Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

Oostenrijk
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken?

Tenuitvoerlegging (executie of gedwongen tenuitvoerlegging) is een dwangmiddel dat de staat toepast om nakoming van opeisbare vorderingen of rechten af te dwingen.

De tenuitvoerleggingswet (Exekutionsordnung) voorziet in meerdere soorten tenuitvoerleggingsmaatregelen:

  • tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering;
  • tenuitvoerlegging betreffende een verplichting iets te doen of te laten.

Tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering:

De schuldeiser moet in het geval van tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering in zijn verzoek om tenuitvoerlegging kiezen op welke goederen beslag moet worden gelegd (keuze van het executiemiddel). Hij/zij kan onder meer kiezen voor beslag op roerende zaken, beslag op vorderingen, en met name loonbeslag, en openbare verkoop van onroerende zaken. Het is ook mogelijk de verschillende executiemiddelen te combineren.

Als de schuldeiser om een tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering verzoekt zonder een executiemiddel aan te geven, omvat het verzoek beslag op roerende zaken en loonbeslag, evenals een overzicht van het vermogen (eenvoudig “executiepakket”). De schuldeiser kan ook om het uitgebreide “executiepakket” verzoeken. Dit omvat alle executiemiddelen die voor roerende zaken beschikbaar zijn om een geldvordering te innen (tenuitvoerlegging op roerende zaken, vorderingen en vermogensrechten).

Tenuitvoerlegging betreffende een verplichting iets te doen of te laten:

Als de schuldeiser wil bewerkstelligen dat een bepaalde handeling wordt verricht of nagelaten, dan moet hij/zij voor de uitoefening van zijn/haar recht een in de tenuitvoerleggingswet vastgestelde executoriale titel aanvragen.

In het geval van tenuitvoerlegging waarbij de nakoming van een verplichting iets te laten wordt beoogd, kan de voor tenuitvoerlegging bevoegde rechtbank bij het verlenen van toestemming voor de tenuitvoerlegging, op verzoek, een dwangsom opleggen. Bij een nieuwe schending kan de rechter, op verzoek, een aanvullende geldstraf of een gevangenisstraf van maximaal een jaar opleggen.

De schuldeiser die de procedure heeft ingeleid met betrekking tot een prestatie die ook door een derde kan worden uitgevoerd, kan, op verzoek, toestemming van de rechter krijgen om de handeling op kosten van de schuldenaar te laten uitvoeren.

In het geval van een vordering inzake een prestatie die niet door een derde kan worden uitgevoerd en waarvan de uitvoering tegelijkertijd volledig afhankelijk is van de wil van de schuldenaar, legt de rechter de schuldenaar een geldstraf of een gevangenisstraf van maximaal zes maanden op als deze zijn/haar verplichting niet nakomt.

2 Welke instantie of instanties zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging?

De districtsrechtbank (Bezirksgericht) is in principe bevoegd het verzoek om tenuitvoerlegging toe te wijzen.

Relatieve bevoegdheid

Bij een tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering op roerende zaken is de rechtbank van de woonplaats van de schuldenaar in principe bevoegd.

De rechtbank die verantwoordelijk is voor het bijhouden van het kadaster, is bevoegd voor de tenuitvoerlegging betreffende onroerende zaken (die zijn ingeschreven in het kadaster).

Nadat toestemming is gegeven voor de tenuitvoerlegging, wordt de procedure ambtshalve vervolgd. De rechter (executieverkoop onroerende zaken) of de gerechtelijk ambtenaar (beslag op roerende zaken en beslag op vorderingen) leiden de tenuitvoerleggingsprocedure. De gerechtelijke ambtenaar heeft hiervoor een speciale opleiding gevolgd.

De tenuitvoerleggingsmaatregelen worden uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarders die in Oostenrijk in dienst zijn van justitie en derhalve niet zelfstandig optreden, ook niet als vertegenwoordiger of adviseur van de schuldeiser die de procedure heeft ingeleid. Zij hebben een ruime handelingsvrijheid totdat het slagen of mislukken van de tenuitvoerleggingsprocedure is vastgesteld.

