Alimentatie

Griekenland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekenen de begrippen "levensonderhoud" en "onderhoudsplicht" in de praktijk? Welke personen zijn jegens anderen onderhoudsplichtig?

De term ‘alimentatie’ verwijst naar de primaire levensbehoeften van de mens, in de eerste plaats voedsel. In de praktijk heeft de term echter betrekking op alle levensbehoeften, ongeacht of het gaat om de onderhoudskosten van een persoon of om zijn/haar activiteiten op het gebied van onderwijs, cultuur en vrije tijd.

Alimentatieverplichtingen houden in dat er steungeld wordt betaald – in beginsel contant – waarmee in de levensbehoeften van de begunstigde kan worden voorzien.

De volgende personen zijn alimentatieplichtig, in volgorde van verwantschap:

a) de echtgeno(o)t(e), zelfs als hij/zij gescheiden is (als er sprake is van een alimentatieplicht na de scheiding);

b) descendenten jegens ascendenten in de volgorde van intestate erfopvolging;

c) ascendenten (ouders, grootouders: in geval van afwezigheid of onvermogen van ouders) jegens hun ongehuwde kinderen (biologisch of geadopteerd), in beginsel, zolang zij minderjarig zijn;

d) broers en zussen jegens broers en zussen, en

speciale gevallen van alimentatie zijn:

e) alimentatie die wordt betaald in het geval van scheiding van tafel en bed en na echtscheiding of nietigverklaring van het huwelijk, en

f) alimentatie die wordt betaald aan een ongehuwde moeder voor een buiten het huwelijk geboren kind voordat het erkend wordt.

2 Tot welke leeftijd heeft een kind aanspraak op levensonderhoud? Zijn de regels inzake levensonderhoud verschillend voor minderjarigen en volwassenen?

Een kind heeft in beginsel recht op alimentatie van zijn ascendenten (ouders of grootouders) tot het volwassen is, d.w.z. tot het de leeftijd van 18 jaar bereikt.

Meerderjarige kinderen hebben eveneens recht op alimentatie, als zij studeren of hoger onderwijs of een beroepsopleiding volgen, en zij wegens hun studie niet kunnen werken en geen eigen vermogen hebben waarmee zij in het eigen levensonderhoud kunnen voorzien.

Recht op alimentatie bestaat alleen voor wie niet zelf in zijn/haar onderhoud kan voorzien door zijn/haar vermogen of door bij zijn/haar leeftijd, gezondheidstoestand en levensomstandigheden passend werk, rekening houdend met onder meer zijn/haar eventuele behoeften aan opleiding. Minderjarige kinderen hebben, zelfs als ze een eigen vermogen hebben, recht op alimentatie van hun ouders als hun inkomsten uit hun vermogen of uit hun arbeid niet voor hun onderhoud volstaan. De alimentatieplicht geldt echter niet voor wie er wegens zijn/haar andere verplichtingen niet aan kan voldoen zonder dat zijn/haar eigen levensonderhoud in het gedrang komt; deze regel geldt echter niet voor het onderhoud van een minderjarig kind door zijn vader of moeder, tenzij het zich tot een andere alimentatieplichtige kan wenden of zichzelf door zijn/haar eigen vermogen kan onderhouden.

In het geval van voormalige echtgenoten:

Als één van de voormalige echtgenoten niet door zijn/haar eigen inkomen of vermogen in zijn/haar eigen onderhoud kan voorzien, heeft hij/zij het recht om van de andere alimentatie te eisen: 1) indien ten tijde van de echtscheiding zijn/haar leeftijd of gezondheidstoestand hem/haar verhindert door de uitoefening van een passend beroep in zijn/haar eigen onderhoud te voorzien, 2) indien hij/zij de hoede over een minderjarig kind heeft en hierdoor verhinderd wordt een passend beroep uit te oefenen, 3) indien hij/zij geen vaste passende betrekking vindt of behoefte heeft aan beroepsopleiding; in elk van die gevallen kan slechts voor een periode van ten hoogste drie jaar na de echtscheiding aanspraak worden gemaakt op alimentatie, of 4) in ieder ander geval waarin bij het uitspreken van de echtscheiding de toekenning van alimentatie om billijkheidsredenen nodig wordt geacht.

