Echtscheiding en scheiding van tafel en bed

Griekenland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat zijn de voorwaarden voor een echtscheiding?

Echtscheiding vereist een gerechtelijke beslissing waartegen geen rechtsmiddelen meer openstaan (artikelen 1438 e.v. van het burgerlijk wetboek (Αστικός Κώδικας)).

Uit de echt scheiden kan op twee manieren:

  1. echtscheiding met wederzijdse instemming (συναινετικό διαζύγιο), waarbij de echtgenoten zijn overeengekomen dat ze het huwelijk wensen te ontbinden, welke overeenkomst is vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die is ondertekend door henzelf en hun respectieve advocaten of, indien de advocaten door hun cliënten uitdrukkelijk zijn gemachtigd om namens hen op treden, alleen door hun advocaten. Het huwelijk moet in dat geval ten minste zes maanden hebben geduurd. Wanneer er geen minderjarige kinderen zijn, is voornoemde overeenkomst voldoende om het huwelijk te ontbinden en is geen gerechtelijke beslissing nodig. Wanneer er wel minderjarige kinderen zijn, moet de scheidingsovereenkomst vergezeld gaan van een tweede schriftelijke overeenkomst tussen de echtgenoten waarin het ouderlijk gezag over de kinderen en de omgang is geregeld. Beide overeenkomsten worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank van eerste aanleg (enkelvoudige kamer) (Μονομελές Πρωτοδικείο). Wanneer de overeenkomsten aan de vereisten voldoen, spreekt de rechter de echtscheiding uit. De gevolgde procedure is dan die van oneigenlijke rechtspraak;
  2. echtscheiding op basis van aangevoerde feiten en omstandigheden die grond voor echtscheiding opleveren (διαζύγιο κατ’ αντιδικία), waarbij een van de echtgenoten, of iedere echtgenoot afzonderlijk, bij de enkelvoudige kamer van de rechtbank van eerste aanleg een vordering tot echtscheiding indient.

2 Welke echtscheidingsgronden bestaan er?

In artikel 1439 van het burgerlijk wetboek (BW) zijn de onderstaande echtscheidingsgronden opgenomen.

  1. Het huwelijk is door toedoen van de verweerder of van beide echtgenoten dermate ontwricht dat aangenomen moet worden dat voortzetting van het huwelijk voor de eiser ondraaglijk zou zijn. Er is sprake van een vermoeden van ontwrichting, dat door de verweerder kan worden weerlegd, wanneer laatstbedoelde zich jegens de eiser schuldig heeft gemaakt aan bigamie, overspel, verlating, een aanslag op het leven of huiselijk geweld.
    Wanneer de echtgenoten al minstens twee jaar onafgebroken gescheiden van elkaar leven is er een onweerlegbaar vermoeden van ontwrichting en kan zelfs om echtscheiding worden gevraagd als de ontwrichting aan de eiser is te wijten.
  2. Een van de echtgenoten is afwezig verklaard, in welk geval de andere echtgenoot de echtscheiding kan aanvragen.

3 Wat zijn de juridische gevolgen van een echtscheiding als het gaat om:

3.1 de persoonlijke relatie tussen de echtgenoten (bijvoorbeeld de achternaam)?

Wanneer een huwelijk is ontbonden, zijn de gewezen echtgenoten niet langer verplicht om met elkaar samen te wonen en om beslissingen gezamenlijk te nemen. Een echtgenoot die de familienaam van de andere echtgenoot heeft aangenomen, gaat in de regel weer de eigen familienaam voeren, tenzij hij/zij de familienaam van de gewezen echtgenoot wil behouden omdat hij/zij in zijn/haar beroep of als kunstenaar onder die naam een zekere reputatie heeft verworven. Alle verplichtingen die de echtgenoten jegens elkaar hebben, houden op te bestaan. Het huwelijksbeletsel van de bigamie vervalt. De tijdens het huwelijk bestaande opschorting van termijnen wat vorderingen tussen de echtgenoten betreft neemt een einde. De verwantschap die door het huwelijk is ontstaan tussen de bloedverwanten van de ene echtgenoot en de bloedverwanten van de andere, blijft na de ontbinding van het huwelijk bestaan.

3.2 de verdeling van het vermogen van de echtgenoten?

