worden ingediend bij de rechtbank die bevoegd is om de zaak in eerste aanleg ten gronde te behandelen. In het geval van het betalingsbevel verifieert de rechter op eigen initiatief of de rechtbank bevoegd is.

Valt deze procedure onder de algemene regels inzake de bevoegdheid van rechtbanken (in dit geval zou een passende link kunnen worden toegevoegd) of gelden er daarvoor andere beginselen?

De bevoegdheid voor de behandeling van verzoeken om een betalingsbevel wordt vastgesteld krachtens de algemene regels inzake de bevoegdheid van rechtbanken.

Vorderingen met een geldwaarde tot 200 000 RON vallen onder de bevoegdheid van de districtsrechtbanken. Vorderingen met een geldwaarde van ten minste 200 000 RON vallen onder de bevoegdheid van de landelijke rechtbanken.

De bevoegdheidsregels inzake de bijzondere betalingsbevelsprocedure worden aangevuld met de algemene bevoegdheidsregels die op de waarde van de vordering zijn gebaseerd.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Er is geen bepaald type formulier of standaardformulier, maar de schuldeiser (eiser) moet voldoen aan minimale formele regels voor zijn verzoek, dat bepaalde gegevens moet bevatten, namelijk: de naam en woonplaats van de schuldeiser of, in voorkomend geval, zijn benaming en maatschappelijke zetel; de naam en woonplaats van de schuldenaar als natuurlijke persoon en, indien de schuldenaar een rechtspersoon is, zijn benaming en maatschappelijke zetel en, in voorkomend geval, het inschrijvingsnummer in het handels- of rechtspersonenregister, het fiscaal nummer en het bankrekeningnummer; de verschuldigde bedragen; de feiten en rechtsgronden voor de betalingsverplichtingen; de periode waarop die verplichtingen betrekking hebben; de uiterste betalingsdatum, en alle andere elementen die nodig zijn om de vordering vast te stellen.

Ook moet de overeenkomst of een ander document waarin de verschuldigde bedragen zijn vermeld bij het verzoek worden gevoegd, alsook het bewijs dat het betalingsbevel aan de schuldenaar is betekend. De schuldeiser moet het bevel via een deurwaarder of per aangetekende brief met erkende inhoud en ontvangstbewijs aan de schuldenaar betekenen, en de schuldenaar is verplicht het verschuldigde bedrag binnen 15 dagen na deze betekening te betalen. Door dit bevel wordt de verjaringstermijn gestuit.

Het verzoek en de daarbij gevoegde documenten worden ingediend in evenveel exemplaren als er partijen zijn, plus één exemplaar voor de rechtbank.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, vertegenwoordiging door een advocaat is niet verplicht, maar wordt wel aanbevolen.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De minimale inhoud van het inleidende verzoekschrift is wettelijk voorgeschreven. De schuldeiser (eiser) moet het volgende vermelden: het gevorderde bedrag; de feiten en rechtsgronden voor de betalingsverplichting en de periode waarop ze betrekking heeft; de uiterste betalingsdatum, en alle andere elementen die nodig zijn om de vordering vast te stellen.

Als de partijen de hoogte van de vertragingsrente niet hebben vastgesteld, wordt de door de Nationale Bank van Roemenië vastgestelde referentierentevoet toegepast. De referentierentevoet die geldt op de eerste kalenderdag van het semester is van toepassing gedurende het gehele semester. De vordering genereert op de volgende wijze rente:

  • voor overeenkomsten gesloten tussen beroepsbeoefenaren, vanaf de datum waarop de vordering opeisbaar werd;
  • voor overeenkomsten gesloten tussen beroepsbeoefenaren en een aanbestedende dienst, zonder dat de schuldenaar ervan in kennis moet worden gesteld dat de betaling achterstallig is: indien in de overeenkomst een vervaldatum is vastgesteld, vanaf de dag volgend op die vervaldag; indien in de overeenkomst geen vervaldatum is vastgesteld: 30 dagen nadat de schuldenaar de factuur heeft ontvangen of, indien die datum onzeker is, 30 dagen na de aanvaarding van de goederen of de uitvoering van de diensten of, indien het betalingsbevel vóór de ontvangst van de goederen/diensten is betekend, na het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de ontvangst van de goederen/de uitvoering van de diensten; indien de wet of het contract voorziet in een aanvaardings- of controleprocedure ter bevestiging van de conformiteit van de betrokken goederen of diensten, en de schuldenaar de factuur of het betalingsbevel op of vóór de controledatum heeft ontvangen, bij het verstrijken van een termijn van 30 dagen vanaf die datum;
  • in de overige gevallen, vanaf de datum waarop de betaling van de schuldenaar volgens de wet achterstallig is.

De schuldeiser kan een aanvullende schadevergoeding eisen voor alle kosten die hij heeft gemaakt voor de invordering van de bedragen als gevolg van het feit dat de schuldenaar zijn verplichtingen niet tijdig is nagekomen.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Ja, het contract of elk ander document dat als bewijs van de verschuldigde bedragen dient, wordt bij het verzoek gevoegd (factuur, kassabon, handgeschreven ontvangstbewijs enz.). Het bewijs van de betekening van het bevel aan de schuldenaar moet bij het verzoek worden gevoegd, zo niet wordt het verzoek als niet-ontvankelijk beschouwd.

Met het oog op de behandeling van het verzoek dagvaardt de rechter de partijen, overeenkomstig de bepalingen inzake dringende aangelegenheden, om hen te vragen uitleg en verduidelijking te geven en om erop aan te dringen dat de schuldenaar de verschuldigde betaling uitvoert of dat de partijen overeenstemming bereiken over de wijze van betaling. De dagvaarding moet tien dagen vóór de zittingsdatum aan de betrokken partij worden betekend. Het verzoek van de schuldeiser en de daarbij gevoegde stukken moeten als bewijs van de vordering in een afschrift bij de dagvaarding van de schuldenaar worden gevoegd. In de dagvaarding moet worden aangegeven dat indien de schuldenaar bezwaar wenst in te stellen, hij dit ten minste drie dagen vóór de zittingsdatum dient te doen, met de vermelding dat indien hij geen bezwaar instelt, de rechtbank dit kan beschouwen, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, als een erkenning van de vorderingen van de schuldeiser. De eiser zal niet van het bezwaar op de hoogte worden gesteld, maar zal in het dossier kennis kunnen nemen van de inhoud ervan.

Als de schuldeiser verklaart dat hij de verschuldigde betaling heeft ontvangen, bevestigt de rechter deze omstandigheid in een definitieve uitspraak en verklaart hij de zaak gesloten. Als de schuldeiser en de schuldenaar een akkoord hebben bereikt over de betaling, bevestigt de rechter dit feit en vaardigt hij een spoedbeslissing uit. Het spoedbevel is definitief en wordt als een executoriale titel beschouwd.

Als de rechter, na toetsing van het verzoek aan de ingediende stukken en de verklaringen van de partijen, van oordeel is dat de vorderingen van de schuldeiser gerechtvaardigd zijn, zal hij een betalingsbevel uitvaardigen waarin het bedrag en de betalingstermijn worden vermeld. Als de rechter, na onderzoek van het bewijsmateriaal in de zaak, van oordeel is dat slechts een deel van de vorderingen van de schuldeiser gerechtvaardigd is, zal hij slechts voor dat deel een betalingsbevel uitvaardigen, waarin ook de betalingstermijn wordt vermeld. In dat geval kan de schuldeiser een rechtsvordering op grond van het gemene recht instellen om de schuldenaar te verplichten de resterende schuld te betalen. De betalingstermijn bedraagt minimaal tien dagen en maximaal dertig dagen vanaf de datum van betekening van het bevel. De rechter mag geen andere betalingstermijn vaststellen, tenzij de partijen daarmee akkoord zijn gegaan. Het bevel zal zo spoedig mogelijk overeenkomstig de wet aan de aanwezige partijen worden overhandigd of aan elke partij worden betekend.

Indien de schuldenaar geen bezwaar aantekent tegen de vordering, wordt het betalingsbevel uitgevaardigd binnen maximaal 45 dagen na de datum waarop het verzoek werd ingediend. Deze termijn omvat niet de termijn die nodig is voor de betekening van processtukken en de door de schuldeiser veroorzaakte vertraging, bijvoorbeeld wanneer het verzoek moet worden gewijzigd of aangevuld.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Als de schuldenaar de vordering betwist, gaat de rechter na of de vordering gerechtvaardigd is op basis van de stukken in het dossier en op basis van de door de partijen verstrekte toelichtingen en verduidelijkingen. Als het verweer van de schuldenaar gerechtvaardigd is, zal de rechter een uitspraak doen waarin hij het verzoek van de schuldeiser afwijst. Als de door de schuldenaar aangevoerde argumenten over de grond van de zaak ertoe leiden dat andere bewijsstukken dan de bestaande bewijsstukken worden behandeld en het bewijs in kwestie volgens de standaardprocedure wettelijk toelaatbaar zou zijn, zal de rechter een uitspraak doen waarin hij het verzoek van de schuldeiser tot uitvaardiging van een betalingsbevel afwijst. Vervolgens kan de schuldeiser een rechtsvordering instellen op grond van het gemene recht.

1.5 Hoger beroep

De schuldenaar kan een verzoek tot nietigverklaring van het betalingsbevel indienen binnen tien dagen nadat dat bevel aan hem werd overhandigd of betekend. Binnen dezelfde termijn kan de schuldeiser ook een verzoek tot nietigverklaring indienen tegen de uitspraak tot afwijzing van het bevel en tegen een gedeeltelijk betalingsbevel. De enige argumenten die in het verzoek tot nietigverklaring mogen worden aangevoerd, zijn: niet-naleving van de vereisten voor de uitvaardiging van het betalingsbevel en, in voorkomend geval, de gronden voor de uitdoving van de verplichting die zijn ontstaan nadat het betalingsbevel is uitgevaardigd. Over het verzoek tot nietigverklaring moet worden beslist door de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd en met name door een kamer bestaande uit twee rechters. De indiening van een verzoek tot nietigverklaring schort de tenuitvoerlegging niet op. Op verzoek van de schuldenaar kan de tenuitvoerlegging echter worden opgeschort, maar alleen tegen betaling van een door de rechter vast te stellen waarborg. Als de bevoegde rechter het verzoek tot nietigverklaring geheel of gedeeltelijk toewijst, zal hij het betalingsbevel geheel of gedeeltelijk vernietigen en, indien passend, een definitieve uitspraak doen.

Indien de schuldeiser een verzoek tot nietigverklaring heeft ingediend en de bevoegde rechter dat verzoek toewijst, zal de rechter een definitieve uitspraak doen waarbij het betalingsbevel wordt uitgevaardigd.

De beslissing tot afwijzing van het verzoek tot nietigverklaring is definitief.

1.6 Aanvechten van de vordering

-

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

-

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het betalingsbevel is uitvoerbaar, zelfs indien het wordt aangevochten met een verzoek tot nietigverklaring, en krijgt voorlopig kracht van gewijsde totdat het verzoek tot nietigverklaring is behandeld. De indiening van een verzoek tot nietigverklaring schort de tenuitvoerlegging niet op. Op verzoek van de schuldenaar kan de tenuitvoerlegging echter worden opgeschort, maar alleen tegen betaling van een door de rechter vast te stellen waarborg. Het betalingsbevel wordt definitief als de schuldenaar geen verzoek tot nietigverklaring heeft ingediend of als zijn verzoek tot nietigverklaring is afgewezen. Als de bevoegde rechter het door de schuldeiser ingediende verzoek tot nietigverklaring toewijst, zal hij een definitieve uitspraak doen waarbij het betalingsbevel wordt uitgevaardigd.

De belanghebbende kan de tenuitvoerlegging van het betalingsbevel betwisten op grond van het gemene recht. Een dergelijke betwisting kan alleen zijn gebaseerd op onregelmatigheden met betrekking tot de tenuitvoerleggingsprocedure en gronden voor de uitdoving van de verplichting die zijn ontstaan nadat het betalingsbevel definitief is geworden.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Zie het antwoord op vraag 1.8.1.

Laatste update: 29/03/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Slovenië

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Slovenië erkent de volgende twee betalingsbevelprocedures:

– een betalingsbevelprocedure overeenkomstig de artikelen 431 tot en met 441 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Zakon o pravdnem postopku, ZPP);

– een tenuitvoerleggingsprocedure op grond van een authentieke akte (factuur, wissel of “wisselprotest”, eventueel vergezeld van retourfacturen tot vaststelling van een vordering, een openbaar document, een uittreksel uit de door de bevoegde persoon gecertificeerde boekhouding, een gelegaliseerde onderhandse akte, een schriftelijke opgave van inkomen uit arbeid) voor het plaatselijk gerecht te Ljubljana (Okrajno sodišče v Ljubljani), waarbij het gerecht op voorstel van de schuldeiser binnen drie tot vier dagen een tenuitvoerleggingsbevel uitvaardigt in het kader van een geautomatiseerde procedure en op grond van een authentieke akte, waarin:

  1. de schuldenaar wordt opgedragen het door de schuldeiser gevorderde bedrag te voldoen (betalingsbevel of het veroordelende gedeelte van het tenuitvoerleggingsbevel);
  2. toestemming wordt gegeven voor tenuitvoerlegging op de in de vordering vermelde eigendommen van de schuldenaar, mits de schuldenaar niet binnen acht dagen bezwaar aantekent tegen de beslissing (toestemming voor tenuitvoerlegging);
  3. de schuldenaar wordt veroordeeld in de kosten van de procedure (zie de artikelen 23, 40c en 41 van de Wet inzake de tenuitvoerlegging en veiligstelling van vorderingen (Zakon o izvršbi in zavarovanju, ZIZ)).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De betalingsbevelprocedure is een speciale, versnelde procedure voor tenuitvoerlegging van een geldelijke vordering die opeisbaar is geworden, waarbij de vordering wordt onderbouwd met een document dat van rechtswege een grotere bewijskracht heeft (authentieke akte). Een betalingsbevel kan in zowel binnenlandse als grensoverschrijdende zaken worden uitgevaardigd.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Een vordering die ten grondslag ligt aan een betalingsbevel mag uitsluitend de geldelijke aansprakelijkheid betreffen (geldelijke vordering). Uitsluitend contractuele of niet‑contractuele verplichtingen waarvan de nominale waarde is vastgesteld, komen in aanmerking. Eén uitzondering daarop is de opzegging van de huurovereenkomst van een bedrijfsruimte en de daaropvolgende verwijdering van voorraden, waarbij het uitvaardigen van een betalingsbevel is onderworpen aan een speciale procedure. Deze uitzondering is vastgelegd in artikel 29 van de Wet inzake bedrijfsgebouwen en -ruimten (Zakon o poslovnih stavbah in poslovnih prostorih), volgens welke een gerecht op grond van opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder en een verzoek tot ontruiming van een bedrijfsgebouw of bedrijfsruimte een bevel tot ontruiming van het bedrijfsgebouw of de bedrijfsruimte uitvaardigt, indien uit de opzegging of het verzoek en uit de huurovereenkomst of het in het voorgaande artikel genoemde bewijs voortvloeit dat de verhuurder het recht heeft om de huur van het bedrijfsgebouw of de bedrijfsruimte op te zeggen dan wel om te verzoeken om de ontruiming daarvan.