De alimentatie kan echter geweigerd of beperkt worden als daar ernstige redenen toe zijn, in het bijzonder als het huwelijk van korte duur is geweest of als de echtscheiding de schuld is van degene die er aanspraak op maakt of als die zich vrijwillig onvermogend heeft gemaakt.

De voormalige echtgenoten moeten elkaar nauwkeurige inlichtingen verstrekken over hun vermogen en hun inkomsten, voor zover nuttig voor het vaststellen van het bedrag van de alimentatie. Op een door één van de voormalige echtgenoten via de bevoegde procureur ingediend verzoek moet de werkgever, de administratieve dienst en de bevoegde belastinginspecteur alle nuttige inlichtingen over het vermogen van de andere echtgeno(o)t(e) en vooral over zijn/haar inkomsten verstrekken.

3 Moet ik om alimentatie verzoeken bij een bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie? Wat zijn de belangrijkste onderdelen van deze procedure?

Gewoonlijk moet een rechthebbende zich tot de rechtbank wenden om alimentatie van de alimentatieplichtige te eisen.

Indien het verdrag van New York betreffende de invordering van onderhoudsbijdragen in het buitenland (wetgevingsdecreet nr. 4421/1964) van toepassing is, vraagt de instantie die verantwoordelijk is voor het indienen van het verzoek om alimentatie van een persoon die in een verdragsluitende staat verblijft bij de instantie van de verdragsluitende staat waarin de alimentatieplichtige verblijft – in Griekenland het ministerie van Justitie – om alle nodige maatregelen te nemen voor het innen van de alimentatie door de alimentatiegerechtigde. In de praktijk belast het ministerie van Justitie een advocaat met de erkenning van het recht of de tenuitvoerlegging van een beslissing van een buitenlandse rechtbank ten voordele van de buitenlandse begunstigde, die voor de Griekse rechtbanken alle toepasselijke rechtsmiddelen kan aanwenden.

4 Kan het verzoek worden gedaan namens een familielid (zo ja, van welke graad) of een kind?

De persoon die voor een minderjarige de ouderlijke verantwoordelijkheid draagt (een natuurlijke persoon: een ouder of een andere persoon, of een rechtspersoon, bijvoorbeeld een instelling) kan namens de minderjarige bij de rechtbank de toekenning van alimentatie eisen als hij/zij dat op grond van de wet (artikel 63 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering; WvBR) niet zelf kan.

5 Indien ik naar de rechter wil stappen, hoe weet ik dan welke rechter bevoegd is?

De ten gronde bevoegde rechtbank voor alimentatievorderingen door een alimentatiegerechtigde tegen een alimentatieplichtige is de rechtbank van eerste aanleg met een alleensprekende rechter (artikel 17, lid 2, en artikel 681B WvBR).

De territoriaal bevoegde rechtbank is die van de woonplaats of de verblijfplaats van de alimentatiegerechtigde (artikel 39A WvBR) of van de verweerder/alimentatieplichtige, als de vordering samenhangt met huwelijksgeschillen of met geschillen tussen ouders en kinderen, of de rechtbank van de laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten.

Bij urgentie of onmiddellijk dreigend gevaar kan de rechthebbende de territoriaal bevoegde rechtbank van eerste aanleg met een alleensprekende rechter vragen om in kort geding een voorlopige alimentatie toe te kennen, totdat in een gewone procedure een definitieve uitspraak wordt gedaan over het recht op alimentatie.

6 Heb ik als verzoeker een vertegenwoordiger (bv. advocaat, centrale of lokale autoriteit enz.) nodig om de zaak bij de rechter aanhangig te maken? Zo nee, welke procedures zijn van toepassing?

