Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Ests) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Alimentatie

Estland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekenen de begrippen "levensonderhoud" en "onderhoudsplicht" in de praktijk? Welke personen zijn jegens anderen onderhoudsplichtig?

Volgens de Estse Grondwet is een onderhoudsplicht een plicht van een familie om te voorzien in het levensonderhoud van behoeftige leden.

Alimentatie is een geldbedrag dat in de regel periodiek moet worden uitgekeerd voor iemands levensonderhoud. Op verzoek van een onderhoudsgerechtigde kan een rechtbank in bepaalde gevallen verordenen dat alimentatie als een eenmalige som geld moet worden uitgekeerd. Een persoon die verplicht is alimentatie te betalen voor een minderjarig kind kan, indien hij daar een geldige reden voor heeft, verzoeken de onderhoudsplicht op niet-geldelijke wijze te vervullen.

Over het algemeen berust de plicht om aan een behoeftige persoon alimentatie te betalen bij de meerderjarige bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn in de eerste graad; d.w.z. dat volwassen kinderen en ouders elkaar moeten onderhouden. Bloedverwanten in opgaande lijn in de tweede graad zijn onderhoudsplichtig jegens hun minderjarige bloedverwanten in neergaande lijn. Ook echtgenoten zijn wederzijds verplicht om hun familie te onderhouden met behulp van hun inkomen uit werk en hun vermogen, waaronder ook activiteiten vallen die bedoeld zijn om de kosten van een gezamenlijk huishouden en de vervulling van de gebruikelijke en buitengewone behoeften van de echtgeno(o)t(e) en hun kinderen te dekken. De verplichting om alimentatie te betalen aan een behoeftige persoon kan zich ook uitstrekken tot een ex-echtgeno(o)t(e) of iemand met wie de persoon niet gehuwd is, maar wel samen een kind heeft.

De ouder van een minderjarig kind betaalt alimentatie met name als de ouder niet samenleeft met het kind of niet betrokken is bij de opvoeding van het kind. De ex-echtgeno(o)t(e) van een behoeftige persoon is primair verplicht om alimentatie te betalen als, na de scheiding en als gevolg van de verantwoordelijkheid voor de zorg voor een kind, de persoon niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien of als hij bijstand nodig heeft vanwege zijn leeftijd of gezondheid. Een persoon die een kind heeft met een behoeftige persoon is jegens laatstgenoemde alimentatieplichtig gedurende acht weken voor en twaalf weken na de geboorte van het kind, en langer, als de persoon bijstand nodig heeft als gevolg van een gezondheidsprobleem dat is veroorzaakt door de zorg voor het kind, de zwangerschap of de geboorte van het kind.

2 Tot welke leeftijd heeft een kind aanspraak op levensonderhoud? Zijn de regels inzake levensonderhoud verschillend voor minderjarigen en volwassenen?

De leeftijd waarop iemand meerderjarig wordt is 18 jaar. Iemand die jonger dan 18 jaar is, is derhalve minderjarig. Een minderjarig kind heeft recht op alimentatie, en het zijn in de eerste plaats de ouders van het kind die verplicht zijn om in het levensonderhoud van het kind te voorzien, in gelijke delen. Een kind dat de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en nog primair of secundair onderwijs, een beroepsopleiding of hoger universitair onderwijs volgt, heeft eveneens recht op alimentatie, maar niet langer dan tot het 21 wordt. De alimentatie voor minderjarige kinderen wordt anders berekend dan die voor meerderjarige kinderen. Voor meerderjarige kinderen wordt bij het bepalen van het bedrag aan alimentatie ook gekeken naar hun behoeften en gebruikelijke leefstijl, evenwel in de veronderstelling dat zij in hun levensonderhoud kunnen voorzien, in ieder geval deels; meerderjarigen kunnen alleen aanspraak maken op alimentatie als zij geen vermogen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en van hen niet kan worden verwacht, gezien hun opleiding of om een andere goede reden, dat zij genoeg verdienen om voor zichzelf te kunnen zorgen.