Bij een echtscheiding heeft iedere echtgenoot het recht de roerende zaken terug te nemen die hem/haar toebehoren of vermoed worden hem/haar toe te behoren, zelfs indien ze door beide echtgenoten of alleen door de andere echtgenoot gebruikt werden, mits de andere echtgenoot het vermoeden van eigendom niet door tegenbewijs weerlegt. Dit geldt zelfs voor goederen die voor de andere echtgenoot als onontbeerlijk zouden kunnen worden beschouwd. Wanneer de echtgenoot die een niet aan hem/haar toebehorende zaak bezit, weigert om die zaak over te dragen, kan de eigenaar een zakelijke vordering, een bezitsvordering of een vordering op grond van het verbintenissenrecht tegen hem/haar instellen. Wanneer een van de echtgenoten de eigenaar van de gezinswoning is, kan hij/zij na de ontbinding van het huwelijk een zakelijke vordering of een vordering op grond van het verbintenissenrecht instellen tegen de echtgenoot die er gebruik van maakt. Aan een eventuele gemeenschap van goederen komt bij echtscheiding een einde, waarna iedere echtgenoot ontvangt wat hem/haar volgens de bepalingen inzake de gemeenschap van goederen en de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen toekomt. Wanneer een van de echtgenoten tijdens het huwelijk eigendom heeft verworven, heeft de andere echtgenoot recht op een deel daarvan.

3.3 de minderjarige kinderen uit het huwelijk?

Wanneer een huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden, bepaalt de rechter op welke van de volgende wijzen het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend:

a) het ouderlijk gezag wordt aan een van de ouders toegekend,

b) het ouderlijk gezag wordt aan beide ouders gezamenlijk toegekend,

c) het ouderlijk gezag wordt tussen de ouders verdeeld, of

d) het ouderlijk gezag wordt aan een derde toegekend.

Gescheiden ouders blijven onderhoudsplichtig jegens kinderen die minderjarig zijn en geen inkomsten uit eigen arbeid of eigen vermogen hebben of over onvoldoende inkomen beschikken om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Deze verplichting wordt door de ouders gedeeld of, in het geval van een geschil, door de rechter aan hen toegewezen.

3.4 de verplichting om alimentatie te betalen aan de andere echtgenoot?

Wanneer een huwelijk door echtscheiding is ontbonden, kan de ex-echtgenoot van wie de inkomsten uit werk of vermogen ontoereikend zijn om in het eigen levensonderhoud te voorzien, van de gewezen partner alimentatie vorderen:

  1. wanneer op het moment dat de echtscheiding wordt uitgesproken, zijn/haar leeftijd of gezondheidstoestand hem/haar verhinderen om door de uitoefening van een passend beroep in zijn/haar levensonderhoud te voorzien;
  2. wanneer hij/zij de zorg over een minderjarig kind heeft en daardoor niet in staat is om een passend beroep uit te oefenen;
  3. wanneer hij/zij geen passende vaste betrekking vindt of een beroepsopleiding moet volgen; in beide gevallen kan tot maximaal drie jaar na het uitspreken van de echtscheiding aanspraak op alimentatie worden gemaakt, of
  4. in alle andere gevallen waarin op het moment dat de echtscheiding wordt uitgesproken de omstandigheden van verzoeker dusdanig zijn dat toekenning van alimentatie billijk en noodzakelijk is.

Een alimentatieverzoek kan worden afgewezen, of de hoogte van de alimentatie verlaagd, als daar goede gronden voor zijn, in het bijzonder wanneer het huwelijk van korte duur is geweest, de echtscheiding aan de verzoeker is te wijten of de verzoeker zich vrijwillig onvermogend heeft gemaakt. Het recht op alimentatie eindigt wanneer de begunstigde hertrouwt of gaat samenwonen. Het recht op alimentatie eindigt niet bij het overlijden van de alimentatieplichtige. Het eindigt wel bij het overlijden van de begunstigde, tenzij het alimentatierecht betrekking heeft op een voorbije periode of er op het moment van overlijden van de begunstigde sprake is van een betalingsachterstand.