De verzoeker moet een advocaat aanstellen om de alimentatievordering aanhangig te maken.

7 Moet ik vergoedingen betalen voor het aanhangig maken van de zaak? Zo ja, hoeveel bedragen deze ongeveer? Kan ik, wanneer mijn financiële middelen ontoereikend zijn, rechtsbijstand krijgen om de kosten van de procedure te dekken?

Bij een alimentatievordering moet de verweerder een voorschot op de gerechtskosten van de eiser betalen, dat echter niet hoger mag zijn dan 300 EUR (artikel 173, lid 4, WvBR). Indien de verweerder in dergelijke procedures vóór de terechtzitting geen bewijs van betaling heeft overgelegd aan de griffier, wordt de verweerder geacht verstek te hebben laten gaan, wat betekent dat tegen hem/haar een verstekvonnis kan worden uitgesproken (artikel 175 WvBR).

De eiser kan op grond van wet nr. 3226/2004 rechtsbijstand vragen als zijn/haar inkomen zeer laag is, door de vereiste bewijsstukken over te leggen, nadat hij/zij een afzonderlijk verzoek in kort geding heeft ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg met een alleensprekende rechter.

8 Welk soort alimentatie kan door de rechter worden toegekend? Hoe wordt het bedrag van de alimentatie berekend? Kan de rechterlijke beslissing worden herzien wanneer de kosten voor levensonderhoud of de gezinssituatie wijzigen? Zo ja, hoe (bv. via een automatisch indexeringssysteem)?

De alimentatie wordt door de rechtbank voor een duur van twee jaar vastgesteld, rekening houdend met wat voor een menswaardig bestaan nodig is en met de opleiding van de rechthebbende, alsook met de financiële draagkracht van de alimentatieplichtige. Na twee jaar of wanneer de omstandigheden op basis waarvan de rechtbank de alimentatie heeft toegekend, zijn gewijzigd, kan elk van de partijen, zowel de alimentatiegerechtigde als de alimentatieplichtige, een verzoek indienen tot – in het eerste geval – een nieuwe vaststelling van de alimentatie voor de komende twee jaar of – in het laatste geval – de wijziging van de beslissing en het opnieuw vaststellen van de alimentatie.

9 Hoe en aan wie wordt de alimentatie betaald?

De alimentatie wordt in principe maandelijks vooraf aan de alimentatiegerechtigde zelf betaald.

Het alimentatiebedrag mag niet als bedrag ineens worden uitbetaald, behalve bij alimentatie na een scheiding (artikel 1443, onder b), van het burgerlijk wetboek).

Indien de alimentatiegerechtigde een minderjarig kind of een persoon onder curatele is, wordt de alimentatie betaald aan de ouder of vertegenwoordiger, of de door de rechtbank aangewezen verzorger, die vanzelfsprekend de nodige handelingen namens de alimentatiegerechtigde verricht.

10 Hoe kan een persoon (de onderhoudsplichtige) die niet vrijwillig betaalt, tot betaling worden gedwongen?

Indien de alimentatieplichtige weigert te betalen, kan de rechthebbende genoegdoening proberen te krijgen door uitvoerend beslag op de eventuele goederen van de alimentatieplichtige.

