- 1 Wat betekenen de begrippen "levensonderhoud" en "onderhoudsplicht" in de praktijk? Welke personen zijn jegens anderen onderhoudsplichtig?
- 2 Tot welke leeftijd heeft een kind aanspraak op levensonderhoud? Zijn de regels inzake levensonderhoud verschillend voor minderjarigen en volwassenen?
- 3 Moet ik om alimentatie verzoeken bij een bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie? Wat zijn de belangrijkste onderdelen van deze procedure?
- 4 Kan het verzoek worden gedaan namens een familielid (zo ja, van welke graad) of een kind?
- 5 Indien ik naar de rechter wil stappen, hoe weet ik dan welke rechter bevoegd is?
- 6 Heb ik als verzoeker een vertegenwoordiger (bv. advocaat, centrale of lokale autoriteit enz.) nodig om de zaak bij de rechter aanhangig te maken? Zo nee, welke procedures zijn van toepassing?
- 7 Moet ik vergoedingen betalen voor het aanhangig maken van de zaak? Zo ja, hoeveel bedragen deze ongeveer? Kan ik, wanneer mijn financiële middelen ontoereikend zijn, rechtsbijstand krijgen om de kosten van de procedure te dekken?
- 8 Welk soort alimentatie kan door de rechter worden toegekend? Hoe wordt het bedrag van de alimentatie berekend? Kan de rechterlijke beslissing worden herzien wanneer de kosten voor levensonderhoud of de gezinssituatie wijzigen? Zo ja, hoe (bv. via een automatisch indexeringssysteem)?
- 9 Hoe en aan wie wordt de alimentatie betaald?
- 10 Hoe kan een persoon (de onderhoudsplichtige) die niet vrijwillig betaalt, tot betaling worden gedwongen?
- 11 Beschrijf kort alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.
- 12 Zijn er organisaties of autoriteiten die mij kunnen helpen bij de invordering van alimentatie?
- 13 Kunnen organisaties (overheids- of privéorganisaties) een voorschot op (een deel van) het alimentatiebedrag betalen in de plaats van de onderhoudsplichtige?
- 14 Indien ik mij in deze lidstaat bevind en de onderhoudsplichtige zijn/haar verblijfplaats in een ander land heeft:
- 15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:
- 16 Is deze lidstaat gebonden door het Haagse Protocol van 2007?
- 17 Indien deze lidstaat niet is gebonden door het Haagse Protocol van 2007, welk rechtsstelsel zal er dan overeenkomstig zijn regels van internationaal privaatrecht worden toegepast op de alimentatievordering? Wat zijn de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht?
- 18 Welke regels gelden er met betrekking tot de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende zaken in de EU (conform de structuur van hoofdstuk V van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen)?
- 19 Welke maatregelen heeft deze lidstaat genomen om de uitvoering van de taken die zijn beschreven in artikel 51 van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen te waarborgen?
Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
1 Wat betekenen de begrippen "levensonderhoud" en "onderhoudsplicht" in de praktijk? Welke personen zijn jegens anderen onderhoudsplichtig?
Het begrip ‘onderhoud’ omvat alles wat een persoon aan een andere persoon geeft om te voorzien in alle rechtmatige behoeften van die laatstbedoelde persoon. Een essentiële voorwaarde voor het ontstaan en de duur van onderhoudsverplichtingen op grond van het burgerlijk wetboek is dat er sprake is van familieverwantschap of een vergelijkbare relatie, hetzij via huwelijk, voormalig huwelijk of rechtstreekse familiebetrekkingen, of een relatie tussen geregistreerde partners of voormalige geregistreerde partners van hetzelfde geslacht.