In geval van een tenuitvoerlegging op vorderingen of vermogensrechten die niet in het verzoek om tenuitvoerlegging worden genoemd, of wanneer om het uitgebreide “executiepakket” is verzocht, moet de met executie belaste curator de tenuitvoerleggingsprocedure uitvoeren.

De schuldeiser wordt pas verzocht verzoekschriften in te dienen wanneer de rechter of de gerechtsdeurwaarder de procedure niet zonder deze verzoekschriften kan voortzetten of wanneer er kosten aan de procedure zijn verbonden. De schuldeiser kan echter al bij het verzoekschrift aanvullende informatie verstrekken. Zo kan hij/zij bijvoorbeeld in geval van loonbeslag afzien van de verklaring van de werkgever betreffende het salaris en de hoogte daarvan; in het geval van beslag op roerende zaken, kan hij/zij afzien van een gedwongen opening van een woning die mogelijk kosten voor een slotenmaker met zich meebrengt, als de schuldenaar zich daar niet bevindt.

3 Onder welke voorwaarden mag een executoriale titel of beslissing worden uitgevaardigd?

3.1 De procedure

Tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering:

De tenuitvoerleggingsprocedure wordt onderverdeeld in een goedkeuringsprocedure en een uitvoeringsprocedure.

De goedkeuring van de tenuitvoerlegging houdt in dat een schuldeiser een verzoek heeft ingediend waarbij hij/zij kiest welke executiemiddelen hij wenst toe te passen. Als de schuldeiser de vordering van een ondernemer wil innen, kiest hij/zij meestal voor beslag op een roerende zaak en verstrekking van een overzicht van zijn vermogen. De gerechtsdeurwaarder heeft in het kader van deze procedure als doel betaling van de vordering te verkrijgen. Als de gerechtsdeurwaarder daar niet in slaagt, legt hij/zij beslag op de goederen die voorhanden zijn. Indien deze goederen niet toereikend zijn voor het voldoen van de vordering, sommeert hij/zij de schuldenaar een overzicht te verstrekken van zijn vermogen, waarin de schuldenaar al zijn/haar goederen moet vermelden.

Als de schuldeiser de vordering van een consument wil innen, kiest hij/zij meestal voor beslag op een roerende zaak, loonbeslag en verstrekking van een overzicht van zijn/haar vermogen. De schuldeiser kan alleen voor loonbeslag kiezen wanneer hij/zij weet waar de schuldenaar werkt of van wie deze zijn/haar loon ontvangt. Beschikt hij/zij niet over deze informatie, dan moet hij/zij de geboortedatum van de schuldenaar kennen; de rechter zal zich vervolgens tot de Federatie van Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen (Dachverband der österreichischen Sozialversicherungsträger) wenden om het betaalorgaan te achterhalen. De eerste stap is het beslag op en de overdracht van het salaris van de schuldenaar. Als deze stap succesvol is geweest, wordt het beslag op roerende zaken uitsluitend op verzoek van de schuldeiser uitgevoerd of wanneer duidelijk is dat de ten uitvoer te leggen vordering niet binnen een jaar kan worden voldaan. De gerechtsdeurwaarder heeft als doel betaling van de vordering te verkrijgen. Als de gerechtsdeurwaarder daar niet in slaagt, legt hij/zij beslag op de goederen die voorhanden zijn. Indien deze goederen niet toereikend zijn voor het voldoen van de vordering, sommeert hij/zij de schuldenaar een overzicht te verstrekken van zijn vermogen, waarin de schuldenaar al zijn/haar goederen moet vermelden.

Voor het indienen van een verzoek om tenuitvoerlegging moet de schuldeiser gebruikmaken van een formulier (E-Antr 1) of het modelverzoekschrift. Voor de indiening van een verzoek om tenuitvoerlegging is geen bijstand van een advocaat nodig.