Uitsluitend contractuele vorderingen op grond van een authentieke akte kunnen het voorwerp vormen van een betalingsbevelprocedure.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er bestaat geen maximumbedrag voor de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Volgens het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vaardigt een gerecht ook ambtshalve een betalingsbevel uit wanneer een eiser in een zaak daar weliswaar niet om heeft verzocht, maar aan de voorwaarden voor het uitvaardigen van een betalingsbevel is voldaan, m.a.w. wanneer de eiser een gewone vordering aanhangig maakt en geen voorstel doet tot het uitvaardigen van een betalingsbevel. Een gerecht is derhalve verplicht een betalingsbevel uit te vaardigen (een betalingsbevel wordt uitgevaardigd door een toegevoegde rechter), onafhankelijk van een vordering van de eiser, indien aan de wettelijke voorwaarden voor uitvaardiging is voldaan.

De schuldeiser kan ervoor kiezen om een vordering tot verplichte betaling aanhangig te maken en uitvaardiging van een betalingsbevel te vorderen conform artikel 431 ZPP, of om een elektronisch verzoekschrift tot tenuitvoerlegging in te dienen krachtens artikel 41 ZIZ, op grond waarvan het centrale gerecht langs geautomatiseerde weg een betalingsbevel uitvaardigt.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja.

1.2 Bevoegde rechtbank

In Slovenië wordt de beslissingsbevoegdheid inzake een vordering tot het uitvaardigen van een betalingsbevel op dezelfde wijze vastgesteld als voor andere vorderingen; dit betekent dat de materiële bevoegdheid tot het uitvaardigen van een betalingsbevel berust bij de arrondissementsrechtbanken (okrožna sodišča), naast de plaatselijke gerechten (okrajna sodišča). Bij de vaststelling van de materiële bevoegdheid wordt er gekeken naar de waarde van het geschil (of naar de aard van de zaak, bv. in handelszaken). Plaatselijke gerechten zijn bevoegd uitspraak te doen in geschillen omtrent eigendomsrechten waarbij de waarde van het betreffende voorwerp niet hoger is dan 20 000 EUR. Arrondissementsrechtbanken zijn bevoegd uitspraak te doen in geschillen omtrent eigendomsrechten waarbij de waarde van het betreffende voorwerp hoger is dan 20 000 EUR. De bevoegdheid tot het in eerste aanleg kennisnemen van en uitspraak doen over handelsgeschillen berust uitsluitend bij de arrondissementsrechtbanken. Handelsgeschillen zijn geschillen in een burgerlijke zaak waarbij een van de partijen een rechtspersoon (vennootschap, instelling, collectief) is. Onder handelsgeschillen vallen ook zaken waarbij de staat of een andere autonome plaatselijke gemeenschap, zoals een gemeente, partij is.

Bij de vaststelling van de territoriale bevoegdheid wordt er nagegaan welk van de gerechten met materiële bevoegdheid bevoegd is om uitspraak te doen in een specifieke zaak. Wat betreft de territoriale bevoegdheid geldt als algemene regel dat een zaak tegen een natuurlijk persoon of rechtspersoon aanhangig moet worden gemaakt bij het gerecht dat bevoegd is in het gebied waar de verweerder permanent woont dan wel is gevestigd. In het geval van een zaak tegen een niet-ingezeten natuurlijk persoon of rechtspersoon is het gerecht met algemene territoriale bevoegdheid het gerecht dat bevoegd is voor de woonplaats van de natuurlijke persoon in Slovenië dan wel voor het filiaal van de rechtspersoon. Het Sloveense recht kent ook een voorschrift inzake speciale territoriale bevoegdheid, die afhankelijk is van het onderwerp van en de partijen bij het geschil.

Het plaatselijke gerecht te Ljubljana is bij uitsluiting bevoegd ten aanzien van tenuitvoerleggingsprocedures op grond van een authentieke akte waarbij ook betalingsbevelen worden uitgevaardigd.

Zie voor aanvullende informatie hierover de antwoorden onder “Hoe breng ik een zaak voor de rechter?”

1.3 Vormvoorwaarden

Volgens artikel 431 ZPP gelden voor het uitvaardigen van een betalingsbevel de volgende twee voorwaarden: de vordering moet betrekking hebben op een geldelijke vordering die opeisbaar is geworden en er moet sprake zijn van een authentieke akte waaruit de vordering voortvloeit. Een vordering of voorstel tot uitvaardiging van een betalingsbevel moet alle informatie bevatten die voor vorderingen verplicht is: een verwijzing naar het gerecht, de namen en vaste of tijdelijke woonplaatsen van de partijen, de namen van de wettelijke vertegenwoordigers of gevolmachtigden, een specifiek verzoek waarin de hoofdvordering in de zaak en de subsidiaire vorderingen worden uiteengezet, de feiten ter onderbouwing van het verzoek van de eiser, bewijs ter onderbouwing van die feiten, de waarde van het geschil en een handtekening. Verder dient de authentieke akte (origineel of gewaarmerkt afschrift) aan de vordering te worden gehecht.

Voor de uitvaardiging van een betalingsbevel dat deel uitmaakt van een tenuitvoerleggingsbevel op grond van een authentieke akte (artikel 41 ZIZ) gelden als voorwaarden dat een verzoek om tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte elektronisch moet worden ingediend, dat de gerechtskosten moeten worden voldaan en dat in het verzoek om tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte de volgende informatie moet zijn opgenomen:

  • de namen van de schuldeiser en schuldenaar, met inbegrip van hun persoonsgegevens (bv. fiscaal nummer, persoonlijk identificatienummer of geboortedatum);
  • de authentieke akte;
  • de verplichting van de schuldenaar;
  • middel en onderwerp van tenuitvoerlegging;
  • overige informatie die nodig is voor tenuitvoerlegging, afhankelijk van het onderwerp van de tenuitvoerlegging, en
  • een verzoek aan de rechter om de schuldenaar op te dragen het gevorderde bedrag, met inbegrip van de gemaakte kosten, binnen acht dagen - en in zaken met betrekking tot wissels en cheques, binnen drie dagen - na betekening of kennisgeving van het bevel te voldoen.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Ingevolge artikel 431 ZPP hoeft in Slovenië een verzoek tot uitvaardiging van een betalingsbevel niet via een standaardformulier te worden ingediend; zo'n formulier bestaat ook niet. In het verzoek moeten wel alle in de wet voorgeschreven elementen worden opgenomen waarnaar hierboven in punt 1.3 (vormvereisten) wordt verwezen.

Bij de uitvaardiging van een besluit inzake tenuitvoerlegging op grond van een geloofwaardig document (artikel 41 ZIZ) waarin een betalingsbevel is vervat, moet het verzoek met behulp van een standaardformulier worden ingediend (artikel 29, lid 2, ZIZ, Voorschriften inzake vorm en type van de tenuitvoerlegging en inzake de geautomatiseerde tenuitvoerleggingsprocedure) - hetzij elektronisch (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://evlozisce.sodisce.si/esodstvo/index.html), hetzij schriftelijk.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

In een procedure voor uitvaardiging van een betalingsbevel hoeven partijen zich niet door een advocaat te laten vertegenwoordigen (en dit is evenmin vereist in een procedure op grond van artikel 431 ZPP of artikel 41 ZIZ).

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Volgens artikel 431 ZPP moeten in een eis tot verplichte betaling de grondslag en het bedrag van de schuld worden vermeld, alsook feiten ter onderbouwing van de vordering; in de eis moeten ook het bedrag en de munteenheid worden aangegeven, alsook de datum waarop de geldelijke vorderingen opeisbaar werden. Ook de eventueel gevorderde rente dient exact te worden opgegeven (met vermelding van het rentepercentage en de termijn waarover rente wordt gevorderd). De vervaldatum van de vordering moet blijken uit de authentieke akte.

In geval van tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte hoeft de vordering niet nader te worden onderbouwd; er kan worden volstaan met verwijzing naar de authentieke akte (artikel 41 ZIZ).

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Ja, de originele authentieke akte of een gewaarmerkt afschrift daarvan moet aan de vordering dan wel het verzoek tot uitvaardiging van een betalingsbevel worden gehecht. Betreft het een vordering of een verzoek tot uitvaardiging van een betalingsbevel in een handelsgeschil, dan hoeft het origineel of het gewaarmerkte afschrift van de authentieke akte niet te worden aangehecht. In dat geval volstaat het om een afschrift van dat document door een bevoegde instantie van een rechtspersoon te laten waarmerken.

Een authentieke akte is een document dat weliswaar niet de status van een executoriale titel heeft, maar op grond waarvan het bestaan van de vordering zeer aannemelijk is. Een akte is authentiek indien zij als zodanig wordt aangemerkt in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering of een andere wet. In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden de volgende authentieke akten onderscheiden: openbare documenten; onderhandse akten waarop de handtekening van de schuldenaar is gelegaliseerd door een daartoe bevoegde instantie; wissels en cheques, met bezwaar en retourfactuur indien deze zijn vereist om een vordering te doen ontstaan; uittreksels uit een wettelijk gecontroleerde boekhouding en documenten met de aard van een openbaar document volgens speciale voorschriften. Ook een buitenlands document kan als authentieke akte worden aangemerkt, mits het voldoet aan de in Slovenië geldende voorwaarden voor het gebruik daarvan.

Uitzondering: zelfs wanneer er geen authentieke akte is ingediend, vaardigt het gerecht toch een betalingsbevel uit tegen een verweerder als het een geldelijke vordering betreft die opeisbaar is geworden en waarvan het bedrag niet hoger is dan 2 000 EUR, en als in de vordering de grondslag en het bedrag van de schuld worden vermeld en bewijs is opgenomen op grond waarvan de juistheid van de daarin gedane beweringen kan worden vastgesteld, met dien verstande dat deze uitzondering niet geldt voor handelsgeschillen (artikel 494 ZPP).

In een tenuitvoerleggingsprocedure die wordt gevoerd op grond van een authentieke akte en waarin een betalingsbevel wordt uitgevaardigd, kan overigens de authentieke akte zelf niet worden ingediend (aangezien het informatiesysteem dat niet toelaat); er kan worden volstaan met een verklaring met betrekking tot de authentieke akte (artikel 41 ZIZ).

1.4 Afwijzing van het verzoek

Het gerecht wijst een verzoek om een betalingsbevel af, wanneer niet is voldaan aan de voorwaarden voor uitvaardiging daarvan, d.w.z. een geldelijke vordering die opeisbaar is geworden en het bestaan van een authentieke akte waaruit de vordering is voortgevloeid.

Wijst het gerecht het verzoek tot uitvaardiging van een betalingsbevel niet af, dan zet het de procedure voort op grond van de betrokken vordering.

Het plaatselijk gerecht te Ljubljana wijst het verzoek om tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte af, als de vordering nog niet opeisbaar is of als de verweerder in staat van faillissement verkeert.

1.5 Hoger beroep

Tegen een beslissing tot afwijzing van een verzoek om uitvaardiging van een betalingsbevel is geen beroep mogelijk. De eiser kan een dergelijke beslissing evenmin aanvechten door beroep aan te tekenen tegen de uitspraak.

Het rechtsmiddel dat de verweerder ter beschikking staat tegen een uitgevaardigd betalingsbevel, is een bezwaarschrift. Een bezwaarschrift kan uiterlijk acht dagen nadat het betalingsbevel aan de verweerder is betekend of ter kennis gebracht, worden ingediend (drie dagen in het geval van een geschil inzake wissels of cheques). Een bezwaar moet worden onderbouwd; zonder onderbouwing wordt het ongegrond verklaard. U kunt beroep instellen tegen de beslissing waarin het gerecht zich uitspreekt over het bezwaarschrift.

Wanneer een verweerder een betalingsbevel uitsluitend aanvecht ten aanzien van de veroordeling in de kosten, kan die veroordeling alleen worden aangevochten door beroep in te stellen tegen de beslissing.

De eiser kan binnen acht dagen beroep instellen tegen de beslissing van het plaatselijke gerecht te Ljubljana tot afwijzing van het verzoek om tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte; een dergelijk beroep wordt voorgelegd aan een hogere rechter in Ljubljana.

