- 1 Welke zakelijke rechten kunnen er overeenkomstig het recht van deze lidstaat voortvloeien uit een erfopvolging?
- 2 Worden deze zakelijke rechten ingeschreven in een register van rechten op onroerende en roerende zaken en, zo ja, is een dergelijke inschrijving verplicht? In welk(e) register(s) worden die rechten ingeschreven en wat zijn de voorwaarden en de procedure voor de inschrijving?
- 3 Welke gevolgen heeft de inschrijving van zakelijke rechten?
- 4 Gelden er voor de aanpassing van een zakelijk recht waartoe een persoon krachtens het op de erfopvolging toepasselijke recht gerechtigd is, specifieke voorschriften en procedures wanneer het recht van de lidstaat waar het recht wordt ingeroepen het betreffende zakelijk recht niet kent?
Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
1 Welke zakelijke rechten kunnen er overeenkomstig het recht van deze lidstaat voortvloeien uit een erfopvolging?
1) Eigendom
De erfgenaam verwerft de eigendom van de nalatenschap van rechtswege bij overlijden van de erflater. De nalatenschap is de som van de rechten, lichamelijke zaken, vorderingen en verplichtingen van de erflater op het moment van zijn overlijden die niet tenietgaan bij overlijden. Dit alles spreekt voor zich in het Hongaarse recht. In de erfrechtelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek worden de begrippen "nalatenschap van de erflater" en "goederen" als synoniemen gebruikt. Een goed is niets anders dan een lichamelijke zaak, een recht of een vordering (artikel 8:1 van het Burgerlijk Wetboek). De goederen zijn de som van al deze goederen. In het geval van een vindicatielegaat (legatum vindicationis) verwerft de legataris de eigendom (rechtstreeks van de erflater) van het gelegateerde goed.
2) Vruchtgebruik
Als de erflater nakomelingen en een overlevende echtgenoot (in het geval van erfopvolging bij versterf) heeft nagelaten, heeft naar Hongaars recht de overlevende echtgenoot recht op een levenslang vruchtgebruik van bepaalde goederen van de nalatenschap, namelijk
- de woning die hij of zij samen met de erflater heeft bewoond en
- het in de woning aanwezige meubilair en huisraad (artikel 7:58, lid 1, onder a), van het Burgerlijk Wetboek).
De algemene regels voor vruchtgebruik naar burgerlijk recht zijn van overeenkomstige toepassing op de inhoud van het recht van vruchtgebruik van de overlevende echtgenoot (het "weduwenrecht") (hoofdstuk XXX van het Burgerlijk Wetboek). Vruchtgebruik is een van de zogeheten beperkte zakelijke rechten. De vruchtgebruiker kan de opbrengst van lichamelijke zaken van een andere persoon bezitten, gebruiken, exploiteren en innen. De rechten van de vruchtgebruiker blijven bestaan, ongeacht eventuele wijzigingen in de identiteit van de eigenaar (artikel 5:147, leden 1 en 2, van het Burgerlijk Wetboek).
Ook kan de erflater in zijn testament vruchtgebruik op een goed vestigen.
2 Worden deze zakelijke rechten ingeschreven in een register van rechten op onroerende en roerende zaken en, zo ja, is een dergelijke inschrijving verplicht? In welk(e) register(s) worden die rechten ingeschreven en wat zijn de voorwaarden en de procedure voor de inschrijving?
De genoemde rechten worden ingeschreven in het onroerendgoedregister (of andere openbare registers). Inschrijving van deze rechten in een register is verplicht.
Als de erfopvolging tot eigendom of vruchtgebruik leidt, neemt de met de afwikkeling van de erfopvolgingsprocedure in Hongarije belaste notaris contact op met de binnenlandse autoriteit die het onroerendgoedregister of de registers van andere goederen bijhoudt, teneinde deze rechten te laten inschrijven. In dergelijke gevallen zendt de notaris de verklaring van erfrecht (nadat deze definitief is geworden) aan deze autoriteit toe (artikel 91, lid 2, van Wet nr. XXXVIII van 2010 betreffende de erfopvolgingsprocedure (hagyatéki eljárásról szóló 2010. évi XXXVIII. tv.). De door de notaris afgegeven verklaring van erfrecht dient als basis voor de inschrijving.
Wanneer de erfopvolgingsprocedure daarentegen in een andere lidstaat plaatsvindt, moet de rechthebbende (erfgenaam, legataris) zelf actie ondernemen om het recht in te schrijven. In dergelijke gevallen moet hij het verzoek om inschrijving rechtstreeks indienen bij de Hongaarse autoriteit die het register in kwestie bijhoudt (bijvoorbeeld het kadaster).