Meerderjarige kinderen moeten zich autonoom opnieuw tot de rechter wenden als zij alimentatie wensen te blijven ontvangen nadat zij meerderjarig zijn geworden, en als de alimentatieverplichting op basis van een eerdere rechterlijke beslissing was beëindigd.

Andere bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, hebben recht op alimentatie als is vastgesteld dat ze bijstand nodig hebben.

3 Moet ik om alimentatie verzoeken bij een bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie? Wat zijn de belangrijkste onderdelen van deze procedure?

Een ouder van een minderjarig kind kan worden verplicht om een onderhoudsplicht te vervullen. Als de ouder niet vrijwillig alimentatie betaalt, kan bij de rechtbank alimentatie worden aangevraagd. Om alimentatie aan te vragen moet ofwel een verzoek om toepassing van de versnelde procedure voor de afgifte van een bevel tot betaling van de alimentatie voor het kind worden ingediend, ofwel een vordering (tot betaling van alimentatie) worden ingesteld bij de rechtbank. Er worden geen griffierechten geheven voor het aanvragen/vorderen van alimentatie voor een minderjarig kind.

De versnelde procedure in aangelegenheden die verband houden met een betalingsbevel is een vereenvoudigde procedure waarin een bevel tot betaling van alimentatie alleen kan worden afgegeven als de alimentatie wordt gevorderd voor een minderjarig kind, de naam van de ouder van wie alimentatie wordt geëist, op de geboorteakte van het kind wordt vermeld, de gevorderde alimentatie niet hoger is dan anderhalf keer de minimumalimentatie (zie vraag 8) per maand, en de andere ouder de betaling van de alimentatie niet betwist. Als niet is voldaan aan de voorwaarden voor het verzoeken om een betalingsbevel, moet een vordering worden ingesteld bij de arrondissementsrechtbank van de woonplaats van het kind waarvoor de alimentatie wordt gevorderd.

Meer informatie over de versnelde procedure in aangelegenheden die verband houden met een bevel tot betaling van alimentatie voor een minderjarig kind, is hier beschikbaar. Voor het formulier voor het instellen van een vordering tot betaling van kinderalimentatie, klik hier.

4 Kan het verzoek worden gedaan namens een familielid (zo ja, van welke graad) of een kind?

Minderjarige kinderen hebben recht op alimentatie. In zoverre minderjarigen beperkte actieve handelingsbekwaamheid hebben, is de wettelijke vertegenwoordiger van het kind – de ouder met de wettelijke voogdij – degene die de vordering namens het kind instelt bij de rechtbank. Als er een wettelijke voogd voor het kind is benoemd, moet de vordering aanhangig worden gemaakt door de voogd van het kind in zijn hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van het kind.

Een volwassene met actieve handelingsbekwaamheid maakt een vordering voor de betaling van alimentatie zelf aanhangig.

5 Indien ik naar de rechter wil stappen, hoe weet ik dan welke rechter bevoegd is?

Een verzoek aan een rechtbank om een ouder te dwingen tot naleving van een onderhoudsplicht ten aanzien van een minderjarig kind wordt behandeld als een alimentatiezaak. In een alimentatiezaak moet de vordering worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg (maakohus) van de woonplaats van het kind. Als het kind niet woonachtig is in Estland, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de verweerder. Als de woonplaats van de verweerder zich niet in Estland bevindt, wordt de procedure ingesteld bij de rechtbank van de woonplaats van de verzoeker.

Alimentatie kan ook worden gevorderd in een versnelde procedure in aangelegenheden die verband houden met een betalingsbevel (zie het antwoord op vraag 3).

6 Heb ik als verzoeker een vertegenwoordiger (bv. advocaat, centrale of lokale autoriteit enz.) nodig om de zaak bij de rechter aanhangig te maken? Zo nee, welke procedures zijn van toepassing?

Om kinderalimentatie te vorderen bij een rechtbank moet een zaak aanhangig worden gemaakt, waarvoor professionele rechtsbijstand of de diensten van een tussenpersoon niet noodzakelijk zijn. De rechtbank verordent de betaling van alimentatie vanaf de datum waarop de vordering aanhangig is gemaakt, maar kan ook, op basis van de gerechtelijke actie, bevelen dat de alimentatie met terugwerkende kracht tot een jaar voordat de zaak aanhangig is gemaakt, wordt betaald.

