Geringe vorderingen

Portugal
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Het bestaan van een specifieke procedure voor geringe vorderingen

In het nationale recht zijn er twee specifieke procedures voor geringe vorderingen (vastgesteld in wetsbesluit nr. 269/98 van 1 september 1998):

  • een bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen, bestaande uit een snelle en vereenvoudigde aangifteprocedure (artikelen 1 tot en met 5 van de procedureregels, in de bijlage bij wetsbesluit nr. 269/98);
  • een betalingsbevel, een maatregel waarmee de rechtskracht van een uitvoeringsbevel wordt toegewezen aan een vordering in verband met niet-betaling van geringe schulden (artikelen 7 tot en met 22 van de procedureregels, in de bijlage bij wetsbesluit nr. 269/98).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure, grensbedrag

Beide bovengenoemde bijzondere procedures zijn van toepassing wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • er is sprake van een financiële verplichting (een verplichting die in geld moet worden voldaan);
  • deze verplichting komt voort uit een overeenkomst;
  • het bedrag is niet hoger dan 15 000 EUR.

1.2 Toepassing van de procedure

De verzoeker kan kiezen tussen de in het antwoord bij vraag 1 genoemde procedures.

1.3 Formulieren

Bij de bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen hoeven het verzoek en het verweer niet in de vorm van procedurele documenten te worden ingediend. Met andere woorden, de memories hoeven niet artikelsgewijs te worden genummerd. Wanneer ze door een wettelijke vertegenwoordiger worden ingediend, moeten deze documenten elektronisch worden toegestuurd met behulp van specifieke daarvoor bestemde formulieren die door het computerondersteuningssysteem voor de rechtbanken ter beschikking worden gesteld, tenzij de vertegenwoordiger legitieme redenen heeft om dit systeem niet te gebruiken. Wanneer ze door de partijen zelf worden ingediend, hoeft het speciale formulier niet te worden gebruikt en mogen de documenten per aangetekende post of per fax aan de rechtbank worden toegezonden.

Een betalingsbevel moet worden ingediend via een specifiek formulier, dat te vinden is via deze link: Betalingsbevelprocedure - Portaal Citius (mj.pt). Het gebruik van dit formulier is verplicht, ongeacht of het rechtstreeks door de partij of door een vertegenwoordiger wordt ingediend.

Wanneer het door een wettelijke vertegenwoordiger wordt ingediend, moet het betalingsbevelformulier elektronisch worden toegestuurd via het computerondersteuningssysteem voor de rechtbanken (tenzij de vertegenwoordiger legitieme redenen heeft om dit systeem niet te gebruiken). Wanneer het rechtstreeks door de partij wordt ingediend, mag het betalingsbevelformulier op papier worden aangeleverd.

1.4 Rechtsbijstand

De rechtsbijstandsregeling is van toepassing op beide procedures (bv. aanstelling van een advocaat, betaling van het honorarium van de advocaat, betaling van gerechtskosten en andere verwante kosten) (wet nr. 34/2004 van 29 juli 2004 inzake toegang tot het recht en de rechter).

Zie voor verdere informatie het informatieblad overRechtsbijstand”.

1.5 Regels betreffende het bewijs

Bij de bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen, verloopt de bewijsvoering als volgt.

  • Het bewijs wordt op een zitting gepresenteerd.
  • Als de vordering niet hoger is dan 5 000 EUR, mag elke partij maximaal drie getuigen oproepen. In alle andere gevallen mogen er maximaal vijf getuigen worden opgeroepen. In elk geval mag een partij voor elk van de betreffende feiten maximaal drie getuigen oproepen.
  • Bij vorderingen die niet hoger zijn dan 5 000 EUR en waarbij de partijen geen wettelijke vertegenwoordigers hebben of deze niet aanwezig zijn, worden de getuigen door de rechter ondervraagd.
  • Deskundigenbewijs wordt altijd geleverd door één enkele deskundige.
  • De rechter kan meer bewijs verlangen als hij dit onmisbaar acht om een goede beslissing te kunnen nemen. In dat geval kan de zitting worden geschorst op een volgens de rechter geschikt moment en wordt er een datum vastgesteld waarop de zitting zal worden voortgezet. Het vonnis moet binnen dertig dagen worden gegeven.