1.6 Aanvechten van de vordering

De verweerder kan bezwaar aantekenen tegen de vordering van de eiser. Een dergelijk bezwaar moet wel worden onderbouwd. In het bezwaarschrift moeten feiten worden vermeld die het bezwaar staven en moet bewijsmateriaal worden aangedragen, bij gebreke waarvan het bezwaar ongegrond wordt verklaard (artikel 435, lid 2, ZPP). De verweerder moet in zijn bezwaarschrift derhalve de wettelijk significante feiten vermelden, d.w.z. de feiten op basis waarvan de vordering kan worden afgewezen (indien ze juist blijken te zijn). Deze feiten moeten in concrete en specifieke bewoordingen worden weergegeven.

Tegen een beslissing van een plaatselijk gerecht te Ljubljana tot toewijzing van een verzoek om tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte en tot uitvaardiging van een tenuitvoerleggingsbevel op grond van een authentieke akte kan binnen acht dagen bezwaar worden aangetekend. Een dergelijk bezwaar moet wel worden onderbouwd. Een bezwaar wordt geacht te zijn onderbouwd wanneer de schuldenaar de feiten heeft vermeld op basis waarvan de vordering van de eiser kan worden afgewezen (bv. dat de schuld al is afgelost) en bewijsmateriaal heeft aangedragen ter staving van de in het bezwaarschrift aangevoerde feiten (artikel 61 ZIZ). De beslissing over een bezwaarschrift wordt gegeven door het plaatselijke gerecht te Ljubljana.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Wanneer een gerecht een bezwaarschrift van een verweerder niet afwijst omdat het te laat is ingediend, of omdat het onvolledig en onrechtmatig is, en het ook anderszins niet ongegrond verklaart, zet het de procedure voort op grond van de betrokken vordering.

Indien een verweerder een gerechtvaardigd bezwaar indient, geeft het gerecht een beslissing waarin het betalingsbevel wordt vernietigd en zal het, zodra die beslissing kracht van gewijsde heeft verkregen, de hoofdprocedure voortzetten.

De partijen kunnen tijdens de eerste hoorzitting in de hoofdprocedure nieuwe feiten aandragen en nieuw bewijsmateriaal indienen, terwijl de verweerder nieuwe bezwaren kan inbrengen tegen het betwiste deel van het betalingsbevel.

Indien het plaatselijke gerecht te Ljubljana een bezwaar tegen een op een authentieke akte gegrond tenuitvoerleggingsbevel bevestigt, vernietigt het dat deel van het tenuitvoerleggingsbevel waarin de tenuitvoerlegging wordt toegestaan en de executeur bij naam wordt genoemd evenals de executoriale handelingen die zijn verricht (m.a.w. het gerecht vernietigt niet het betalingsbevel, maar bepaalt of dat bevel van kracht moet blijven dan wel in een latere beslissing moet worden vernietigd). Het gerecht zal de procedure vervolgens voortzetten als in het geval van een bezwaar tegen een betalingsbevel; heeft het gerecht geen rechtsbevoegdheid ter zake, dan verklaart het niet bevoegd te zijn en wordt de zaak naar verwezen naar de bevoegde rechter. Daarbij houdt het gerecht rekening met de overeenkomst inzake de territoriale bevoegdheid indien de schuldeiser dat in het verzoek om tenuitvoerlegging heeft gevorderd en gespecificeerd of indien de schuldenaar dat in zijn bezwaar tegen het tenuitvoerleggingsbevel heeft gevorderd en aan het gerecht heeft voorgelegd. Een verzoek om tenuitvoerlegging op grond van een authentieke akte die als basis heeft gediend voor het uitvaardigen van een nietig verklaard tenuitvoerleggingsbevel geldt als een vordering in een burgerlijke procedure (artikel 62 ZIZ).

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Tenzij de wederpartij een bezwaarschrift indient of beroep instelt, wordt de beslissing of het betalingsbevel definitief en uitvoerbaar.

Indien de schuldenaar niet binnen acht dagen bezwaar aantekent tegen een op een authentieke akte gebaseerd tenuitvoerleggingsbevel, wordt dat tenuitvoerleggingsbevel definitief en uitvoerbaar (dit geldt eveneens voor het betalingsbevel) en resulteert tenuitvoerlegging van de vordering van de schuldeiser in tenuitvoerlegging op de activa van de schuldenaar die volgens het tenuitvoerleggingsverzoek van de eiser aan tenuitvoerlegging onderworpen zijn.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De eiser moet het gerecht expliciet verzoeken een certificaat van uitvoerbaarheid te verstrekken. Een gerechtelijke beslissing is uitvoerbaar zodra zij kracht van gewijsde krijgt en de uiterste termijn voor naleving van de verplichtingen is verstreken (artikel 19, lid 1, van de Wet inzake de tenuitvoerlegging en veiligstelling van vorderingen).

Het plaatselijke gerecht te Ljubljana verstrekt ambtshalve een certificaat waarmee het definitieve karakter en de uitvoerbaarheid van een op een authentieke akte gebaseerd tenuitvoerleggingsbevel worden bevestigd en verzendt dat certificaat naar de schuldeiser en (samen met het tenuitvoerleggingsbevel zelf) naar alle voor uitvoering van het bevel verantwoordelijke personen of entiteiten (de executeur, de bank, de werkgever enz.).

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Een betalingsbevel waartegen geen bezwaar is ingediend of waartegen een ingediend bezwaar is geweigerd of afgewezen, gaat in kracht van gewijsde en kan niet langer via een beroepsprocedure worden betwist.

Tegen een definitief betalingsbevel kunnen wel nog buitengewone rechtsmiddelen worden ingesteld.

Tegen een definitief betalingsbevel dat is gebaseerd op een authentieke akte waarin een betalingsbevel is vervat, kunnen buitengewone rechtsmiddelen worden ingesteld (verzoek om heropening van een zaak en beroep over een rechtsvraag, artikel 10 ZIZ).

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.pisrs.si/Pis.web/pregledPredpisa?sop=1998-01-2303

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.pisrs.si/Pis.web/pregledPredpisa?id=ZAKO1212

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.pisrs.si/Pis.web/

De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.uradni-list.si/

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.dz-rs.si/wps/portal/Home/deloDZ/zakonodaja/preciscenaBesedilaZakonov

De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.sodisce.si/

Laatste update: 13/01/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Slowakije

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Een betalingsbevel valt onder zogenaamde verkorte gerechtelijke procedures. De procedure is geregeld in artikel 265 e.v. van Wet nr. 160/2015, wetboek van burgerlijke rechtsvordering (zákon č. 160/2015 Z.z. Civilný sporový poriadok) (hierna "CCP" genoemd).

Een betalingsbevel kan slechts worden uitgevaardigd als de eiser een recht op betaling van een geldbedrag wenst uit te oefenen op basis van door de eiser aangevoerde feiten waarover de rechter geen twijfel heeft en met name wanneer die feiten met bewijsstukken worden gestaafd. Een beslissing over een vordering kan worden gegeven in de vorm van een betalingsbevel dat wordt uitgevaardigd zonder dat de verweerder om een verklaring wordt gevraagd en zonder dat een zitting wordt gelast. In de beslissing wordt de verweerder gelast om het geldbedrag of een deel daarvan alsook de proceskosten te betalen binnen 15 dagen na betekening of om binnen dezelfde termijn een bezwaarschrift in te dienen. In het kader van de betalingsbevelprocedure wordt de vaststelling van de proceskosten geacht een uitspraak te zijn.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het gebruik van de procedure is facultatief; zij heeft tot doel de zaak op een efficiënte en kosteneffectieve manier te behandelen. De uitvaardiging van een betalingsbevel is niet afhankelijk van het uitdrukkelijke verzoek van de eiser; een rechter kan een betalingsbevel uitvaardigen zelfs als de eiser de rechter heeft verzocht om een vonnis te geven.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Als een betalingsbevel in het buitenland wordt betekend, moet een Europees betalingsbevel worden gevraagd. Het verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel wordt ingediend op formulier A overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure.

1.2 Bevoegde rechtbank

De rechtbank die in eerste aanleg bevoegd is, is de districtsrechtbank. De procedure wordt gevoerd bij de rechtbank die materieel en territoriaal bevoegd is.

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Het gebruik van een formulier in deze procedure is niet verplicht, maar als de eiser, samen met zijn verzoek tot inleiding van een procedure, een betalingsbevel indient op een formulier dat op de website van het Slowaakse ministerie van Justitie (Ministerstvo spravodlivosti Slovenskej republiky) De link wordt in een nieuw venster geopend.https://www.justice.gov.sk is gepubliceerd, dan zal de rechter, mits aan de wettelijke voorwaarden voor het uitvaardigen van een betalingsbevel is voldaan en mits de gerechtskosten zijn betaald, binnen 10 werkdagen na de dag waarop aan de voorwaarden is voldaan een betalingsbevel uitvaardigen.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Het is in het kader van deze procedure niet verplicht zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Het gaat hier om een verkorte procedure, waarbij de zaak uitsluitend gebaseerd is op de door de eiser aangevoerde feiten. De feiten die ten grondslag liggen aan het door de eiser geclaimde recht moeten derhalve voldoende worden gedocumenteerd, en de gevraagde prestatie moet gerechtvaardigd zijn op grond van een objectief recht.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Als bewijs van een vordering moet bijvoorbeeld een contract worden overgelegd. Het bewijs betreffende de vordering moet hoe dan ook bij het verzoek worden gevoegd.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Als de rechter geen betalingsbevel uitvaardigt, wordt de in artikel 168, lid 1, CCP beschreven procedure toegepast, d.w.z. dezelfde procedure als bij elk ander geschil.

Als een uit een consumentenovereenkomst voortvloeiende vordering tot betaling van een geldbedrag wordt ingediend en de verweerder een consument is, zal de rechter geen betalingsbevel uitvaardigen indien de overeenkomst of andere contractuele documenten oneerlijke bedingen bevatten (artikel 299, lid 2, CCP).

1.5 Hoger beroep

De uitvaardiging van een betalingsbevel kan worden betwist door middel van een bezwaarschrift. Alleen tegen de beslissing betreffende de proceskosten kan er beroep worden ingesteld. Een rechter neemt hierover een summiere beslissing, d.w.z. zonder een zitting.

1.6 Aanvechten van de vordering

Het bezwaarschrift moet worden ingediend binnen 15 dagen na de betekening van het betalingsbevel bij de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd. Het bezwaarschrift moet met redenen worden omkleed. Voor de indiening van een bezwaarschrift zijn er gerechtskosten verschuldigd.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Zodra één verweerder binnen de gestelde termijn een met redenen omkleed bezwaarschrift indient, wordt het betalingsbevel vernietigd en gelast de rechter een zitting.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien er binnen de vastgestelde termijn geen bezwaarschrift is ingediend, wordt het betalingsbevel volledig van kracht.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Een betalingsbevel moet rechtsgeldig worden gemaakt, d.w.z. dat het moet voorzien zijn van een stempel van geldigheid en uitvoerbaarheid, die wordt verstrekt bij de rechtbank die het betalingsbevel heeft uitgevaardigd. Vervolgens moet er een verzoek om tenuitvoerlegging worden ingediend.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Als er binnen de vastgestelde wettelijke termijn geen bezwaarschrift tegen een betalingsbevel is ingediend, heeft het betalingsbevel dezelfde rechtskracht als een uitvoerbaar vonnis. Om een uitvoerbare beslissing in de zin van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (OSP) aan te vechten, kan een buitengewoon beroep worden ingesteld mits aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De mogelijkheid om een buitengewoon beroep in te stellen, is afhankelijk van de omstandigheden en feiten van elke zaak afzonderlijk.

Laatste update: 22/04/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Finland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Finland kent een speciale betalingsbevelprocedure, die specifiek bedoeld is voor het innen van niet-betwiste schulden. In deze gevallen kan de verweerder bij een zogeheten verstekvonnis worden bevolen om zijn of haar schuld aan de eiser te betalen.

Acties kunnen ook aanhangig worden gemaakt door via internet een verzoek om een dagvaarding in te dienen. Daarvoor kan een elektronisch formulier worden gedownload van de website van de Finse justitie (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://oikeus.fi/en/). Voor meer informatie, zie "Geautomatiseerde verwerking – Finland".

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

De procedure kan worden gebruikt voor alle typen geldelijke vorderingen waarover de partijen onderling contractueel overeenstemming kunnen bereiken.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee. Er geldt geen maximum- of minimumbedrag voor de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De procedure is vrijwillig.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Er is in beginsel geen regel die bepaalt dat de verweerder in Finland moet wonen. Om deze procedure te kunnen toepassen, moet een Finse rechtbank echter jurisdictie hebben. Zo wordt het forum krachtens de Brussel I-verordening bepaald volgens de hoofdregel dat een zaak betreffende een eis tot betaling moet worden behandeld door een rechtbank van de woon- of verblijfplaats van de verweerder.

1.2 Bevoegde rechtbank

De bevoegde rechtbank in deze aangelegenheden is de algemene rechtbank van eerste aanleg. In Finland zijn dit de districtsrechtbanken (käräjäoikeus). De algemene regel is dat de districtsrechtbank van de plaats waar de verweerder woont of verblijft de bevoegde rechtbank is. Op de betalingsbevelprocedure zijn de normale bepalingen inzake rechterlijke bevoegdheid van toepassing (zie "Rechterlijke bevoegdheid – Finland").

1.3 Vormvoorwaarden

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Verzoeken om een dagvaarding moeten schriftelijk worden ingediend, en in dit inleidende verzoek moeten specifieke gegevens worden vermeld: de vordering, de gronden (kort), een eventuele vordering van de kosten van het aanhangig maken van de gerechtelijke actie en de contactgegevens van de eiser en de verweerder. Verzoeken om een dagvaarding moeten worden ondertekend.

Op nationaal niveau zijn er geen standaardformulieren beschikbaar. Bepaalde districtsrechtbanken hebben zelf formulieren ontworpen, maar er bestaat geen verplichting om deze te gebruiken.

