Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

Duitsland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekent tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken?

Gedwongen tenuitvoerlegging is de procedure waarmee een eis naar privaatrecht kan worden opgelegd met dwang van de staat. Alleen de staat is bevoegd om de tenuitvoerlegging via zijn instellingen af te dwingen.

De schuldeiser beschikt over verschillende maatregelen om zijn rechten te doen gelden:

  • beslag op materiële zaken;
  • beslag op vorderingen en andere vermogensrechten (met name beslag op bankrekeningen en loonbeslag);
  • vermogensverklaring;
  • dwangmaatregelen om de schuldenaar tot afgifte van goederen of tot handelen of nalaten te verplichten;
  • vestiging van een hypotheek tot zekerstelling van een vordering;
  • gedwongen openbare verkoop;
  • gedwongen onderbeheerstelling.

In Duitsland wordt de gedwongen tenuitvoerlegging voornamelijk beheerst door de artikelen 704 en volgende van het Zivilprozessordnung (ZPO, Duits Wetboek van burgerlijke rechtsvordering) en de Gesetz über die Zwangsversteigerung und Zwangsverwaltung (ZVG, Duitse Wet inzake gedwongen openbare verkoop en gedwongen onderbeheerstelling).

De artikelen 946 en volgende ZPO bevatten bepalingen die verband houden met Verordening (EU) nr. 655/2014, waarin de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van vorderingen tussen lidstaten van de Europese Unie wordt geregeld.

2 Welke instantie of instanties zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging?

Het Amtsgericht (kantongerecht) van de woonplaats van de schuldenaar is bevoegd voor de tenuitvoerlegging van vorderingen en andere vermogensrechten. Als de schuldenaar geen woonplaats op het nationale grondgebied heeft, ligt de bevoegdheid bij het gerecht in de plaats waar de goederen zich bevinden (de artikelen 13 en 828 ZPO).

In geval van gedwongen openbare verkoop en gedwongen onderbeheerstelling is het Amtsgericht in de plaats waar de onroerende zaak zich bevindt, bevoegd (artikel 869 ZPO in samenhang met artikel 1 ZVG).

Een hypotheek tot zekerstelling van een vordering wordt ingeschreven door het Amtsgericht dat het kadaster houdt (artikel 867 ZPO, artikel 1 van de kadasterwet (Grundbuchordnung).

Het gerecht waar de zaak in eerste aanleg aanhangig is, heeft bevoegdheid voor de gedwongen tenuitvoerlegging die als doel heeft iemand te dwingen iets te doen, iets te dulden of iets na te laten (de artikelen 887, 888 en 890 ZPO).

In alle andere gevallen is de gerechtsdeurwaarder met de tenuitvoerlegging belast (artikel 753 ZPO).

3 Onder welke voorwaarden mag een executoriale titel of beslissing worden uitgevaardigd?

3.1 De procedure

Welke procedure wordt gebruikt, hangt af van de gevraagde executiemaatregel. De gedwongen tenuitvoerlegging vindt plaats op basis van in kracht van gewijsde gegane of voorlopig uitvoerbaar verklaarde eindvonnissen (artikel 704 ZPO), beschikkingen tot conservatoir beslag en beschikkingen in kort geding (de artikelen 929 en 936 ZPO) en de andere executoriale titels die worden genoemd in artikel 794 ZPO; naast de gerechtelijke titels gaat het ook om buitengerechtelijke schikkingen die zijn aangegaan voor een bemiddelingsinstantie, schikkingen die zijn aangegaan met behulp van een advocaat (Anwaltsvergleiche) en notariële akten. Met de executoriale titel kan bij de bevoegde instantie om een executiemaatregel worden verzocht.

In de regel beslist de rechtbank over het verzoek van de schuldeiser, zonder de schuldenaar vooraf te hebben gehoord teneinde de tenuitvoerlegging niet in gevaar te brengen. Het recht te worden gehoord, wordt in het kader van de maatregel toegekend. Over het verzoek wordt via een beschikking beslist. De beslissingen van de rechtbank kunnen door middel van een bezwaar (Erinnerung, artikel 766 ZPO) of een onmiddellijk beroep (sofortige Beschwerde, artikel 793 ZPO) worden aangevochten.

