Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Kroatisch) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Alimentatie

Kroatië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekenen de begrippen "levensonderhoud" en "onderhoudsplicht" in de praktijk? Welke personen zijn jegens anderen onderhoudsplichtig?

De onderhoudsverplichting/onderhoudsvordering is een plicht en een recht van ouders en kinderen, echtgenoten en ongehuwde partners, ascendenten en afstammelingen in rechte lijn, en stiefkinderen en stiefouders als de familiewet (Obiteljski zakon) dit bepaalt. Deze personen nemen hun wederzijdse onderhoudsverplichtingen op zich naargelang hun mogelijkheden en de behoeften van de begunstigde van de onderhoudsvordering, onder de voorwaarden en op de wijzen die zijn vastgelegd in de genoemde wet.

Ouders zijn als eerste onderhoudsplichtig jegens hun minderjarige kinderen. Een ouder die in staat is om te werken kan niet worden vrijgesteld van de onderhoudsverplichting jegens een minderjarig kind. Als een ouder de onderhoudsverplichting jegens een minderjarig kind niet op zich neemt, zijn de grootouders van de kant van die ouder verplicht deze op zich te nemen. De stiefouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun minderjarige stiefkinderen, zodra het kind geen alimentatie kan ontvangen van de andere ouder.

Ouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun meerderjarige kinderen die een middelbare-school-, beroeps- of universitaire opleiding volgen, overeenkomstig specifieke regelgeving, of een programma voor basis- of middelbaar onderwijs voor volwassenen volgen en die hun verplichtingen als leerling of student naar behoren vervullen, totdat zij de leeftijd van 26 jaar bereiken.

Als het kind nog geen 26 jaar oud is, zijn ouders onderhoudsplichtig jegens hun meerderjarige kind dat de bovenbedoelde opleiding heeft voltooid maar geen werk kan vinden, tot maximaal een jaar nadat de opleiding is voltooid. De onderhoudsverplichting jegens een meerderjarig kind stopt vóór het verstrijken van de periode van een jaar na voltooiing van de opleiding, als het kind de leeftijd van 26 jaar bereikt.

Ouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun meerderjarige kinderen die wegens ziekte of een ernstige of permanente handicap arbeidsongeschikt zijn, zolang deze ziekte of handicap bestaat.

Meerderjarige kinderen zijn onderhoudsplichtig jegens hun ouders als laatstgenoemden niet in staat zijn om te werken en niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken of geen inkomsten uit vermogen kunnen verkrijgen. Meerderjarige stiefkinderen zijn onderhoudsplichtig jegens hun stiefouders als laatstgenoemden niet in staat zijn om te werken en niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken of geen inkomsten uit vermogen kunnen verkrijgen, als zij hun stiefkinderen gedurende een lange periode hebben onderhouden of verzorgd. Meerderjarige kleinkinderen zijn onderhoudsplichtig jegens hun grootouders als laatstgenoemden niet in staat zijn om te werken en niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken of geen inkomsten uit vermogen kunnen verkrijgen, als zij hun kleinkinderen gedurende een lange periode hebben onderhouden of verzorgd.

Een echtgenoot die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt of geen inkomsten uit vermogen kan verkrijgen, en die niet in staat is om te werken of geen werk vindt, heeft recht op alimentatie van zijn echtgenoot als laatstgenoemde over voldoende middelen en mogelijkheden beschikt. De regels inzake onderhoudsverplichtingen van echtgenoten zijn dienovereenkomstig van toepassing op ongehuwde partners, zolang zij ongehuwd samenwonen.

2 Tot welke leeftijd heeft een kind aanspraak op levensonderhoud? Zijn de regels inzake levensonderhoud verschillend voor minderjarigen en volwassenen?

Ouders zijn als eerste onderhoudsplichtig jegens hun minderjarige kinderen. Als een ouder de onderhoudsverplichting jegens een minderjarig kind niet op zich neemt, zijn de grootouders van de kant van die ouder verplicht deze op zich te nemen. De stiefouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun minderjarige stiefkinderen, als het kind geen alimentatie kan ontvangen van de andere ouder.

Ouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun meerderjarige kinderen die een middelbare-school-, beroeps- of universitaire opleiding volgen, overeenkomstig specifieke regelgeving, of een programma voor basis- of middelbaar onderwijs voor volwassenen volgen en die hun verplichtingen als leerling of student naar behoren vervullen, totdat zij de leeftijd van 26 jaar bereiken.

Als het kind nog geen 26 jaar oud is, zijn ouders onderhoudsplichtig jegens hun meerderjarige kind dat de bovenbedoelde opleiding heeft voltooid maar geen werk kan vinden, tot maximaal een jaar nadat de opleiding is voltooid. De onderhoudsverplichting jegens een meerderjarig kind stopt vóór het verstrijken van de periode van een jaar na voltooiing van de opleiding, als het kind de leeftijd van 26 jaar bereikt.