3.2 De grondvoorwaarden

Om tot tenuitvoerlegging over te kunnen gaan, moet de schuldeiser die de procedure opent over een executoriale titel beschikken, te weten een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan. Bovendien is een uitvoerbaarverklaring vereist die door de bevoegde autoriteit wordt afgegeven in het kader van de afgifteprocedure. Verder moet de schuldeiser het adres van de schuldenaar kennen; de geboortedatum hoeft alleen te worden verstrekt als hij/zij een verzoek om loonbeslag wil indienen, maar niet bekend is met het betaalorgaan.

4 Het doel en de aard van tenuitvoerleggingsmaatregelen

4.1 Welke soorten activa kunnen voorwerp van tenuitvoerlegging zijn?

De schuldenaar is met al zijn goederen aansprakelijk voor de aangegane verbintenissen, mits de goederen vatbaar zijn voor beslag. Een tenuitvoerleggingsprocedure heeft echter betrekking op alle goederen waarop de schuldeiser beslag wil leggen en die hij/zij in zijn verzoek om tenuitvoerlegging moet vermelden. De schuldeiser heeft tevens de mogelijkheid om in het verzoek om tenuitvoerlegging slechts het executiemiddel aan te geven en de zaken waarop de tenuitvoerlegging betrekking heeft, niet te noemen (bijvoorbeeld tenuitvoerlegging op alle vorderingen of op alle vermogensrechten van de schuldenaar). In dat geval bepaalt de met executie belaste curator op welke goederen de tenuitvoerlegging kan worden toegepast.

De schuldeiser kan bijvoorbeeld tevens beslag leggen op de volgende objecten: andere vorderingen dan het salaris, een aandeel van de schuldenaar in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (GmbH); de schuldeiser die de procedure opent, kan met betrekking tot de onroerende zaken van de schuldenaar kiezen uit beslag op onroerende zaken, gerechtelijke bewaring of openbare verkoop.

In het deel “Beperkingen aan de tenuitvoerlegging” worden de goederen van de schuldenaar vermeld die zijn uitgesloten van tenuitvoerlegging.

4.2 Wat zijn de gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen?

De gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen zijn afhankelijk van het executiemiddel:

Beslag op roerende zaken:

Er wordt een pandrecht op de beslagen zaken gevestigd; deze worden meestal geveild.

Beslag op vorderingen, met name loonbeslag:

Er wordt een pandrecht op de vordering gevestigd. Het is de schuldenaar verboden over zijn/haar vordering te beschikken en met name om deze te innen. De vordering, voor zover vatbaar voor beslag, wordt overgedragen aan de schuldeiser. Als er voor de tenuitvoerlegging een curator wordt aangesteld, is het aan hem/haar beslag te leggen op de vordering en deze te doen gelden.

Openbare verkoop van onroerende zaken:

Er wordt een pandrecht op de onroerende zaak gevestigd. Vanaf het moment dat de opening van de procedure wordt ingeschreven in het kadaster, hebben de rechtshandelingen van de schuldenaar met betrekking tot de onroerende zaken en toebehoren in kwestie die niet onder de gewone administratie vallen, geen rechtsgevolgen ten opzichte van de schuldeisers en de koper. Als de schuldenaar de onroerende zaak verkoopt, wordt de openbare verkoop waarvoor toestemming is gegeven voortgezet tegen de koper van de onroerende zaak.

Een schuldenaar die een deel van zijn/haar goederen verbergt, wegmaakt, verkoopt, beschadigt, een niet bestaande verbintenis erkent of inroept, of zijn/haar vermogen anderszins, in werkelijkheid of schijnbaar, heeft doen verminderen, als gevolg waarvan de schuldeiser niet of niet volledig kan worden voldaan op grond van de gedwongen tenuitvoerlegging of in een lopende tenuitvoerleggingsprocedure, kan strafrechtelijk worden vervolgd. Strafrechtelijke vervolging is eveneens mogelijk wanneer de schuldenaar een goed waarop officieel pandrecht is gevestigd of dat in beslag is genomen, geheel of gedeeltelijk vernietigt, beschadigt, afbreekt, onbruikbaar maakt of terugtrekt.