Niet-betwiste vorderingen kunnen ook worden ingesteld door via internet een verzoek om een dagvaarding in te dienen. Daarvoor kan een elektronisch formulier worden gedownload van de website van de Finse justitie (De link wordt in een nieuw venster geopend.https://oikeus.fi/en/).

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Noch de eiser, noch de verweerder is verplicht om een advocaat in de arm te nemen. Vertegenwoordiging door een advocaat is echter altijd toegestaan.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De gronden voor de vordering moeten worden vastgesteld, zodat de vordering kan worden onderscheiden van andere vorderingen.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

In zaken betreffende de inning van niet-betwiste schulden hoeft geen bewijs te worden aangedragen. De eiser moet alleen voldoende bewijs presenteren als de verweerder de eis betwist.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Indien de verweerder de in het inleidende verzoek uiteengezette vordering op redelijke gronden betwist, zodat de vordering niet langer niet-betwist is, vormt dat in de praktijk een beletsel om het verzoek bij verstek toe te wijzen. Een andere situatie die zich kan voordoen is dat het verzoek om een dagvaarding wordt afgewezen; dit gebeurt voornamelijk als de districtsrechtbank in kwestie niet bevoegd is of als de eiser, ondanks dat hij of zij daartoe is aangespoord, verzuimt om tekortkomingen in zijn of haar verzoek te corrigeren. In beginsel is het ook mogelijk dat een gerechtelijke actie onmiddellijk in een vonnis wordt verworpen omdat de vordering duidelijk ongegrond is, d.w.z. dat de vordering geen rechtsgrondslag heeft. Als een vordering geen rechtsgrondslag heeft, zal de rechtbank de geldigheid van de vordering niet toetsen.

1.5 Hoger beroep

De eiser kan geen beroep instellen tegen een bevinding dat een vordering niet als niet-betwist kan worden verwerkt als de verweerder besluit de vordering te betwisten. In dergelijke omstandigheden zal de zaak worden behandeld door de districtsrechtbank in een normale civiele procedure. De eiser kan echter beroep instellen tegen seponering of afwijzing van zijn of haar vordering.

1.6 Aanvechten van de vordering

Deze vraag is geformuleerd met in gedachten het type systeem waarin eerst een "verstekvonnis / betalingsbevel" wordt afgegeven en de verweerder daarna pas de kans krijgt om bezwaar aan te tekenen. In Finland wordt de vordering eerst aan de verweerder toegezonden en wordt vervolgens, als de verweerder de vordering niet betwist, een verstekvonnis gewezen.

De districtsrechtbank zal er bij de verweerder op aandringen om vóór het verstrijken van een specifieke termijn schriftelijk op de gerechtelijke actie te reageren. De termijn zal worden vastgesteld door de districtsrechtbank en bedraagt meestal twee tot drie weken. In het verweerschrift van de verweerder moet worden vermeld of hij of zij de vordering betwist en zo ja, op welke gronden. Ook kan de verweerder in zijn of haar verweerschrift aangeven, indien van toepassing, welk bewijs hij of zij van plan is te presenteren en kan de verweerder vergoeding van de kosten eisen. Voorts moet de verweerder zijn of haar contactgegevens vermelden en het verweerschrift ondertekenen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de verweerder zijn of haar verzet binnen de vastgestelde termijn kenbaar maakt, zal de vordering niet langer niet-betwist zijn en kan geen verstekvonnis worden gewezen. In deze omstandigheden zal de zaak automatisch volgens de normale civiele procedure worden behandeld.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Als de verweerder zich niet binnen de vastgestelde termijn tegen de vordering verzet, wordt het bedrag van de vordering bij een verstekvonnis toegewezen. Het vonnis is onmiddellijk uitvoerbaar.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

De verweerder kan geen beroep instellen tegen een verstekvonnis van een hof van beroep (hovioikeus), maar heeft de optie om een verzoek om wat "terugverwijzing" wordt genoemd in te dienen bij de districtsrechtbank. Terugverwijzing houdt in dat de districtsrechtbank die het verstekvonnis heeft gewezen de zaak opnieuw tegen het licht houdt met het oog op een eventuele herziening. Verzoeken om terugverwijzing moeten worden ingediend binnen dertig dagen na de datum waarop de verweerder de kennisgeving van het verstekvonnis heeft ontvangen. Als er geen verzoek om terugverwijzing wordt ingediend, blijft het verstekvonnis van kracht.

Laatste update: 15/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Zweden

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Ja, in Zweden kan er een verzoek om een betalingsbevel worden ingediend (betalningsföreläggande) bij de tenuitvoerleggingsinstantie (Kronofogdemyndigheten). Het verzoek moet worden gestuurd naar:

Kronofogdens inläsningscentral (input-centrum van de tenuitvoerleggingsinstantie), Supro, Luleå, FE 7502, 105 81 Stockholm.

Meer informatie is beschikbaar op de De link wordt in een nieuw venster geopend.website van de tenuitvoerleggingsinstantie in het Zweeds, Engels, Fins, Noord-Sami, Pools, Arabisch en Farsi.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Een verzoek om een betalingsbevel moet verband houden met de verplichting van de verweerder om een financiële schuld te voldoen. De schuld moet achterstallig zijn en bemiddeling in de zaak moet toegestaan zijn.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Nee, vorderingen kunnen worden behandeld ongeacht het bedrag van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Het is niet verplicht om een betalingsbevel aan te vragen. In plaats daarvan kan bij de arrondissementsrechtbank (tingsrätt) een verzoek tot dagvaarding worden ingediend.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

De mogelijkheid om de betalingsbevelprocedure te gebruiken heeft als uitgangspunt dat de verweerder in Zweden woont, maar het is ook mogelijk om een betalingsbevel te verkrijgen tegen een verweerder die niet in Zweden woont. Een beslissing op een verzoek om een betalingsbevel kan ook in andere lidstaten ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig de De link wordt in een nieuw venster geopend.Brussel I-verordening (Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken).

1.2 Bevoegde rechtbank

Verzoeken moeten worden ingediend bij de tenuitvoerleggingsinstantie.

1.3 Vormvoorwaarden

Een verzoek om een betalingsbevel moet schriftelijk worden ingediend en moet worden ondertekend. In het verzoek moet de eiser de vordering en de gronden voor de vordering vermelden. Ook de hoogte van de vordering, de datum waarop de betaling verschuldigd was en de gevorderde rente moeten worden vermeld, evenals eventuele kosten waarvoor compensatie wordt gevraagd. Voorts moet in het verzoek worden gespecificeerd wie de partijen zijn.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Nee. Er is echter wel een verzoekformulier beschikbaar De link wordt in een nieuw venster geopend.in het Zweeds en De link wordt in een nieuw venster geopend.in het Engels, met instructies voor het invullen ervan, op de website van de Zweedse tenuitvoerleggingsinstantie (De link wordt in een nieuw venster geopend.http://www.kronofogden.se).

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, iemand die een verzoek om een betalingsbevel indient, hoeft niet te worden vertegenwoordigd door een advocaat. De eiser kan zijn of haar eigen zaak bepleiten en hoeft derhalve geen advocaat of juridisch adviseur in te schakelen.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

De gronden moeten zodanig gedetailleerd zijn dat de verweerder weet wat het voorwerp van de vordering is en kan beslissen om de vordering te betwisten of niet. In de gronden moet objectief worden vermeld wat het voorwerp van de vordering is, zodat in een later stadium kan worden bepaald wat door de rechtskracht van de uiteindelijke beslissing wordt bestreken.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Schriftelijk bewijs is niet vereist.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De algemene regel is dat de juistheid van de vordering niet wordt onderzocht totdat er een betalingsbevel is uitgevaardigd. Indien er echter kan worden aangenomen dat de vordering van de eiser ongegrond of ongerechtvaardigd is, moet het verzoek worden behandeld alsof de verweerder de vordering betwist.

Een verzoek kan worden afgewezen indien het gebreken vertoont.

1.5 Hoger beroep

Het Zweedse systeem heeft als uitgangspunt dat de vordering niet wordt onderzocht. Indien de vordering wordt betwist, wordt het verzoek niet afgewezen, maar aan een rechtbank voorgelegd voor verdere behandeling. Zie ook het antwoord op vraag 1.6 hieronder. Er is derhalve geen afwijzende beslissing waartegen beroep kan worden ingesteld.

Wanneer het verzoek wordt afgewezen overeenkomstig de in het antwoord op vraag 1.4 beschreven voorwaarden, kan tegen deze beslissing beroep worden ingesteld.

1.6 Aanvechten van de vordering

De termijn voor het betwisten van een betalingsbevel wordt vermeld in het bevel. De termijn bedraagt doorgaans tien dagen vanaf de datum waarop het betalingsbevel is uitgevaardigd. De betwisting moet schriftelijk geschieden.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Indien de verweerder het verzoek betwist, zal de eiser hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld. Indien de eiser zijn of haar vordering wil handhaven, kan hij of zij verzoeken dat de zaak wordt voorgelegd aan de arrondissementsrechtbank (tingsrätt).

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Indien de verweerder het verzoek niet binnen de vastgestelde termijn betwist, zal de Zweedse tenuitvoerleggingsinstantie zo spoedig mogelijk een beslissing over het verzoek nemen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Een beslissing van de Zweedse tenuitvoerleggingsinstantie is afdwingbaar, en in Zweden wordt de beslissing ambtshalve door de Zweedse tenuitvoerleggingsinstantie uitgevoerd zodra deze is gegeven, tenzij de eiser uitdrukkelijk om niet-uitvoering heeft gevraagd bij het indienen van het verzoek om een betalingsbevel.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

De verweerder kan binnen een maand vanaf de datum van de beslissing verzoeken om heropening van de zaak. In dat geval wordt de zaak voor verdere behandeling verwezen naar de arrondissementsrechtbank.

Laatste update: 19/01/2022

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Engeland en Wales

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Er is geen specifieke betalingsbevelprocedure voor zaken die zich volledig in Engeland en Wales afspelen; er is echter wel een procedure waarmee een eiser een verstekvonnis kan verkrijgen. Het Europees betalingsbevel is beschikbaar in het geval van grensoverschrijdende geschillen binnen de EU.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De verstekprocedure maakt deel uit van de normale burgerrechtelijke procedures in Engeland en Wales. Zodra een eiser een vordering heeft ingediend (zie De link wordt in een nieuw venster geopend.“Hoe wordt de procedure ingeleid?” - Engeland en Wales) dient de verweerder binnen 14 dagen na ontvangst van het gedinginleidende stuk (claim form) te antwoorden. Indien de verweerder niet op de vordering antwoordt, kan de eiser de rechtbank vragen om een verstekvonnis te wijzen (judgment by default), d.w.z. een bevel dat de verweerder het gevorderde bedrag dient te voldoen omdat er geen antwoord is ontvangen. De eiser dient dit zo spoedig mogelijk te doen na het verstrijken van de termijn van veertien dagen. De verweerder kan nog antwoorden op de vordering totdat de rechtbank het verzoek om een vonnis heeft ontvangen. Indien de rechtbank het antwoord van de verweerder eerder ontvangt dan het verzoek van de eiser, krijgt het antwoord van de verweerder voorrang, ook al is dit antwoord te laat ingediend.

Indien de eiser niet binnen zes maanden na het einde van de periode voor het indienen van een verweer om een vonnis verzoekt, wordt de vordering ‘geschorst’ (stopgezet of onderbroken); het enige wat een eiser dan nog kan doen is de rechtbank te vragen om die ‘schorsing’ op te heffen.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Bij de burgerlijke rechtbanken van Engeland en Wales kunnen er in bijna alle soorten zaken verstekvonnissen worden gewezen. Het toepassingsgebied is niet beperkt tot geldelijke of contractuele vorderingen. Tenzij expliciet uitgesloten krachtens de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering (bekend als de Civil Procedure Rules) kan de eiser in elke burgerlijke procedure in Engeland en Wales verzoeken om een verstekvonnis, dit met uitzondering van vorderingen tot levering van zaken (goods) waarbij de overeenkomst wordt beheerst door de Consumer Credit Act 1974.

Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser met bewijsmateriaal aan te tonen dat hij de procedurevoorschriften in acht heeft genomen en ook dat de verweerder die procedurevoorschriften niet in acht heeft genomen.

Bij wijze van uitzondering biedt deel 8 van de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering een alternatieve vorderingsprocedure voor die gevallen waarin een eiser verzoekt om een beslissing van de rechtbank over een vraag die waarschijnlijk geen betrekking heeft op een substantiële betwisting van feiten of indien voor deze procedure in een specifieke procesgang is voorzien. In dergelijke gevallen is er geen verstekvonnis mogelijk.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er is geen maximumbedrag voor de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Zoals hierboven reeds aangegeven, maakt de verstekprocedure deel uit van de normale burgerlijke procesgang. Het is geen afzonderlijke procedure zoals veel andere lidstaten die kennen. Het gebruik van de procedure is facultatief in die zin dat een verstekvonnis niet automatisch wordt toegewezen nadat de verweerder heeft nagelaten binnen de vastgestelde termijn op de vordering te antwoorden. Deze tijdslimiet wordt duidelijk aangegeven op het gedinginleidende stuk dat aan de verweerder wordt betekend. Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) in te dienen. Als alternatief kan de eiser ervoor kiezen om zijn vordering stop te zetten.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Geschillen tussen ondernemingen of personen in een andere lidstaat worden geregeld door verschillende rechtsinstrumenten, waarvan de meest relevante Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken is, bekend als de Brussel I-verordening.

Er is het Europees betalingsbevel (EBB), dat het gemakkelijker maakt voor schuldeisers om onbetwiste (d.w.z. erkende) geldschulden te innen in grensoverschrijdende zaken binnen de Europese Unie; de procedure is een alternatief voor de bestaande procedures.