Ouders zijn onderhoudsplichtig jegens hun meerderjarige kinderen die wegens ziekte of een ernstige of permanente handicap arbeidsongeschikt zijn, zolang deze ziekte of handicap bestaat.

Een persoon is meerderjarig als hij de leeftijd van 18 jaar bereikt.

3 Moet ik om alimentatie verzoeken bij een bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie? Wat zijn de belangrijkste onderdelen van deze procedure?

Er moet contact worden opgenomen met het centrum voor maatschappelijk welzijn en de rechtbank.

De alimentatiekwestie kan worden opgelost in het kader van verplichte gezinscounseling. Verplichte gezinscounseling vindt plaats voorafgaand aan het instellen van een echtscheidingsprocedure van echtgenoten met een gemeenschappelijk minderjarig kind en voorafgaand aan het instellen van andere gerechtelijke procedures in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag en de persoonlijke relaties met het kind. Als de ouders scheiden, zijn de bepalingen van de familiewet inzake verplichte gezinscounseling voorafgaand aan het instellen van een echtscheidingsprocedure van echtgenoten met een gemeenschappelijk minderjarig kind bijgevolg van toepassing op die verplichte gezinscounseling in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag en de persoonlijke relaties met het kind. Verplichte gezinscounseling vindt plaats als de partijen deze aanvragen bij een centrum voor maatschappelijk welzijn. Als de ouders niet tot een overeenkomst komen wat betreft de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag, raadt het centrum voor maatschappelijk welzijn aan om te trachten om tot overeenstemming te komen in het kader van gezinsmediation conform de bepalingen van de familiewet.

De alimentatiekwestie kan worden opgelost in het kader van gezinsmediation, waarbij de partijen trachten hun geschillen op familiegebied minnelijk op te lossen met de hulp van een of meerdere gezinsmediators. Gezinsmediation is een procedure waaraan de gezinsleden vrijwillig deelnemen en alleen het eerste gezinsmediationgesprek moet hebben plaatsgevonden vóór de start van een echtscheidingsprocedure. Het belangrijkste doel van gezinsmediation is het opstellen van een plan met betrekking tot de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag en andere afspraken over het kind. Het plan met betrekking tot de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag of iedere andere afspraak die is gemaakt in het kader van gezinsmediation krijgt executoriale kracht na de goedkeuring ervan door de rechtbank in het kader van een buitengerechtelijke procedure die is gestart op verzoek van de partijen. Gezinsmediation kan onafhankelijk van een gerechtelijke procedure worden uitgevoerd voorafgaand aan, tijdens of na afloop van een gerechtelijke procedure.

De hoogte van de alimentatie van de ouder die niet met het kind leeft, kan eveneens worden vastgesteld in het kader van het plan met betrekking tot de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag, dat de ouders zelf kunnen opstellen in het kader van de verplichte gezinscounseling of gezinsmediation. Om executoriale kracht te krijgen, kan het plan worden voorgelegd aan de rechtbank in het kader van een buitengerechtelijke procedure die is gestart met het oog op de verificatie van de inhoud van het plan en de goedkeuring ervan, conform de bepalingen van de familiewet.

Het kind kan een alimentatieverzoek indienen in het kader van een vereenvoudigde buitengerechtelijke procedure voor een onderhoudsverplichting. De partijen bij deze procedure zijn het kind en de ouder die niet met het kind samenleeft. In het kader van de onderhoudsverplichtingprocedure wordt het kind vertegenwoordigd door de ouder die met het kind samenleeft. Naast de algemeen territoriaal bevoegde rechtbank is ook de rechtbank van de tijdelijke of permanente woonplaats van het kind bevoegd in onderhoudsverplichtingzaken in het kader van een vereenvoudigde procedure.

Rechterlijke beslissingen inzake alimentatie ten behoeve van het kind worden genomen in huwelijksgeschillen, geschillen over de erkenning van of het bezwaar tegen moederschap of vaderschap en geschillen over de uitoefening van het ouderlijk gezag conform de bepalingen van de familiewet.

In geval van echtscheiding kunnen de echtgenoten een overeenkomst sluiten over de onderhoudsverplichting. In deze overeenkomst kunnen zij de hoogte van de alimentatie en de voorwaarden voor de naleving, de duur en het tenietgaan van de onderhoudsverplichting vaststellen. De echtgenoten kunnen de overeenkomst over de onderhoudsverplichting schriftelijk sluiten en de rechtbank in het kader van een buitengerechtelijke procedure verzoeken deze goed te keuren, zodat deze executoriale kracht krijgt.