In beginsel is in tenuitvoerleggingsprocedures vertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht (artikel 78 ZPO).

De belangrijkste taak van de gerechtsdeurwaarder is de tenuitvoerlegging op roerende zaken. De gerechtsdeurwaarder is in het bijzonder bevoegd om de schuldenaar in termijnen te laten betalen en zo te streven naar een snelle en minnelijke afwikkeling van de tenuitvoerleggingsprocedure. Een andere essentiële taak van de gerechtsdeurwaarder is de afname van de vermogensverklaring die de schuldenaar onder ede dient af te leggen. Daarnaast is hij bevoegd voor:

  • de tenuitvoerlegging van verplichtingen inzake het leveren van roerende en onroerende zaken (ontruiming);
  • het breken van het verzet van de schuldenaar tegen handelingen die hij moet aanvaarden;
  • op initiatief van de partijen betekening verrichten die noodzakelijk is voor de gedwongen tenuitvoerlegging;
  • de tenuitvoerlegging van beschikkingen tot conservatoir beslag en beschikkingen in kort geding (voor zover dat niet onder de bevoegdheid van de rechter valt);
  • de tenuitvoerlegging van aanhoudingsbevelen na de weigering om de vermogensverklaringen af te leggen.

Een gerechtsdeurwaarder is een gerechtelijk ambtenaar van een deelstaat en staat onder toezicht van de directeur of president van het Amtsgericht waar hij onder valt. De gerechtsdeurwaarder oefent zijn beroep echter onafhankelijk uit en er mag in het kader van het administratieve toezicht op hem geen invloed worden uitgeoefend. De handelingen en kostentoewijzing van de gerechtsdeurwaarder kunnen door middel van een Erinnerung worden aangevochten. Hetzelfde geldt als de gerechtsdeurwaarder weigert om een opdracht uit te voeren. De met de tenuitvoerlegging belaste rechter beslist over bezwaren met betrekking tot de wijze waarop de gedwongen tenuitvoerlegging plaatsvindt.

Kosten van executiemaatregelen

Afhankelijk van het toegekende recht zijn er in de wet verschillende executiemaatregelen vastgesteld; de executiekosten verschillen afhankelijk van het soort maatregel.

  • a. Beslag op materiële zaken

Als de betaling van een bepaalde geldsom is erkend, vertrouwt de schuldeiser het innen van de vordering doorgaans toe aan een gerechtsdeurwaarder. Een beslag op roerende goederen van de schuldenaar door de gerechtsdeurwaarder kost 28,60 EUR conform punt 205 van de Kostenverzeichnis (KV, tarievenlijst) bij de Gerichtsvollzieherkostengesetz (GvKostG, Wet inzake de kosten voor gerechtsdeurwaarders). De (al dan niet openbare) verkoop van de zaak waarop beslag is gelegd als verkoop op locatie of verkoop op internet via een veilingplatform, of iedere andere wijze van tegeldemaking van de zaak, kost 57,20 EUR extra overeenkomstig punt 300 van de KV. Naast deze kosten worden er conform punt 500 van de KV in beginsel toeslagen geheven als de ambtshandeling langer dan drie uur duurt, zoals blijkt uit het proces-verbaal van de gerechtsdeurwaarder. Deze toeslag bedraagt 22,00 EUR per aangevangen uur. Daarbovenop komen nog de door de gerechtsdeurwaarder gemaakte kosten/uitgaven, zoals zijn reiskosten (punt 711 van de KV).