1.2 Bevoegde rechtbank

Een verstekvonnis kan via zowel een County Court als het High Court worden verkregen. De eiser dient zich te wenden tot de rechtbank waar hij zijn vordering heeft ingediend. De rechtbank kan dan nagaan of de verweerder geen ontvangstbericht van betekening of verweer heeft ingediend en of de termijn voor indiening van deze stukken is verstreken.

De procedure verloopt volgens de algemene bevoegdheidsregels van de rechtbanken in Engeland en Wales (zie de pagina’s over “De link wordt in een nieuw venster geopend.Rechterlijke bevoegdheid”). Samengevat, als een vordering minder dan 100 000 GBP bedraagt (of in het geval van persoonlijk letsel minder dan 50 000 GBP), dient zij te worden ingesteld bij een County Court, tenzij de eiser anders wordt geadviseerd Vorderingen van minder dan 10 000 GBP kunnen worden behandeld in een County Court volgens de procedure voor geringe vorderingen (small claims track). Die procedure vormt een eenvoudige en informele manier om geschillen op te lossen, vaak zonder dat de hulp van een advocaat nodig is. Een vordering van meer dan 100 000 GBP kan worden ingediend bij het High Court of een County Court. De aard en de complexiteit van de zaak zijn bepalend voor de vraag welke rechtbank bevoegd is.

Meer informatie over de procesregels inzake verstekvonnissen bij deze rechtbanken is te vinden op de website van het ministerie van Justitie.

1.3 Vormvoorwaarden

Naast bovengenoemde eisen – d.w.z. dat de eiser de juiste procedures heeft gevolgd bij het indienen van de vordering en dat de verweerder niet binnen de vastgestelde termijn heeft geantwoord – hangen de vormvereisten voor een verstekvonnis af van de aard van de vordering.

In het algemeen geldt dat indien de vordering een gespecificeerd bedrag betreft, de eiser slechts een verzoek (request) om een verstekvonnis hoeft in te dienen. Dergelijke verzoeken worden doorgaans behandeld door de griffie van de rechtbank, in plaats van door een rechter. In dergelijke gevallen gaat de griffie na of de verweerder geen ontvangstbericht van betekening of verweer heeft ingediend, of de relevante termijnen zijn verstreken, en of de eiser het noodzakelijke bewijsmateriaal heeft overgelegd aan de rechtbank.

Indien het bedrag van de vordering niet is gespecificeerd, dient de eiser een verzoekschrift (application) tot de rechtbank te richten. In dergelijke gevallen behandelt een rechter de zaak. Hij bepaalt of een zitting noodzakelijk is en wat de eiser nodig heeft om de rechter in staat te stellen het geldbedrag waarop de eiser recht heeft, vast te stellen – bv. welk bewijsmateriaal er dient te worden overgelegd.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Voor beide soorten vorderingen is het gebruik van een standaardformulier verplicht.

Indien een vordering een gespecificeerd bedrag betreft en de rechtbank een aanvang heeft gemaakt met de vorderingsprocedure, stuurt de rechtbank de eiser formulier N205A – Notice of Issue (Specified Amount) ter bevestiging van de procedure voor een gespecificeerd bedrag. Dit formulier bevat een gedeelte dat de eiser na invulling dient terug te zenden naar de rechtbank als verzoek om een verstekvonnis voor het geval de verweerder verzuimt binnen de vastgestelde termijn op de vordering te reageren. Op het formulier staan de nodige invulinstructies.

Voordat de eiser het formulier invult, dient hij zorgvuldig na te denken over de manier waarop hij wenst dat de verweerder het verschuldigde bedrag voldoet. Een eiser wil het geld wellicht direct betaald zien, maar soms heeft hij meer kans om het te krijgen als hij de verweerder toestaat om in termijnen te betalen. Dit hangt af van de omstandigheden van de verweerder.

Als een eiser zijn vordering heeft ingesteld via De link wordt in een nieuw venster geopend.Money Claim Online, kan een verzoek tot een verstekvonnis online aan de rechtbank worden toegezonden.

Als de vordering een niet-gespecificeerd bedrag betreft, ontvangt de eiser na de indiening van zijn vordering een formulier N205B – Notice of Issue (Unspecified Amount) van de rechtbank ter bevestiging van de procedure voor een niet-gespecificeerd bedrag. Dit formulier bevat ook een gedeelte waarin de eiser aan de rechtbank kan vragen om te verklaren dat de verweerder ‘aansprakelijk’ (verantwoordelijk) is voor de vordering. De rechtbank beslist welk geldbedrag de verweerder dient te betalen. Dit noemen we ‘entering judgment for an amount to be decided by the court’ (veroordeling tot betaling van een door de rechtbank te bepalen bedrag).

Bepaalde soorten zaken vereisen een verzoekschrift aan een rechter om te beslissen of er een verstekvonnis kan worden gewezen. Het gaat onder meer om zaken waarbij de vordering aan de verweerder in een ander rechtsgebied wordt betekend, waarbij de verweerder een staat is, dan wel de Kroon of een persoon of instantie die immuniteit geniet ten aanzien van burgerlijke rechtsvorderingen. Een verzoekschrift is ook noodzakelijk als de vordering betrekking heeft op een kind of een patiënt, of op een claim in tort (vordering wegens een soort onrechtmatige daad) van de ene echtgenoot tegen de andere. In dergelijke gevallen dient De link wordt in een nieuw venster geopend.formulier N244 (Application Notice) te worden gebruikt, d.w.z. een kennisgeving van het verzoekschrift.

Veel rechtbankformulieren, waaronder N244, zijn beschikbaar op de website van het De link wordt in een nieuw venster geopend.ministerie van Justitie. Alle formulieren zijn bij elke burgerlijke rechtbank in Engeland en Wales verkrijgbaar.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Net als bij alle andere soorten zaken hoeft een persoon geen advies in te winnen van, of zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Als de vordering meer dan 5 000 GBP bedraagt en vooral als zij ingewikkelde kwesties betreft, is het in het algemeen aan te raden advies in te winnen van een advocaat (solicitor). Meer details over de wenselijkheid van procesvertegenwoordiging vindt u op de pagina Aanhangigmaking van zaken bij de rechter.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Een verzoek of een verzoekschrift voor een verstekvonnis maakt deel uit van de normale burgerrechtelijke procedures in Engeland en Wales. De eiser dient een vordering op de normale wijze in te dienen –zie: Aanhangigmaking van zaken bij de rechter. In algemene bewoordingen: een gedinginleidend stuk dient bijzonderheden te bevatten over de partijen, een korte omschrijving van de vordering en, zo mogelijk, een verklaring over de hoogte van het gevorderde bedrag en of het te verhalen bedrag naar verwachting binnen een van de volgende categorieën valt:

  • ten hoogste 10 000 GBP
  • meer dan 10 000 GBP maar ten hoogste 25 000 GBP
  • meer dan 25 000 GBP.

Bij vorderingen inzake persoonlijke schade of letsel dient de eiser aan te geven of het te verhalen bedrag naar verwachting binnen een van de volgende categorieën valt:

  • ten hoogste 1 000 GBP
  • meer dan 1 000 GBP.

Als een eiser niet in staat is de waarde van de vordering aan te geven, dient hij te verklaren: “I cannot say how much I intend to recover.” (Ik kan niet zeggen hoeveel ik van plan ben te innen). Op het formulier staan instructies voor zowel de eiser als de verweerder.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Naast het gedinginleidende stuk dient de eiser bijzonderheden ter zake van de vordering te verschaffen. Het gaat onder meer om:

  • een beknopte uiteenzetting van de feiten;
  • een verklaring (indien van toepassing) dat de eiser bepaalde vormen van schadevergoeding wenst;
  • bijzonderheden over vermeende belangen;
  • eventuele overige zaken die vereist zijn voor het type vordering, zoals aangegeven in de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering.

Als de griffie een verstekvonnis kan uitbrengen, dient zij zich ervan te hebben overtuigd dat de bijzonderheden betreffende de vordering aan de verweerder zijn betekend, dat de verweerder niet binnen de geldende termijn op de vordering heeft geantwoord, en dat de verweerder de vordering niet heeft voldaan.

Als aan deze voorschriften is voldaan, stelt de griffie een vonnis op voor de eiser waarin wordt aangegeven hoeveel en wanneer de verweerder dient te betalen en naar welk adres het geld dient te worden gezonden. Een afschrift van het vonnis wordt toegezonden aan de eiser en de verweerder.

Indien het aan de rechter is om uitspraak te doen in gevallen waarin de vordering een niet-gespecificeerd bedrag betreft, zoals hierboven is vermeld, kan hij beslissen dat er een zitting zal worden gehouden of dat er verder bewijsmateriaal is vereist. Dit wordt het geven van aanwijzingen (directions) genoemd. Zodra de rechter een beslissing heeft genomen, wordt dit aan de eiser en de verweerder kenbaar gemaakt. De rechter kan aanwijzingen geven hetzij met betrekking tot verwijzing naar de procedure voor geringe vorderingen (small claims track) of beslissen dat de vordering op een zitting ter afdoening (disposal hearing) zal worden behandeld.

Op een zitting ter afdoening geeft de rechter gedetailleerdere aanwijzingen over bijvoorbeeld de benodigde stukken en het benodigde bewijs ten behoeve van zijn definitieve beslissing over het bedrag, of bepaalt hij welk bedrag verweerder dient te betalen indien het een eenvoudige zaak betreft die geen uitgebreide zitting behoeft.

De procedurekeuze hangt af van het waarschijnlijke bedrag van de schadevergoeding, van de vraag of de verweerder naar verwachting de hoogte van de schadevergoeding zal betwisten, en van de vraag of de rechter van oordeel is dat de stukken ter zitting voldoende bewijs vormen om te komen tot een definitieve beslissing.

Doorgaans zal een rechter geen gebruik maken van een zitting ter afdoening om te komen tot een eindbeslissing, tenzij het aan de rechtbank overgelegde schriftelijke bewijs aan de verweerder is toegezonden minstens drie dagen voordat de zitting zou plaatsvinden.

Na de zitting legt de griffie in een vonnis vast wat de rechter heeft beslist. Een afschrift van het vonnis wordt toegezonden aan de eiser en de verweerder.

Ter aanvulling op het bovenstaande: als de verweerder niet in England en Wales woont, dient de rechter zich ervan te overtuigen dat hij volgens de relevante internationale overeenkomsten enz., bevoegd is om de vordering te behandelen en af te doen, dat geen andere rechtbank exclusieve bevoegdheid bezit, en dat de vordering op correcte wijze is betekend.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank zal een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) voor een verstekvonnis afwijzen indien de eiser niet heeft voldaan heeft aan de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering. Bijvoorbeeld indien de bijzonderheden van het gedinginleidende stuk of de betekening ervan niet voldoen aan de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering, wijst de rechtbank het verzoek om een verstekvonnis af. De rechtbank zal het verzoekschrift ook afwijzen als de eiser niet het noodzakelijke bewijsmateriaal overlegt ter overtuiging van de rechtbank (zie hierboven). Mits aan deze procedurevoorschriften is voldaan, hangt de vraag of de rechtbank onderzoek instelt naar de gegrondheid van de vordering voordat zij verstek verleent af van het feit of de vordering een al dan niet een gespecificeerd bedrag betreft of valt in de categorie vorderingen die slechts op basis van een verzoekschrift door een rechter kunnen worden beoordeeld (zie punt 1.3).

1.5 Hoger beroep

Een weigering tot verstekverlening zal zich alleen voordoen als de eiser er niet in slaagt de rechtbank ervan te overtuigen dat hij de juiste procedures heeft gevolgd. Hiertegen kan de eiser geen beroep instellen. Als de rechtbank weigert over te gaan tot verstekverlening, kan de eiser doorgaans een nieuwe procedure beginnen door een nieuw gedinginleidend stuk aan de verweerder te doen betekenen in overeenstemming met de procedures en eisen van de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering.

Een verstekvonnis dat ten onrechte is verleend, kan worden gewijzigd of ingetrokken na verzet van verweerder. De verweerder kan een verzoekschrift indienen om het verstekvonnis aan te passen (bv. een wijziging in een lager bedrag indien de schuld vóór het vonnis gedeeltelijk is betaald) of tot intrekking (d.w.z. vernietiging).

Indien de eiser reden heeft om aan te nemen dat de bijzonderheden betreffende de vordering de verweerder niet vóór het verstekvonnis hebben bereikt, moet hij de rechtbank verzoeken het verstekvonnis dat te zijnen gunste was verleend, in te trekken.

1.6 Aanvechten van de vordering

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder de vordering niet binnen de vastgestelde termijn betwist of erkent (zie hierboven). Indien de verweerder de vordering betwist, wordt de zaak voortgezet als een gewone betwiste vordering (op tegenspraak).

Indien de verweerder wenst dat het verstekvonnis wordt vernietigd, of na de wijzing ervan wordt gewijzigd, dient hij zich terstond te verzetten door een verzoekschrift te richten tot de rechtbank om het vonnis in te trekken of te wijzigen. De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er daartoe goede gronden zijn of dat de verweerder een daadwerkelijk vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de verweerder binnen de vastgestelde termijn een verweerschrift tegen de vordering indient, wordt de zaak verder behandeld als een normale betwiste vordering (zie de pagina Aanhangigmaking van zaken bij de rechter).

