Schadeloosstelling vorderen van de dader

Oostenrijk

Er is geen specifiek formulier waarin u kunt verklaren dat u als civiele partij aan de strafrechtelijke procedure wilt deelnemen. Er bestaan geen voorschriften waaraan zo’n verklaring qua vorm moet voldoen. Op de bestaande formulieren voor getuigenverklaringen staat de vraag of u als civiele partij aan de strafprocedure wilt deelnemen. U hoeft alleen maar “ja” te antwoorden en een korte uitleg te geven om als civiele partij te worden toegelaten.

Inhoud aangereikt door
Oostenrijk

Hoe kan ik tijdens een proces (strafrechtelijke procedure) van een dader schadeloosstelling of andere vormen van genoegdoening vorderen, en tot wie moet ik die vordering richten?

Als slachtoffer van een misdrijf hebt u het recht om schadeloosstelling te eisen voor het leed dat u is aangedaan of compensatie voor de inbreuk op uw wettelijke rechten die door het strafrecht worden beschermd. Wilt u een vordering instellen, dan kunt u verklaren dat u als civiele partij aan de strafprocedure wilt deelnemen. Op grond van deze verklaring kunt u als civiele partij in de strafprocedure optreden. Als de openbare aanklager in een later stadium besluit de aanklacht te laten vallen, kan de civiele partij de procedure via een zogenaamde “subsidiaire vervolging” (Subsidiaranklage) voortzetten.

Afhankelijk van de status van de procedure kunt u de verklaring om als civiele partij aan de procedure deel te nemen, schriftelijk of mondeling indienen bij de gerechtelijke politie (Kriminalpolizei), de openbare aanklager of de rechter. Er bestaan geen voorschriften waaraan de verklaring qua vorm moet voldoen [artikel 67, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering (Strafprozessordnung, StPO)].

U kunt ook in het kader van een civiel proces een vordering instellen.

Op welk punt in de strafrechtelijke procedure moet ik mijn vordering indienen?

U kunt de verklaring om als civiele partij aan de strafprocedure deel te nemen, indienen totdat de bewijsverkrijging tijdens de hoofdzitting is afgerond. Omdat bepaalde deelnamerechten die verdergaan dan de rechten van het slachtoffer, hiermee verband houden (bv. het recht om bewijs aan te dragen, dagvaarding voor de hoofdzitting), kan het zinvol zijn deze verklaring zo vroeg mogelijk tijdens de strafprocedure in te dienen.

Wat kan ik in die vordering vragen en hoe moet ik dat formuleren (een totaalbedrag opgeven en/of de afzonderlijke schadeposten, gederfde winst en rente specificeren)?

In de verklaring om als civiele partij aan de strafprocedure deel te nemen, moet u motiveren waarom u de vordering indient. Uiterlijk aan het eind van de bewijsverkrijgingsprocedure tijdens de hoofdzitting moet een concrete raming van de vordering worden overgelegd. U kunt echter slechts een deel van de schade vorderen.

Bestaat er een specifiek formulier voor dergelijke vorderingen?

Er is geen specifiek formulier waarin u kunt verklaren dat u als civiele partij aan de strafrechtelijke procedure wilt deelnemen. Er bestaan geen voorschriften waaraan zo’n verklaring qua vorm moet voldoen. Op de bestaande formulieren voor getuigenverklaringen staat de vraag of u als civiele partij aan de strafprocedure wilt deelnemen. U hoeft alleen maar “ja” te antwoorden en een korte uitleg te geven om als civiele partij te worden toegelaten.

Welk bewijs moet ik overleggen ter ondersteuning van mijn vordering?

U moet het bewijs bij voorkeur overleggen of indienen wanneer u het misdrijf aangeeft of door de gerechtelijke politie wordt ondervraagd. Dit moet uiterlijk tijdens de rechtszitting gebeuren. Enkele voorbeelden van bewijsmateriaal:

  • foto’s;
  • medische diagnoses;
  • rekeningen of facturen;
  • kostenramingen enz.

Zijn er aan mijn vordering gerechtskosten of andere kosten verbonden?

Gewoonlijk zijn er voor civiele partijen geen kosten verbonden aan de strafprocedure [behalve de kosten van een vertegenwoordig(st)er]. Er worden alleen kosten gemaakt als de civiele partij bewust een valse verklaring aflegt waardoor een strafprocedure wordt ingeleid, of als de verdachte na een “subsidiaire vervolging” wordt vrijgesproken.

Kan ik voor en/of tijdens de procedure rechtsbijstand krijgen? Kan ik rechtsbijstand krijgen wanneer ik niet woon in het land waar de procedure plaatsvindt?

Civiele partijen hoeven tijdens de strafprocedure niet van de diensten van een advocaat gebruik te maken. In sommige gevallen kunt u als slachtoffer tijdens de gerechtelijke procedure om steun vragen (juridisch advies en vertegenwoordiging door een advocaat), als dat nodig is om uw procedurele rechten te beschermen. Dit geldt vooral wanneer u als gevolg van het misdrijf aan geweld of gevaarlijke bedreigingen bent blootgesteld of uw seksuele integriteit of zelfbeschikking is aangetast. Tevens moet ten volle rekening worden gehouden met uw persoonlijke belangen (artikel 66, lid 2, StPO). Er zijn voor u als slachtoffer geen kosten verbonden aan deze steun.