In het burgerlijk wetboek wordt als volgt gespecificeerd wie onderhoudsplichtig is en wie onderhoudsgerechtigd:
- onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten: deze gaan in wanneer het huwelijk wordt gesloten en eindigen wanneer het huwelijk wordt ontbonden. De echtgenoten hebben in zoverre een onderhoudsverplichting dat voor beiden dezelfde materiële en culturele standaard gewaarborgd wordt, uitgaande van de gelijke status van man en vrouw in het huwelijk. De onderhoudsverplichting tussen echtgenoten heeft voorrang op de onderhoudsverplichting tussen ouders en kinderen;
- alimentatieverplichtingen tussen gescheiden echtgenoten: deze ontstaan wanneer een van de gescheiden echtgenoten niet in staat is in het eigen onderhoud te voorzien en dit onvermogen zijn oorsprong vindt in het huwelijk en de alimentatie rechtmatig kan worden gevraagd van de voormalige echtgeno(o)t(e), met name gezien de leeftijd of de gezondheidstoestand van de gescheiden echtgeno(o)t(e) op het moment van de scheiding of de beëindiging van de zorg voor een gezamenlijk kind van de gescheiden echtgenoten. De verplichting eindigt zodra de ondersteunde echtgeno(o)t(e) hertrouwt of zodra de alimentatietermijn is verstreken die voor de gescheiden echtgenoten was vastgesteld (maximaal 3 jaar);
- onderhoudsverplichtingen tussen ouders en kinderen: deze ontstaan bij de geboorte van het kind en eindigen wanneer het kind in staat is in het eigen levensonderhoud te voorzien of wanneer de onderhoudsverplichting wordt overgedragen aan iemand anders (bijv. via een huwelijk of ontkenning van het vaderschap). Het onderhoudsbedrag wordt zodanig vastgesteld dat gewaarborgd wordt dat de levensstandaard van het kind in wezen gelijk is aan die van de ouders. Een kind is ook verplicht in redelijke mate te voorzien in het onderhoud van zijn/haar ouders, in overeenstemming met zijn/haar bestaansmiddelen, en de levensstandaard van de ouders hoeft niet gelijk te zijn aan die van het kind;
- onderhoudsverplichtingen tussen verwanten in neergaande en opgaande lijn: het gaat om verplichtingen tussen ascendenten en descendenten. De onderhoudsverplichting van ouders jegens hun kinderen sluit de onderhoudsverplichting van grootouders en andere verwanten in opgaande lijn jegens de kinderen uit. Verder verwijderde verwanten hebben een onderhoudsverplichting als nauwere verwanten niet in het onderhoud van de betrokkenen kunnen voorzien;
- aan een alleenstaande moeder betaalde steun om de kosten van het levensonderhoud en andere uitgaven te dekken: het gaat om het geval waarin de moeder van het kind niet getrouwd is met de vader van het kind. De vader heeft dan gedurende twee jaar na de geboorte van het kind een onderhoudsverplichting en hij moet een redelijke bijdrage leveren in de kosten in verband met de zwangerschap en de bevalling.
De onderhoudsverplichting is ook vastgelegd in de wet op het geregistreerde partnerschap. Deze voorziet in het volgende:
- een wederzijdse onderhoudsverplichting tussen partners. De omvang van de onderhoudsverplichting wordt zodanig vastgesteld dat voor beide partners in principe dezelfde materiële en culturele standaard gewaarborgd wordt;
- een onderhoudsverplichting na de beëindiging van het samenwonen van partners – een voormalige partner die niet in staat is in zijn/haar levensonderhoud te voorzien, kan van zijn/haar voormalige partner een redelijke bijdrage vragen in de kosten van het levensonderhoud, in verhouding tot zijn/haar capaciteiten en financiële situatie. Als de beëindiging van het partnerschap een van de voormalige partners, die geen aandeel heeft gehad in de permanente breuk tussen de partners, ernstige schade berokkent, kan hem/haar alimentatie voor een periode van drie jaar worden toegekend voor een bedrag dat even groot is als de onderhoudsverplichting zou zijn geweest wanneer het partnerschap niet was beëindigd.
De verplichting voor de ene persoon om te voorzien in het levensonderhoud van de andere is wettelijk vastgelegd en kan niet worden overgedragen, vervangen of op voorhand afgekocht.
Een van de voorwaarden voor de toekenning van alimentatie, die wordt toegepast in alle gevallen waarin aan een onderhoudsverplichting wordt voldaan, is dat deze niet in strijd mag zijn met de openbare zedelijkheid.
2 Tot welke leeftijd heeft een kind aanspraak op levensonderhoud? Zijn de regels inzake levensonderhoud verschillend voor minderjarigen en volwassenen?
Alimentatie kan worden toegekend als het niet realistisch is dat de begunstigde in zijn/haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Het vermogen in het eigen levensonderhoud te voorzien wordt van oudsher ruim geïnterpreteerd als het vermogen om voldoende tegemoet te komen aan alle behoeften (materieel, cultureel enz.). Als een kind niet in staat is zichzelf te onderhouden en afhankelijk is van steun van de onderhoudsplichtige, vervalt die onderhoudsverplichting zelfs niet wanneer het kind de volwassen leeftijd bereikt (bijv. als het kind zijn/haar studie voortzet), en in uitzonderlijke gevallen kan de onderhoudsverplichting gedurende het hele leven van het kind en de ouders blijven bestaan (bijv. als een kind volledig arbeidsongeschikt is en nooit in staat zal zijn zichzelf te onderhouden). De onderhoudsverplichting kan daarentegen zelfs voordat het kind de volwassen leeftijd bereikt, komen te vervallen als het kind eerder in zijn/haar eigen onderhoud kan voorzien. Er geldt dan ook geen specifieke leeftijdsgrens.
Het bereiken van de volwassen leeftijd is belangrijk in procedurele zin (een rechtbank kan zich bijvoorbeeld ook ambtshalve uitspreken over alimentatie voor een minderjarig kind, maar zal uitsluitend alimentatie voor meerderjarige kinderen toekennen op basis van een verzoekschrift).
3 Moet ik om alimentatie verzoeken bij een bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie? Wat zijn de belangrijkste onderdelen van deze procedure?
Alleen een rechtbank mag uitspraak doen over alimentatie, op basis van een verzoekschrift, maar wanneer het gaat om alimentatie voor een minderjarig kind, kan een rechtbank ook beslissen als er daartoe geen verzoekschrift is ingediend.
Naast de algemene gegevens moet het verzoekschrift het volgende bevatten: naam, achternaam en adres van de partijen, een beschrijving van de belangrijkste feiten en een aanduiding van de bewijsstukken die door de eiser worden ingediend. Uit het verzoekschrift moet duidelijk blijken wat de eiser precies eist.