4 Wat betekent "scheiding van tafel en bed” in de praktijk?

5 Wat zijn de gronden voor een “scheiding van tafel en bed”?

6 Wat zijn de juridische gevolgen van een “scheiding van tafel en bed”?

7 Wat betekent “nietigverklaring van het huwelijk" in het huwelijk in de praktijk?

Nietigverklaring van een huwelijk houdt in dat een huwelijk door de rechter op grond van een onregelmatigheid nietig wordt verklaard en daardoor geen rechtsgevolgen meer heeft, behalve voor de uit dat huwelijk geboren kinderen, die de hoedanigheid van binnen het huwelijk geboren kinderen behouden. Op de nietigverklaring van een vernietigbaar of nietig huwelijk zijn dezelfde regels van toepassing als op de nietigverklaring van iedere andere vernietigbare handeling (artikelen 1372 e.v. BW).

8 Wat zijn de gronden voor nietigverklaring van het huwelijk?

Een huwelijk kan nietig worden verklaard als één van de positieve vereisten voor een huwelijk ontbreekt, als er een absoluut huwelijksbeletsel bestaat of als het huwelijk door dwaling of onder dwang tot stand is gekomen.

Een positief vereiste ontbreekt wanneer de echtgenoten hun verklaring niet persoonlijk, onvoorwaardelijk en zonder beperking in de tijd hebben afgelegd, wanneer ze op het moment van de huwelijksvoltrekking minderjarig waren en geen toestemming van de rechter hadden, wanneer een van de echtgenoten onder voogdij staat en de door de rechter benoemde voogd of de rechter geen toestemming voor het huwelijk heeft gegeven, of wanneer een van de echtgenoten zich op het moment van de huwelijksvoltrekking niet bewust was van zijn/haar handelen of door een geestesziekte niet rationeel kon denken. Absolute huwelijksbeletsels zijn bloedverwantschap in de rechte lijn, zonder enige beperking, en in de zijlijn tot en met de vierde graad, verwantschap door huwelijk in de rechte lijn, zonder enige beperking, en in de zijlijn tot en met de derde graad, alsook bigamie en adoptie.

Een nietigverklaring wordt ongedaan gemaakt wanneer de echtgenoten na de huwelijksvoltrekking vrij en volledig met het huwelijk instemmen, wanneer minderjarigen die zonder toestemming zijn gehuwd alsnog de toestemming van de rechter verkrijgen of het huwelijk na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar erkennen, wanneer een onbekwame echtgenoot bekwaam wordt en het huwelijk erkent of, in het geval van echtgenoten die onder voogdij staan, wanneer de voogd of de rechter het huwelijk erkent, en in het geval van een echtgenoot die dwaalde of onder dwang stond, wanneer die echtgenoot het huwelijk na het ontdekken van de dwaling of het stoppen van de dwang erkent. Een huwelijk wordt niet erkend wanneer geen huwelijksverklaring is afgelegd ten overstaan van een burgemeester en getuigen, in het geval van een burgerlijk huwelijk, of, in het geval van een kerkelijk huwelijk, het huwelijk niet is ingezegend door een priester van de Grieks-orthodoxe kerk of van een andere in Griekenland erkende geloofsleer of godsdienst. Het huwelijk heeft in dat geval geen rechtsgevolgen en iedereen die een wettig belang in de zaak heeft, kan dan voor de rechter om een verklaring van non-existentie verzoeken.

9 Wat zijn de juridische gevolgen van de nietigverklaring van het huwelijk?

De rechtsgevolgen van het huwelijk gaan dan in principe met terugwerkende kracht teniet. Dit heeft betrekking op alle persoonlijke, familierechtelijke en vermogensrechtelijke betrekkingen tussen de echtgenoten. De nietigheid van het huwelijk leidt zodoende voor de echtgenoten tot het ex tunc wegvallen van de niet-testamentaire erfrechten op elkaars vermogen. Daarnaast zijn alle rechtshandelingen die de echtgenoten in die hoedanigheid met derden ten behoeve van het gemeenschappelijk huwelijksleven of het beheer van het vermogen van een van de echtgenoten hebben verricht, nietig, echter onverlet de rechten van derden die te goeder trouw met hen hebben gecontracteerd. Indien een van de echtgenoten zich bij het sluiten van het huwelijk niet van de nietigheid ervan bewust was, heeft de nietigverklaring van het huwelijk voor die echtgenoot alleen toekomstige werking. Verder heeft die echtgenoot recht op alimentatie van de andere echtgenoot wanneer die van begin af aan wist van de nietigheid van het huwelijk en, wanneer laatstbedoelde echtgenoot na de nietigverklaring is overleden, van zijn/haar erfgenamen, volgens dezelfde regels als die welke bij echtscheiding gelden. Ook echtgenoten die onder bedreiging of in strijd met de wet of de goede zeden gedwongen in het huwelijk zijn getreden, hebben recht op alimentatie wanneer het huwelijk nietig wordt verklaard of de echtgenoot overlijdt (artikel 1383 BW).