Aangezien het systeem van het verstekvonnis deel uitmaakt van de gewone burgerlijke procesgang is een dergelijke voortzetting in Engeland en Wales niet van toepassing. Indien een verstekvonnis echter wordt ingetrokken na een succesvol verzet, kan een zaak mogelijk opnieuw worden ingesteld of kan een verweerder in staat worden gesteld om zich tegen de vordering te verweren. Wat er gebeurt zal door de rechter worden beslist in het licht van de omstandigheden van het geval.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder de vordering niet binnen de vastgestelde termijn betwist of erkent (zie hierboven). Uitsluitend in dat geval kan de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) voor een verstekvonnis indienen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het verstekvonnis is een beslissing die de eiser tegen de verweerder ten uitvoer kan laten leggen. De procedures die moeten worden gevolgd om een verstekvonnis te verkrijgen worden beschreven in punt 1.3.4 hierboven.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Zoals hierboven beschreven, kan de verweerder de rechtbank verzoeken het verstekvonnis aan te passen of in te trekken (d.w.z. de bepalingen van het vonnis te wijzigen dan wel het verstekvonnis in zijn geheel te vernietigen). Dit is feitelijk geen hoger beroep, omdat de zaak wordt behandeld door dezelfde rechtbank die de oorspronkelijke zaak zou hebben behandeld als de verweerder de vordering had betwist. De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er sprake was van procedurefouten, dat de verweerder een daadwerkelijk vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten of dat er een goede grond bestaat om dat te doen.

Elke partij kan tegen een beslissing tot intrekking of niet-intrekking van een verstekvonnis, beroep instellen, mits zij daarvoor toestemming krijgt van de rechtbank die de beslissing heeft gegeven of van het hof van beroep.

Links

De link wordt in een nieuw venster geopend.Ministerie van Justitie

De link wordt in een nieuw venster geopend.Adressen van de rechtbanken

Laatste update: 17/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Noord-Ierland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Er bestaat geen specifieke betalingsbevelprocedure in Noord-Ierland. Wel is er een procedure waarbij de eiser (plaintiff) kan verzoeken om een verstekvonnis (judgment in default) als een verweerder (respondent) verzuimt aan te geven dat hij voornemens is een verweer in te dienen. Dit heet een verstekprocedure (default judgment procedure).

Bij een grensoverschrijdende vordering binnen de EU is het ook mogelijk om gebruik te maken van de Europese betalingsbevelprocedure of de Europese procedure voor geringe vorderingen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De verstekprocedure maakt deel uit van de gewone burgerlijke procedures in Noord-Ierland.

Voor het High Court geldt dat indien een eiser een vordering indient, de verweerder verplicht is hiervan kennis te geven binnen 14 dagen nadat de vordering aan hem is betekend. Indien de tijdslimiet afhankelijk is van de plaats waar de verweerder woont, is deze verplichting niet van toepassing wanneer de verweerder buiten Noord-Ierland verblijf houdt. Dit zal echter op de voorzijde van de dagvaarding vermeld staan.

Bij het County Court, dat bevoegd is voor gewone rechtsvorderingen (civil bills) en geringe vorderingen (small claims), bedraagt de termijn 21 dagen. Indien de verweerder er geen kennis van geeft dat hij stukken met betrekking tot de vordering heeft ontvangen en een verweer tegen de vordering wil indienen, kan de eiser een verstekvonnis vragen door de benodigde stukken in te dienen bij de aangewezen griffie van de rechtbank.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

In Noord-Ierland kan een verstekvonnis worden verkregen voor de volgende zaken, hoewel er in bepaalde omstandigheden toestemming van de rechtbank is vereist:

  • betalingsvorderingen;
  • schadegevallen;
  • retentie van zaken;
  • revindicatie van grond.

In andere gevallen is een aan de rechtbank gericht verzoekschrift om een vonnis vereist.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Wat het High Court betreft, is er geen maximumbedrag voor de hoogte van de vordering.

Het County Court heeft de algemene bevoegdheid om kennis te nemen van burgerlijke zaken waarbij het gevorderde bedrag of de waarde van gevorderde specifieke roerende zaken de 30 000 GBP niet overstijgt.

Het County Court is bevoegd voor de procedure inzake geringe vorderingen met een waarde van ten hoogste 3 000 GBP.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

De verstekprocedure maakt deel uit van de gewone burgerlijke procedures in Noord-Ierland. Het is geen afzonderlijke procedure. Het gebruik van de procedure is facultatief in die zin dat een verstekvonnis niet automatisch wordt verleend nadat de verweerder heeft nagelaten binnen de gestelde termijn op de vordering te antwoorden.

Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) in te dienen. Als alternatief kan de eiser ervoor kiezen om zijn vordering niet door te zetten.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Krachtens overeenkomsten met landen over de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen tussen het Verenigd Koninkrijk en andere lidstaten of vergelijkbare overeenkomsten met andere landen is de procedure van toepassing indien de verweerder zijn verblijfplaats in een andere lidstaat of een ander land heeft.

De eiser dient ervoor te zorgen dat hij het gedinginleidend stuk (claim form) rechtsgeldig betekent aan de verweerder in overeenstemming met de regels die van toepassing zijn op de betekening van stukken buiten Noord-Ierland.

Indien de verweerder verzuimt op de vordering te antwoorden, dient de eiser een verzoekschrift te richten aan de rechtbank teneinde op de gebruikelijke wijze een verstekvonnis te verkrijgen.

1.2 Bevoegde rechtbank

In Noord-Ierland kan een verstekvonnis worden verkregen van de rechtbank waar de zaak aanhangig werd gemaakt.

1.3 Vormvoorwaarden

Naast bovengenoemde eisen – dat wil zeggen dat de eiser de juiste procedures heeft gevolgd bij het indienen van de vordering en dat de verweerder niet binnen de gestelde termijn heeft geantwoord – hangen de vormvereisten voor een verstekvonnis af van de aard van de vordering.

Bij het High Court heeft een eiser, indien de verweerder niet verschijnt of zich niet verweert, recht op een verstekvonnis door het overleggen van de volgende stukken aan de betreffende griffie van het High Court:

indien de verweerder niet verschijnt

  • het originele stuk (writ (dagvaarding)) waarmee de procedure een aanvang nam;
  • beëdigde verklaring van betekening waaruit blijkt dat de oorspronkelijke processtukken zijn betekend;
  • beëdigde verklaring van schuld indien de vordering betrekking heeft op een liquide bedrag;
  • bij bezit van grond een verklaring waaruit blijkt dat de grond onroerend goed is dat niet voor bewoning is bestemd;

indien verweerder zich niet verweert

  • het originele stuk (writ (dagvaarding)) waarmee de procedure een aanvang nam;
  • exemplaar van het door de verweerder betekende memorandum van verschijning;
  • beëdigde verklaring van schuld indien de vordering betrekking heeft op een liquide bedrag of een exemplaar van de conclusie van eis;
  • een verklaring dat er geen verweerschrift is betekend;
  • bij bezit van grond een verklaring waaruit blijkt dat de grond onroerend goed is dat niet voor bewoning is bestemd.

In het County Court geldt dat een eiser die recht heeft op een verstekvonnis op grond van het niet verschijnen of het zich niet verweren van de verweerder, een verstekvonnis verkrijgt als hij vergelijkbare stukken als de bovengenoemde overlegt.

In procedures voor geringe vorderingen wordt er gewerkt met een formulier, getiteld verzoek om een verstekbeschikking (Application for a default decree), dat de verzoeker moet invullen en indienen bij de aangewezen griffie van de rechtbank.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Voor de benodigde formulieren om een zaak aanhangig te maken en de formulieren die in andere fasen van de procedures vereist zijn, wordt verwezen naar de volgende procesregels:

  • de Rules of the Court of Judicature (Northern Ireland) 1980 [S.R. 1980 nr. 346]
  • de County Court Rules (Northern Ireland) 1981 [S.R.1981 nr. 225]

Deze zijn te vinden op de website van de De link wordt in een nieuw venster geopend.Northern Ireland Courts and Tribunals Service.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee. In het algemeen is het echter wel aan te raden het advies van een solicitor (advocaat) in te winnen. De griffie mag geen juridisch advies geven aan verzoekers of verweerders.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Een verzoekschrift voor een verstekvonnis maakt deel uit van de burgerlijke procedures in Noord-Ierland. De eiser dient een vordering op de normale wijze aanhangig te maken. In de stukken waarmee het geding een aanvang neemt, dienen bijzonderheden over de vordering te zijn opgenomen. In het verzoekschrift voor een verstekvonnis moet worden aangegeven waarom er om een verstekvonnis wordt verzocht.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Er dient schriftelijk bewijs van de betreffende vordering te worden bijgevoegd als onderdeel van de stukken die aan de rechtbank worden overgelegd bij indiening van een verzoekschrift voor een verstekvonnis.

1.4 Afwijzing van het verzoek

Wanneer een eiser een vordering instelt tegen een verweerder met betrekking tot een vordering waarbij het bedrag door de rechtbank dient te worden bepaald, en de verweerder verzuimt kennis te geven van zijn voornemen tot verweer, kan de eiser een uitspraak verkrijgen waarin wordt aangegeven dat het bedrag door de rechtbank zal worden vastgesteld. In dergelijke gevallen zal het bedrag van de vordering door de rechter worden vastgesteld. De hoogte van het bedrag kan worden bepaald door de rechter die eventueel beslist dat er op grond van de vordering niets is verschuldigd.

In andere zaken is soms vereist dat er een verzoekschrift aan de rechter wordt gericht om te bepalen of er een verstekvonnis kan worden verleend. Hiertoe behoren zaken waarbij de vordering aan de verweerder in een ander rechtsgebied wordt betekend, waarbij de verweerder een staat is, de Kroon of een persoon of instantie gevrijwaard van burgerlijke procedures.

Een verzoekschrift is ook noodzakelijk indien de vordering betrekking heeft op een kind of een patiënt, of een claim in negligence (vordering wegens een soort onrechtmatige daad) van de ene echtgenoot tegen de andere.

1.5 Hoger beroep

De verweerder kan verzoeken om wijziging van de bij verstek gegeven beslissing (bv. vermindering van het bedrag indien een deel van de schuld is betaald voordat het vonnis is gewezen) of om vernietiging van de bij verstek gegeven beslissing.

Indien de eiser reden heeft om aan te nemen dat de bijzonderheden over de vordering de verweerder niet vóór het verstekvonnis hebben bereikt, moet hij de rechtbank verzoeken het verstekvonnis in te trekken.

1.6 Aanvechten van de vordering

Indien de verweerder wenst dat het verstekvonnis wordt vernietigd of na toewijzing wordt gewijzigd, dient hij zich terstond te verzetten door een verzoekschrift te richten tot de rechtbank om het vonnis in te trekken of te wijzigen.

De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er daartoe goede gronden zijn of dat verweerder een reëel vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de verweerder binnen de gestelde termijn een verweerschrift tegen de vordering indient, wordt de zaak verder behandeld als een normale betwiste vordering.

Indien een verstekvonnis wordt ingetrokken na een succesvol verzet, moet een zaak mogelijk opnieuw worden aangespannen of kan een verweerder in staat worden gesteld om zich tegen de vordering te verweren. Wat er uiteindelijk gebeurt, wordt door de rechter beslist afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder verzuimt zich binnen de gestelde termijn te verweren tegen de vordering of deze te erkennen. Uitsluitend in dat geval kan de eiser een verzoek of verzoekschrift voor een verstekvonnis indienen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het verstekvonnis is een beslissing die de eiser tegen de verweerder ten uitvoer kan laten leggen. De te volgen procedures voor het vonnis worden beschreven in punt 1.3 hierboven.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Zoals hierboven beschreven, kan de verweerder de rechtbank verzoeken het verstekvonnis aan te passen of in te trekken (dat wil zeggen, de bepalingen van het vonnis te wijzigen dan wel het verstekvonnis in zijn geheel te vernietigen).

De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er sprake was van procedurefouten, dat de verweerder een reëel vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten of dat er een goede grond bestaat om dat te doen.

Links

Nadere inlichtingen met betrekking tot de procedures zijn te vinden op de De link wordt in een nieuw venster geopend.Northern Ireland Courts and tribunals Service website.

Bijstand voor gehandicapte partijen

Bij sommige griffies zijn er Customer Service Officers aangesteld die mogelijk assistentie kunnen verlenen. Indien zij niet kunnen helpen, kan de gehandicapte procespartij zich wenden tot het Northern Ireland Courts and Tribunals Service Communication Team (telefoon: +44 300 200 7812).

Laatste update: 13/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Schotland

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

Bij alle vorderingen wordt er een procedure doorlopen waarbij de mogelijkheid tot verweer of reactie wordt geboden. Indien er geen verweer of betwisting wordt ingediend, behoeft er geen behandeling ter zitting plaats te vinden en kan er een verstekvonnis (decree in absence) worden verkregen, d.w.z. een vereenvoudigde procedure voor niet-betwiste vorderingen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

Een dergelijke procedure is beschikbaar bij het Sheriff Court in de vorm van een eenvoudige procedure (simple procedure), een verkorte procedure (summary cause procedure) en een gewone procedure (ordinary cause procedure) en bij het Court of Session in de vorm van een gewone dagvaardingsprocedure (ordinary summons procedure).

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Een eenvoudige procedure betreft geldvorderingen van ten hoogste 5 000 GBP.

In een verkorte procedure worden bepaalde typen vorderingen van ten hoogste 5 000 GBP behandeld, zoals vorderingen inzake persoonlijk letsel. De verkorte procedure is vervangen door de eenvoudige procedure, doch uitsluitend bij vorderingen met betrekking tot betaling, levering of revindicatie van roerende goederen dan wel vorderingen die ertoe strekken iemand te gelasten iets specifieks te doen.

Een gewone procedure betreft vorderingen van meer dan 5 000 GBP.

Het Court of Session behandelt vorderingen van meer dan 100 000 GBP.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Eenvoudige procedure – grensbedrag 5 000 GBP.

Verkorte procedure – grensbedrag 5 000 GBP.

Gewone procedure bij het Sheriff Court en Court of Session – geen grensbedrag.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Elk type procedure (eenvoudige procedure, verkorte procedure en gewone procedure) bij het Sheriff Court is er een afzonderlijke, verplichte procedure. Bij het Court of Session is er een afzonderlijke procedure beschikbaar voor gewone dagvaardingen. Bij dit gerecht kunnen er alleen vorderingen van meer dan 100 000 GBP worden ingesteld.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Ja.