11 Beschrijf kort alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.

  • Het recht op alimentatie vervalt als de voorwaarden op basis waarvan zij werd toegekend hebben opgehouden te bestaan, of als de alimentatiegerechtigde of de alimentatieplichtige overlijdt; de vordering van de alimentatiegerechtigde tegen de alimentatieplichtige verjaart na vijf jaar, gerekend vanaf het ontstaan ervan.
  • Vorderingen van personen (d.w.z. een instelling) die alimentatie aan een alimentatiegerechtigde hebben betaald tegen de persoon die oorspronkelijk alimentatieplichtig was, verjaren na vijf jaar (artikel 250, lid 17, van het burgerlijk wetboek).
  • Een ongehuwde moeder is gerechtigd om gedurende een beperkte periode (twee maanden voorafgaand aan de geboorte en vier maanden of - in uitzonderlijke gevallen – maximaal één jaar na de geboorte) de kosten in verband met de bevalling en alimentatie te vorderen van de vader van het kind als het vaderschap is vastgesteld in een rechterlijke beschikking en de moeder in armoede leeft. De vordering van een ongehuwde moeder verjaart na drie jaar na de geboorte en kan ook worden ingesteld tegen de erfgenamen van de vader.
  • Het is toegestaan ten behoeve van de alimentatievordering beslag te leggen op maximaal de helft van het aan de alimentatieplichtige te betalen salaris, en deze beslaglegging is ook van toepassing op deposito’s bij kredietinstellingen (artikel 982, lid 2, onder d), en lid 3, WvBR).

12 Zijn er organisaties of autoriteiten die mij kunnen helpen bij de invordering van alimentatie?

Nee, behalve in het geval van buitenlandse begunstigden. Zij kunnen zich wenden tot het ministerie van Justitie voor hulp bij het uitoefenen van hun rechten (zie antwoord op vraag 3).

13 Kunnen organisaties (overheids- of privéorganisaties) een voorschot op (een deel van) het alimentatiebedrag betalen in de plaats van de onderhoudsplichtige?

Niet in Griekenland.

(Behalve wanneer een instelling of een publieke of private rechtspersoon de zorg draagt voor een minderjarige; in dit geval berust de alimentatieverplichting doorgaans bij de instelling of rechtspersoon, en deze treedt dus ambtshalve in de plaats van de alimentatiegerechtigde voor wat betreft zijn/haar rechten (artikel 1490 van het burgerlijk wetboek). Onder geen beding mag echter worden geëist dat een alimentatievordering, zelfs als deze door de rechter is erkend, vooraf wordt betaald aan een minderjarige die recht heeft op alimentatiebetaling door een andere alimentatieplichtige.)

14 Indien ik mij in deze lidstaat bevind en de onderhoudsplichtige zijn/haar verblijfplaats in een ander land heeft:

14.1 Kan ik in deze lidstaat hulp krijgen van een autoriteit of een privéorganisatie?

Op grond van het bepaalde in de artikelen 51 en 56 van de bovengenoemde verordening, heeft de centrale autoriteit van de lidstaat van een persoon die een verzoek tot toekenning van alimentatie indient de volgende taken: a) samenwerken met de centrale autoriteit van de lidstaat van de alimentatieplichtige wat betreft het doorsturen en in ontvangst nemen van de betreffende verzoeken; b) procedures in verband met deze verzoeken aanhangig maken of het aanhangig maken ervan vergemakkelijken. Met betrekking tot deze verzoeken nemen de centrale autoriteiten alle passende maatregelen om: a) wanneer de omstandigheden het vereisen, rechtsbijstand te verlenen of de verkrijging van rechtsbijstand te vergemakkelijken; b) de alimentatieplichtige en de alimentatiegerechtigde te helpen identificeren, met name conform de artikelen 61, 62 en 63 van de verordening; c) te assisteren bij de verkrijging van relevante informatie over het inkomen en, indien nodig, de financiële situatie van de alimentatieplichtige of de alimentatiegerechtigde, met inbegrip van hun vermogen, met name conform de artikelen 61, 62 en 63; d) indien passend door de gebruikmaking van bemiddeling, verzoening of soortgelijke methoden te streven naar een minnelijke schikking met het oog op de vrijwillige betaling van alimentatie; e) de verdere tenuitvoerlegging van beslissingen inzake alimentatieverplichtingen, met inbegrip van vertragingsrente, te vergemakkelijken; f) de inning en de snelle overmaking van alimentatiebetalingen te vergemakkelijken; g) de verkrijging van schriftelijk of ander bewijs te vergemakkelijken, onverminderd Verordening (EG) nr. 1206/2001; h) bijstand te verlenen bij de vaststelling van de afstamming wanneer dat nodig is voor de inning van alimentatie; i) procedures aanhangig te maken of het aanhangig maken ervan te vergemakkelijken, ter verkrijging van voorlopige maatregelen van territoriale aard die ertoe strekken dat een aanhangig verzoek om alimentatie tot resultaat leidt; j) de kennisgeving of de betekening van stukken te vergemakkelijken, onverminderd Verordening (EG) nr. 1393/2007.