Het verzoekschrift moet worden ingediend bij de territoriaal bevoegde rechtbank (zie vraag 5).
4 Kan het verzoek worden gedaan namens een familielid (zo ja, van welke graad) of een kind?
Een ouder die de voogdij over een kind heeft, is gerechtigd om namens het kind een verzoek om alimentatie van de andere ouder in te dienen. Hij/zij kan ook namens het kind optreden als voogd of curator. Indien het kind volledig handelingsbekwaam is, kan hij/zij in zijn/haar eigen naam een alimentatieverzoek bij de andere persoon indienen.
Een verzoek kan niet worden ingediend namens een familielid, behalve in die gevallen waarin de betreffende persoon niet volledig handelingsbekwaam is en de rechtbank een van zijn/haar familieleden als voogd aanstelt.
5 Indien ik naar de rechter wil stappen, hoe weet ik dan welke rechter bevoegd is?
De internationale jurisdictie (bevoegdheid) voor procedures met betrekking tot onderhoudsverplichtingen is geregeld conform Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (‘verordening betreffende onderhoudsverplichtingen’): https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1409302593149&uri=CELEX:02009R0004-20130701. Deze verordening laat de tenuitvoerlegging van internationale verdragen waarbij Tsjechië partij is en die betrekking hebben op zaken waarop de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen van toepassing is, onverlet. Deze verdragen gelden echter alleen voor betrekkingen met landen die niet tot de EU behoren (het gaat hier met name om bilaterale verdagen over rechtsbijstand die zijn gesloten met niet-EU-landen of het internationale Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Lugano, 30.10.2007) met betrekking tot Noorwegen, Zwitserland en IJsland); in de betrekkingen tussen lidstaten van de Europese Unie heeft de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen voorrang boven internationale verdragen.
In Tsjechië worden procedures in verband met onderhoudsverplichtingen in eerste aanleg behandeld door de arrondissementsrechtbanken.
De bevoegdheid wordt hoofdzakelijk vastgesteld aan de hand van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen, die voorrang heeft boven de Tsjechische wetgeving. Volgens artikel 3 van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen kan de verzoeker (eiser) kiezen en zich wenden tot het gerecht
a) van de plaats waar de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft, of
b) van de plaats waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft.
Anders kan, op grond van artikel 3, onder c) en d), van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen, een procedure in Tsjechië aanhangig worden gemaakt bij het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek om het vaderschap vast te stellen of het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust.
Volgens artikel 5 van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen is ook het gerecht van een lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd, mits het vervolgens niet de eerste rechtshandeling van de verweerder is dat hij/zij de bevoegdheid van het gerecht betwist.
De Tsjechische wettelijke voorschriften voor het bepalen van de bevoegdheid zijn uitsluitend van toepassing wanneer de bevoegdheid niet wordt bepaald op grond van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen (d.w.z. bijvoorbeeld in een zaak waarin de internationale bevoegdheid van het Tsjechische gerecht is gebaseerd op de artikelen 6 en 7 van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen (subsidiaire bevoegdheid, forum necessitatis) of op een internationaal verdrag met een niet-EU-land). Deze wettelijke voorschriften luiden als volgt: voor procedures betreffende alimentatie voor een minderjarig kind is de algemene rechtbank van het minderjarige kind bevoegd, d.w.z. de rechtbank van het arrondissement waarin het minderjarige kind zijn/haar verblijfplaats heeft, op basis van een overeenkomst tussen de ouders of een beslissing van het gerecht of andere doorslaggevende feiten. In andere gevallen is de algemene rechtbank van de verweerder bevoegd. De algemene rechtbank van een natuurlijke persoon is de arrondissementsrechtbank van het arrondissement waarin hij/zij zijn/haar verblijfplaats heeft en, als hij/zij geen verblijfplaats heeft, de rechtbank van het arrondissement waarin hij/zij tijdelijk verblijft. Onder ‘verblijfplaats’ wordt verstaan een plaats waar de persoon verblijft met de bedoeling er permanent te blijven (het is ook mogelijk dat dit voor meerdere plaatsen geldt; in dat geval zijn de rechtbanken van al deze plaatsen de algemene rechtbank). Als een verweerder die Tsjechisch onderdaan is geen algemene rechtbank heeft, of geen algemene rechtbank in Tsjechië heeft, is het bevoegde gerecht de rechtbank van het arrondissement waarin zijn/haar laatst bekende verblijfplaats in Tsjechië was. Tegen een persoon die geen ander bevoegd gerecht in Tsjechië heeft, kunnen verzoekschriften inzake eigendomsrechten worden ingediend bij de rechtbank van het arrondissement waarin zich zijn/haar goederen bevinden.
6 Heb ik als verzoeker een vertegenwoordiger (bv. advocaat, centrale of lokale autoriteit enz.) nodig om de zaak bij de rechter aanhangig te maken? Zo nee, welke procedures zijn van toepassing?