4.3 Welke geldigheid hebben deze maatregelen?

De tenuitvoerlegging loopt totdat de uitvoering is geslaagd of anders geschorst, bijvoorbeeld omdat de schuldenaar zijn schuld gedurende de tenuitvoerleggingsprocedure aan de schuldeiser heeft voldaan.

Ingevolge de tenuitvoerleggingswet kan de tenuitvoerleggingsprocedure ook worden opgeschort. Dit gebeurt met name indien een rechtsvordering is ingesteld tegen de ongeldigheid of nietigheid van de executoriale titel, indien om beëindiging van de tenuitvoerlegging is verzocht, indien bezwaar is ingediend (zie punt 4), indien beroep is ingesteld tegen de rechterlijke beslissing tot toewijzing van de tenuitvoerlegging, indien een klacht is ingediend tegen de tenuitvoerlegging of indien om de intrekking of wijziging van de definitieve uitvoerbaarverklaring is verzocht.

5 Is er een mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing om een dergelijke maatregel toe te staan?

Beroep kan worden ingesteld tegen de beslissing tot goedkeuring van de tenuitvoerlegging. Het beroepschrift moet worden ingesteld bij het districtsgerecht (Bezirksgericht), maar worden gericht aan de arrondissementsrechtbank (Landgericht). Dit moet binnen een termijn van veertien dagen worden gedaan. Bijstand van een advocaat is in principe verplicht. De beroepsprocedure wordt uitsluitend schriftelijk gevoerd, waarbij het is verboden nieuwe elementen aan te dragen.

Als de schuldenaar de vordering ondertussen heeft betaald, kan hij/zij dit feit inroepen door middels een verzoek of rechtsvordering bezwaar aan te tekenen (en niet via beroep tegen de beslissing tot goedkeuring van de tenuitvoerlegging). De rechtsvordering moet worden ingesteld bij de rechtbank die toestemming heeft gegeven voor de tenuitvoerlegging, en kan eventueel vergezeld gaan van een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging. Als de rechtsvordering wordt toegewezen, wordt de tenuitvoerlegging ambtshalve geschorst.

Wordt de tenuitvoerlegging toegewezen in een eenvoudige procedure, dan gebeurt dit uitsluitend op basis van de informatie die is verstrekt door de partij die de procedure heeft ingeleid. In dat geval kan de schuldenaar bezwaar aantekenen door aan te tonen dat er een executoriale titel, waaronder de uitvoerbaarverklaring, ontbreekt of dat de executoriale titel niet overeenstemt met de gegevens in het verzoek om tenuitvoerlegging. Het bezwaar moet worden ingesteld bij de rechtbank die in eerste aanleg toestemming heeft gegeven voor de tenuitvoerlegging. De rechter onderzoekt naar aanleiding van het bezwaar of een executoriale titel voorhanden is voor de ten uitvoer te leggen vordering. De termijn voor het instellen van bezwaar bedraagt veertien dagen.

6 Zijn er beperkingen aan tenuitvoerlegging, in het bijzonder wat bescherming van de schuldenaar of termijnen betreft?

Beperkingen aan de tenuitvoerlegging

Als algemene beperking voor de tenuitvoerlegging geldt dat de betreffende maatregel niet breder ten uitvoer mag worden gelegd dan nodig is voor de verwezenlijking van de in het goedkeuringsbesluit omschreven vordering.

In de wet zijn bepaalde beperkingen vastgesteld met betrekking tot specifieke personen en verenigingen van personen:

  • tenuitvoerleggingsmaatregelen die betrekking hebben op een eigendom van een openbaar vervoersbedrijf onder overheidstoezicht en die mogelijk het openbaar vervoer verstoren, mogen alleen met toestemming van de toezichthoudende autoriteit worden uitgevoerd;
  • een rechterlijke beslissing tegen een persoon in dienst bij het federale leger of de federale politie mag pas ten uitvoer worden gelegd nadat de tenuitvoerleggingsbeslissing aan de leidinggevende van de betrokkene is overgelegd;
  • in militaire gebouwen moet de tenuitvoerleggingsbeslissing vooraf aan de commandant van het gebouw worden betekend en worden uitgevoerd in aanwezigheid van een door de commandant aangewezen lid van het leger;
  • tenuitvoerleggingsmaatregelen ten laste van een persoon die in Oostenrijk op grond van het internationale recht immuniteit geniet en maatregelen met betrekking tot de woning van die persoon mogen alleen worden uitgevoerd door het federale ministerie van Justitie in overeenstemming met het federale ministerie van Europese en Internationale Zaken;
  • tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering tegen een gemeente, een openbare dienst of een instelling van algemeen belang kan alleen worden goedgekeurd wanneer deze betrekking heeft op de vermogensbestanddelen die kunnen worden gebruikt voor het voldoen van de vordering van de schuldeiser zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de openbare belangen die door de dienst of instelling beschermd moeten worden. Deze beperking geldt niet als het de tenuitvoerlegging van een contractueel pandrecht betreft.

Om de schuldenaar te beschermen zijn bepaalde goederen automatisch van tenuitvoerlegging uitgesloten, zoals:

Beslag op roerende zaken:

  • goederen die nodig zijn voor een fatsoenlijke levensstandaard en goederen voor persoonlijk of huishoudelijk gebruik;
  • goederen ten behoeve van een vak of een beroep, alsmede de hulpmiddelen voor een opleiding;
  • voor vier weken voldoende voedsel en brandstof voor verwarming voor de schuldenaar en zijn/haar inwonende gezinsleden;
  • huisdieren;
  • familiefoto’s, brieven en andere documenten, evenals de trouwring van de schuldenaar;
  • paramedische hulpmiddelen van een gehandicapt persoon en de geneesmiddelen van de schuldenaar en zijn/haar inwonende gezinsleden, evenals de geneesmiddelen en apparaten die nodig zijn voor een medische behandeling;
  • religieuze voorwerpen;
  • contante geldbedragen tot het bedrag dat uitgesloten is van het beslag tot aan de volgende salarisbetaling na de beslaglegging, indien de inkomsten van de schuldenaar niet op wettelijke wijze kunnen worden geïnd of beperkt vatbaar zijn voor beslag.

De gerechtsdeurwaarder en de met executie belaste curator kunnen tevens afzien van beslaglegging op objecten met een geringe waarde als duidelijk is dat voortzetting of uitvoering van de maatregel niet voldoende oplevert om de tenuitvoerleggingskosten te dekken.

Tenuitvoerlegging betreffende een geldvordering (loonbeslag):

  • onkostenvergoeding ter dekking van de extra kosten die voortvloeien uit de uitoefening van een beroep;
  • overheidssteun voor de extra kosten in verband met een handicap of noodzakelijke zorg, bijvoorbeeld een verzorgingstoelage;
  • overheidssteun voor de betaling van huur of woonlasten:
  • gezinstoelagen;
  • bepaalde uitkeringen die worden toegekend bij de geboorte van een kind, met name de vaste toelage voor kinderopvang;
  • bepaalde toelagen die worden uitgekeerd door de arbeidsmarktdienst;
  • vergoeding van de socialeverzekeringskosten.

Er kan evenmin beslag worden gelegd op:

  • uitkeringen op grond van de socialezekerheidswetten;
  • het recht op verdeling van de huwelijksgoederen en het spaargeld van de echtgenoten indien dit niet in een overeenkomst of akkoord is erkend of door een rechter geldig is verklaard.

De inkomsten uit werk, pensioenuitkeringen en uitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zijn beperkt vatbaar voor beslag. Het deel waarop geen beslag kan worden gelegd (bestaansminimum) is afhankelijk van het salaris en de alimentatieverplichtingen van de schuldenaar. De beslagvrije voet, die elk jaar wordt geïndexeerd, is opgenomen in tabellen die kunnen worden geraadpleegd op de website van het federaal ministerie van Justitie (verklaring van derde-beslagene, Drittschuldnererklärung – BMJ). In de wet is rekening gehouden met de individuele behoeften van de schuldenaar en zijn schuldeiser, zodat de beslagvrije voet onder bepaalde voorwaarden verhoogd of verlaagd kan worden. In geval van tenuitvoerlegging wegens een wettelijk recht op alimentatie wordt de beslagvrije voet over het algemeen met 25 % verlaagd.