10 Bestaan er alternatieve mogelijkheden om problemen die samenhangen met een echtscheiding op te lossen, zonder dat de rechter wordt ingeschakeld?

Nee.

11 Waar moet het verzoek tot echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk worden ingediend? Aan welke formaliteiten moet worden voldaan en welke documenten moeten bij het verzoek worden gevoegd?

De enkelvoudige kamer van de rechtbank van eerste aanleg (artikel 17, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (WvBR) (Κώδικας Πολιτικής Δικονομίας)) is bevoegd om huwelijken te ontbinden op grond van ontwrichting of wanneer een van de echtgenoten afwezig werd verklaard, om een nietig of vernietigbaar huwelijk nietig te verklaren of om de non-existentie van een huwelijk vast te stellen. Voorts behandelt deze rechtbank geschillen tussen echtgenoten die voortvloeien uit de huwelijksrelatie. De gevolgde procedure is die voor huwelijksgeschillen, die is gewijzigd bij wet nr. 4055/2012.

Verzoeken om echtscheiding met wederzijdse instemming worden eveneens door de enkelvoudige kamer van de rechtbank van eerste aanleg behandeld. Bij niet-betwiste echtscheidingsverzoeken wordt echter de procedure van de vrijwillige rechtspraak gevolgd. De territoriaal bevoegde rechtbank is ofwel de rechtbank van de laatste gezamenlijke woonplaats van de echtgenoten (artikel 39 WvBR), ofwel de rechtbank van hun gewone verblijfplaats, als een van de echtgenoten er nog woont, ofwel de rechtbank van de gewone verblijfplaats van de verweerder (artikel 22 WvBR), ofwel, bij een gezamenlijk verzoek, de rechtbank van de gewone verblijfplaats van een van de echtgenoten, dan wel de gewone verblijfplaats van de verzoeker, als hij/zij er in de periode onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek ten minste een jaar heeft gewoond, of ten minste zes maanden wanneer de verzoekende of beide echtgenoten de Griekse nationaliteit hebben. De tegenvordering wordt door dezelfde rechtbank behandeld. Alimentatievorderingen kunnen worden samengevoegd met vorderingen tot echtscheiding, tot nietigverklaring of tot vaststelling van de non-existentie van een huwelijk en worden dan gezamenlijk behandeld door de bevoegde rechtbank van eerste aanleg (enkelvoudige kamer), volgens de procedure voor huwelijksgeschillen, met de beperkingen die in het kader van die procedure gelden. Vorderingen inzake de toekenning van ouderlijk gezag en tot vaststelling van een omgangsregeling kunnen eveneens worden samengevoegd met de bovengenoemde vorderingen en worden door de enkelvoudige kamer van de rechtbank van eerste aanleg behandeld volgens de speciale procedure van de artikelen 681B e.v. WvBR.

Het verzoekschrift moet worden ingediend bij de griffie van de rechtbank. De griffier bepaalt de datum van de rechtszitting en vermeldt die datum op de afschriften van het verzoekschrift. De advocaat van de verzoeker geeft aan de deurwaarder de opdracht om een afschrift van het verzoekschrift met de datum van de zitting te betekenen aan de verweerder, samen met een dagvaarding om op de door de rechtbank vastgestelde dag en plaats ter zitting te verschijnen. Wanneer de verweerder in Griekenland woont of verblijft, moet de betekening binnen zestig dagen plaatsvinden en wanneer hij/zij in het buitenland woont of verblijft of zijn/haar woonplaats onbekend is, binnen negentig dagen. Wanneer het inleidende verzoekschrift moet worden betekend aan een persoon in het buitenland met bekende woonplaats, geldt, naar analogie, het bepaalde in de EU-verordeningen, in het bijzonder Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, of het Verdrag van Den Haag van 15 november 1965, voor zover van toepassing, of de toepasselijke bilaterale of multilaterale verdragen.