Voor het formulier voor het instellen van een vordering tot betaling van kinderalimentatie, klik hier.

7 Moet ik vergoedingen betalen voor het aanhangig maken van de zaak? Zo ja, hoeveel bedragen deze ongeveer? Kan ik, wanneer mijn financiële middelen ontoereikend zijn, rechtsbijstand krijgen om de kosten van de procedure te dekken?

Er wordt geen griffierecht gerekend voor een gerechtelijke actie die aanhangig wordt gemaakt om de naleving van een onderhoudsplicht voor een minderjarig kind af te dwingen of om een verzoek om toepassing van de versnelde procedure voor de afgifte van een bevel tot betaling van kinderalimentatie te laten beoordelen.

Het is mogelijk om rechtsbijstand of zogeheten “procedurekostenbijstand” aan te vragen om de procedurekosten te dekken.

In geval van rechtsbijstand krijgt iemand een door de Estse Orde van Advocaten benoemde advocaat toegewezen. De advocaat heeft tot taak om de cliënt tijdens de procedure te vertegenwoordigen en van advies te dienen. Rechtsbijstand is beschikbaar voor personen die vanwege hun financiële positie geen deskundig juridisch advies kunnen betalen op het moment dat ze de rechtsbijstand aanvragen, of dat alleen gedeeltelijk of in termijnen kunnen betalen, of wier financiële positie het onmogelijk zou maken om na betaling voor de juridische dienstverlening naar behoren in het eigen levensonderhoud te voorzien. De ontvangst van rechtsbijstand stelt de ontvangende persoon niet vrij van de verplichting om andere procedurekosten te dragen.

Meer informatie over rechtsbijstand vindt u hier.

Verzoeken om de toekenning van procedurekostenbijstand om de procedurekosten te dekken kunnen worden ingediend door personen die deze kosten als gevolg van hun financiële positie niet, slechts gedeeltelijk of alleen in termijnen kunnen betalen. Ook moet er voldoende reden zijn om aan te nemen dat de voorgenomen deelname aan de procedure succesvol zal zijn.

Voor het aanvraagformulier voor de procedurekostenbijstand voor een natuurlijke persoon en het formulier voor de opgave van de persoonlijke en financiële positie van de aanvrager en familieleden, klik hier.

8 Welk soort alimentatie kan door de rechter worden toegekend? Hoe wordt het bedrag van de alimentatie berekend? Kan de rechterlijke beslissing worden herzien wanneer de kosten voor levensonderhoud of de gezinssituatie wijzigen? Zo ja, hoe (bv. via een automatisch indexeringssysteem)?

Een rechtbank kan de betaling gelasten van een vast of variabel bedrag aan alimentatie voor een minderjarig kind, waarbij de rechtbank zal specificeren hoe het bedrag van de alimentatie is berekend. Over het algemeen gelasten rechtbanken dat alimentatie maandelijks moet worden betaald.

Tot eind 2021 was het minimumalimentatiebedrag afhankelijk van het minimumloon. De maandelijkse alimentatie voor één kind kon niet minder zijn dan de helft van het door de regering van Estland vastgestelde minimummaandloon (waardoor de minimumalimentatie in 2018 250 euro, in 2019 270 euro en in 2020 en 2021 292 euro per kind bedroeg).

Sinds 1 januari 2022 is het minimumalimentatiebedrag niet langer afhankelijk van het geldende minimumloon. Het alimentatiebedrag wordt vastgesteld door de rechtbank, die daarbij rekening houdt met de behoeften van het kind, de financiële mogelijkheden van de ouders, uitkeringen en het aantal minderjarige kinderen in het gezin. Het alimentatiebedrag wordt berekend op basis van de gemiddelde maandelijkse kosten van het levensonderhoud van een kind (het basisalimentatiebedrag is 209,20 euro en wordt jaarlijks op 1 april opnieuw berekend op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen van het voorafgaande jaar).