De wet voorziet niet in verplichte procesvertegenwoordiging. Een verzoeker kan echter besluiten zich voor de rechtbank te laten vertegenwoordigen op grond van een volmacht die hij/zij verleent aan een vertegenwoordiger van zijn/haar keuze, bijvoorbeeld een advocaat.
Een natuurlijke persoon die geen procesbevoegdheid heeft, moet worden vertegenwoordigd door een wettelijk vertegenwoordiger of voogd. In het geval van een minderjarig kind zijn de ouders zijn/haar wettelijk vertegenwoordigers.
7 Moet ik vergoedingen betalen voor het aanhangig maken van de zaak? Zo ja, hoeveel bedragen deze ongeveer? Kan ik, wanneer mijn financiële middelen ontoereikend zijn, rechtsbijstand krijgen om de kosten van de procedure te dekken?
Procedures in verband met wederzijdse onderhoudsverplichtingen tussen ouders en kinderen zijn volledig vrijgesteld van gerechtskosten. In andere procedures ter bepaling van onderhoudsbedragen, met inbegrip van het verhogen daarvan, is de verzoeker vrijgesteld van gerechtskosten. Deze vrijstelling geldt ook voor tenuitvoerleggingsprocedures of executieprocedures.
Als de verzoeker wordt vertegenwoordigd door een advocaat moet hij/zij – tenzij anders overeengekomen – een vergoeding betalen in overeenstemming met het tarief van de advocaat (dit kan in het Engels worden gedownload van de website van de Tsjechische Orde van Advocaten: http://www.cak.cz/scripts/detail.php?id=2239). Wanneer de sociale en financiële situatie van de verzoeker dit rechtvaardigt, en mits de zaak niet arbitrair is of overduidelijk geen kans van slagen heeft of een belemmering van de uitoefening van rechten behelst, kan de rechtbank een persoon aanstellen die de verzoeker kosteloos of tegen verlaagd tarief zal vertegenwoordigen indien dat absoluut noodzakelijk is om de belangen van de verzoeker te beschermen; onder bepaalde omstandigheden zal deze vertegenwoordiger een advocaat zijn.
8 Welk soort alimentatie kan door de rechter worden toegekend? Hoe wordt het bedrag van de alimentatie berekend? Kan de rechterlijke beslissing worden herzien wanneer de kosten voor levensonderhoud of de gezinssituatie wijzigen? Zo ja, hoe (bv. via een automatisch indexeringssysteem)?
Alimentatie wordt grotendeels contant betaald – in maandelijkse termijnen, altijd één maand vooruit (tenzij de rechter anders bepaalt of de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige ouder overeenstemming bereiken over andere voorwaarden) – maar kan ook worden verstrekt in een andere vorm, bijvoorbeeld onderdak, uitkering in natura enz.
Bij de bepaling van de omvang van de onderhoudsverplichting jegens het kind wordt niet alleen rekening gehouden met de voorwaarden waaraan de onderhoudsplichtige ouder moet voldoen, maar ook met de vermogenssituatie en de redelijke behoeften van het kind, die in de eerste plaats afhankelijk zijn van zijn/haar leeftijd en gezondheidssituatie. Ook wordt rekening gehouden met de wijze waarop het kind zich voorbereidt op zijn/haar toekomstige loopbaan, buitenschoolse activiteiten, hobby’s enz. Het uitgangspunt is echter dat de levensstandaard van het kind gelijk moet zijn aan die van de ouders. Als de financiële situatie van de onderhoudsplichtige dit toelaat, kan ook het opzijleggen van spaargeld worden beschouwd als een redelijke behoefte van het kind. Bij het vaststellen van de omvang van de onderhoudsverplichtingen van de ouders, wordt in aanmerking genomen welke ouder de zorg draagt voor het kind en in hoeverre die zorg verleend wordt.
De hoogte van de toegekende alimentatie tussen echtgenoten moet voor beide partijen dezelfde materiële en culturele standaard waarborgen, uitgaande van de gelijke status van man en vrouw in het huwelijk.
Alimentatie voor de voormalige echtgeno(o)t(e) wordt toegekend wanneer een van de gescheiden echtgenoten niet in staat is in zijn/haar eigen onderhoud te voorzien en dit onvermogen zijn oorsprong vindt in het huwelijk en de alimentatie rechtmatig kan worden gevraagd van de voormalige echtgeno(o)t(e), met name gezien de leeftijd of de gezondheidstoestand van de gescheiden echtgeno(o)t(e) op het moment van de scheiding of de beëindiging van de zorg voor een gezamenlijk kind van de gescheiden echtgenoten. Het toegekende alimentatiebedrag moet redelijk zijn. Bij de vaststelling van het alimentatiebedrag wordt rekening gehouden met de duur van het huwelijk voorafgaand aan de scheiding en met andere in de wet vastgestelde vereisten.
Alimentatie voor een zwangere moeder wordt toegekend om tot een redelijke hoogte de kosten in verband met de zwangerschap en de bevalling te dekken.
In het geval van een geregistreerd partnerschap kent de rechtbank op verzoek alimentatie toe, waarbij mede gekeken wordt naar wat nodig is om een gemeenschappelijk huishouden te voeren. Het onderhoudsbedrag wordt zodanig vastgesteld dat voor beide partners in principe dezelfde materiële en culturele standaard gewaarborgd wordt.