Het materiële recht dat op de persoonlijke vermogensrechtelijke betrekkingen tussen echtgenoten, op echtscheiding en op de scheiding van tafel en bed van toepassing is (artikelen 14, 15 en 16 BW), is in volgorde van voorrang:

  1. het recht van hun laatste gemeenschappelijke nationaliteit tijdens het huwelijk, als een van hen die nationaliteit heeft behouden;
  2. het recht van hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats tijdens het huwelijk, of
  3. het recht van het land waarmee de echtgenoten de sterkste band hebben.

De betrekkingen tussen ouders en kinderen (artikelen 18 en 19 BW) worden geregeld, in volgorde van voorrang, door:

a) het recht van hun laatste gemeenschappelijke nationaliteit;

b) het recht van hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats;

c) het recht van de nationaliteit van het kind; wanneer het kind zowel de Griekse als een vreemde nationaliteit heeft, geldt het Griekse recht, en wanneer het meerdere vreemde nationaliteiten heeft, het recht van de staat waarmee het de sterkste band heeft.

Volgens de lex fori is het Griekse procesrecht van toepassing. Ingevolge artikel 28 van de grondwet hebben het Europese recht en internationale verdragen echter voorrang. Om een partij in rechte te kunnen vertegenwoordigen, moet een advocaat beschikken over een volmacht van die partij of samen met die partij ter zitting verschijnen. In de bewijsfase moeten de huwelijksakte, een verklaring over de burgerlijke staat en andere bewijsstukken worden overgelegd. Het horen van getuigen en afleggen van verklaringen gebeurt in een openbare zitting. Bij een echtscheiding met wederzijdse instemming moeten de partijen in een door beiden en/of hun gevolmachtigde advocaat ondertekende schriftelijke overeenkomst verklaren dat ze hun huwelijk willen ontbinden; verder moet een overeenkomst worden overgelegd waarin het ouderlijke gezag over en de omgang met de kinderen zijn geregeld. De overeenkomst wordt bekrachtigd door de rechter, die tevens de echtscheiding uitspreekt. De verklaringen van de partijen worden door de rechtbank vrij beoordeeld. De partijen worden niet onder ede gehoord en hun kinderen worden niet als getuige toegelaten. Niet‑partijgetuigen en deskundigen worden onder ede gehoord. De rechter probeert de partijen met elkaar te verzoenen. De afwezigheid van de verweerder op de zitting heeft geen invloed op de uitspraak in de zaak. Wanneer een van de partijen overlijdt voordat de rechter uitspraak heeft gedaan, vervalt de procedure. In het geval van een vordering tot nietigverklaring van een huwelijk, die ook door de openbare aanklager kan worden ingesteld, moet de openbare aanklager ter terechtzitting verschijnen. Wanneer een van de partijen overlijdt, wordt de procedure geschorst, waarna de erfgenamen van die partij de procedure desgewenst kunnen voortzetten. Wanneer een vordering tot nietigverklaring of non-existentie van een huwelijk wordt ingesteld door de openbare aanklager, is die vordering gericht tegen beide partijen, en wanneer een van hen is overleden, tegen de erfgenamen van de overleden partij.

12 Kan ik in aanmerking komen voor rechtsbijstand om de kosten van de procedure te dekken?

Ja, onder bepaalde voorwaarden. Rechtsbijstand wordt met name toegekend wanneer iemand aantoonbaar over onvoldoende financiële middelen beschikt om de kosten van een rechtszaak te betalen zonder gebruik te moeten maken van de middelen die hij/zij minimaal nodig heeft om in zijn/haar levensonderhoud en dat van zijn/haar gezin te voorzien, mits de vordering niet kennelijk ongegrond of onverstandig is. Een verzoek om rechtsbijstand moet worden gericht aan de rechter bij wie de betreffende zaak aanhangig is of aanhangig moet worden gemaakt. Wanneer dit de meervoudige kamer van de rechtbank van eerste aanleg is, moet het verzoek worden gericht aan de voorzitter van de rechtbank. Een verzoek om rechtsbijstand voor niet-procesgerelateerde zaken moet bij de vrederechter (ειρηνοδικείο) van de woonplaats van de verzoeker worden ingediend (artikelen 194 e.v. WvBR).