  • b. Beslag op vorderingen

Op basis van een betalingstitel (Zahlungstitel) kan bovendien worden verzocht om gerechtelijk beslag op een vordering van de schuldenaar (bijvoorbeeld beslag op zijn salaris) en de overdracht van deze vordering, met betalingen die op de schuld in mindering worden gebracht of waarbij de vordering van de schuldeiser op de schuldenaar wordt voldaan (de artikelen 829 en 835 ZPO). Doorgaans wordt in één beslissing (van beslag en overdracht) gezamenlijk verzocht om het beslag en de overdracht. De procedure voor dit verzoek kost 22,00 EUR overeenkomstig punt 2111 van de Kostenverzeichnis (KV, tarievenlijst) bij de Gerichtskostengesetz (GKG, Wet inzake gerechtskosten). Daar komen nog bij de kosten die de gerechtsdeurwaarder heeft gemaakt voor de betekening van de beslissing tot het beslag en de overdracht aan de derde-beslagene en de schuldenaar.

  • c. Afname van de vermogensverklaring

Voor het afnemen van de vermogensverklaring ontvangt de gerechtsdeurwaarder conform punt 260 van de KV bij de GvKostG een vergoeding van 36,30 EUR.

  • d. Tenuitvoerlegging op onroerende zaken

De gedwongen tenuitvoerlegging betreffende onroerende zaken van de schuldenaar gebeurt door het vestigen van een hypotheek in het kadaster teneinde de vordering zeker te stellen, door gedwongen openbare verkoop of door gerechtelijke onderbeheerstelling van de onroerende zaak.

Voor het vestigen van een hypotheek in het kadaster wordt er conform punt 14121 van de Kostenverzeichnis (KV, tarievenlijst) bij de Gerichts- und Notarkostengesetz (GNotKG, Wet inzake gerechts- en notariskosten) een vergoeding geheven volgens een tarief van 1,0 punt van de waarde van de zeker te stellen vordering (artikel 53, lid 1, GNotKG). Er is een overzicht van deze vorderingsrechten tot 3 miljoen EUR opgenomen in bijlage 1.

De gerechtskosten voor de procedures die worden bedoeld in de ZVG worden vastgesteld volgens deel 2, hoofdstuk 2, secties 1 en 2, van de KV bij de GKG. Voor de beslissing over het verzoek om een onroerende zaak gedwongen openbaar te laten verkopen of over de instemming met de procedure bedragen de te betalen rechten 110,00 EUR. Bovendien dient er een algemene vergoeding voor de procedure te worden betaald, evenals een vergoeding voor het houden van ten minste één openbare verkoop met een uitnodiging voor inschrijvingen, een vergoeding voor de veiling en een vergoeding voor de verdeling van de opbrengst van de verkoop. Elk van deze vergoedingen is vastgesteld op een tarief van 0,5 punt. De hoogte van de algemene vergoeding voor de procedure en de vergoeding voor het houden van de openbare verkoop wordt iedere keer gebaseerd op de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld door de rechter (verkoopwaarde, artikel 54, lid 1, GKG). De vergoedingen voor de verdeling van de opbrengst van de verkoop worden vastgesteld op basis van de laatste verkoop, zonder rente, met inbegrip van de waarde van de residuele rechten die zijn vastgesteld in de veilingvoorwaarden (artikel 54, leden 2 en 3, GKG). Bij de vergoedingen voor de veiling moet bovendien rekening worden gehouden met het bedrag waarmee de bieder geacht wordt genoegdoening uit de opbrengst van de verkoop van de onroerende zaak te hebben verkregen (artikel 54, lid 2, GKG) Er is een overzicht van deze vorderingsrechten tot 500 000 EUR opgenomen in bijlage 2. Naast deze vergoedingen moeten de proceskosten apart worden betaald conform deel 9 van de KV bij de GKG, met name de kosten die uit hoofde van de Justizvergütungs- und -entschädigungsgesetz (JVEG, Wet inzake justitiële beloning en vergoeding) betaald dienen te worden voor het opstellen van een deskundigenrapport over de verkoopwaarde van de onroerende zaak (punt 9005 van de KV bij de GKG).

Voor de beslissing over het verzoek om gerechtelijke onderbeheerstelling of over de instemming met de procedure bedragen de te betalen rechten 110,00 EUR. De jaarlijkse vergoeding voor de tenuitvoerlegging van de procedure bedraagt 0,5 punt, maar niet minder dan 132,00 EUR in het eerste kalenderjaar en 66,00 EUR in het laatste kalenderjaar. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op basis van de totale waarde van de opbrengst van het beheer van de zaak (artikel 55 GKG).