De onderhoudsverplichting na de beëindiging van het samenwonen van partners van hetzelfde geslacht kan worden vastgesteld op verzoek van een voormalige partner die niet in staat is in zijn/haar levensonderhoud te voorzien. Hij/zij kan de voormalige partner verzoeken om een redelijke alimentatie, afhankelijk van zijn/haar capaciteiten, mogelijkheden en activa. Mochten zij geen overeenstemming bereiken, dan stelt de rechtbank de alimentatie vast op verzoek van een van hen. Als de beëindiging van het partnerschap een van de voormalige partners, die geen aandeel heeft gehad in de permanente breuk tussen de partners, ernstige schade berokkent, kan de rechtbank hem/haar voor een periode van maximaal drie jaar vanaf de beëindiging van het samenwonen alimentatie toekennen voor een bedrag dat even groot is als de onderhoudsverplichting zou zijn geweest wanneer het partnerschap niet was beëindigd.
Het Tsjechische recht voorziet niet in zogeheten geobjectiveerde alimentatie waarbij gebruikgemaakt wordt van tabellen, percentages enz. en voorziet evenmin in een minimaal of maximaal alimentatiebedrag. De rechtbank houdt bij het nemen van een beslissing rekening met het unieke karakter van elk specifiek geval, bijvoorbeeld de mogelijkheid dat er sprake is van meer dan één onderhoudsverplichting, hogere kosten voor een gehandicapt kind enz. Het ministerie van Justitie geeft alleen een tabel met aanbevolen bedragen: http://portal.justice.cz/Justice2/MS/ms.aspx?o=23&j=33&k=6223&d=315516.
Rechterlijke beslissingen aangaande alimentatie worden uitgevaardigd onder voorbehoud van veranderende omstandigheden. Ze kunnen dan ook worden aangepast als de situatie van de onderhoudsgerechtigde of de onderhoudsplichtige aanzienlijk wijzigt.
9 Hoe en aan wie wordt de alimentatie betaald?
Alimentatie wordt betaald in maandelijkse termijnen en altijd één maand vooruit, tenzij de rechter anders bepaalt of de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige partij anders overeenkomen. In zeer uitzonderlijke gevallen (bijv. wanneer de onderhoudsplichtige ouder slechts inkomen uit seizoensarbeid ontvangt, in een risicosector werkt enz.) kan de rechtbank gelasten dat een bepaald geldbedrag wordt geblokkeerd (een deposito) met het oog op toekomstige alimentatiebetalingen. De rechtbank treft vervolgens nadere maatregelen om ervoor te zorgen dat uit dit bedrag afzonderlijke betalingen aan het kind worden gedaan, die overeenstemmen met de maandelijkse alimentatiebetalingen. Alimentatie moet worden betaald aan ofwel de onderhoudsgerechtigde ofwel de persoon die de zorg voor de onderhoudsgerechtigde heeft.
10 Hoe kan een persoon (de onderhoudsplichtige) die niet vrijwillig betaalt, tot betaling worden gedwongen?
Volgens de Tsjechische wetgeving kan bij de bevoegde rechtbank een verzoek tot gerechtelijke tenuitvoerlegging of bij de deurwaarder een voorstel voor een executieprocedure worden ingediend. De procedures voor gerechtelijke tenuitvoerlegging en executie (inclusief informatie over de gegevens die in het verzoekschrift moeten worden opgenomen) worden beschreven in het informatiedocument ‘Procedures voor de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen’. Hieronder volgt specifieke informatie over het innen van alimentatie.
Gerechtelijke tenuitvoerlegging
De algemene rechtbank van een minderjarig kind (zie het antwoord op vraag 5 voor de definitie van de algemene rechtbank van een minderjarig kind) is bevoegd uitspraak te doen over alimentatie voor een minderjarig kind en deze uitspraak ten uitvoer te leggen. De algemene rechtbank van de onderhoudsplichtige partij (zie het antwoord op vraag 5 voor de definitie van de algemene rechtbank van de onderhoudsplichtige partij) is bevoegd te beslissen over andere soorten onderhoudsverplichtingen, met inbegrip van alimentatie voor meerderjarige kinderen.
Bij de gerechtelijke tenuitvoerlegging van alimentatie voor een minderjarig kind, op verzoek van een van de partijen, verleent de rechtbank steun bij het vaststellen van de verblijfplaats van de onderhoudsplichtige partij. De rechtbank kan ook aanvullende steun verlenen aan de onderhoudsgerechtigde alvorens tenuitvoerlegging van de beslissing te gelasten – bijvoorbeeld door de onderhoudsplichtige te vragen mee te delen of en zo ja van wie hij/zij een salaris of een regelmatig inkomen ontvangt, of bij welke bank of betalingsinstelling hij/zij zijn/haar rekeningen heeft en wat de rekeningnummers zijn, of door de onderhoudsplichtige partij te verzoeken opgave van zijn/haar activa te doen. De rechtbank kan deze ondersteuning ook geven voor andere soorten onderhoudsverplichtingen dan alimentatie voor een minderjarig kind.