De voornaamste openbare registers waarin de eigendom van specifieke goederen wordt ingeschreven, zijn:
- het onroerendgoedregister
bijgehouden door: het kadaster
inschrijving van: onroerend goed
regels: Wet nr. CXLI van 1997 inzake het kadaster (az ingatlan-nyilvántartásról szóló 1997. évi CXLI törvény) (zie artikel 16 van de wet)
- nationaal luchtvaartuigregister (Magyarország Légijármű Lajstroma)
bijgehouden door: het bureau voor de luchtvaart van de nationale vervoersautoriteit (Nemzeti Közlekedési Hatóság Légügyi Hivatal)
inschrijving van: burgerluchtvaartuigen
regels:
artikel 12 van Wet nr. XCVII van 1995 inzake het luchtverkeer (a légiközlekedésről szóló 1995. évi XCVII. törvény)
artikel 5 van regeringsbesluit nr. 141/1995 van 30 november 1995 tot uitvoering van Wet nr. XCVII van 1995 (Korm. rendelet a légi közlekedésről szóló 1995. évi XCVII. törvény végrehajtásáról) inzake het luchtverkeer (a légiközlekedésről szóló 1995. évi XCVII. törvény)
- register van drijvende installaties
bijgehouden door: het ministerie van Nationale Ontwikkeling en het hoofdstedelijk regeringsbureau van Boedapest als scheepvaartautoriteiten
inschrijving van: drijvende installaties (drijflichamen, constructies en werktuigen die geschikt zijn voor vervoer over water, werkzaamheden op het water en de uitoefening van verwante activiteiten)
regels:
de artikelen 7 tot en met 15 en met name artikel 11, lid 3, van Wet nr. XLII van 2000 inzake vervoer over water (a víziközlekedésről szóló 2000. évi XLII. törvény)
regeringsbesluit nr. 198/2000 van 29 november 2000 inzake inschrijving van drijvende installaties (az úszólétesítmények lajstromozásáról szóló 198/2000. Korm. rendelet)
- voertuigregister
bijgehouden door: het ministerie van Binnenlandse Zaken (onderministerie van staat dat verantwoordelijk is voor registers) als registratie-instantie voor het wegverkeer
inschrijving van: wegvoertuigen
regels:
Wet nr. LXXXIV van 1999 inzake registers voor het wegvervoer (közúti közlekedési nyilvántartásról szóló 1999. évi LXXXIV. törvény), met name artikel 9
- bedrijfsregister
bijgehouden door: regionale rechtbanken als registratierechtbanken
inschrijving van: bedrijven (een bedrijf is een juridische entiteit die is opgericht om bedrijfsactiviteiten op commerciële basis uit te voeren door inschrijving in het bedrijfsregister; daarbij gaat het met name om vennootschappen, coöperatieve vennootschappen, Hongaarse vestigingen van buitenlandse ondernemingen, Europese economische samenwerkingsverbanden, Europese coöperatieve vennootschappen, eenmanszaken enz.)
regels: Wet V van 2006 inzake de openbaarmaking van gegevens van ondernemingen, de gerechtelijke procedure van inschrijving van ondernemingen en de vrijwillige ontbinding en vereffening (a cégnyilvánosságról, a bírósági cégeljárásról és a végelszámolásról szóló 2006. évi V. törvény), met name de artikelen 24 en 25.
3 Welke gevolgen heeft de inschrijving van zakelijke rechten?
1) Inschrijving van eigendom
In het algemeen kan de eigendom van onroerend goed naar Hongaars recht alleen worden verworven door inschrijving in het onroerendgoedregister; met andere woorden: inschrijving van de eigendom in het onroerendgoedregister heeft constitutieve werking (er wordt een recht gecreëerd) (inschrijvingsbeginsel).
In enkele gevallen maakt de wet echter een uitzondering; een van de uitzonderingen is erfopvolging. In het Hongaarse recht geldt het beginsel van erfopvolging ipso jure. Dit houdt in dat de erfgenaam de nalatenschap uitsluitend van rechtswege verwerft, wanneer deze openvalt, zonder dat aanvaarding of een andere rechtshandeling nodig is (artikel 7:87 van het Burgerlijk Wetboek). In het geval van erfopvolging wordt de eigendom dus door de erfgenaam verworven op het moment van openvallen van de nalatenschap of van overlijden van de erflater. De inschrijving van de eigendom van door erfopvolging verworven onroerend goed in een register heeft daarom alleen declaratoire werking. Dit geldt ook voor de verwerving van goederen op basis van een vindicatielegaat (legatum per vindicationem).