  • e. Tenuitvoerlegging van de verplichting tot afgifte en een procedure met als doel iemand te dwingen iets te doen, iets te dulden of iets na te laten

Als de schuldenaar verplicht is om een roerende zaak af te geven, dan dient de gerechtsdeurwaarder hem de zaak te ontnemen en deze over te dragen aan de schuldeiser. Voor deze ambtshandeling ontvangt de gerechtsdeurwaarder conform punt 221 van de KV bij de GvKostG een vergoeding van 28,60 EUR. Naast deze kosten worden er conform punt 500 van de KV bij de GvKostG toeslagen geheven als de ambtshandeling langer dan drie uur duurt, zoals blijkt uit het proces-verbaal van de gerechtsdeurwaarder. Deze toeslag bedraagt 22,00 EUR per aangevangen uur.

Als de schuldenaar een onroerende zaak dient af te geven, dient de gerechtsdeurwaarder hem het bezit te ontnemen en de schuldeiser in het bezit van de zaak te stellen (gedwongen uitzetting). Voor deze transactie ontvangt de gerechtsdeurwaarder conform punt 240 van de KV bij de GvKostG een vergoeding van 150,00 EUR. Ook in dit geval wordt er conform punt 500 van de KV bij de GvKostG een toeslag van 22,00 EUR per aangevangen uur geheven als de ambtshandeling langer dan drie uur duurt. Daarbovenop komen nog de door de gerechtsdeurwaarder betaalde voorschotten/onkosten conform sectie 7 van de KV bij de GvKostG, zoals voor het inschakelen van derden (bijvoorbeeld vervoerskosten, kosten voor de slotenmaker enz.).

Voor de gerechtelijke procedure die tot doel heeft de schuldenaar te dwingen een handeling te verrichten (ofwel doet de schuldenaar dat zelf ofwel wordt dat in zijn plaats gedaan door een andere persoon) of een handeling na te laten of een handeling te dulden, zijn 22,00 EUR gerechtskosten verschuldigd conform punt 2111 van de KV bij de GKG.

3.2 De grondvoorwaarden

Maatregelen van gedwongen tenuitvoerlegging op verzoek van de schuldeiser zijn slechts toegestaan als de schuldeiser ter staving van zijn recht in het bezit van een executoriale titel is. Dat kan een in kracht van gewijsde gegaan of voorlopig uitvoerbaar verklaard eindvonnis zijn (artikel 704 ZPO) of een in artikel 794 ZPO genoemde executoriale titel (bijvoorbeeld gerechtelijke schikkingen, beschikkingen tot tenuitvoerlegging of notariële akten). De titel dient in principe de zogenaamde formule van tenuitvoerlegging te bevatten, waaruit blijkt dat de titel uitvoerbaar is (artikel 724 ZPO). Voor beschikkingen tot tenuitvoerlegging, beschikkingen tot conservatoir beslag en beschikkingen in kort geding is alleen in bepaalde gevallen een formule van tenuitvoerlegging vereist (artikel 796, artikel 929, lid 1, en artikel 936 ZPO). Verder kan pas met de tenuitvoerlegging worden begonnen als de titel al aan de schuldenaar is betekend of als deze gelijktijdig is betekend (artikel 750, lid 1, ZPO).

4 Het doel en de aard van tenuitvoerleggingsmaatregelen

4.1 Welke soorten activa kunnen voorwerp van tenuitvoerlegging zijn?

De roerende zaken, vorderingen en andere vermogensrechten en de onroerende zaken van de schuldenaar kunnen worden onderworpen aan executiemaatregelen.

In artikel 811 ZPO worden bepaalde materiële zaken opgesomd waarop geen beslag kan worden gelegd, zodat de schuldenaar en de personen in zijn huishouden een minimumaantal voorwerpen behouden die bijvoorbeeld noodzakelijk zijn voor hun persoonlijke behoeften of de uitoefening van hun professionele activiteit.