Betalingsbevelen:

  • als een in kennis gestelde verweerder geen bezwaar maakt tegen een betalingsbevel, hoeft er geen bewijs te worden gepresenteerd en voegt de griffier van de bevoegde rechtbank het volgende toe aan het betalingsbevel: “Dit document is uitvoerbaar”;
  • als een betalingsbevel wordt aangevochten, wordt de vorm gevolgd van een bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, en geldt de bijbehorende procedure voor de presentatie van bewijs;
  • als het onmogelijk blijkt de verweerder in kennis te stellen, wordt het betalingsbevel behandeld als een gewone zaak, als de eiser deze wens heeft geuit. Zo niet, dan stuurt de griffier het betalingsbevel terug naar de eiser.

1.6 Schriftelijke procedure

Als een verweerder in kennis is gesteld van een betalingsbevel en hier geen bezwaar tegen maakt, verloopt de volledige procedure schriftelijk.

Bij de bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen mogen getuigen die bewijs moeten presenteren, dit schriftelijk doen, mits zij hun kennis van de feiten hebben verkregen in de uitoefening van hun functie.

In dat geval wordt de getuigenverklaring schriftelijk aangeleverd, voorzien van de datum en ondertekend door de getuige, en wordt erin aangegeven bij welke zaak deze hoort, wat de feiten zijn en waarom de betreffende getuige daar kennis van heeft.

1.7 Inhoud van het vonnis

Bij een bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen wordt het vonnis, indien er een zitting is, mondeling gegeven en gedicteerd met het oog op transcriptie, waarbij de motivatie beknopt wordt weergegeven.

Wanneer een betalingsbevel wordt bevestigd, wordt er geen afzonderlijke beslissing gegeven, maar wordt slechts het exequatur verleend door de griffier van de rechtbank.

1.8 Vergoeding van de kosten

De gerechtskosten van de in het gelijk gestelde partij worden door de in het ongelijk gestelde partij betaald, volgens een degressieve schaal op basis van de schadelast. Voor de in het gelijk gestelde partij kunnen op die manier de volgende kosten volledig of gedeeltelijk worden vergoed: reeds betaalde gerechtskosten; kosten die de partij heeft gemaakt in verband met de bewijsvoering, mits deze partij niet zelf om dit bewijs heeft verzocht of er geen gebruik is gemaakt van dit bewijs; aan de deurwaarder betaalde vergoedingen en door deze deurwaarder gemaakte kosten (bv. wanneer een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding aan de verweerder betekent); de honoraria van de juridische vertegenwoordiger en de door deze gedane uitgaven.

De terug te betalen bedragen moeten in een toelichting worden vermeld. Deze toelichting moet binnen vijf dagen nadat de beslissing definitief is geworden, door de partij die recht heeft op vergoeding, naar de rechtbank, de in het ongelijk gestelde partij en, indien van toepassing, de deurwaarder worden gestuurd.

De toelichting moet de volgende informatie bevatten:

  • naam van de partij, zaaknummer en naam van de wettelijke vertegenwoordiger of de deurwaarder;
  • de door de partij betaalde gerechtskosten;
  • de door de partij betaalde kosten die eerder door de deurwaarder zijn gemaakt;
  • de door de partij betaalde vergoedingen voor de wettelijke vertegenwoordiger of de deurwaarder;
  • het te ontvangen bedrag.

In de regel worden de kosten van de in het gelijk gestelde partij rechtstreeks door de in het ongelijk gestelde partij betaald, tenzij bij wet anders is bepaald.

1.9 Mogelijkheid van hoger beroep

Beslissingen in een bijzondere procedure voor nakoming van uit een overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen kunnen worden aangevochten door beroep in te stellen bij een hof van beroep, mits het betreffende bedrag niet hoger is dan 5 000 EUR en de aangevochten beslissing voor de appellant een nadeel met zich brengt van meer dan 2 500 EUR.

Dit geldt bij een gewoon beroep. Er zijn in de nationale wetgeving ook regels vastgesteld voor buitengewone rechtsmiddelen.

In het geval van een betalingsbevel moet er bij de rechter beroep worden aangetekend tegen de afwijzing van een verzoek om een betalingsbevel dan wel tegen de weigering van de griffier om het exequatur te verlenen.

Nuttige links

Disclaimer

De gegevens in dit informatieblad zijn niet bindend voor het contactpunt van het EJN-civiel, voor de rechtbanken en voor andere entiteiten en instanties. Ook de relevante geldende wetteksten moeten worden geraadpleegd, aangezien daarin wijzigingen kunnen zijn doorgevoerd die nog niet in dit informatieblad zijn opgenomen.

Laatste update: 10/05/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.