4 Kan het verzoek worden gedaan namens een familielid (zo ja, van welke graad) of een kind?

De partijen bij de procedure inzake de onderhoudsverplichting jegens een kind zijn het kind en de persoon die uit hoofde van de genoemde wet in het onderhoud van het kind dient te voorzien. Het kind wordt vertegenwoordigd door de ouder die met het kind samenleeft. Als de ouder die met het kind samenleeft hiermee instemt, wordt het kind in het kader van de onderhoudsverplichtingprocedure vertegenwoordigd door het centrum voor maatschappelijk welzijn. Naast het centrum voor maatschappelijk welzijn blijft de ouder die met het kind samenleeft bevoegd om andere stappen te ondernemen in het kader van de procedure. Als de stappen van het centrum voor maatschappelijk welzijn strijdig zijn met die van de ouder die met het kind samenleeft, beslist de rechtbank met inachtneming van alle omstandigheden en in het bijzonder het welzijn van het kind of het standpunt van het centrum voor maatschappelijk welzijn dan wel dat van de ouder van het kind moet worden gevolgd.

Het centrum voor maatschappelijk welzijn dient namens het kind de onderhoudsverplichtingprocedure of de procedure voor de verhoging van de alimentatie in te stellen en te voeren, wanneer de ouder die met het kind samenleeft dit recht onterecht niet heeft uitgeoefend gedurende meer dan drie maanden nadat het kind dit recht heeft gekregen. Het kind wordt in het kader van de onderhoudsverplichtingprocedure vertegenwoordigd door het centrum voor maatschappelijk welzijn als het kind aan een andere natuurlijke of rechtspersoon is toevertrouwd. In dit geval zijn de ouders van het kind niet bevoegd om samen met het centrum voor sociaal welzijn in het kader van de procedure stappen te ondernemen namens het kind, wat betekent dat de rechten van de ouders om het kind in het kader van de procedure te vertegenwoordigen eindigen als het centrum voor maatschappelijk welzijn namens het kind een rechtsvordering heeft ingesteld.

Conform de bepalingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku) kunnen de partijen uitsluitend worden vertegenwoordigd door een advocaat, in de hoedanigheid van gevolmachtigde, tenzij in de wet anders is bepaald. Een partij kan worden vertegenwoordigd door een bloedverwant in rechte lijn, een broer of zuster of een echtgenoot in de hoedanigheid van gevolmachtigde, mits deze persoon volledig handelingsbekwaam is en niet onrechtmatig het ambt van advocaat uitoefent.

5 Indien ik naar de rechter wil stappen, hoe weet ik dan welke rechter bevoegd is?

Naast de algemeen territoriaal bevoegde rechtbank is ook de rechtbank van de tijdelijke of permanente woonplaats van de verzoeker bevoegd in geschillen aangaande onderhoudsverplichtingen, als de verzoeker de persoon is die aanspraak maakt op alimentatie. Als de rechtbank in de Republiek Kroatië in internationale geschillen over onderhoudsverplichtingen bevoegd is omdat de verzoeker woonachtig is in de Republiek Kroatië, is de rechtbank van de woonplaats van de verzoeker territoriaal bevoegd. Als de bevoegdheid van de rechtbank in de Republiek Kroatië in geschillen aangaande onderhoudsverplichtingen is gebaseerd op het feit dat de verweerder zaken in de Republiek Kroatië bezit die zouden kunnen dienen voor de inning van de alimentatie, is de rechtbank van het gebied waar de zaken zich bevinden bevoegd.

De rechtbank die bevoegd is voor het goedkeuren van het plan met betrekking tot de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag is de rechtbank die algemeen territoriaal bevoegd is voor het kind.

De rechtbank die bevoegd is voor het goedkeuren van de overeenkomst over de onderhoudsverplichting jegens het kind is de rechtbank die algemeen territoriaal bevoegd is voor het kind.

De rechtbank die bevoegd is voor het goedkeuren van de overeenkomst over de onderhoudsverplichting jegens de echtgenoot is de rechtbank van de gemeenschappelijke woonplaats van de echtgenoten. Als de echtgenoten geen gemeenschappelijke woonplaats hebben, is de rechtbank van de laatste gemeenschappelijke woonplaats van de echtgenoten bevoegd. Als de rechtbank in de Republiek Kroatië bevoegd is voor het goedkeuren van de overeenkomst over de onderhoudsverplichting jegens de echtgenoot omdat de laatste gemeenschappelijke woonplaats van de echtgenoten zich in de Republiek Kroatië bevond, is de rechtbank van de laatste gemeenschappelijke woonplaats van de echtgenoten bevoegd.

Naast de algemeen territoriaal bevoegde rechtbank is ook de rechtbank van de tijdelijke of permanente woonplaats van het kind bevoegd in onderhoudsverplichtingzaken in het kader van een vereenvoudigde procedure.

6 Heb ik als verzoeker een vertegenwoordiger (bv. advocaat, centrale of lokale autoriteit enz.) nodig om de zaak bij de rechter aanhangig te maken? Zo nee, welke procedures zijn van toepassing?

