Bedrijfsleven en mensenrechten

Letland

Inhoud aangereikt door
Letland

1. Welke rechtsbescherming heb ik in uw land als slachtoffer van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen? Omvat deze bescherming ook schadeloosstelling?

Overeenkomstig artikel 1, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums) heeft elke natuurlijke of rechtspersoon het recht zich in rechte te verdedigen in geval van schending of betwisting van zijn burgerrechten of rechtmatige belangen. Als een natuurlijke persoon van mening is dat sprake is van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen waardoor zijn burgerrechten worden geschaad, kan hij of zij bij een algemene rechtbank een burgerlijke rechtsvordering instellen.

Overeenkomstig artikel 1635 van het burgerlijk wetboek (Civillikums) geeft elke inbreuk op rechten of elke onrechtmatige daad die leidt tot schade (ook morele schade) het slachtoffer het recht van de dader schadevergoeding te eisen, voor zover diens aansprakelijkheid wordt vastgesteld. Onder morele schade wordt ieder psychisch of psychologisch lijden verstaan dat is veroorzaakt door een inbreuk op de rechten of de immateriële voordelen van het slachtoffer ten gevolge van een onrechtmatige daad. De hoogte van de vergoeding voor morele schade wordt bepaald door de rechtbank op grond van de ernst en de gevolgen ervan. Als de onrechtmatige daad schadelijk is voor het leven, de gezondheid, de zedelijkheid, de seksuele integriteit, de vrijheid, de eer of het respect voor een persoon of diens gezin of een minderjarige, wordt dat aangemerkt als morele schade voor het slachtoffer. In alle overige gevallen moet het slachtoffer voor morele schade bewijs leveren. De term “daad” moet hier in de ruimste betekenis worden opgevat en omvat niet alleen de handeling, maar tevens het nalaten van een handeling (d.w.z. het ontbreken ervan).

2. Zijn er specifieke regels voor ernstige schendingen van de mensenrechten? Zijn deze regels van toepassing op milieucriminaliteit of ernstige vormen van arbeidsuitbuiting?

De verantwoordelijkheid voor onrechtmatige daden volgens het burgerlijk recht omvat elke inbreuk op rechten en elk strafbaar feit, met inbegrip van ernstige schendingen van de mensenrechten.

3. Ik ben het slachtoffer van een schending van de mensenrechten die het gevolg is van activiteiten van een Europese transnationale onderneming buiten de Europese Unie. Heb ik als niet-EU-burger of als burger die niet in de EU woont, toegang tot de rechtbanken in uw land? Welke voorwaarden gelden er voor het aanvoeren van een schending van mijn rechten? Waar kan ik meer informatie krijgen?

Als noch de verweerder, noch de eiser in Letland woonachtig is of hier een wettelijk adres heeft en de inbreuk, naar het zich laat aanzien, niet in Letland heeft plaatsgevonden, valt de civielrechtelijke procedure niet onder de bevoegdheid van de Letse rechtbanken.

4. Kunnen ombudsdiensten, organen voor gelijke behandeling of nationale mensenrechteninstellingen hulp bieden aan slachtoffers van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen door Europese transnationale ondernemingen buiten de Europese Unie? Kunnen deze instanties mijn zaak onderzoeken als ik geen EU-burger ben of als ik niet in de EU woon? Zijn er in uw land andere openbare diensten (zoals arbeids- of milieu-inspectiediensten) die mijn zaak kunnen onderzoeken? Waar kan ik informatie krijgen over mijn rechten?

In Letland is tiesībsargs de bemiddelende instantie. De ombudsman houdt zich aan de doelstelling van de wet inzake de ombudsman. Dat wil zeggen dat de ombudsman de bescherming van de mensenrechten bevordert en erop toeziet dat de autoriteit van het land volgens de wet en naar behoren wordt uitgeoefend met inachtneming van het beginsel van goed bestuur.

De ombudsman kan slechts optreden in een geschillenbeslechting als de overheid van een land de mensenrechten van een natuurlijke persoon schaadt, zoals is vastgelegd in de Grondwet van de Republiek Letland (Satversme) en in de internationale documenten op dat gebied, bij het nemen van een beslissing of, in het geval van de wetgever, bij een wetgevingshandeling.  In het kader van de uitoefening van de bevoegdheden van de ombudsman wordt onder autoriteit elk centrale of lokale overheid, of diens ambtenaren, verstaan, alsook eenieder die aan hem of haar door de overheid toegekende taken verricht.

Als iemand het slachtoffer is van een schending van het beginsel van non-discriminatie, kan de ombudsman zich hierover uitspreken en aan elke particuliere natuurlijke persoon of rechtspersoon aanbevelingen doen.

De ombudsman is echter niet bevoegd tot het geven van een oordeel over handelingen van Europese transnationale ondernemingen buiten de Europese Unie.

Het toezicht op en de opvolging van het gedrag van ondernemingen ten aanzien van arbeidsbetrekkingen valt onder de bevoegdheid van de arbeidsinspectie.

Het gedrag van ondernemingen ten aanzien van het milieu wordt gecontroleerd door de nationale milieudienst, die moet toezien op de naleving van de wetgeving op het gebied van milieubescherming, stralingsbescherming en nucleaire veiligheid, alsook het gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

Indien een persoon bij vergissing een vordering in verband met een onrechtmatige daad instelt bij een niet-bevoegde autoriteit (dat wil zeggen zonder te weten dat de betreffende autoriteit niet bevoegd is om daarover een uitspraak te doen), moet deze autoriteit, overeenkomst de wettelijke bepalingen voor het indienen van vorderingen, deze persoon informeren over welke autoriteit ter zake bevoegd is of, indien van toepassing, de vordering doorsturen naar de bevoegde autoriteit, zodat deze de vordering kan onderzoeken.