Er gelden eveneens beperkingen voor beslag op het inkomen uit arbeid van de schuldenaar. Derhalve zijn in de artikelen 850 en volgende ZPO bepaalde bedragen vastgesteld waarop geen beslag mag worden gelegd en die in het bezit van de schuldenaar moeten blijven, om te garanderen dat hij over een bestaansminimum beschikt. De tegoeden op een rekening kunnen tegen beslag worden beschermd op een zogenaamde "Pfändungsschutzkonto" (artikel 850k ZPO). Op bepaalde bedragen op deze rekening kan geen beslag worden gelegd (niet voor beslag vatbare bedragen), ongeacht de herkomst van de creditering (artikel 899 en volgende ZPO).

4.2 Wat zijn de gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen?

  • Voor de schuldenaar

De tenuitvoerlegging van een vordering op het roerende vermogen van de schuldenaar gebeurt door middel van beslag en tegeldemaking van de in beslag genomen zaken. Het beslag is een overheidshandeling die leidt tot de inbeslagneming van het voorwerp. Het belangrijkste gevolg van de inbeslagneming is dat de schuldenaar de bevoegdheid om over het voorwerp te beschikken wordt ontnomen.

  • Voor de schuldeiser

Door het beslag verwerft de schuldeiser een pandrecht op het in beslag genomen voorwerp (artikel 804, lid 1, ZPO). Dit is een recht om het in beslag genomen voorwerp te gelde te maken en om uit de opbrengst daarvan genoegdoening te krijgen.

  • Voor derden

In geval van derdenbeslag van vorderingen van de schuldenaar jegens derden heeft deze derde niet langer het recht om de in beslag genomen vordering te betalen aan de schuldenaar. Hij kan zijn schuld alleen nog inlossen door geld te betalen aan de schuldeiser die aanspraak maakt op die vordering. Als de derde deze verplichting niet nakomt, kan van hem een schadevergoeding worden geëist.

Als de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd op roerende zaken die niet van de schuldenaar maar van een derde zijn, kan laatstgenoemde door middel van derdenverzet bezwaar maken tegen de inbeslagneming van zijn zaak (artikel 771 ZPO).

4.3 Welke geldigheid hebben deze maatregelen?

Uitvoerbare vorderingen en rechten die voortkomen uit een schikking of een uitvoerbare akte verjaren na dertig jaar overeenkomstig artikel 197 van het Bürgerliches Gesetzbuch (BGB, Duits Burgerlijk Wetboek). Binnen die verjaringstermijn kan de schuldeiser te allen tijde executiemaatregelen laten uitvoeren.

5 Is er een mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing om een dergelijke maatregel toe te staan?

Het Duitse recht heeft geen algemene procedure voor de goedkeuring van de tenuitvoerlegging. Daarom is hiervoor ook niet in een specifiek rechtsmiddel voorzien.

De schuldenaar kan bezwaar maken tegen de maatregelen die jegens hem zijn getroffen in de tenuitvoerleggingsprocedure. Hij beschikt over de zogenaamde Erinnerung tegen de wijze waarop de gedwongen tenuitvoerlegging is uitgevoerd. De schuldenaar kan beslissingen die tijdens de tenuitvoerlegging zonder mondelinge behandeling zijn genomen, aanvechten door middel van onmiddellijk beroep (de artikelen 793 en 567 ZPO). Dit beroep dient binnen twee weken te worden aangetekend bij de rechter van wie de beslissing wordt aangevochten of bij het gerecht dat optreedt als beroepsrechter.

Als de schuldenaar een rechtsmiddel aanwendt, heeft dat geen invloed op de voortzetting van de lopende tenuitvoerleggingsprocedure en wordt de procedure niet opgeschort.

Ook de andere procespartijen (bv. schuldeisers of derde-beslagenen) kunnen van een rechtsmiddel (Erinnerung en onmiddellijk beroep) gebruikmaken.

6 Zijn er beperkingen aan tenuitvoerlegging, in het bijzonder wat bescherming van de schuldenaar of termijnen betreft?

Beslag op alle goederen van de schuldenaar (Kahlpfändung) is niet toegestaan. Er bestaan verschillende waarborgen om ervoor te zorgen dat de schuldenaar in alle waardigheid kan leven, zie punt 4.1.