Overeenkomstig artikel 89.a van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kunnen de partijen persoonlijk of via een gevolmachtigde procedures instellen, maar kan de rechter een partij die door een gevolmachtigde wordt vertegenwoordigd wel verzoeken om persoonlijk de feiten uiteen te zetten die in het kader van de procedure moeten worden vastgesteld. De partijen kunnen uitsluitend worden vertegenwoordigd door een advocaat, in de hoedanigheid van gevolmachtigde, tenzij in de wet anders is bepaald. Conform artikel 89.a, lid 3, kan een partij worden vertegenwoordigd door een bloedverwant in rechte lijn, een broer of zuster of een echtgenoot in de hoedanigheid van gevolmachtigde, mits deze persoon volledig handelingsbekwaam is en niet onrechtmatig het ambt van advocaat uitoefent.

7 Moet ik vergoedingen betalen voor het aanhangig maken van de zaak? Zo ja, hoeveel bedragen deze ongeveer? Kan ik, wanneer mijn financiële middelen ontoereikend zijn, rechtsbijstand krijgen om de kosten van de procedure te dekken?

Ingevolge artikel 1 van de wet op de gerechtskosten (Zakon o sudskim pristojbama) moeten voor alle gerechtelijke procedures gerechtskosten worden betaald. De tarieven worden bepaald in het “Tarief voor gerechtskosten”.

Artikel 16 van de wet op de gerechtskosten bepaalt dat kinderen als partij in een procedure inzake onderhoudsverplichtingen of een procedure inzake een uit het recht op alimentatie voortvloeiende vordering zijn vrijgesteld van de betaling van gerechtskosten.

Ingevolge artikel 172 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering oefenen de partijen het recht op vrijstelling van de betaling van proceskosten en het recht op rechtsbijstand uit volgens de bepalingen en voorwaarden die zijn vastgelegd in een bijzondere regeling inzake kosteloze rechtsbijstand. Artikel 176 bepaalt dat wanneer een partij ingevolge een bijzondere regeling inzake rechtsbijstand zijn recht op vrijstelling van de betaling van proceskosten uitoefent, maar de rechter in de loop van de procedure vaststelt dat de partij voldoende draagkracht heeft om de proceskosten of gerechtskosten te betalen, laatstgenoemde de bevoegde administratieve autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis moet stellen.

De wet inzake kosteloze rechtsbijstand (Zakon o besplatnoj pravnoj pomoći) omschrijft het doel, de begunstigden en de soorten kosteloze rechtsbijstand, bepaalt welke instanties rechtsbijstand kunnen verlenen, stelt de voorwaarden en stelt de procedures voor het uitoefenen van het recht op (grensoverschrijdende) rechtsbijstand vast, bepaalt de wijze waarop de rechtsbijstand wordt gefinancierd en regelt het toezicht op de uitvoering van de wet. De wet inzake kosteloze rechtsbijstand geldt niet wanneer rechtsbijstand uit hoofde van andere, bijzondere regelingen wordt verleend.

8 Welk soort alimentatie kan door de rechter worden toegekend? Hoe wordt het bedrag van de alimentatie berekend? Kan de rechterlijke beslissing worden herzien wanneer de kosten voor levensonderhoud of de gezinssituatie wijzigen? Zo ja, hoe (bv. via een automatisch indexeringssysteem)?

De alimentatie ten behoeve van het kind wordt altijd uitgedrukt in de vorm van een geldbedrag.

De ouder die met het kind samenleeft, draagt aan zijn deel van het onderhoud bij door dagelijks voor het kind te zorgen, terwijl de ouder die niet met het kind samenleeft zijn onderhoudsverplichting jegens het kind nakomt door te voorzien in de materiële behoeften door middel van een alimentatie.

Het totaalbedrag dat overeenkomt met de materiële behoeften van het kind en dat de rechter in het kader van een civiele procedure heeft berekend, dekt de kosten voor huisvesting, voeding, kleding, hygiëne, onderwijs, opleiding, gezondheidszorg en andere soortgelijke kosten van het kind. Het totaalbedrag dat overeenkomt met de materiële behoeften van het kind wordt vastgesteld met inachtneming van de levensstandaard van de alimentatieplichtige ouder.

Het kind kan grotere materiële behoeften hebben als het vanwege zijn gezondheid voortdurend intensieve zorg nodig heeft, waarmee rekening dient te worden gehouden bij het vaststellen van de alimentatie in het kader van een civiele procedure.

De middelen waarover de alimentatieplichtige ouder beschikt en die de rechter in het kader van een civiele procedure heeft vastgesteld, omvatten het inkomen en het vermogen van deze ouder op het moment dat de rechter de hoogte van de alimentatie vaststelt.

Het voor sociaal welzijn bevoegde ministerie bepaalt jaarlijks uiterlijk op 1 april het minimale geldbedrag dat een ouder die niet met het kind samenleeft in de Republiek Kroatië maandelijks moet besteden als alimentatie ter dekking van de materiële behoeften van een minderjarig kind.