Executieprocedures
Bij een Tsjechische deurwaarder naar keuze kan een verzoek worden ingediend om een executieprocedure te starten. Op de website van de Tsjechische Kamer van Executeurs is een lijst van deurwaarders beschikbaar: http://www.ekcr.cz/seznam-exekutoru. Bij het ten uitvoer leggen van de betaling van alimentatie voor een minderjarig kind mag de deurwaarder de onderhoudsgerechtigde niet verzoeken om betaling van een redelijk voorschot betreffende de executiekosten. Een van de mogelijke executiemethoden in gevallen die de tenuitvoerlegging van alimentatiebetalingen voor een minderjarig kind betreffen, is het inhouden van het rijbewijs van de onderhoudsplichtige partij.
Naast de bovengenoemde methoden om alimentatie ten uitvoer te leggen, kan tevens, als niet is voldaan aan de onderhoudsverplichting, strafrechtelijke vervolging worden ingesteld wegens het vermoeden van een strafbaar feit, namelijk het niet-betalen van verplichte alimentatie. Wat betreft deze laatste mogelijkheid stelt het wetboek van strafrecht dat een strafbaar feit wordt begaan door een persoon die gedurende meer dan vier maanden verzuimt, hetzij opzettelijk, hetzij door nalatigheid, te voldoen aan zijn/haar wettelijke plicht een ander te onderhouden of te verzorgen. In een dergelijk geval kan een strafklacht worden ingediend bij een politiebureau naar keuze.
11 Beschrijf kort alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.
Zie het informatiedocument ‘Procedures voor de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen’ voor meer informatie over gerechtelijke tenuitvoerlegging en executie (inclusief op welke goederen gerechtelijke tenuitvoerlegging of executie betrekking kan hebben en welke beroepsmogelijkheden er zijn).
Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bepaalt dat rechten die niet binnen de verjaringstermijn worden uitgeoefend, verjaren en dat de onderhoudsplichtige dan niet verplicht is betalingen te verrichten. Als de onderhoudsplichtige echter een betaling heeft gedaan na de verjaringstermijn, mag hij/zij geen terugbetaling van de betaalde bedragen eisen. Het recht op alimentatie verjaart niet, anders dan het recht op recurrente alimentatiebetalingen. De verjaringstermijn is doorgaans drie jaar. Wanneer rechten echter zijn erkend in een beslissing van een overheidsinstantie (bijvoorbeeld een rechtbank), verjaren zij tien jaar na de datum waarop ze volgens de beslissing hadden moeten worden uitgeoefend. Het recht op alimentatie vervalt niet na een bepaalde periode.
Alimentatie kan alleen worden toegekend vanaf de datum waarop de gerechtelijke procedure van start gaat. Alimentatie voor kinderen kan echter ook worden toegekend voor een periode van maximaal drie jaar voorafgaand aan deze datum. Alimentatie voor een ongehuwde moeder en vergoeding van kosten in verband met zwangerschap en bevalling kunnen eveneens met terugwerkende kracht worden toegekend, maar tot uiterlijk twee jaar na de geboortedatum.
12 Zijn er organisaties of autoriteiten die mij kunnen helpen bij de invordering van alimentatie?
Gemeentelijke entiteiten met uitgebreide bevoegdheden die belast zijn met de sociale en rechtsbescherming van kinderen, moeten bijstand verlenen bij het indienen van alimentatievorderingen namens een minderjarig kind en vorderingen tot het ten uitvoer leggen van een alimentatiebeslissing, waaronder bijstand bij het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank.
13 Kunnen organisaties (overheids- of privéorganisaties) een voorschot op (een deel van) het alimentatiebedrag betalen in de plaats van de onderhoudsplichtige?
De wet voorziet niet in een dergelijke mogelijkheid.
14 Indien ik mij in deze lidstaat bevind en de onderhoudsplichtige zijn/haar verblijfplaats in een ander land heeft:
14.1 Kan ik in deze lidstaat hulp krijgen van een autoriteit of een privéorganisatie?
Een onderhoudsgerechtigde kan een verzoek om bijstand bij het innen van alimentatiebetalingen indienen bij het Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen in Brno (http://www.umpod.cz/).
14.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie?
De verzoeker kan aan de hand van de onderstaande gegevens contact opnemen met de organisatie:
Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen
Šilingrovo náměstí 3/4
602 00 Brno
Tsjechië
Tel.: +420 542 215 522
Fax.: +420 542 212 836
E-mail: podatelna@umpod.cz
Een verzoeker die voor het eerst contact opneemt met het Bureau, moet zijn/haar volledige naam en contactinformatie (telefoon of e-mail) vermelden, evenals de naam en geboortedatum van het kind op wie de vraag of het verzoek betrekking heeft.