Bij het vaststellen van het alimentatiebedrag wordt rekening gehouden met de volgende elementen: Het inkomen van de alimentatieplichtige ouder: in de regel wordt het basisbedrag vermeerderd met 3 % van het gemiddelde brutomaandloon in Estland in het voorgaande kalenderjaar. Het bedrag waarmee het basisbedrag moet worden verhoogd, wordt jaarlijks op 1 april opnieuw berekend. Het aantal kinderen dat alimentatie ontvangt in het gezin: rekening houdend met de mogelijkheden om voor een klein deel kosten te besparen, wanneer men meerdere kinderen grootbrengt (hergebruik van meubelen, kleding, speelgoed enz.), wordt het alimentatiebedrag vanaf het tweede kind met 15 % verminderd. Het alimentatiebedrag wordt niet verminderd wanneer het gaat om meerlingen of om kinderen met een leeftijdsverschil van meer dan drie jaar.

Gezinstoelagen: Bij het vaststellen van het alimentatiebedrag wordt rekening gehouden met kinderbijslag en, overeenkomstig de op 1 februari 2023 in werking getreden versie van de familiewet (perekonnaseadus), de helft van het bedrag van de toeslag voor grote gezinnen. Als deze toeslagen worden toegewezen aan de aanvrager van de alimentatie, wordt voor elk kind de helft van het toeslagbedrag van het alimentatiebedrag afgetrokken. Als de toeslagen worden toegewezen aan de alimentatieplichtige, wordt dit bedrag bij de alimentatie opgeteld. Bij het vaststellen van het alimentatiebedrag wordt overeenkomstig de wijziging rekening gehouden met toeslagen voor grote gezinnen, ook als die niet alleen voor gemeenschappelijke kinderen worden betaald. Dat betekent dat er in het geval van een gemengd gezin met twee kinderen uit een eerdere relatie en met één ouder die er in de nieuwe relatie kinderen heeft bijgekregen, waardoor het gezin in aanmerking komt voor toeslagen voor grote gezinnen, bij het vaststellen van het alimentatiebedrag rekening wordt gehouden met de helft van het bedrag van de toeslagen voor grote gezinnen. Dat bedrag wordt gelijkelijk verdeeld tussen de verzoekende ouder en de alimentatieplichtige ouder, en vervolgens gedeeld door het totale aantal kinderen in het gezin voor wie toeslagen voor grote gezinnen worden betaald.

Verdeelde verblijfsregeling voor het kind: als het kind gemiddeld over het jaar ten minste zeven hele dagen per maand bij de alimentatieplichtige ouder verblijft, wordt het alimentatiebedrag verminderd naar rato van de tijd die het kind bij de alimentatieplichtige ouder verblijft. Als het kind evenveel tijd bij elk van de ouders verblijft, is het derhalve alleen mogelijk om alimentatie aan te vragen als dat gerechtvaardigd is op grond van zwaarwegendere behoeften van het kind, een aanzienlijk inkomensverschil tussen de ouders, of een ongelijke verdeling tussen de ouders van de kosten in verband met het kind.

Meer informatie over de alimentatiecalculator vindt u hier.

De bedragen die bij rechterlijke beslissingen van voor 1 januari 2022 zijn vastgesteld, gaan niet automatisch omlaag. Als de ouder op grond van een rechterlijke beslissing verplicht is voor een minderjarige een maandelijks alimentatiebedrag te betalen dat overeenkomt met het bedrag dat als minimum is gesteld, of de helft van het minimumloon, wordt dit bedrag bevroren op het niveau van het jaar 2021 (292 euro per maand). Het alimentatiebedrag zal dan dus niet meer stijgen in het geval van een nieuwe verhoging van het minimumloon.

Als de ouder op grond van een rechterlijke beslissing van vóór 1 februari 2023 voor een minderjarig kind alimentatie moet betalen in de vorm van een variabel bedrag, en het alimentatiebedrag afhangt van de wijziging van het bedrag van de toeslag voor grote gezinnen, wordt het bij de rechterlijke beslissing toegekende alimentatiebedrag berekend op basis van artikel 101, lid 5, van de familiewet, zoals gewijzigd per 1 februari 2023.