De minimumbedragen worden vastgesteld op basis van het gemiddelde netto-maandloon voor het voorafgaande jaar in de Republiek Kroatië voor een werknemer die werkt voor een rechtspersoon, te weten:

  1. 17% van het gemiddelde salaris voor een kind jonger dan 6 jaar;
  2. 20% van het gemiddelde salaris voor een kind van 13 t/m 12 jaar, en
  3. 22% van het gemiddelde salaris voor een kind van 13 t/m 18 jaar.

Bij wijze van uitzondering kan het bedrag dat overeenkomt met de behoeften van een minderjarig kind worden verlaagd (maar dit kan niet lager zijn dan de helft van het wettelijke minimum):

  1. als de alimentatieplichtige dient te voorzien in de behoeften van twee of meer kinderen, of
  2. als het kind met zijn eigen inkomen bijdraagt aan zijn behoeften.

Het voor sociaal welzijn bevoegde ministerie publiceert jaarlijks uiterlijk op 1 april overzichten waarin de algemene behoeften van een minderjarig kind zijn vastgesteld rekening houdend met de leeftijd van het kind alsook het inkomen van alimentatieplichtige ouders volgens de betrokken salarisschalen en de maandelijkse kosten van levensonderhoud in de Republiek Kroatië.

Als de omstandigheden zijn gewijzigd, kunnen de begunstigde van alimentatie en de alimentatieplichtige de rechter vragen om de alimentatie te verhogen of verlagen, de alimentatie te beëindigen of de alimentatievoorwaarden te wijzigen die zijn vastgesteld in een eerdere executoriale titel.

In de Republiek Kroatië bestaat er geen systeem voor de indexering van alimentatie.

9 Hoe en aan wie wordt de alimentatie betaald?

De alimentatie wordt aan de persoon betaald volgens de voorwaarden die de rechter in zijn beslissing heeft bepaald.

10 Hoe kan een persoon (de onderhoudsplichtige) die niet vrijwillig betaalt, tot betaling worden gedwongen?

Als de alimentatieplichtige de alimentatie niet vrijwillig betaalt, wordt er een beslagprocedure ingesteld en wordt het beslag uitgevoerd.

Inning van alimentatievorderingen voor het kind geschiedt door beslag op het salaris, de andere rechtmatige inkomsten en de gelden die beschikbaar zijn op de rekeningen en heeft voorrang op de inning van andere vorderingen, ongeacht de datum waarop deze zijn ontstaan.

De alimentatieplichtige kan middels een verklaring die is opgenomen in een proces-verbaal tijdens een zitting in de rechtbank of door het indienen van een gewaarmerkte verklaring ermee instemmen dat zijn salaris, zijn pensioen of andere inkomsten geheel of gedeeltelijk in beslag worden genomen voor de inning van de alimentatie en dat de betaling direct aan de begunstigde van de alimentatie wordt gedaan volgens de voorwaarden die zijn gedefinieerd in de desbetreffende akte. Deze akte wordt in één exemplaar afgegeven en heeft dezelfde rechtsgevolgen als een definitieve beslagakte.

11 Beschrijf kort alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.

De ouder die de alimentatie voor een minderjarig kind dat niet met hem samenleeft niet heeft betaald, dient een vergoeding voor de onbetaalde alimentatie te betalen vanaf het ontstaan van het recht op alimentatie tot het instellen van de eis. De verjaringstermijn van deze vordering van het kind op zijn ouder die de alimentatie niet heeft betaald, bedraagt vijf jaar.

Artikel 226 van de wet inzake verbintenissen (Zakon o obveznim odnosima) bepaalt dat voor vorderingen tot periodieke betalingen die jaarlijks of binnen kortere termijn verschuldigd worden, een vervaltermijn van drie jaar geldt die ingaat op de dag waarop de betaling verschuldigd wordt, ongeacht of het gaat om periodieke bijkomende vorderingen, zoals rentes, of om periodieke vorderingen waarvan het recht zelf is verstreken, zoals alimentatievorderingen.

Ingevolge artikel 233 van de wet inzake verbintenissen geldt voor vorderingen op basis van een definitieve rechterlijke beslissing of een beslissing van een andere bevoegde instantie, een gerechtelijke of buitengerechtelijke schikking of een notariële akte, een verjaringstermijn van tien jaar, met inbegrip van vorderingen waarvoor in de wet een kortere verjaringstermijn is vastgesteld.

Conform artikel 235 van de wet inzake verbintenissen geldt er tijdens de periode van het ouderlijk gezag geen verjaringstermijn voor verbintenissen tussen ouders en kinderen.