Als de verzoeker de bijstand van het Bureau verlangt bij het innen van alimentatie vanuit het buitenland, moet eerst een informeel, schriftelijk verzoek om bijstand bij het innen van alimentatie bij het Bureau worden ingediend, samen met een ingevulde vragenlijst. Deze vragenlijst kan in het Tsjechisch worden gedownload van de website van het Bureau: http://www.umpod.cz/vyzivne/postup-pri-vymahani-vyzivneho/. Het verzoek moet basisinformatie over het kind en de onderhoudsplichtige bevatten, alsook basisfeiten om toe te lichten waarom de verzoeker verzoekt om het innen van alimentatie. Bij het verzoek moeten kopieën van eventuele documenten worden gevoegd, met name rechterlijke beslissingen waarin een onderhoudsverplichting wordt vastgesteld. Het Bureau zal dan voor het specifieke geval beoordelen of de alimentatie geïnd kan worden en zo nodig gedetailleerde informatie sturen over eventuele volgende stappen.
Mogelijk moet op verzoek van het Bureau aanvullende documentatie worden verstrekt. Algemeen gesproken moet de rechterlijke uitspraak waarin een onderhoudsverplichting wordt vastgesteld, worden ingediend, samen met een notariële vertaling in de taal van het land van waaruit de alimentatie zal worden geïnd, met inbegrip van de documenten die de rechtskracht van het vonnis en de executie bekrachtigen. In gevallen waarin alimentatie moet worden geïnd vanuit een lidstaat van de Europese Unie stelt de rechtbank een uittreksel op van de beslissing overeenkomstig artikel 56 van de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen. Een volmacht voor de overheidsinstantie in het buitenland, een opleidingscertificaat indien de onderhoudsgerechtigde ouder is dan 15 jaar, of een uittreksel uit het bevolkingsregister zijn doorgaans ook vereist. De lokale rechtbank van de verblijfplaats van de verzoeker moet hem/haar helpen bij het verkrijgen van een vertaling van de documenten (gewoonlijk de rechtbank die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan over de zaak). De rechtbank verstrekt de ingevulde documenten aan de verzoeker of stuurt ze rechtstreeks naar het Bureau. Het Bureau bestudeert de ontvangen documenten en dient, mits aan alle voorwaarden is voldaan, een voorstel in bij de buitenlandse rechtbank of verwijst de zaak voor verdere afhandeling door naar de bevoegde buitenlandse overheid of organisatie. Het Bureau houdt de verzoeker regelmatig op de hoogte van zijn activiteiten en van de voortgang en de resultaten van de procedure.
Wanneer de alimentatie is geïnd hetzij langs juridische weg, hetzij door vrijwillige stortingen door de onderhoudsplichtige op de rekening van een buitenlandse entiteit, worden deze betalingen gewoonlijk eenmaal per maand op de rekening van het Bureau gestort (om redenen van administratieve, boekhoudkundige en kwantitatieve aard) via gecumuleerde overschrijvingen. Binnen een maand verricht de afdeling Economisch Zaken van het Bureau de betalingen aan de onderhoudsgerechtigde, conform de instructies van de onderhoudsgerechtigde. Als de onderhoudsgerechtigde rechtstreekse betalingen ontvangt van de in het buitenland verblijvende onderhoudsplichtige, moet hij/zij het Bureau daarvan onmiddellijk op de hoogte stellen. Hij/zij moet het Bureau eveneens op de hoogte stellen van alle wijzigingen die van invloed zouden kunnen zijn op de procedure (adreswijziging, wijziging in de zorg voor het kind, voltooiing van de opleiding van het kind enz.).
15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:
15.1 Kan ik mij in deze lidstaat rechtstreeks wenden tot een autoriteit of een privéorganisatie?
Een verzoeker die in het buitenland woont, moet contact opnemen met de bevoegde instantie van dat land, die op haar beurt contact zal opnemen met het Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen (voor de contactgegevens van het Bureau: zie hierboven).
15.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie en welk soort bijstand kan ik krijgen?
Wanneer het een verzoek uit een ander land ontvangt, onderneemt het Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen de volgende stappen:
- het Bureau beoordeelt of het verzoek voldoet aan alle vereisten van de EU-verordeningen en internationale overeenkomsten en vraagt zo nodig om aanvullende documenten;
- het Bureau stuurt een schriftelijk verzoek aan de onderhoudsplichtige in Tsjechië en verzoekt hem/haar de achterstallige alimentatie en de periodieke alimentatiebedragen vrijwillig te betalen;
- wanneer de onderhoudsplichtige niet reageert, gaat het Bureau na wat zijn/haar financiële situatie is en dient het bij het bevoegde gerecht in Tsjechië een verzoek in tot erkenning en tenuitvoerlegging van het betreffende besluit. Het Bureau vertegenwoordigt de verzoeker (de onderhoudsgerechtigde die in het buitenland woont) in de procedure en neemt alle maatregelen die nodig zijn om de alimentatiebetalingen te innen en ervoor te zorgen dat de geïnde bedragen worden overgeschreven naar het betreffende land. Het Bureau en de overdragende autoriteit in het buitenland houden elkaar op de hoogte van de genomen maatregelen, alsmede van de voortgang en resultaten van de tenuitvoerlegging van de alimentatiebeslissing.
16 Is deze lidstaat gebonden door het Haagse Protocol van 2007?
Ja.
17 Indien deze lidstaat niet is gebonden door het Haagse Protocol van 2007, welk rechtsstelsel zal er dan overeenkomstig zijn regels van internationaal privaatrecht worden toegepast op de alimentatievordering? Wat zijn de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht?