Als gevolg van erfopvolging ipso jure heeft de inschrijving van eigendom in openbare registers voor andere goederen eveneens declaratoire werking, wanneer de verandering van eigenaar het gevolg is van erfopvolging.
2) Inschrijving van vruchtgebruik
Het recht van vruchtgebruik van de overlevende echtgenoot (weduwenrecht) ontstaat van rechtswege. In dit licht heeft de inschrijving van vruchtgebruik in het onroerendgoedregister (net als de inschrijving van door erfopvolging verworven eigendom) declaratoire werking. Het recht zelf is dus niet het gevolg van de inschrijving.
Als een uit de wetgeving voortvloeiend vruchtgebruik niet in het onroerendgoedregister wordt ingeschreven, kan dit recht overeenkomstig artikel 5:146, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek alleen worden tegengeworpen aan een verwerver van de goederen die te kwader trouw is, of een verwerver die geen vergoeding voor de goederen heeft betaald. Daarom is voor een volledige civielrechtelijke bescherming van het recht van een vruchtgebruiker op onroerend goed inschrijving ervan in het onroerendgoedregister verplicht, ook al ontstaat dit recht van rechtswege (en niet door inschrijving).
4 Gelden er voor de aanpassing van een zakelijk recht waartoe een persoon krachtens het op de erfopvolging toepasselijke recht gerechtigd is, specifieke voorschriften en procedures wanneer het recht van de lidstaat waar het recht wordt ingeroepen het betreffende zakelijk recht niet kent?
Ja,
als een bij een erfopvolgingskwestie betrokken rechthebbende (bijvoorbeeld een erfgenaam of legataris) in Hongarije een uit erfopvolging voortvloeiend zakelijk recht wil uitoefenen dat op grond van de Hongaarse wetgeving niet in het onroerendgoedregister (of een ander register in het onderhavige geval) kan worden ingeschreven, wordt de operatie uit hoofde van artikel 31 van de verordening (aanpassing van zakelijke rechten) uitgevoerd in een afzonderlijke procedure. Deze procedure staat bekend als de "aanpassingsprocedure", die wordt geregeld door Wet nr. LXXI van 2015.
Een aanpassingsprocedure is een niet-contentieuze procedure die onder de bevoegdheid van de rechtbanken valt. Aangezien de toepassing van artikel 31 van de verordening speciale expertise vereist, fungeert slechts één rechtbank (de in Boedapest gevestigde centrale districtsrechtbank van Buda (Budai Központi Kerületi Bíróság)) als rechtbank van eerste aanleg voor het gehele Hongaarse grondgebied. Deze rechtbank beslist over kwesties betreffende de vraag welk ander recht kan worden ingeschreven in plaats van het buitenlandse recht in kwestie (of het recht dat het in de Hongaarse wetgeving bekende recht het dichtst benadert, als het gaat om de inhoud en het doel van dit recht). De beslissing van de rechtbank is bindend voor de verzoekende partij.
De bij de erfopvolging betrokken persoon (bijvoorbeeld de erfgenaam of legataris) leidt deze aanpassingsprocedure niet zelf in als verzoekende partij. De autoriteit die het openbare register (zoals het kadaster) bijhoudt en waarbij de inschrijvingsprocedure aanhangig is (hoofdprocedure), is de verzoekende partij in de gerechtelijke procedure.
In de loop van de procedure onderzoekt de rechtbank de buitenlandse wetgeving met betrekking tot het buitenlandse recht in kwestie. De rechtbank zorgt er eigenmachtig voor dat de aard van het buitenlandse recht wordt vastgesteld, maar kan ook de bij de erfopvolging betrokken persoon verzoeken om informatie en alle hem ter beschikking staande documenten over de betekenis van het buitenlandse recht bij te voegen.
Anders beslist de rechtbank alleen op basis van documenten zonder rekening te houden met ander bewijs (bijvoorbeeld van getuigen).
Zowel de verzoekende partij (de autoriteit die het register in kwestie bijhoudt) als de bij de erfopvolging betrokken persoon kan tegen de beslissing van de centrale districtsrechtbank van Buda beroep instellen. Het beroepschrift moet worden gericht aan de regionale rechtbank en worden ingediend bij de rechtbank die de beslissing heeft genomen. Het beroep wordt behandeld door de hoofdstedelijke rechtbank Boedapest.
De kosten van deze procedure worden gedragen door de bij de erfopvolging betrokken persoon, die ze moet betalen in de hoofdprocedure zelf (d.w.z. in de procedure bij de autoriteit die het register bijhoudt).
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.