Ingevolge artikel 172 van de tenuitvoerleggingswet (Ovršni zakon) is het volgende vrijgesteld van beslag: inkomen voortvloeiend uit wettelijke alimentatie; vergoedingen wegens schade als gevolg van een verslechterde gezondheid, volledige of verminderde arbeidsgeschiktheid; vergoedingen wegens schade die voortkomt uit het verlies van alimentatie als gevolg van het overlijden van de alimentatieplichtige; inkomen dat voortkomt uit schadeloosstelling voor lichamelijk letsel in de zin van de regelgeving inzake invaliditeitsverzekering; inkomen dat voortkomt uit socialezekerheidsuitkeringen; inkomsten uit hoofde van tijdelijke werkloosheid; inkomen dat voortkomt uit toeslag voor kinderen, tenzij in bijzondere regelgeving anders is bepaald; inkomen dat voortkomt uit een beurs en ondersteuning voor leerlingen en studenten; vergoeding van arbeid verricht door veroordeelde personen, behoudens wat betreft vorderingen op basis van wettelijke alimentatie en vorderingen op basis van een vergoeding van schade die het gevolg is van een door de veroordeelde persoon gepleegd strafbaar feit; inkomsten voortvloeiend uit onderscheidingen en beloningen; financiële ondersteuning in de vorm van moederschaps- en ouderschapstoelagen, tenzij in bijzondere wetgeving anders is bepaald, en andere inkomsten die krachtens bijzondere regelgeving zijn vrijgesteld van beslag.

Artikel 173 van de tenuitvoerleggingswet stelt de volgende limieten aan het beslag:

(1) Bij beslag op het loon is een bedrag overeenstemmend met twee derde van het gemiddelde nettoloon in de Republiek Kroatië uitgesloten van beslag. Bij beslag met het oog op de inning van vorderingen op basis van wettelijke alimentatie, vergoedingen wegens schade als gevolg van een verslechterde gezondheid, volledige of verminderde arbeidsgeschiktheid en vergoedingen wegens schade die voortkomt uit het verlies van alimentatie als gevolg van het overlijden van de alimentatieplichtige, bedraagt het bedrag dat is uitgesloten van beslag de helft van het gemiddelde nettoloon in de Republiek Kroatië, behalve bij beslaglegging in het kader van de gedwongen inning van de alimentatie ten behoeve van een kind. In dat laatste geval is het bedrag dat is uitgesloten van beslag gelijk aan een kwart van het gemiddelde maandelijkse nettoloon voor het voorafgaande jaar in de Republiek Kroatië voor een werknemer van een rechtspersoon.

(2) Wanneer de beslagene een salaris ontvangt dat lager is dan het gemiddelde nettoloon in de Republiek Kroatië, is twee derde van dat salaris vrijgesteld van beslag. Bij beslag met het oog op de inning van vorderingen op basis van wettelijke alimentatie, vergoedingen wegens schade als gevolg van een verslechterde gezondheid, volledige of verminderde arbeidsgeschiktheid en vergoedingen van schade die voortkomt uit het verlies van alimentatie als gevolg van het overlijden van de alimentatieplichtige, bedraagt het bedrag dat is uitgesloten van beslag de helft van het nettosalaris van de beslagene.

(3) Onder gemiddeld nettoloon zoals is gedefinieerd in lid 1 van het onderhavige artikel wordt verstaan het gemiddelde netto-maandloon van een werknemer van een rechtspersoon in de Republiek Kroatië tussen januari en augustus van het lopende jaar. Dit bedrag wordt vastgesteld door het Kroatische bureau voor de statistiek (Državni zavod za statistiku) en uiterlijk op 31 december van het desbetreffende jaar gepubliceerd in de Kroatisch Staatscourant (Narodne novine). Het aldus vastgestelde bedrag geldt voor het daaropvolgende jaar.

(4) Het bepaalde in het eerste en tweede lid van het onderhavige artikel is tevens van toepassing wanneer beslag wordt gelegd op vergoedingen ter vervanging van het salaris, vergoedingen voor arbeidsduurverkorting, compensatie bij loonsverlaging, pensioenuitkeringen, het salaris van militairen en de inkomsten van reservisten tijdens de periode dat ze in militaire dienst zijn, en andere geldelijke inkomsten van militair en burgerpersoneel, met uitzondering van de in het vijfde en zesde lid genoemde inkomsten.

(5) Beslag op inkomsten die gehandicapte personen ontvangen bij wijze van vergoeding voor lichamelijk letsel en verzorgingstoelage is alleen mogelijk voor de inning van vorderingen op basis van wettelijke alimentatie, vergoedingen van schade als gevolg van een verslechterde gezondheid, volledige of verminderde arbeidsgeschiktheid en vergoedingen wegens schade die voortkomt uit het verlies van alimentatie als gevolg van het overlijden van de alimentatieplichtige, en dit voor de helft van deze inkomsten.

(6) Beslag op inkomsten die zijn ontvangen uit hoofde van een lijfrenteovereenkomst of een lijfrente en op inkomsten die zijn ontvangen uit hoofde van een levensverzekering, is uitsluitend mogelijk voor het gedeelte van de uitkering dat het hoofdbedrag dat als basis dient voor het berekenen van de hoogte van de alimentatie, te boven gaat.