18 Welke regels gelden er met betrekking tot de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende zaken in de EU (conform de structuur van hoofdstuk V van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen)?
Procedures in verband met wederzijdse onderhoudsverplichtingen tussen ouders en kinderen zijn volledig vrijgesteld van gerechtskosten. In andere procedures ter bepaling van onderhoudsbedragen, met inbegrip van het verhogen daarvan, is de verzoeker vrijgesteld van gerechtskosten. Deze vrijstelling geldt ook voor tenuitvoerleggingsprocedures of executieprocedures. De verzoeker hoeft zich in een procedure in verband met een onderhoudsverplichting niet te laten vertegenwoordigen door een advocaat. De diensten van het Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen worden kosteloos verricht. Het Bureau vertegenwoordigt de verzoeker (de onderhoudsgerechtigde die in het buitenland woont) in gerechtelijke procedures, neemt alle maatregelen die nodig zijn om de alimentatiebetalingen namens hem/haar te innen en zorgt ervoor dat de in het buitenland geïnde bedragen worden overgeschreven.
Wanneer de sociale en financiële situatie van de verzoeker dit rechtvaardigt, en mits de zaak niet arbitrair is of overduidelijk geen kans van slagen heeft of een belemmering van de uitoefening van rechten behelst, kan de rechtbank een partij gedeeltelijk of geheel vrijstellen van het betalen van gerechtskosten. Als er voor een partij die is vrijgesteld van het betalen van gerechtskosten een vertegenwoordiger is aangesteld, geldt deze vrijstelling ook, in overeenkomstige mate, voor de contante uitgaven van de vertegenwoordiger en voor de vertegenwoordigingskosten. Een partij die is vrijgesteld van het betalen van gerechtskosten kan noch worden verplicht een aanbetaling te doen voor de kosten voor het leveren van bewijs, noch worden verplicht de staat een vergoeding voor gemaakte kosten te betalen (d.w.z. getuigen, getuige-deskundigen, tolkdiensten enz.). Kosten in verband met het feit dat een partij die voor de rechter verschijnt het woord voert in zijn/haar moedertaal of communiceert via communicatiesystemen voor doven of doofblinden, worden gedragen door de staat en voor deze kosten mag geen vergoeding worden gevraagd.
19 Welke maatregelen heeft deze lidstaat genomen om de uitvoering van de taken die zijn beschreven in artikel 51 van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen te waarborgen?
Op grond van wet nr. 359/1999 Coll. betreffende de sociale en rechtsbescherming van kinderen, als gewijzigd, voert het Bureau voor de internationale rechtsbescherming van kinderen, dat het centrale orgaan is voor Tsjechië, wanneer het sociale en rechtsbescherming biedt met betrekking tot andere landen, de volgende taken uit:
- het verricht de taken van het centrale overheidsorgaan overeenkomstig de verordening betreffende onderhoudsverplichtingen;
- het treedt op als voogd van het kind;
- op verzoek van de in Tsjechië wonende ouders of de autoriteiten voor sociale en rechtsbescherming, vraagt het bij relevante organen en andere natuurlijke en rechtspersonen rapporten op over de situatie van kinderen die Tsjechisch onderdaan zijn maar niet permanent op Tsjechisch grondgebied verblijven;
- het functioneert als tussenpersoon bij het toezenden en het in ontvangst nemen van persoonlijke documenten en andere akten naar en vanuit het buitenland;
- het werkt samen met soortgelijke overheidsinstanties of andere organisaties van andere landen, voor zover deze bevoegd zijn in hun land maatregelen inzake sociale en rechtsbescherming ten uitvoer te leggen, en, waar nodig, met andere autoriteiten, instanties en rechtspersonen;
- wanneer de ouder(s) in het buitenland woont(wonen), helpt het de ouder(s) van een kind bij het zoeken naar onderhoudsplichtige familieleden en personen, het onderzoekt de materiële en financiële situatie om de alimentatie te bepalen, het bemiddelt bij het indienen van verzoeken betreffende de tenuitvoerlegging van de onderhoudsverplichting, meer bepaald verzoeken om de onderhoudsverplichting en de opvoeding te regelen en het vaderschap vast te stellen;
- het draagt zorg voor de vertaling van akten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn bevoegdheden op het gebied van sociale en rechtsbescherming, conform internationale verdragen en EU-instrumenten die directe werking hebben.
De relevante organen, natuurlijke en rechtspersonen moeten het Bureau alle nodige bijstand verlenen zodat het Bureau zijn bevoegdheden kan uitoefenen; de bepalingen van de uitvoeringsbesluiten betreffende verplichte bijstand door derden zijn in voorkomend geval van toepassing. Verplichte bijstand in de vereiste omvang wordt bijvoorbeeld verleend door de rechtbanken, de Tsjechische politie, banken, socialezekerheidsinstellingen, arbeidsbureaus, exploitanten van postdiensten, verleners van elektronische diensten, verzekeringsmaatschappijen, het ministerie van Binnenlandse Zaken wat betreft het verstrekken van informatie uit bevolkings- en vreemdelingenregisters enz.
Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.
Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.