De rechtbank kan het minimumalimentatiebedrag verhogen en, als daar een geldige reden voor is, ook verlagen. Het minimumalimentatiebedrag dat wordt berekend aan de hand van de wettelijk vastgestelde formule, kan worden verhoogd op grond van:

  • de werkelijke behoeften van het kind;
  • de inkomens van elk van de ouders;
  • de daadwerkelijke verdeling tussen de ouders van de kosten in verband met het kind.

Als het inkomen van de alimentatieplichtige ouder bovenmodaal is, bestaat de mogelijkheid om het basisalimentatiebedrag bv. te vermeerderen met 3 % van het netto-inkomen van de alimentatieplichtige ouder in plaats van met 3 % van het gemiddelde brutomaandloon. Het alimentatiebedrag kan alleen worden verlaagd als daar een geldige reden voor is. Geldige redenen kunnen onder meer zijn arbeidsongeschiktheid van de ouder of een situatie waarin de ouder nog een kind heeft dat, als het minimumalimentatiebedrag zou worden opgelegd, zich in een onzekerdere financiële situatie zou bevinden dan het kind dat de alimentatie ontvangt.

Als de wijziging wordt goedgekeurd, kan het bedrag van de alimentatie doorgaans met ingang van de datum van de rechterlijke beslissing worden gewijzigd. Dat houdt in dat uitstaande achterstallige betalingen niet kunnen worden gewijzigd.

De alimentatieplichtige kan verzoeken, als hij of zij daar een geldige reden voor heeft, om de alimentatie op enige andere wijze te verstrekken. Ouders kunnen in onderling overleg een gedetailleerde regeling overeenkomen over de wijze waarop de onderhoudsplicht jegens een kind moet worden vervuld, en hoe en met welke frequentie de alimentatie moet worden verstrekt.

9 Hoe en aan wie wordt de alimentatie betaald?

Over het algemeen wordt alimentatie betaald in de vorm van een periodiek geldbedrag. De persoon met een onderhoudsplicht jegens een minderjarig kind kan, indien hij of zij daar een geldige reden voor heeft, verzoeken om op een andere wijze in het onderhoud van het kind te voorzien. Alimentatie wordt betaald in de vorm van een toelage door een ouder van een minderjarig kind, met name als de ouder niet samenleeft met het kind of niet betrokken is bij de opvoeding van het kind. Alimentatie wordt van tevoren betaald voor elke kalendermaand. Hoewel de begunstigde van de alimentatie het kind is, moet de alimentatie doorgaans worden betaald aan de andere ouder. Alimentatie kan rechtstreeks aan het kind worden betaald als de ouders dat zijn overeengekomen of als er een gerechtelijke beslissing met die strekking is gegeven.

10 Hoe kan een persoon (de onderhoudsplichtige) die niet vrijwillig betaalt, tot betaling worden gedwongen?

Als een gerechtelijk vonnis tot betaling van alimentatie van kracht is geworden of onmiddellijk uitvoerbaar is, maar de andere ouder verzuimt te betalen, moet een gerechtsdeurwaarder worden ingeschakeld. Als de onderhoudsplichtige de in het gerechtelijke vonnis vastgestelde betalingen niet op het vastgestelde tijdstip verricht, zal de gerechtsdeurwaarder, op basis van het verzoek van de persoon die maatregelen heeft genomen om de actie veilig te stellen, beslag laten leggen op bezittingen van de onderhoudsplichtige. Beslaglegging op bezittingen van de onderhoudsplichtige vereist dat het vonnis van de rechtbank wordt overgelegd aan de deurwaarder, samen met een verzoek om tenuitvoerlegging. Het verzoek om tenuitvoerlegging moet informatie over de onderhoudsplichtige en, indien mogelijk, over zijn of haar vermogen (woonplaats, contactgegevens, bekende informatie over zijn of haar bezittingen) bevatten. Als de verzoeker wenst dat de gerechtsdeurwaarder gebruikmaakt van alle in de wetgeving inzake het innen van schulden beschreven mogelijkheden, moet in het verzoek om tenuitvoerlegging worden vermeld dat de verzoeker betaling op basis van geregistreerde onroerende zaken, roerende zaken en vorderingsrechten van de onderhoudsplichtige vordert. In een tenuitvoerleggingsprocedure heeft kinderalimentatie voorrang boven andere vorderingen, en om te voldoen aan een alimentatievordering kan op bezittingen een groter beslag worden gelegd en kan een rechtbank voor onbepaalde tijd de volgende rechten en de geldigheid van de volgende vergunningen opschorten: jachtrechten, het recht om een motorvoertuig te besturen, wapenvergunningen en vergunningen om wapens te verwerven, het recht om pleziervaartuigen en waterscooters te besturen en visserijvergunningen.