Het verzoek moet beknopt het voorwerp van de procedure vermelden, het bewijsmateriaal dat ter zitting wordt overgelegd en de stukken waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor rechtsbijstand is voldaan. Het verzoek moet vergezeld gaan van de volgende documenten:

  1. een verklaring (die kosteloos wordt verstrekt) van de burgemeester of voorzitter van de raad van de gemeente waar de verzoeker zijn woonplaats of vaste verblijfplaats heeft waarin diens arbeidssituatie en financiële en familiale toestand worden beschreven;
  2. een verklaring (die kosteloos wordt verstrekt) van de belastinginspecteur van de woonplaats of vaste verblijfplaats van de verzoeker waarin is vermeld dat hij/zij de laatste drie jaar aangifte heeft gedaan voor de belasting op inkomsten en iedere andere directe belasting en dat die aangiften na controle zijn goedgekeurd.

De rechter die het verzoek behandelt, kan de verweerder dagvaarden. Dat brengt voor de verweerder geen kosten met zich mee, omdat hij/zij zich niet door een advocaat hoeft te laten vertegenwoordigen. Indien de rechter het waarschijnlijk acht dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan, wordt rechtsbijstand toegekend. Voor elke rechtszaak moet een nieuw verzoek om rechtsbijstand worden ingediend. Dat geldt ook voor beroepszaken en een eventuele vordering tot tenuitvoerlegging van de uitspraak. De partij aan wie rechtsbijstand is toegekend, wordt voorlopig vrijgesteld van de kosten van het proces en van de procedure in het algemeen: de honoraria van notarissen en deurwaarders en van advocaten en andere wettelijke vertegenwoordigers, de uitgaven van getuigen en deskundigen, alsook de verplichting om voor die kosten een waarborg te verstrekken. Voorlopige vrijstelling kan ook worden verleend voor slechts een deel van die kosten.

De toekenning van rechtsbijstand ontslaat de begunstigde niet van de verplichting om de kosten van de tegenpartij te vergoeden wanneer de rechter hem/haar in die kosten veroordeelt. Op verzoek van de persoon die om rechtsbijstand verzoekt, kan de rechtbank hem/haar bij de toewijzing van het verzoek om rechtsbijstand, of daarna, een advocaat, notaris of deurwaarder toevoegen. De door het gerecht toegevoegde personen mogen de hun opgedragen taken niet weigeren. De beslissing tot toewijzing van het rechtsbijstandverzoek fungeert in dat geval als volmacht.

De rechtsbijstand stopt bij het overlijden van de begunstigde. Handelingen die niet kunnen worden uitgesteld, kunnen na het overlijden van de begunstigde op basis van voornoemde toevoeging worden verricht. Verder kan de rechtsbijstand door de rechtbank ambtshalve of op voorstel van de openbare aanklager worden ingetrokken of verminderd wanneer blijkt dat niet, of niet meer, aan de voorwaarden voor rechtsbijstand is/wordt voldaan of dat deze voorwaarden gewijzigd zijn. De betaling van kosten is geregeld in de artikelen 190 tot en met 193 WvBR.

Wanneer de tegenpartij in de kosten wordt veroordeeld, worden de zegelrechten, de vergoeding voor het executoriaal afschrift en andere kosten geïnd overeenkomstig de wet op de inning van overheidsinkomsten, terwijl de kosten van de begunstigde en het honorarium van zijn/haar advocaat en van eventuele andere wettelijke vertegenwoordigers en gerechtsdeurwaarders worden vergoed en overeenkomstig de procedures voor gedwongen tenuitvoerlegging worden geïnd. Kosten waarin de begunstigde is veroordeeld, worden verschuldigd zodra aantoonbaar niet langer is voldaan aan de voorwaarden voor rechtsbijstand. Wanneer rechtsbijstand is toegekend op basis van onjuiste verklaringen of informatie, legt de rechter die beslist dat de rechtsbijstand moet worden ingetrokken, de betreffende partij een geldboete tussen 100 en 200 EUR op, die in het verzekeringsfonds voor juridische beroepsbeoefenaren moet worden gestort, zonder dat dit de partij ontslaat van haar verplichting tot het betalen van de kosten waarvan ze was vrijgesteld of vrijwaart van strafrechtelijke vervolging.