Eenvoudige procedure – als de verweerder (respondent) zijn verblijfplaats in een andere verdragsluitende staat heeft, zal de rechter geen uitspraak doen totdat is bewezen dat de verweerder het gedinginleidend stuk (claim form) tijdig heeft kunnen ontvangen om te reageren, of dat alle daartoe benodigde stappen zijn gezet.

Verkorte procedure – als de verweerder (defender) zijn verblijfplaats in een andere verdragsluitende staat heeft, zal de rechter geen uitspraak doen totdat is bewezen dat de verweerder de dagvaarding tijdig heeft kunnen ontvangen om zijn verweer te regelen, of dat alle daartoe benodigde stappen zijn gezet.

Gewone procedure – de Brussel I-verordening bevat ten aanzien van de rechtsmacht regels die de rechtbanken van het Verenigd Koninkrijk dienen in acht te nemen in procedures in alle gevallen waarin de verweerder (defender) zijn verblijfplaats heeft in een ander land van de Europese Unie.

1.2 Bevoegde rechtbank

Verzoekschriften betreffende een eenvoudige procedure of een verkorte procedure dienen te worden gericht aan het Sheriff Court. Tenzij een andere rechtbank bevoegd is, dienen verzoekschriften te worden gericht aan de rechtbank in het gebied waar de verweerder (“defender” of “respondent”) zijn verblijfplaats heeft.

Gewone vorderingen kunnen doorgaans worden ingediend bij het Sheriff Court of het Court of Session. Het Court of Session heeft rechtsmacht in heel Schotland. Nogmaals, wat het Sheriff Court betreft, tenzij er andere bevoegdheidsregels kunnen worden toegepast, dienen verzoekschriften te worden gericht aan de rechtbank in het gebied waar de verweerder (defender) zijn verblijfplaats heeft.

Voor alle procedures gelden er afzonderlijke procesregels die te vinden zijn op de De link wordt in een nieuw venster geopend.website van de Scottish Courts and Tribunals Service.

1.3 Vormvoorwaarden

Eenvoudige procedure – moet worden ingediend bij claim form (gedinginleidend stuk, formulier 3A) waarbij de verweerder (respondent) op adequate wijze in kennis wordt gesteld van de vordering, bijzonderheden van de grondslag van de vordering en de bijzonderheden met betrekking tot de goederen enzovoort indien de zaak voortkomt uit de levering van goederen.

Verkorte procedure – moet worden ingesteld bij dagvaarding (formulier 1) waarbij de verweerder op adequate wijze in kennis wordt gesteld van de vordering, bijzonderheden van de grondslag van de vordering en de bijzonderheden met betrekking tot de goederen enzovoort indien de vordering verband houdt met de levering van goederen.

Gewone procedure bij het Sheriff Court – met formulier G1 als gedinginleidend stuk. Het gedinginleidend stuk omvat onder meer een bepaling omtrent:

a.     de grond voor de bevoegdheid: en

b.     de feiten waarop de grond voor de bevoegdheid is gebaseerd.

Gewone procedure bij het Court of Session – bij dagvaarding waarvan de beschrijving en de vorm in de De link wordt in een nieuw venster geopend.regels van het Court of Session worden uiteengezet.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Ja, voor een eenvoudige procedure wordt formulier 3A en voor een verkorte procedure formulier 1 ingevuld. Bij een gewone procedure begint de zaak met een gedinginleidend stuk bij het Sheriff Court en een dagvaarding bij het Court of Session. Deze documenten zijn te vinden op de De link wordt in een nieuw venster geopend.website van de Scottish Courts and Tribunals Service bij de regels voor de verschillende procedures.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Nee, u kunt zelf een verzoekschrift indienen, maar voor een gewone vordering is het aan te raden dat u een solicitor (advocaat) in de arm neemt, omdat de procedure vrij ingewikkeld is.

Een party litigant (een persoon die niet door een solicitor wordt vertegenwoordigd) kan het gerecht vragen of hij iemand mag inschakelen voor hulp in zaken bij de burgerlijke rechter – die persoon wordt een lekenvertegenwoordiger genoemd (lay representative). Meer informatie over lekenvertegenwoordigers is te vinden op de De link wordt in een nieuw venster geopend.website van de Scottish Courts and Tribunals Service.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

U dient bijzonderheden over de vordering te vermelden met inbegrip van relevante datums. Hoe groter en complexer de vordering, des te uitgebreider de omschrijving dient te zijn.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Nee.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank stelt aan de hand van de inhoud van het verzoekschrift vast of er een betalingsverplichting bestaat. De vordering kan worden afgewezen omdat de formulieren niet volledig zijn ingevuld of omdat de rechter er niet van overtuigd is dat er een grond voor de vordering aanwezig is of dat de vordering bij de verkeerde rechtbank is ingediend.

1.5 Hoger beroep

Kan de eiser beroep instellen tegen de weigering een verstekvonnis te verlenen? Ja.

Gewone vordering – een hoger beroep kan worden ingesteld bij het Court of Session of bij het Sheriff Appeal Court.

Verkorte procedure – hoger beroep bij het Sheriff Appeal Court.

Eenvoudige procedure – hoger beroep bij het Sheriff Appeal Court.

In het Court of Session wordt deze beroepsprocedure “reclaiming” genoemd.

1.6 Aanvechten van de vordering

Verkorte procedure - de verweerder heeft 21 dagen om een antwoordformulier in te vullen met inbegrip van een verklaring waarin de eiser op adequate wijze in kennis wordt gesteld.

Eenvoudige procedure – de verweerder (respondent) moet vóór de uiterste datum voor indiening van een antwoord een ingevuld antwoordformulier 4A indienen bij het gerecht, waarin hij aangeeft dat hij de vordering of een deel ervan betwist (zoals het bedrag dat de verzoeker vordert van de verweerder). Het antwoord aan het gerecht moet zijn verstuurd op de antwoorddatum als vermeld in het tijdschema dat samen met het vorderingsformulier wordt betekend.

Gewone procedure bij het Sheriff Court – de verweerder (defender) krijgt 21 dagen de gelegenheid om een kennisgeving van voornemen tot verweer (notice of intention to defend) op formulier 7 in te vullen en een afschrift daarvan aan de eiser te zenden. De uiterste datum voor verzending naar het Sheriff Court van de kennisgeving van voornemen tot verweer wordt vermeld in formulier 07.

Indien de verweerder voor het Court of Session verweer wenst te voeren tegen het verzoekschrift, verzoekt hij om een behandeling ter zitting (to enter appearance) door een mededeling hiertoe te vermelden op de dagvaarding binnen drie dagen na het uitroepen van de zaak. Deze zaak zal niet worden uitgeroepen totdat de periode van kennisgeving is verstreken. De normale periode van kennisgeving is 21 dagen.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Eenvoudige procedure – de rechter vaardigt binnen twee weken na het antwoord een schriftelijke beschikking uit waarin het volgende kan staan:

a) de partijen worden verwezen naar alternatieve geschillenbeslechting;

b) er wordt een gesprek geregeld over de vordering en het verweer in de zaak tussen rechter, eiser en verweerder (case management discussion);

c) er wordt een hoorzitting belegd;

d) er wordt vermeld dat de rechter overweegt een beslissing te nemen zonder hoorzitting, voor zover hij zulks mogelijk acht;

e) er vindt toepassing plaats van de rechterlijke bevoegdheden om een vordering af te wijzen of over een zaak te beslissen op grond van regel 1.8(11), (12) en (13).

Verkorte procedure – de partijen wonen een eerste zitting bij waarop de rechter aanstuurt op een schikking.

Gewone procedure zowel bij het Sheriff Court als bij het Court of Session – na indiening van de verweren zal de zaak verlopen volgens de procesregels voor zaken op tegenspraak en, tenzij partijen eerder tot een schikking komen, uitmonden in een bewijslevering van de door de partijen betwiste feiten.

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

In de verkorte procedures en gewone procedures bij zowel het Sheriff Court als het Court of Session kan de eiser een a minute or motion for decree (verzoekschrift om een vonnis) indienen.

In een eenvoudige procedure kan de verzoeker een formulier invullen houdende een verzoek om uitspraak te doen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

De eiser (of verzoeker) dient een verzoekschrift om een vonnis (of een verzoek om uitspraak) in te dienen en de rechter kan het verzoek toewijzen of een ander geëigend bevelschrift overeenkomstig het verzoekschrift (of verzoek om uitspraak) uitvaardigen.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Zelfs als de rechter een vonnis wijst (of een beslissing neemt), staat het de verweerder (defender of respondent) vrij om de rechtbank te verzoeken tot intrekking van dat vonnis (of die beslissing).

Links

Op de De link wordt in een nieuw venster geopend.website van de Scottish Courts and Tribunals Service staan onder meer de procesregels vermeld met betrekking tot de gewone procedure, de verkorte procedure en de eenvoudige procedure.

Laatste update: 17/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.

Europees betalingsbevel - Gibraltar

1 Bestaan van een betalingsbevelprocedure

In Gibraltar bestaat er geen specifieke betalingsbevelprocedure. Er is echter wel een vergelijkbare procedure waarmee een eiser een verstekvonnis kan verkrijgen.

1.1 Toepassingsgebied van de procedure

De verstekprocedure maakt deel uit van de normale burgerrechtelijke procedures in Gibraltar. Nadat een eiser een vordering heeft ingediend, dient de verweerder te antwoorden binnen veertien dagen nadat hij de kennisgeving van het gedinginleidende stuk (claim form) heeft ontvangen. Indien de verweerder niet op de vordering antwoordt, kan de eiser de rechtbank vragen om een verstekvonnis (judgment by default) te wijzen, d.w.z. een bevel dat de verweerder het gevorderde bedrag dient te voldoen omdat er geen antwoord is ontvangen. De eiser dient dit zo spoedig mogelijk te doen na het verstrijken van de termijn van veertien dagen. De verweerder kan nog antwoorden op de vordering totdat de rechtbank het verzoek om een vonnis heeft ontvangen. Indien de rechtbank het antwoord van de verweerder eerder ontvangt dan het verzoek van de eiser, krijgt het antwoord van de verweerder voorrang, ook al is dit antwoord te laat ingediend.

Indien de eiser niet binnen zes maanden na het einde van de periode voor het indienen van een verweer om een vonnis verzoekt, wordt de vordering ‘geschorst’ (stopgezet of onderbroken); het enige wat een eiser dan nog kan doen is de rechtbank te vragen om die ‘schorsing’ op te heffen.

1.1.1 Welke zaken komen in aanmerking voor deze procedure (bijvoorbeeld alleen geldelijke vorderingen, alleen contractuele vorderingen, etc.)?

Bij de burgerlijke rechtbanken van Gibraltar kunnen er in bijna alle soorten zaken verstekvonnissen worden gewezen. Het toepassingsgebied is niet beperkt tot geldelijke of contractuele vorderingen. Tenzij expliciet uitgesloten krachtens de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering (bekend als de Civil Procedure Rules), kan de eiser in elke burgerlijke procedure in Gibraltar om een verstekvonnis verzoeken.

Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser met bewijsmateriaal aan te tonen dat hij de procedurevoorschriften in acht heeft genomen en ook dat de verweerder die procedurevoorschriften niet in acht heeft genomen.

Bij wijze van uitzondering biedt deel 8 van de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering een alternatieve vorderingsprocedure voor die gevallen waarin een eiser verzoekt om een beslissing van de rechtbank over een vraag die waarschijnlijk geen betrekking heeft op een substantiële betwisting van feiten of indien voor deze procedure in een specifieke procesgang is voorzien. In dergelijke gevallen is er geen verstekvonnis mogelijk.

1.1.2 Bestaat er een maximumbedrag voor de waarde van de vordering?

Er is geen maximumbedrag voor de waarde van de vordering.

1.1.3 Is het gebruik van deze procedure facultatief of verplicht?

Zoals hierboven reeds aangegeven, maakt de verstekprocedure deel uit van de normale burgerlijke procesgang. Het is geen afzonderlijke procedure zoals veel andere lidstaten die kennen. Het gebruik van de procedure is facultatief in die zin dat een verstekvonnis niet automatisch wordt toegewezen nadat de verweerder heeft nagelaten binnen de vastgestelde termijn op de vordering te antwoorden. Deze tijdslimiet wordt duidelijk aangegeven op het gedinginleidende stuk dat aan de verweerder wordt betekend. Om een verstekvonnis te verkrijgen, dient de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) in te dienen. Als alternatief kan de eiser ervoor kiezen om zijn vordering stop te zetten.

1.1.4 Kan de procedure gebruikt worden als de schuldenaar in een andere lidstaat of buiten de EU woont?

Krachtens akkoorden met landen over de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken tussen lidstaten (bv. Verordening (EU) nr. 1215/2012 van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken) of vergelijkbare overeenkomsten met derde landen, kan de procedure van toepassing zijn als de verweerder in een andere lidstaat of een derde land woont. De eiser dient ervoor te zorgen dat het gedinginleidende stuk rechtsgeldig is betekend volgens de regels die gelden voor de betekening van stukken buiten Gibraltar (bv. Verordening (EG) nr. 1393/2007 van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken). Indien de verweerder verzuimt op de vordering te antwoorden, dient de eiser een verzoekschrift te richten aan de rechtbank teneinde op normale wijze een verstekvonnis te verkrijgen.

1.2 Bevoegde rechtbank

Binnen zijn verschillende bevoegdheidsgebieden zou het Supreme Court of Gibraltar een bevoegde rechtbank kunnen zijn. Zo is het Supreme Court bevoegd voor geringe vorderingen tot 10 000 GBP.

1.3 Vormvoorwaarden

Naast bovengenoemde eisen – d.w.z. dat de eiser de juiste procedures heeft gevolgd bij het indienen van de vordering en dat de verweerder niet binnen de vastgestelde termijn heeft geantwoord – hangen de vormvereisten voor een verstekvonnis af van de aard van de vordering.