11 Beschrijf kort alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.

Personen worden vrijgesteld van een onderhoudsplicht voor zover ze niet in staat zijn, in het licht van hun andere verplichtingen en de omvang van hun vermogen, om een andere persoon alimentatie te betalen zonder dat hun eigen gebruikelijke levensonderhoud in gevaar komt. Niettegenstaande het bovenstaande worden ouders niet vrijgesteld van de onderhoudsplicht ten aanzien van hun eigen minderjarige kinderen. Een rechtbank kan een onderhoudsplichtige vrijstellen van een alimentatieplicht, de termijn voor het vervullen van de verplichting beperken of het bedrag van de alimentatie verlagen als de rechtbank het buitengewoon onbillijk acht om te vereisen dat de verplichting wordt vervuld, bv. als de onderhoudsgerechtigde behoeftig is geworden als gevolg van eigen ondoordachte handelingen.

Schadeloosstelling wegens niet-betaling van alimentatie en verzuim om een verplichting na te leven kan met terugwerkende kracht worden gevorderd, tot maximaal één jaar vóór de indiening van de alimentatievordering bij de rechtbank. De verjaringstermijn voor de betaling van alimentatie in het kader van een onderhoudsplicht bedraagt tien jaar voor elke afzonderlijke verplichting. De verjaringstermijn begint aan het eind van het kalenderjaar waarin de bij de onderhoudsplicht behorende vordering opeisbaar wordt. Een onderhoudsplicht is een persoonlijke verplichting die vervalt bij het overlijden van de onderhoudsgerechtigde of de onderhoudsplichtige; uitzonderingen zijn van toepassing met betrekking tot voorschotten en compensatiebedragen.

12 Zijn er organisaties of autoriteiten die mij kunnen helpen bij de invordering van alimentatie?

In geval van grensoverschrijdende alimentatiegeschillen kan bijstand worden verleend door de centrale autoriteit, d.w.z. de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van de afdeling Strafrechtbeleid van het ministerie van Justitie.

Rechtsbijstand kan worden aangevraagd bij het instellen van een alimentatievordering bij de rechtbank. Er zijn geen afzonderlijke organisaties of autoriteiten die bijstand verlenen in geval van binnenlandse alimentatievorderingen.

13 Kunnen organisaties (overheids- of privéorganisaties) een voorschot op (een deel van) het alimentatiebedrag betalen in de plaats van de onderhoudsplichtige?

Vanaf 1 januari 2017 heeft een ouder die een kind opvoedt, het recht om bij de Socialeverzekeringsraad (Sotsiaalkindlustusamet) alimentatie van de staat aan te vragen voor de duur van de gerechtelijke procedures en de tenuitvoerleggingsprocedures. Deze alimentatie vormt tijdelijke bijstand van de staat voor alleenstaande ouders. De staat betaalt de alimentatie namens de ouder die geen alimentatie betaalt en zal het geld op een latere datum verhalen op de niet-betalende ouder. De staatsalimentatie wordt uitgekeerd in verband met een gerechtelijke procedure in een alimentatieaangelegenheid. De voorwaarde voor het ontvangen van de staatsalimentatie is dat de desbetreffende persoon de rechtbank moet verzoeken om de betaling ervan via ofwel de versnelde procedure in aangelegenheden die verband houden met een betalingsbevel, ofwel een gerechtelijke actie.

De alimentatie garandeert een kind tot 100 euro per maand.