Opgemerkt moet worden dat het instituut van ombudsman weliswaar een mechanisme biedt om buitengerechtelijk geschillen op te lossen waarbij de mensenrechten niet zijn gerespecteerd, maar dat dit mechanisme uitsluitend berust op de autoriteit van de bemiddelaar en dat diens aanbevelingen juridisch niet bindend zijn. Een beroep bij de ombudsman staat dan ook niet gelijk aan het indienen van een vordering. De partij in de procedure moet zich er daarom van bewust zijn dat bij een dergelijk beroep de normale administratieve regels en beroepstermijnen van kracht blijven. Het is echter de taak van de ombudsman om het begrip en de bekendheid van de mensenrechten, de mechanismen ter bescherming daarvan en het werk van de ombudsman bij het publiek te bevorderen. Derhalve kan de ombudsman in elk individueel geval advies verstrekken over de mechanismen ter bescherming van geschonden mensenrechten.

Eenieder die van mening is slachtoffer te zijn van een schending van de mensenrechten, kan ongeacht zijn of haar nationaliteit beroep doen op de ombudsman.

5. Legt uw land aan Europese transnationale ondernemingen de verplichting op om klachtenmechanismen of bemiddelingsdiensten in te stellen voor het onderzoek van schendingen die het gevolg zijn van hun bedrijfsactiviteiten? Geldt deze verplichting ook voor schendingen buiten de Europese Unie? Wie is in uw land verantwoordelijk voor het toezicht op deze werkzaamheden? Zijn er openbare verslagen met informatie over de werking van het systeem?

Er zijn geen wetgevingshandelingen bekend waarmee Europese transnationale ondernemingen de verplichting wordt opgelegd om klachtenmechanismen of bemiddelingsdiensten in te stellen voor het onderzoek van schendingen die het gevolg zijn van hun bedrijfsactiviteiten.

6. Heb ik specifieke rechten als kwetsbaar slachtoffer dat schadevergoeding vraagt voor een bedrijfsgerelateerde schending van de mensenrechten? Heb ik toegang tot rechtsbijstand en, zo ja, onder welke voorwaarden? Welke kosten worden door de rechtsbijstand gedekt? Heb ik onder dezelfde voorwaarden toegang tot rechtsbijstand als ik geen EU-burger ben of niet in de EU woon?

Het recht op door de staat gefinancierde rechtsbijstand hangt af van de aarde van de zaak en van de situatie van de betrokken persoon. Rechtsbijstand omvat juridisch advies, het opstellen van processtukken voor de rechtbank en rechtsbijstand tijdens de zitting. Een persoon die partij is in een civiele procedure wordt vrijgesteld van verschuldigde gerechtskosten voor de nationale begroting. De rechtbank moet bovendien door de staat gefinancierde vertaaldiensten leveren als de betreffende persoon de taal niet machtig is waarin de procedure wordt gevoerd.

In het kader van civiele procedures (behoudens de wettelijke uitzonderingen) en administratieve procedures waarin een beslissing van de familierechtbank inzake de wettelijke rechten en belangen van een kind wordt betwist, heeft iedere persoon die legaal in Letland verblijft, recht op rechtsbijstand als hij wordt aangemerkt als iemand met een laag inkomen, als iemand die leunt op de plaatselijke sociale diensten of als iemand die in een bijzondere situatie verkeert (d.w.z. of die persoon zich onverwachts of om redenen buiten zijn of haar wil in een dusdanige financiële situatie verkeert dat hij of zij niet zelf zijn rechten kan verdedigen of volledig afhankelijk is van de staat of de lokale overheid).

Eenieder die woonachtig is in een lidstaat van de Europese Unie, heeft recht op rechtsbijstand in het kader van grensoverschrijdende geschillen in civiele procedures, als hij op grond van zijn specifieke situatie en de hoogte van zijn inkomen niet in staat is zijn rechten te beschermen.

Alle overige personen (met inbegrip van personen die buiten de Europese Unie woonachtig zijn) hebben recht op rechtsbijstand overeenkomstig de internationale verplichtingen van Letland, als zij op grond van hun specifieke situatie en de hoogte van hun inkomen niet in staat zijn hun rechten te beschermen.

In civiele procedures die zijn ingesteld door de personen zelf of door tussenkomst van een advocaat (dat wil zeggen de civiele procedures die onder de bevoegdheid van de economische rechtbank vallen en voortvloeien uit het overeenkomstenrecht, indien de vordering een bedrag van meer dan 150 000 EUR betreft, en procedures inzake de bescherming van commerciële geheimen tegen onrechtmatige verkrijging of verspreiding of onrechtmatig gebruik), heeft de betrokken persoon recht op rechtsbijstand als zijn of haar inkomen niet hoger is dan het Letse minimummaandloon, het op grond van zijn of haar financiële situatie mogelijk is rechtsbijstand te verkrijgen en hij of zij de kosten voor het verkrijgen van rechtsbijstand heeft betaald.

In administratieve procedures wordt rechtsbijstand door de rechtbank (rechter) toegekend op verzoek van de betrokkene. Daarbij wordt rekening gehouden met de complexiteit van de zaak en de financiële situatie van de persoon in kwestie.

In strafrechtelijke procedures wordt rechtsbijstand toegekend door de partij die de procedures leidt (de opsporingsambtenaar, de openbaar aanklager of de rechter). De rechtsbijstand wordt op verzoek in de bij wet voorgeschreven gevallen verleend aan eenieder die recht heeft op verdediging, alsook aan slachtoffers.

Meer informatie is beschikbaar op de website van de rechterlijke administratie:

Laatste update: 12/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.