In geval van een executoriale titel betreffende de ontruiming van een woning die onder de huurwet (Mietrechtsgesetz) valt, geldt dat in die wet bovendien is vastgesteld dat, ter bescherming van de schuldenaar, de ontruiming moet worden opgeschort wanneer de huurder dakloos dreigt te raken.

Termijnen voor de tenuitvoerlegging

Er zijn geen termijnen vastgesteld waarbinnen een verzoek om tenuitvoerlegging moet worden ingediend – behalve in bijzondere gevallen (tenuitvoerlegging betreffende een ontruiming op grond van artikel 575 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). De schuldenaar kan zich echter verzetten tegen de tenuitvoerlegging op grond van een verjaring die al is ingegaan. De verjaringstermijn voor vorderingen waarvoor een onherroepelijke executoriale titel voorhanden is (vordering krachtens een rechterlijke beslissing), is over het algemeen dertig jaar vanaf de datum waarop de titel in kracht van gewijsde is gegaan. Als de executoriale titel is gebaseerd op rechten van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen dan wordt de verjaringstermijn verhoogd tot veertig jaar. Bij wijze van uitzondering geldt voor sommige prestaties die alleen in de toekomst kunnen worden uitgevoerd, een kortere verjaringstermijn conform de algemene bepalingen inzake verjaring.

De verjaringstermijn wordt gestuit door een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, en begint opnieuw te lopen vanaf de laatste fase of de beëindiging van de betreffende tenuitvoerlegging.

In bepaalde gevallen geldt een tijdelijk verbod om een nieuw tenuitvoerleggingsverzoek in te dienen of om de tenuitvoerleggingsprocedure voor te zetten.

  • Als tijdens een beslaglegging op roerende zaken geen voor beslag vatbare objecten worden gevonden, moet een verzoek om beslag op roerende zaken van een andere schuldeiser of een verzoek tot herhaling van de tenuitvoerlegging worden toegewezen. Dit is echter alleen mogelijk zes maanden na de laatste vruchteloze poging tot tenuitvoerlegging, als een poging tot tenuitvoerlegging voor deze termijn vermoedelijk geen resultaat oplevert.
  • Om loonbeslag met betrekking tot vorderingen jegens een onbekende derde schuldenaar kan worden verzocht nadat het verzoek om beslag op roerende zaken van de schuldeiser die de procedure heeft ingeleid, is goedgekeurd, maar echter pas na het verstrijken van een jaar nadat de beslissing tot toestemming werd gegeven. Deze verbodsperiode geldt niet wanneer de schuldeiser kan aantonen dat hij/zij pas nadat hij zijn verzoek had ingediend, bekend werd met het feit dat de schuldenaar recht heeft op salaris dat vatbaar is voor beslag. De schuldenaar is verplicht een nieuw overzicht van zijn/haar vermogen te overleggen indien de schuldeiser aantoont dat de schuldeiser nieuwe goederen heeft verworven of dat het overzicht van het vermogen meer dan een jaar oud is.
  • In de tenuitvoerleggingswet zijn tevens termijnen vastgesteld ten behoeve van een snelle tenuitvoerlegging. Zo moet de gerechtsdeurwaarder de eerste tenuitvoerleggingsmaatregel binnen een termijn van vier/zes weken uitvoeren en uiterlijk binnen vier maanden verslag uitbrengen aan de schuldeiser over de voortgang van de procedure en over eventuele belemmeringen. Het pandrecht voor gedwongen tenuitvoerlegging dat aan de schuldeiser is toegekend wegens beslag op roerende zaken van de schuldenaar vervalt na twee jaar wanneer de verkoopprocedure niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 29/10/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.