In het algemeen geldt dat indien de vordering een gespecificeerd bedrag betreft, de eiser slechts een verzoek (request) om een verstekvonnis hoeft in te dienen. Dergelijke verzoeken worden doorgaans behandeld door de griffie van de rechtbank, in plaats van door een rechter. In dergelijke gevallen gaat de griffie na of de verweerder geen ontvangstbericht van betekening of verweer heeft ingediend, of de relevante termijnen zijn verstreken, en of de eiser het noodzakelijke bewijsmateriaal heeft overgelegd aan de rechtbank.

Indien het bedrag van de vordering niet is gespecificeerd, dient de eiser een verzoekschrift (application) tot de rechtbank te richten. In dergelijke gevallen behandelt een rechter de zaak. Hij bepaalt of een zitting noodzakelijk is en wat de eiser nodig heeft om de rechter in staat te stellen het geldbedrag waarop de eiser recht heeft, vast te stellen – bv. welk bewijsmateriaal er dient te worden overgelegd.

1.3.1 Is het gebruik van een standaardformulier verplicht? (Zo ja, waar kan dit formulier worden verkregen?)

Voor beide soorten vorderingen is het gebruik van een standaardformulier verplicht.

Indien een vordering een gespecificeerd bedrag betreft en de rechtbank een aanvang heeft gemaakt met de vorderingsprocedure, stuurt de rechtbank de eiser formulier N205A – Notice of Issue (Specified Amount) ter bevestiging van de procedure voor een gespecificeerd bedrag. Dit formulier bevat een gedeelte dat de eiser na invulling dient terug te zenden naar de rechtbank als verzoek om een verstekvonnis voor het geval de verweerder verzuimt binnen de vastgestelde termijn op de vordering te reageren. Op het formulier staan de nodige invulinstructies.

Voordat de eiser het formulier invult, dient hij zorgvuldig na te denken over de manier waarop hij wenst dat de verweerder het verschuldigde bedrag voldoet. Een eiser wil het geld wellicht direct betaald zien, maar soms heeft hij meer kans om het te krijgen als hij de verweerder toestaat om in termijnen te betalen. Dit hangt af van de omstandigheden van de verweerder.

Als de vordering een niet-gespecificeerd bedrag betreft, ontvangt de eiser na de indiening van zijn vordering een formulier N205B – Notice of Issue (Unspecified Amount) van de rechtbank ter bevestiging van de procedure voor een niet-gespecificeerd bedrag. Dit formulier bevat ook een gedeelte waarin de eiser aan de rechtbank kan vragen om te verklaren dat de verweerder ‘aansprakelijk’ (verantwoordelijk) is voor de vordering. De rechtbank beslist welk geldbedrag de verweerder dient te betalen. Dit noemen we ‘entering judgment for an amount to be decided by the court’ (veroordeling tot betaling van een door de rechtbank te bepalen bedrag).

Bepaalde soorten zaken vereisen een verzoekschrift aan een rechter om te beslissen of er een verstekvonnis kan worden gewezen. Het gaat onder meer om zaken waarbij de vordering aan de verweerder in een ander rechtsgebied wordt betekend, waarbij de verweerder een staat is, dan wel de Kroon of een persoon of instantie die immuniteit geniet ten aanzien van burgerlijke rechtsvorderingen. Een verzoekschrift is ook noodzakelijk als de vordering betrekking heeft op een kind of een patiënt, of op een claim in tort (vordering wegens een soort onrechtmatige daad) van de ene echtgenoot tegen de andere. In dergelijke gevallen dient formulier N244 (Application Notice) te worden gebruikt, d.w.z. een kennisgeving van het verzoekschrift.

Voor meer informatie, waaronder het verkrijgen van kopieën van de relevante formulieren, kunt u contact opnemen met de Supreme Court Registry, 277 Main Street, Gibraltar, telefoonnummer (+350) 200 75608.

1.3.2 Moet ik worden vertegenwoordigd door een advocaat?

Net als bij alle andere soorten zaken hoeft een persoon geen advies in te winnen van, of zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Als de vordering meer dan 10 000 GBP bedraagt en vooral als zij ingewikkelde kwesties betreft, is het in het algemeen aan te raden advies in te winnen van een advocaat (solicitor). Meer details over de wenselijkheid van procesvertegenwoordiging vindt u op de pagina Aanhangigmaking van zaken bij de rechter.

1.3.3 Hoe gedetailleerd moet mijn beschrijving van de grondslag van de schuldvordering zijn?

Een verzoek of een verzoekschrift voor een verstekvonnis maakt deel uit van de normale burgerrechtelijke procedures in Gibraltar. De eiser dient een vordering op de normale wijze in te dienen –zie: De link wordt in een nieuw venster geopend.Hoe wordt de procedure ingeleid? In algemene bewoordingen: een gedinginleidend stuk dient bijzonderheden te bevatten over de partijen, een korte omschrijving van de vordering en, zo mogelijk, een verklaring over de hoogte van het gevorderde bedrag en of het te verhalen bedrag naar verwachting binnen een van de volgende categorieën valt:

  • ten hoogste 10 000 GBP
  • meer dan 10 000 GBP maar ten hoogste 15 000 GBP
  • meer dan 15 000 GBP.

Bij vorderingen inzake persoonlijke schade of letsel dient de eiser aan te geven of het te verhalen bedrag naar verwachting binnen een van de volgende categorieën valt:

  • ten hoogste 1 000 GBP
  • meer dan 1 000 GBP.

Als een eiser niet in staat is de waarde van de vordering aan te geven, dient hij te verklaren: “I cannot say how much I intend to recover.” (Ik kan niet zeggen hoeveel ik van plan ben te innen). Op het formulier staan instructies voor zowel de eiser als de verweerder.

1.3.4 Moet ik beschikken over geschreven bewijs omtrent de schuldvordering? Zo ja, welke documenten mag ik daarvoor gebruiken?

Naast het gedinginleidende stuk dient de eiser bijzonderheden ter zake van de vordering te verschaffen. Het gaat onder meer om:

  • een beknopte uiteenzetting van de feiten;
  • een verklaring (indien van toepassing) dat de eiser bepaalde vormen van schadevergoeding wenst;
  • bijzonderheden over vermeende belangen;
  • eventuele overige zaken die vereist zijn voor het type vordering, zoals aangegeven in de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering.

Als de griffie een verstekvonnis kan uitbrengen, dient zij zich ervan te hebben overtuigd dat de bijzonderheden betreffende de vordering aan de verweerder zijn betekend, dat de verweerder niet binnen de geldende termijn op de vordering heeft geantwoord, en dat de verweerder de vordering niet heeft voldaan.

Als aan deze voorschriften is voldaan, stelt de griffie een vonnis op voor de eiser waarin wordt aangegeven hoeveel en wanneer de verweerder dient te betalen en naar welk adres het geld dient te worden gezonden. Een afschrift van het vonnis wordt toegezonden aan de eiser en de verweerder.

Indien het aan de rechter is om uitspraak te doen in gevallen waarin de vordering een niet-gespecificeerd bedrag betreft, zoals hierboven is vermeld, kan hij beslissen dat er een zitting zal worden gehouden of dat er verder bewijsmateriaal is vereist. Dit wordt het geven van aanwijzingen (directions) genoemd. Zodra de rechter een beslissing heeft genomen, wordt dit aan de eiser en de verweerder kenbaar gemaakt. De rechter kan aanwijzingen geven hetzij met betrekking tot verwijzing naar de procedure voor geringe vorderingen (small claims track) of beslissen dat de vordering op een zitting ter afdoening (disposal hearing) zal worden behandeld.

Op een zitting ter afdoening geeft de rechter gedetailleerdere aanwijzingen over bijvoorbeeld de benodigde stukken en het benodigde bewijs ten behoeve van zijn definitieve beslissing over het bedrag, of bepaalt hij welk bedrag verweerder dient te betalen indien het een eenvoudige zaak betreft die geen uitgebreide zitting behoeft.

De procedurekeuze hangt af van het waarschijnlijke bedrag van de schadevergoeding, van de vraag of de verweerder naar verwachting de hoogte van de schadevergoeding zal betwisten, en van de vraag of de rechter van oordeel is dat de stukken ter zitting voldoende bewijs vormen om te komen tot een definitieve beslissing.

Doorgaans zal een rechter geen gebruik maken van een zitting ter afdoening om te komen tot een eindbeslissing, tenzij het aan de rechtbank overgelegde schriftelijke bewijs aan de verweerder is toegezonden minstens drie dagen voordat de zitting zou plaatsvinden.

Na de zitting legt de griffie in een vonnis vast wat de rechter heeft beslist. Een afschrift van het vonnis wordt toegezonden aan de eiser en de verweerder.

Ter aanvulling op het bovenstaande: als de verweerder niet in Gibraltar woont, dient de rechter zich ervan te overtuigen dat hij volgens de relevante internationale overeenkomsten enz., bevoegd is om de vordering te behandelen en af te doen, dat geen andere rechtbank exclusieve bevoegdheid bezit, en dat de vordering op correcte wijze is betekend.

1.4 Afwijzing van het verzoek

De rechtbank zal een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) voor een verstekvonnis afwijzen indien de eiser niet heeft voldaan heeft aan de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering. Bijvoorbeeld indien de bijzonderheden van het gedinginleidende stuk of de betekening ervan niet voldoen aan de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering, wijst de rechtbank het verzoek om een verstekvonnis af. De rechtbank zal het verzoekschrift ook afwijzen als de eiser niet het noodzakelijke bewijsmateriaal overlegt ter overtuiging van de rechtbank (zie hierboven). Mits aan deze procedurevoorschriften is voldaan, hangt de vraag of de rechtbank onderzoek instelt naar de gegrondheid van de vordering voordat zij verstek verleent af van het feit of de vordering een al dan niet een gespecificeerd bedrag betreft of valt in de categorie vorderingen die slechts op basis van een verzoekschrift door een rechter kunnen worden beoordeeld (zie punt 1.3).

1.5 Hoger beroep

Een weigering tot verstekverlening zal zich alleen voordoen als de eiser er niet in slaagt de rechtbank ervan te overtuigen dat hij de juiste procedures heeft gevolgd. Hiertegen kan de eiser geen beroep instellen. Als de rechtbank weigert over te gaan tot verstekverlening, kan de eiser doorgaans een nieuwe procedure beginnen door een nieuw gedinginleidend stuk aan de verweerder te doen betekenen in overeenstemming met de procedures en eisen van de bepalingen inzake de burgerlijke rechtsvordering.

Een verstekvonnis dat ten onrechte is verleend, kan worden gewijzigd of ingetrokken na verzet van verweerder. De verweerder kan een verzoekschrift indienen om het verstekvonnis aan te passen (bv. een wijziging in een lager bedrag indien de schuld vóór het vonnis gedeeltelijk is betaald) of tot intrekking (d.w.z. vernietiging).

Indien de eiser reden heeft om aan te nemen dat de bijzonderheden betreffende de vordering de verweerder niet vóór het verstekvonnis hebben bereikt, moet hij de rechtbank verzoeken het verstekvonnis dat te zijnen gunste was verleend, in te trekken.

1.6 Aanvechten van de vordering

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder de vordering niet binnen de vastgestelde termijn betwist of erkent (zie hierboven). Indien de verweerder de vordering betwist, wordt de zaak voortgezet als een gewone betwiste vordering (op tegenspraak).

Indien de verweerder wenst dat het verstekvonnis wordt vernietigd, of na de wijzing ervan wordt gewijzigd, dient hij zich terstond te verzetten door een verzoekschrift te richten tot de rechtbank om het vonnis in te trekken of te wijzigen. De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er daartoe goede gronden zijn of dat de verweerder een daadwerkelijk vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten.

1.7 Gevolgen van de aanvechting van de vordering

Als de verweerder binnen de vastgestelde termijn een verweerschrift tegen de vordering indient, wordt de zaak verder behandeld als een normale betwiste vordering (zie de pagina Aanhangigmaking van zaken bij de rechter).

1.8 Wat als de schuldenaar de schuldvordering niet tijdig aanvecht?

Er kan slechts sprake zijn van een verstekprocedure als de verweerder de vordering niet binnen de vastgestelde termijn betwist of erkent (zie hierboven). Uitsluitend in dat geval kan de eiser een verzoek (request) of een verzoekschrift (application) voor een verstekvonnis indienen.

1.8.1 Wat moet men doen om een uitvoerbare beslissing te verkrijgen?

Het verstekvonnis is een beslissing die de eiser tegen de verweerder ten uitvoer kan laten leggen. De procedures die moeten worden gevolgd om een verstekvonnis te verkrijgen worden beschreven in punt 1.3 hierboven.

1.8.2 Is deze beslissing definitief of is er nog een beroepsmogelijkheid?

Zoals hierboven beschreven, kan de verweerder de rechtbank verzoeken het verstekvonnis aan te passen of in te trekken (d.w.z. de bepalingen van het vonnis te wijzigen dan wel het verstekvonnis in zijn geheel te vernietigen). Dit is feitelijk geen hoger beroep, omdat de zaak wordt behandeld door dezelfde rechtbank die de oorspronkelijke zaak zou hebben behandeld als de verweerder de vordering had betwist. De rechtbank kan het verstekvonnis wijzigen of vernietigen als zij van oordeel is dat er sprake was van procedurefouten, dat de verweerder een daadwerkelijk vooruitzicht heeft om de vordering met succes te betwisten of dat er een goede grond bestaat om dat te doen.

Elke partij kan tegen een beslissing tot intrekking of niet-intrekking van een verstekvonnis, beroep instellen, mits zij daarvoor toestemming krijgt van de rechtbank die de beslissing heeft gegeven of van het hof van beroep.

Laatste update: 17/08/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.