12 Zijn er organisaties of autoriteiten die mij kunnen helpen bij de invordering van alimentatie?

Het centrum voor sociaal welzijn dient een register bij te houden van alle gerechtelijke beslissingen en schikkingen op het gebied van onderhoudsverplichtingen jegens een minderjarig kind.

Bij de ontvangst van een definitieve gerechtelijke beslissing of een gerechtelijke schikking op het gebied van onderhoudsverplichtingen jegens een minderjarig kind dient het centrum voor sociaal welzijn de ouder die met het kind samenleeft en de alimentatieplichtige ouder, of alle andere in artikel 288 van de familiewet bedoelde personen die alimentatie dienen te betalen op basis van een gerechtelijke beslissing of een gerechtelijke schikking, schriftelijk in kennis te stellen van hun rechten en plichten.

Via deze kennisgeving aan de ouder die met het kind samenleeft:

  1. brengt het centrum voor maatschappelijk welzijn die ouder ervan op de hoogte dat hij verplicht is het centrum te verwittigen wanneer de alimentatieplichtige persoon zijn plicht niet rechtmatig en volledig nakomt, en
  2. stelt het centrum voor maatschappelijk welzijn die ouder in kennis van de voorwaarden waaronder het kind recht heeft op tijdelijke alimentatie overeenkomstig een bijzondere regeling voor tijdelijke alimentatie.

In deze kennisgeving stelt het centrum voor maatschappelijk welzijn de alimentatieplichtige ouder of alle in artikel 288 van de familiewet bedoelde andere personen die alimentatie dienen te betalen op basis van een gerechtelijke beslissing of een gerechtelijke schikking in kennis van:

  1. het feit dat het een strafrechtelijke klacht zal indienen tegen de alimentatieplichtige die zijn onderhoudsverplichting niet nakomt binnen vijftien dagen vanaf de datum dat het kennis heeft genomen van het feit dat de onderhoudsverplichting niet rechtmatig en volledig is voldaan, en
  2. het recht van de Republiek Kroatië om aanspraak te maken op de terugbetaling van de tijdelijke alimentatie die is betaald conform een bijzondere regelgeving voor tijdelijke alimentatie.

13 Kunnen organisaties (overheids- of privéorganisaties) een voorschot op (een deel van) het alimentatiebedrag betalen in de plaats van de onderhoudsplichtige?

Bij de ontvangst van een definitieve gerechtelijke beslissing of een gerechtelijke schikking op het gebied van onderhoudsverplichtingen jegens een minderjarig kind stelt het centrum voor sociaal welzijn de ouder die met het kind samenleeft in kennis van de voorwaarden waaronder het kind recht heeft op tijdelijke alimentatie overeenkomstig een bijzondere regeling voor tijdelijke alimentatie. Ieder kind met de Kroatische nationaliteit dat woonachtig is in de Republiek Kroatië heeft recht op tijdelijke alimentatie onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de wet inzake tijdelijke alimentatie (Zakon o privremenom uzdržavanju; Staatscourant nr. 92/14). In de zin van de wet inzake tijdelijke alimentatie is een kind een persoon jonger dan 18 jaar aan wie de ouder op basis van een executoriale titel alimentatie dient te betalen.

Het kind heeft recht op tijdelijke alimentatie als de ouder die niet met het kind samenleeft zijn onderhoudsverplichting op basis van een executoriale titel niet of niet volledig nakomt, of als blijkt dat de grootmoeder of grootvader van de kant van die ouder niet bijdraagt aan de alimentatie van het kind voor een bedrag van ten minste de bij wet vastgestelde tijdelijke alimentatie.

Het recht op tijdelijke alimentatie geldt tot het moment dat de alimentatieplichtige zijn onderhoudsverplichting begint na te komen voor een bedrag van ten minste de bij wet vastgestelde tijdelijke alimentatie.

Het kind heeft gedurende een periode van drie jaar recht op tijdelijke alimentatie.

De tijdelijke alimentatie is vastgesteld op 50 % van de bij wet vastgestelde minimumalimentatie. Een tijdelijke alimentatie kan de alimentatie die is vastgesteld in een executoriale titel niet overschrijden.

Door de betaling van de tijdelijke alimentatie treedt de Republiek Kroatië in de rechtspositie van het kind en worden de alimentatievorderingen ten belope van de betaalde tijdelijke alimentatie en de eventuele bijkomende rechten aan haar overgedragen. In het kader van de procedure inzake de inning van de in artikel 25 van deze wet bedoelde vorderingen wordt de Republiek Kroatië vertegenwoordigd door de bevoegde officier van justitie.

14 Indien ik mij in deze lidstaat bevind en de onderhoudsplichtige zijn/haar verblijfplaats in een ander land heeft:

14.1 Kan ik in deze lidstaat hulp krijgen van een autoriteit of een privéorganisatie?

Ja. Overeenkomstig de wet tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen, is het voor sociaal welzijn bevoegde ministerie de centrale autoriteit die is belast met de toepassing van Verordening (EG) nr. 4/2009.