14.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie?

U kunt zich wenden tot de centrale dienst van het ministerie van Justitie, Mesogeion Ave. 96, Athene - Griekenland, PC 11527, tel. +30 210 776 73 22     civilunit@justice.gov.gr

15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:

15.1 Kan ik mij in deze lidstaat rechtstreeks wenden tot een autoriteit of een privéorganisatie?

15.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie en welk soort bijstand kan ik krijgen?

16 Is deze lidstaat gebonden door het Haagse Protocol van 2007?

17 Indien deze lidstaat niet is gebonden door het Haagse Protocol van 2007, welk rechtsstelsel zal er dan overeenkomstig zijn regels van internationaal privaatrecht worden toegepast op de alimentatievordering? Wat zijn de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht?

Griekenland is gebonden door het Haagse Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen. Volgens het Protocol worden onderhoudsverplichtingen beheerst door het recht van de lidstaat waar de onderhoudsgerechtigde zijn/haar gewone verblijfplaats heeft, dus als de onderhoudsgerechtigde in Griekenland woont, is het Griekse recht van toepassing.

18 Welke regels gelden er met betrekking tot de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende zaken in de EU (conform de structuur van hoofdstuk V van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen)?

Hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad voorziet in het recht op rechtsbijstand, met inbegrip van juridisch advies ter beslechting van een geschil voordat dit aan de rechter wordt voorgelegd, juridische bijstand om een zaak bij een rechterlijke of andere autoriteit aanhangig te maken en vertegenwoordiging in rechte, de vrijstelling van of de tegemoetkoming in de proceskosten, en het honorarium van lasthebbers die zijn aangewezen om in de procedure op te treden. In lidstaten waar de in het ongelijk gestelde partij wordt verwezen in de kosten van de wederpartij, indien de begunstigde van de rechtsbijstand de zaak verliest, omvat dit de door de wederpartij gemaakte kosten, die zouden zijn gedekt indien de begunstigde zijn gewone verblijfplaats zou hebben in de lidstaat waar de zaak aanhangig is gemaakt, de kosten van vertolking, de kosten van vertaling van de voor de afdoening van de zaak benodigde stukken die door de rechter of de bevoegde autoriteit worden verlangd en door de begunstigde van de rechtsbijstand worden overgelegd, en de reiskosten die voor rekening van de begunstigde van de rechtsbijstand komen, voor zover de wet of het gerecht van de betreffende lidstaat verlangt dat, wanneer de zaak voorkomt, de bij het aanhangig maken van de zaak betrokken personen zelf ter terechtzitting aanwezig zijn en de rechter beslist dat zij niet anderszins ten genoegen van de rechter kunnen worden gehoord.

19 Welke maatregelen heeft deze lidstaat genomen om de uitvoering van de taken die zijn beschreven in artikel 51 van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen te waarborgen?

De centrale autoriteit heeft onder andere regelmatig contact met de bevoegde instanties om: a) de alimentatieplichtige en de alimentatiegerechtigde te helpen identificeren; b) te assisteren bij de verkrijging van relevante informatie over het inkomen en, indien nodig, het vermogen van de alimentatieplichtige of de alimentatiegerechtigde, het lokaliseren van goederen daaronder begrepen, en c) te streven naar vrijwillige betaling van alimentatie.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 16/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.