Meer informatie over het aanvragen van de alimentatie vindt u hier.

14 Indien ik mij in deze lidstaat bevind en de onderhoudsplichtige zijn/haar verblijfplaats in een ander land heeft:

14.1 Kan ik in deze lidstaat hulp krijgen van een autoriteit of een privéorganisatie?

Voor het verkrijgen van alimentatie op grond van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad kan bijstand worden verleend door de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van het ministerie van Justitie.

Om alimentatie in een andere lidstaat aan te vragen, moet een verzoek om inleiding van een alimentatiezaak worden ingediend bij de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van het Estse ministerie van Justitie en de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat. Een kopie/Kopieën van de geboorteakte(n) van het kind/de kinderen of een gerechtelijk vonnis tot vaststelling van het ouderschap moet(en) worden bijgevoegd. Als geen ouderschap is vastgesteld, moet dit worden vermeld in het verzoek aan de andere lidstaat.

Voor het aanvraagformulier, klik hier.

14.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie?

Met de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van het Estse ministerie van Justitie kan contact worden opgenomen per telefoon, op de nummers +372 6208183 en +372 7153443 of per e-mail, op de adressen central.authority@just.ee en keskasutus@just.ee.

15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:

15.1 Kan ik mij in deze lidstaat rechtstreeks wenden tot een autoriteit of een privéorganisatie?

Een verzoeker die in een andere lidstaat verblijft, zal de best mogelijke behandeling van zijn vordering verkrijgen door contact op te nemen met de desbetreffende autoriteit in het land van verblijf, die op haar beurt contact met de centrale autoriteit op het Estse ministerie van Justitie zal opnemen.

15.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie en welk soort bijstand kan ik krijgen?

Zie het antwoord op vraag 14.1.

16 Is deze lidstaat gebonden door het Haagse Protocol van 2007?

Het Haagse Protocol van 2007 is geratificeerd door de Europese Unie, waarvan Estland sinds 1 mei 2004 een lidstaat is.

17 Indien deze lidstaat niet is gebonden door het Haagse Protocol van 2007, welk rechtsstelsel zal er dan overeenkomstig zijn regels van internationaal privaatrecht worden toegepast op de alimentatievordering? Wat zijn de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht?

Zie het antwoord op vraag 16.

18 Welke regels gelden er met betrekking tot de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende zaken in de EU (conform de structuur van hoofdstuk V van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen)?

In grensoverschrijdende zaken binnen de Europese Unie waarin alimentatie wordt gevorderd, is uit hoofde van de verordening rechtsbijstand en procedurekostenbijstand beschikbaar. Dit zorgt ervoor dat de persoon in de procedure wordt vertegenwoordigd door iemand met de juiste juridische deskundigheid en dat de persoon toegang heeft tot de rechter omdat de procedurekosten worden gedekt. De regels voor de toekenning van rechtsbijstand en procedurekostenbijstand houden in dat het nationaal recht wordt toegepast, tenzij anders is bepaald in Verordening (EG) nr. 4/2009.

In beginsel gelden dezelfde garanties die van toepassing zijn op personen die wettelijk in Estland verblijven ook voor personen die in andere EU-lidstaten wonen. In geval van grensoverschrijdende alimentatiezaken zijn juridische bijstand en juridisch advies alsmede rechtsbijstand en procedurekostenbijstand beschikbaar vanuit de centrale autoriteit, d.w.z. de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van het ministerie van Justitie, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 4/2009 en, wat betreft de onderdelen die niet door de verordening worden bestreken, op grond van het nationale recht.

19 Welke maatregelen heeft deze lidstaat genomen om de uitvoering van de taken die zijn beschreven in artikel 51 van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen te waarborgen?

Er is een centrale autoriteit voor grensoverschrijdende justitiële samenwerking opgericht: de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van het ministerie van Justitie. Voor het verkrijgen van alimentatie op grond van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad kan derhalve bijstand worden verleend door de divisie Internationale Justitiële Samenwerking van het ministerie van Justitie, die belast is met procedures inzake internationale rechtsbijstandsverzoeken.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 19/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.