De bevoegde autoriteiten voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 4/2009 zijn de gerechten en de centra voor maatschappelijk welzijn, in overeenstemming met de bevoegdheden van deze autoriteiten.

Als degene die verzoekt om de inning van de alimentatie zich op het grondgebied van de Republiek Kroatië bevindt en de alimentatieplichtige woonachtig is in een andere lidstaat, kan de verzoeker zich richten tot het ministerie van Demografie, Gezinszaken, Jeugdzaken en Sociaal Beleid (Ministarstvo za demografiju, obitelj, mlade i socijalnu politiku), dat is aangewezen als centrale autoriteit van de Republiek Kroatië.

14.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie?

Door u te richten tot de centrale autoriteit en de bevoegde autoriteiten die zijn belast met de toepassing van Verordening (EG) nr. 4/2009.

Gegevens van de centrale autoriteit:

Ministerie van Demografie, Gezinszaken, Jeugdzaken en Sociaal Beleid (Ministarstvo za demografiju, obitelj, mlade i socijalnu politiku)

Trg Nevenke Topalušić 1

10000 Zagreb

Website: http://www.mspm.hr/

E-mail: ministarstvo@mdomsp.hr

Tel.: +385 1 555 7111

Fax: +385 1 555 7222

15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:

15.1 Kan ik mij in deze lidstaat rechtstreeks wenden tot een autoriteit of een privéorganisatie?

Nee. Artikel 55 van Verordening (EG) nr. 4/2009 bepaalt dat als de onderhoudsplichtige zich in de Republiek Kroatië bevindt, het verzoek gericht dient te worden aan de centrale autoriteit van de Republiek Kroatië via de centrale autoriteit van de staat waar de verzoeker verblijft.

15.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie en welk soort bijstand kan ik krijgen?

De centrale autoriteit van de staat waarin de verzoeker verblijft, richt een verzoek aan het ministerie van Demografie, Gezinszaken, Jeugdzaken en Sociaal Beleid, dat is aangewezen als centrale autoriteit van de Republiek Kroatië voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 4/2009.

Gegevens van de centrale autoriteit:

Ministerie van Demografie, Gezinszaken, Jeugdzaken en Sociaal Beleid (Ministarstvo za demografiju, obitelj, mlade i socijalnu politiku)

Trg Nevenke Topalušić 1

1000 Zagreb

Website: http://mdomsp.gov.hr/

E-mail: ministarstvo@mdomsp.hr

Tel.: +385 1 555 7111

Fax: +385 1 555 7222

16 Is deze lidstaat gebonden door het Haagse Protocol van 2007?

Ja.

17 Indien deze lidstaat niet is gebonden door het Haagse Protocol van 2007, welk rechtsstelsel zal er dan overeenkomstig zijn regels van internationaal privaatrecht worden toegepast op de alimentatievordering? Wat zijn de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht?

N.v.t.

18 Welke regels gelden er met betrekking tot de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende zaken in de EU (conform de structuur van hoofdstuk V van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen)?

De verzoeker richt zich tot de centrale autoriteit van de lidstaat en rechtsbijstand wordt hem toegekend conform artikelen 44 t/m 47 van Verordening (EG) nr. 4/2009. In voorkomend geval zijn de bepalingen van de wet inzake kosteloze rechtsbijstand van toepassing.

19 Welke maatregelen heeft deze lidstaat genomen om de uitvoering van de taken die zijn beschreven in artikel 51 van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen te waarborgen?

De wet tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (Staatscourant nr. 127/2013) is aangenomen en het ministerie van Demografie, Gezinszaken, Jeugdzaken en Sociaal Beleid is aangewezen als centrale autoriteit die is belast met de toepassing van Verordening (EG) nr. 4/2009.

Meer informatie vindt u in de/het:

1. familiewet (Obiteljski zakon), Staatscourant nr. 103/15;

2. tenuitvoerleggingswet (Ovršni zakon), Staatscourant nrs. 112/12, 25/13, 93/14;

3. wet inzake wetsconflicten (Zakon o rješavanju sukoba zakona s propisima drugih zemalja u određenim odnosima), Staatscourant nrs. 53/91, 88/01;

4. wet inzake kosteloze rechtsbijstand (Zakon o besplatnoj pravnoj pomoći), Staatscourant nr. 143/2013;

5. wet tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (Zakon o provedbi Uredbe Vijeća (EZ) br. 4/2009 u području nadležnosti, mjerodavnog prava, priznanja i izvršenja odluka te suradnji u stvarima koje se odnose na obveze uzdržavanja), Staatscourant nr. 127/2013;

6. wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku), Staatscourant nrs. 53/91, 91/92, 58/93, 112/99, 88/01, 117/03, 88/05, 02/07, 84/08, 123/08, 57/11, 148/11, 25/13, 89/14;

7. wet inzake tijdelijke alimentatie (Zakon o privremenom uzdržavanju), Staatscourant nr. 92/14.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 16/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.