13 Kan beroep worden ingesteld tegen een beslissing over de echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk?

Ja. Tegen uitspraken inzake echtscheiding, nietigverklaring van een nietig of vernietigbaar huwelijk of vaststelling van de non-existentie van een huwelijk kan door de in het ongelijk gestelde partij beroep worden ingesteld bij het hof van beroep (Εφετείο); de beroepstermijn is dertig dagen, te rekenen vanaf de dag dat de uitspraak aan haar is betekend, wanneer de partij haar woonplaats of gewone verblijfplaats in Griekenland heeft, zestig dagen wanneer ze haar woonplaats of gewone verblijfplaats in het buitenland heeft of haar woon- of verblijfplaats onbekend is, en drie jaar, te rekenen vanaf de dag van bekendmaking van de uitspraak, wanneer de uitspraak niet aan haar is betekend. Wanneer de partij die beroep mag aantekenen overleden is, gaat de beroepstermijn in op de datum waarop de uitspraak aan haar universele erfgenamen of legatarissen is betekend.

14 Wat moet ik doen om een door een rechtbank in een andere lidstaat gewezen beslissing over echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk in deze lidstaat te laten erkennen?

Ingevolge Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, moeten beslissingen die in een andere EU-lidstaat zijn gegeven, zonder enigerlei bijzondere procedure in de andere lidstaten worden erkend. Om in Griekenland een beslissing inzake echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van een huwelijk te laten erkennen, moet een daartoe strekkend verzoek worden ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg (enkelvoudige kamer) van de gewone verblijfplaats van de persoon tegen wie de tenuitvoerlegging van die beslissing wordt gevraagd, of die van de plaats van tenuitvoerlegging.

Wanneer de zittingsdag is vastgesteld, moet aan de wederpartij een afschrift van het verzoekschrift worden betekend, samen met het stuk waarin de datum van de zitting staat vermeld en een dagvaarding voor die zitting. De rechtbank mag niet nagaan of de rechtbank die de beslissing heeft gegeven daadwerkelijk bevoegd was. Ze beoordeelt of de erkenning niet in strijd is met de openbare orde van Griekenland, of, in het geval van een bij verstek gegeven beslissing, het inleidende stuk tijdig aan de niet-verschenen partij werd betekend zodat ze zich kon verdedigen, tenzij vaststaat dat die partij ondubbelzinnig met de beslissing heeft ingestemd, en of de beslissing niet onverenigbaar is met een eerder in Griekenland tussen dezelfde partijen gegeven beslissing, dan wel met een beslissing die eerder in een andere lidstaat of in een derde land tussen dezelfde partijen is gegeven en die voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Griekenland. Indien de rechtbank van oordeel is dat geen van voornoemde weigeringsgronden aanwezig is, wordt de beslissing erkend.

15 Tot welk gerecht moet ik mij wenden om bezwaar te maken tegen de erkenning van een door een rechtbank in een andere lidstaat gewezen beslissing over echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk? Welke procedure is in dit geval van toepassing?

Een in Griekenland gegeven beslissing houdende erkenning van een beslissing van een rechtbank in een andere EU-lidstaat is appellabel bij het hof van beroep, dat bevoegd is in beroepszaken tegen beslissingen van lagere rechters. De beroepstermijn is één maand, te rekenen vanaf de dag waarop de beslissing wordt betekend, behalve wanneer de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, haar gewone verblijfplaats in een andere lidstaat heeft dan die waar de beslissing tot uitvoerbaarverklaring is gegeven, in welk geval de beroepstermijn twee maanden bedraagt, te rekenen vanaf de datum van betekening. Deze termijn kan niet op grond van de afstand worden verlengd. Wanneer de partij tegen wie de erkenning wordt gevraagd verstek laat gaan, zal de rechtbank de procedure schorsen totdat is vastgesteld of die partij tijdig en volgens de regels is gedagvaard, dan wel al het mogelijke is gedaan om haar tijdig en volgens de regels te dagvaarden. Arresten van het hof van beroep zijn vatbaar voor cassatie bij het hooggerechtshof (Άρειος Πάγος).

16 Wat is het toepasselijk recht in een echtscheidingsproces tussen echtgenoten die niet in deze lidstaat wonen of een verschillende nationaliteit hebben?

Het materiële recht dat op echtscheiding van toepassing is, is in volgorde van voorrang:

  1. het recht van de laatste gemeenschappelijke nationaliteit van de partijen, als een van hen die nationaliteit heeft behouden;
  2. het recht van hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats tijdens het huwelijk, of
  3. het recht van het land waarmee de echtgenoten de sterkste band hebben.

Volgens de lex fori is het Griekse procesrecht van toepassing. Ingevolge artikel 28 van de grondwet heeft het Europese recht echter voorrang.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 02/05/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.