In geval van financiële nood kunt u in het kader van procedurele ondersteuning ook om bijstand van een advocaat vragen, als dat voor de rechtspleging nodig is, met name voor de uitoefening van het recht om verdere civiele procedures te voorkomen (artikel 67, lid 7, StPO).

Wat betreft strafprocedures in Oostenrijk geldt dit ook voor personen die in het buitenland wonen en personen die geen Oostenrijks staatsburger zijn.

Wanneer kan de strafrechter mijn vordering tegen de dader afwijzen of weigeren er uitspraak over te doen?

De verklaring om als civiele partij aan de procedure deel te nemen, wordt afgewezen als deze duidelijk niet gerechtvaardigd is, te laat is ingediend of als er niet tijdig een berekening van het bedrag van de schadeloosstelling wordt verstrekt (artikel 67, lid 4, StPO). Totdat de zaak voor de rechter wordt gebracht, beslist de openbare aanklager of de verklaring al dan niet wordt afgewezen. Daarna is het aan de rechter om hierover een beslissing te nemen (artikel 67, lid 5, StPO).

Als de hoofdzitting tot een vonnis leidt, moet de rechter ook beslissen over eventuele civiele vorderingen die zijn ingesteld. Wordt de verdachte vrijgesproken, dan moet u als civiele partij uw vordering bij een civiele rechtbank instellen, omdat u in dat geval via de strafprocedure geen schadevergoeding kunt krijgen. Als de verdachte schuldig wordt bevonden, kan i) de vordering worden toegewezen (gedeeltelijk of geheel) of kunt u ii) worden verzocht uw vordering bij een civiele rechter in te stellen. Wanneer de verdachte schuldig wordt verklaard, moet toch een zaak bij de civiele rechter worden aangespannen als de civiele vordering ongerechtvaardigd wordt geacht nadat de grondslag voor de beslissing volledig is onderzocht of als de uitkomst van de strafprocedure zelfs geen gedeeltelijke beoordeling van de civiele vordering toelaat. Dit geldt niet indien de grondslag voor de beslissing nader kan worden onderzocht zonder dat de bewijsverkrijging de beslissing over de schuld en de straf van de verdachte aanzienlijk vertraagt.

Civiele vorderingen kunnen niet als onderdeel van de strafprocedure worden afgewezen, d.w.z. u kunt als civiele partij nog steeds uw vordering bij een civiele rechter aanbrengen.

Kan ik hoger beroep of een ander rechtsmiddel instellen tegen een dergelijke beslissing?

Als de openbare aanklager de verklaring om als civiele partij op te treden afwijst, kunt u daartegen bezwaar aantekenen op grond van een inbreuk op uw rechten (artikel 106 StPO). Als de rechter de verklaring afwijst, kunt u daartegen hoger beroep instellen (artikel 87, lid 1, StPO).

Tegen de verwijzing naar de civiele rechter als gevolg van de vrijspraak van de verdachte kan de civiele partij (maar uitsluitend in bepaalde gevallen) een vordering tot nietigheid of hoger beroep instellen. Als u naar de civiele rechter wordt verwezen, ondanks dat de verdachte is veroordeeld, kunt u op basis van de civiele vordering hoger beroep instellen.

U kunt altijd buiten de strafprocedure om een civiele vordering bij de civiele rechter instellen.

Als de rechter mij schadeloosstelling heeft toegekend, hoe kan ik er dan zeker van zijn dat de beslissing tegen de dader ten uitvoer wordt gelegd en op welke hulp kan ik daarvoor een beroep doen?

In overeenstemming met artikel 1, punt 1), van de executieverordening (Exekutionsordnung), vormen de wettelijk bindende conclusies van de strafrechter met betrekking tot civiele vorderingen een executoriale titel in de zin van deze verordening. Voor elke tenuitvoerleggingsprocedure is een geldige executoriale titel nodig. Een verzoek om tenuitvoerlegging moet bij de bevoegde districtsrechtbank (Bezirksgericht) worden ingediend. Als aan alle eisen voor een tenuitvoerlegging is voldaan, zal deze worden gevalideerd. Op verzoek van degene die de vordering heeft ingesteld, zal de tenuitvoerlegging (bv. verkoop van roerende zaken, overdracht van vorderingen aan de schuldeiser of gedwongen verkoop van onroerend goed) plaatsvinden.

De formulieren voor de tenuitvoerleggingsprocedure zijn via de volgende link te vinden op de website van het Oostenrijkse ministerie van Justitie.

Wanneer de tenuitvoerlegging eenmaal is goedgekeurd, geeft een rechter of rechterlijk ambtenaar meestal leiding aan de bijbehorende procedure. De tenuitvoerlegging wordt verricht door deurwaarders, die in Oostenrijk tot het gerechtelijk personeel behoren. De schuldeiser wordt uitsluitend gevraagd verdere verzoeken in te dienen als de rechter of de deurwaarder zonder zulke verzoeken de procedure niet kan voortzetten of als de tenuitvoerlegging kosten met zich meebrengt.

Tenuitvoerlegging vindt plaats totdat deze met succes is afgerond of wordt beëindigd, d.w.z. omdat de schuldenaar zijn/haar schuld tijdens de procedure aan de schuldeiser heeft betaald.

Laatste update: 22/12/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.