Er mag ook geen beslag worden gelegd op meer dan wat nodig is om de schuldeiser te voldoen en de kosten van de tenuitvoerlegging te dekken (verbod op buitensporig beslag, artikel 803 ZPO).

Bijlage 1

Waarde van de vordering
tot … EUR

Kosten
Tabel B
… EUR

Waarde van de vordering
tot … EUR

Kosten
Tabel B
… EUR

Waarde van de vordering
tot … EUR

Kosten
Tabel B
… EUR

500

15,00

200 000

435,00

1 550 000

2 615,00

1 000

19,00

230 000

485,00

1 600 000

2 695,00

1 500

23,00

260 000

535,00

1 650 000

2 775,00

2 000

27,00

290 000

585,00

1 700 000

2 855,00

3 000

33,00

320 000

635,00

1 750 000

2 935,00

4 000

39,00

350 000

685,00

1 800 000

3 015,00

5 000

45,00

380 000

735,00

1 850 000

3 095,00

6 000

51,00

410 000

785,00

1 900 000

3 175,00

7 000

57,00

440 000

835,00

1 950 000

3 255,00

8 000

63,00

470 000

885,00

2 000 000

3 335,00

9 000

69,00

500 000

935,00

2 050 000

3 415,00

10 000

75,00

550 000

1 015,00

2 100 000

3 495,00

13 000

83,00

600 000

1 095,00

2 150 000

3 575,00

16 000

91,00

650 000

1 175,00

2 200 000

3 655,00

19 000

99,00

700 000

1 255,00

2 250 000

3 735,00

22 000

107,00

750 000

1 335,00

2 300 000

3 815,00

25 000

115,00

800 000

1 415,00

2 350 000

3 895,00

30 000

125,00

850 000

1 495,00

2 400 000

3 975,00

35 000

135,00

900 000

1 575,00

2 450 000

4 055,00

40 000

145,00

950 000

1 655,00

2 500 000

4 135,00

45 000

155,00

1 000 000

1 735,00

2 550 000

4 215,00

50 000

165,00

1 050 000

1 815,00

2 600 000

4 295,00

65 000

192,00

1 100 000

1 895,00

2 650 000

4 375,00

80 000

219,00

1 150 000

1 975,00

2 700 000

4 455,00

95 000

246,00

1 200 000

2 055,00

2 750 000

4 535,00

110 000

273,00

1 250 000

2 135,00

2 800 000

4 615,00

125 000

300,00

1 300 000

2 215,00

2 850 000

4 695,00

140 000

327,00

1 350 000

2 295,00

2 900 000

4 775,00

155 000

354,00

1 400 000

2 375,00

2 950 000

4 855,00

170 000

381,00

1 450 000

2 455,00

3 000 000

4 935,00

185 000

408,00

1 500 000

2 535,00



Bijlage 2

Waarde van het geschil
tot ... EUR

Kosten
[...] EUR

Waarde van het geschil
tot ... EUR

Kosten
[...] EUR

500

38,00

50 000

601,00

1 000

58,00

65 000

733,00

1 500

78,00

80 000

865,00

2 000

98,00

95 000

997,00

3 000

119,00

110 000

1 129,00

4 000

140,00

125 000

1 261,00

5 000

161,00

140 000

1 393,00

6 000

182,00

155 000

1 525,00

7 000

203,00

170 000

1 657,00

8 000

224,00

185 000

1 789,00

9 000

245,00

200 000

1 921,00

10 000

266,00

230 000

2 119,00

13 000

295,00

260 000

2 317,00

16 000

324,00

290 000

2 515,00

19 000

353,00

320 000

2 713,00

22 000

382,00

350 000

2 911,00

25 000

411,00

380 000

3 109,00

30 000

449,00

410 000

3 307,00

35 000

487,00

440 000

3 505,00

40 000

525,00

470 000

3 703,00

45 000

563,00

500 000

3 901,00

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 19/06/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.